De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Genexpressie B6.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Genexpressie B6."— Transcript van de presentatie:

1 Genexpressie B6

2 Deze les Terugblik vorige les Uitleg B6 deel 1 prokaryoten
Nakijken t/m B5 Opdrachten maken B6

3 Vorige les Translatie en eiwitsynthese
mRNA wordt vertaald in aminozuren Keten van aminozuren zijn eiwitten Eiwitten worden gevouwen. Startcodon AUG codeert voor Methionine. Stopcodon  release factor 3 letters mRNA coderen voor 20 verschillende aminozuren. tRNA brengt de aminozuren naar het ribosoom.

4 Genexpressie Gen aan of uit zetten = genregulatie
Genexpressie = alleen wanneer het gen ‘aan’ staat Afhankelijk van de cel ‘aan’ mRNA vorming Maken van repressor of activator gaat via een regulatorgen.

5 Repressor * Prokaryoten hebben ook een operator.
Aan de operator kan een repressor binden of juist een acitvator. Repressor zorgt ervoor dat RNA polymerase niet kan binden gen = uit. Repressor is gebonden = gen uit. Wanneer er een ligand bindt dan kan de repressor er af en kan het gen wel afgelezen worden.

6 Repressor met ligand  gen uit.
Geen ligand aanwezig -- > repressor eraf waardoor gen aan gaat.

7 Activator Activator gebonden aan de operator 
RNA polymerase kan binden  gen aan. Ligand wordt gebonden dan valt de activator ervan af.

8 Activator Activator met ligand -- > gen aan.
ligand valt ervan af, activator ervan af waardoor gen uit gaat staan.

9 E.Coli Model organisme dat we vaak gebruiken voor onderzoek
komt in onze darmen voor.

10 Tryptofaan maken E.coli kan zelf tryptofaan maken.
Veel tryptofaan in voeding  Tryptofaan gebonden aan repressor  gen uit. Geen tryptofaan in voeding  geen ligand gebonden  geen repressor binding  RNA polymerase kan binden  gen aan.

11 Genregulatie eukaryoten stamcellen

12

13 Hw nakijken + opdrachten maken
Volgende les deel 2 genregulatie bij eukaryoten


Download ppt "Genexpressie B6."

Verwante presentaties


Ads door Google