De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Persoonlijk voornaamwoord

Verwante presentaties


Presentatie over: "Persoonlijk voornaamwoord"— Transcript van de presentatie:

1 Persoonlijk voornaamwoord
= Personalpronomen

2 Ich, du, er, sie, es (man), Wir Ihr Sie/sie

3 Vervoeging (regelmatige) werkwoorden:
Zum Beispiel: trinken Ich trinke e Du trinkst st Er/sie/es (man) trinkt t Wir trinken en Ihr trinkt t Sie/sie trinken en

4 VERVOEGING (ONREGELMATIGE) WERKWOORDEN
ZUM BEISPIEL: Sein, haben, werden

5 Sein (zijn): t.t. v.t. Ich bin war Du bist warst Er/sie/es (man) ist war Wir sind waren Ihr seid wart Sie/sie sind waren

6 Haben (hebben) t.t. v.t. Ich habe hatte Du hast hattest Er/sie/es (man) hat hatte Wir haben hatten Ihr habt hattet Sie/sie haben hatten

7 Werden(zullen, toekomstig): t.t. v.t
Ich werde wurde/würde Du wirst wurdest/würdest Er/sie/es/man wird wurde/würde Wir werden wurden/würden Ihr werdet wurdet/würdet Sie/sie werden wurden/würden

8 Let op: de vertaling van het werkwoord “werden” is niet altijd “zullen”. In de verleden tijd betekent “wurde” = werd en In de toekomstige tijd: “würde” = zou Voorbeeld: Hij werd helemaal rood! = Er wurde ganz rot! (een handeling in de verleden tijd, iets wat geweest is dus) Zij zou het nu anders gedaan hebben. = Sie würde es jetzt anders machen (hier gaat het om een toekomstige handeling).


Download ppt "Persoonlijk voornaamwoord"

Verwante presentaties


Ads door Google