De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Het voorzetselvoorwerp Grammatica Havo 2. Opdracht 1 maken. Hoeveel voorzetsels kun je invullen op de stippellijnen? Onderstreep het werkwoord dat bij.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Het voorzetselvoorwerp Grammatica Havo 2. Opdracht 1 maken. Hoeveel voorzetsels kun je invullen op de stippellijnen? Onderstreep het werkwoord dat bij."— Transcript van de presentatie:

1 Het voorzetselvoorwerp Grammatica Havo 2

2

3 Opdracht 1 maken. Hoeveel voorzetsels kun je invullen op de stippellijnen? Onderstreep het werkwoord dat bij het voorzetsel hoort.

4 Hoe kun je het voorzetselvoorwerp vinden?!

5 VAST voorzetsel Een voorzetselvoorwerp heeft altijd een vast voorzetsel. Je kunt het dus niet vervangen door een ander voorzetsel. Voorbeelden zijn: - Mevr. Veenstra rekent op Hidde zijn aanwezigheid het 1 e uur.

6 Combinatie met het werkwoord Het vaste voorzetsel vormt een combinatie met het werkwoord. Voorbeelden: -Bekommeren om … -Wachten op … -Houden van … -Verlangen naar …

7 Verwar een VZVW niet met een Bijw. Bep.! Lisanne maakt haar huiswerk in de auto. De planten staan op het balkon. Figuurlijk en letterlijk taalgebruik Figuurlijk  vzvw Letterlijk  geen vzvw

8 Oefenzinnen: Fardau heeft het cadeau aan Esmee gegeven.

9 Fardau | heeft | het cadeau | aan Esmee | gegeven. Pv = heeft Wwg = heeft gegeven O = Paulien Lv = het boek Mv = aan Zara

10 Oefenzinnen: Mark verheugt zich op de les

11 Mark | verheugt | zich | op de les. Pv = verheugt Wwg = verheugt zich O = Hidde VZVW = op de les

12 Maken opdracht 2 & 3. (formulier) Vragen? Steek je vinger op en dan loop ik even bij je langs.


Download ppt "Het voorzetselvoorwerp Grammatica Havo 2. Opdracht 1 maken. Hoeveel voorzetsels kun je invullen op de stippellijnen? Onderstreep het werkwoord dat bij."

Verwante presentaties


Ads door Google