De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Context 3: Koude Oorlog 1945-1991 Les 2 – Spanningen in Europa – 1948-1968.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Context 3: Koude Oorlog 1945-1991 Les 2 – Spanningen in Europa – 1948-1968."— Transcript van de presentatie:

1 Context 3: Koude Oorlog 1945-1991
Les 2 – Spanningen in Europa –

2 “I grew up during the Cold War, when everything seemed very tenuous
“I grew up during the Cold War, when everything seemed very tenuous. For many years, right up until the fall of the Berlin Wall, I had vivid nightmares of nuclear apocalypse.” (Justin Cronin) 37 De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie 38 Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en fascisme/nationaalsocialisme 45 De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog 48 De toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen Voorbeelden stofomschrijving Bestorming van Felix Meritis in Amsterdam (1956) (KA, 37 & 45) ‘Ich bin ein Berliner’-toespraak van president Kennedy in Berlijn (1963) (KA, 37 & 45) Praagse lente (1968) (KA, 38, 45 & 48)

3 Kwestie Duitsland Bezetting door de geallieerden van Duitsland
Oost-Europa, incl. het oosten van Duitsland behoorde tot de SU- invloedssfeer West-Europa, incl. het westen van Duitsland behoorde tot de invloedssfeer van de Amerikanen en bondgenoten De geallieerden Bestuurden Berechten Denazificeerden Ruzieden met elkaar (oost-west) over de toekomst van Duitsland

4 Bezettingszones Dld en Berlijn

5 Kwestie Duitsland Na 1945 verdeeld in vier bezettingszones.
Onenigheid tussen westerse geallieerden en SU over o.a Economische inrichting Duitsland Politieke inrichting Duitsland En natuurlijk internationaal: Trumandoctrine (zie vorige ppt) De westerse geallieerden voegden hun zones economisch samen. Gevolg: juni 1948 blokkade West-Berlijn door Stalin Engeland en VS startten een luchtbrug (juni mei 1949) Even dreigde oorlog, maar Stalin vond Berlijn dat niet waard.

6 Omzeilen Blokkade van Berlijn

7 De Berlijnse Muur Grote verschillen tussen West- en Oost-Duitsland
Politiek: democratie – communisme (kritiek soms hard onderdrukt, Berlijn 1953) Economisch: kapitalistisch – communistisch Cultureel: vrij – bepaald door de staat wat goed voor je is In 1953 kwam de bevolking van Oost-Berlijn in opstand, welke zich daarna over het hele land verspreidde. Maar de regering sloeg m.b.v. het SU leger de opstand hard neer. Gevolg: Veel mensen vertrokken van Oost- naar West-Berlijn. Oost-Dld liep daadwerkelijk leeg. In augustus 1961 bouwde de DDR een muur. Ulbricht (DDR) en Chroetsjov (SU wilden op deze manier een braindrain/leegloop tegengaan (pagina ) Vanaf 1949 was het lastig om van west naar oost te gaan, andersom niet 2,5-3 milj. Oost-Duitsers vluchtten naar het westen voor 1961. De nieuwe muur omringde heel West-Berlijn Gevolg: West- en Oost-Berlijn waren nu definitief fysiek gescheiden.

8 De muur werd beveiligd met controleposten en een grenspolitie die op vluchtelingen mocht schieten.

9 Nikita Chroetsjov en Walter Ulbricht wilden met de muur een einde maken aan de leegloop van het oosten

10 “Ich bin ein Berliner” - John F. Kennedy
{= voorbeeld stofomschrijving} De spanningen tussen de VS en de SU liepen hoog op, maar een confrontatie bleef uit. Omdat West-Duitsers bang waren dat de VS hen in de steek zouden laten reisde JFK naar Berlijn. Hij maakte de stad een symbool van vrijheid: ‘Ich bin ein Berliner’. (p. 121)

11 Opstand in Hongarije - en de reactie in Nederland
In 1956 werd de Stalinistische hardliner Rákosi met instemming van Moskou aan de kant geschoven. In zijn plaats kwam de gematigde Imre Nagy die het communisme wilde hervormen. Grote steun bevolking. Twee weken lang was er hoop de Russen er uit te trappen maar tevergeefs. Nagy was volgens Moskou “iets” te progressief. In november maakte het Warschaupact o.l.v. de SU een eind aan de Hongaarse Opstand. Nagy (en met hem vele honderden) werd geëxecuteerd. Veel Hongaren vluchtten het land uit, o.a. naar Nederland Reactie in Nederland o.a. bestorming van het gebouw Felix Meritis, waar de communistische krant De Waarheid werd gemaakt. Het Westen keurde de Sovjet-reactie af, maar greep niet in. {= voorbeeld stofomschrijving}

12 Hongaarse Opstand

13 Bestorming van Felix Meritis
{= voorbeeld stofomschrijving}

14 Praagse Lente - 1968 - herhaling van “zetten”
{= voorbeeld stofomschrijving} Een herhaling van de Hongaarse opstand in 1956 leek de Praagse lente (p. 110). Ook hier een regering die pleitte voor hervormingen De nieuwe leider Alexander Dubcek wilde vergaande hervormingen. Meer vrijheden aan de burgers o.a. persvrijheid Ook hier ingrijpen door de SU en het Warschaupact, omdat men bang voor het overslaan van deze “Lente” naar andere Oostbloklanden. Verschil met Hongarije Het Hongaarse verzet heviger was. De Tsjechen protesteerden enkel. Daarna liep de nieuwe regering weer keurig in het gelid

15 Het voorzichtige Westen - en de kernwapenwedloop
Vanaf 1949 heeft ook de Sovjet-Unie beschikking voor de A- bom. Dit leidde tot een geheel nieuwe globale wapenwedloop. De wedloop kende de volgende uitgangspunten. De strategie van de “afschrikking door massale vergelding”. VS vallen SU aan, dan valt de SU Europa aan. “wederzijdse afschrikking”. Eind Jaren Vijftig kon de SU ook de VS bereiken; dus nu konden de VS een “koekje van eigen deeg krijgen”. “het aangepaste antwoord”. Indien niet noodzakelijk gooien we niet direct atoombommen. Of eerst kleintjes.

16 Explosieve cartoons

17 Huiswerk Lees: p &


Download ppt "Context 3: Koude Oorlog 1945-1991 Les 2 – Spanningen in Europa – 1948-1968."

Verwante presentaties


Ads door Google