De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Gecijferdheid 2 (Meten 1 – ME144X) week 4

Verwante presentaties


Presentatie over: "Gecijferdheid 2 (Meten 1 – ME144X) week 4"— Transcript van de presentatie:

1 Gecijferdheid 2 (Meten 1 – ME144X) week 4
Powerpoints staan op med.hro.nl/houmj/Klas_1BCEHI_Inductief/

2 Warming-up Wat is de oppervlakte van een haaientand op de weg?

3 Warming-up antwoord 1 De hele rechthoek: 50 cm x 60 cm = 3000 cm2
De groene driehoek: ½ x 25 cm x 60 cm = 750 cm2 De blauwe driehoek: ½ x 25 cm x 60 cm = 750 cm2 3000 – 750 – 750 = 1500 cm2

4 Warming-up antwoord 2 Verplaats de gele driehoek, dan krijg je een rechthoek: 25 cm x 60 cm = 1500 cm2

5 Lesoverzicht Lesonderdelen verwerking
Rekenen met omtrek en oppervlakte van driehoeken en rechthoeken Rekenen met inhoud van balken, en schetsen maken van balken verwerking Bestuderen van en oefeningen maken uit de reader

6 Terugblik Zijn er vragen over het huiswerk?
De schaal van een afbeelding van een tennisbaan is 1:300. De baan is in het echt 24 meter lang. Hoe lang is het tennisbaan op de afbeelding? 5 cm op de kaart komt overeen met 0,25 km in het echt. Op welke schaal is deze kaart getekend? Zijn er vragen over het huiswerk?

7 Doelen Aan het einde van de les:
Kun je de omtrek en oppervlakte berekenen van bepaalde rechthoeken en driehoeken, en weet je hoe je in het algemeen hiermee kunt rekenen Kun je de inhoud berekenen van een balk en er een schets van tekenen, en weet je hoe je in het algemeen bij andere balken doet.

8 Omtrek Formuleer in tweetallen wat omtrek precies is en hoe je die kunt bepalen. Bepaal de omtrek van de onderstaande figuren. Vraag plenair naar hoe de omtrek van de figuren met een meetlint bepaald kan worden (14 cm, 14 cm, 12 cm) en laat studenten op elkaar reageren tot een mooie verwoording is bereikt (vertel ook daarna: ‘een touwtje erom heen trekken’). Vraag door bij de tweede figuur, waarom is die omtrek gelijk aan die van de eerste (vanaf rechtsonder evenveel omhoog en naar rechts)? Waarom die van de derde niet (de schuine lijn is de kortste afstand tussen de twee hoekpunten, korter dus dan de andere weg via het vierde hoekpunt van de rechthoek)? PS Omtrek van cirkels wordt niet in CIJ2 behandeld.

9 Oppervlakte Hoe wordt de oppervlakte van een rechthoek berekend?
Wat in dit lokaal heeft de vorm van een balk? Hoe wordt de oppervlakte van een balk berekend? In deze cursus leer je ook de oppervlakte te berekenen van driehoeken, maar dan alleen van driehoeken waarvan de drie hoekpunten precies op een roosterpunt liggen. Plenair: geef studenten de beurt, en probeer samen tot een verwoording te komen die gebruikt kan worden in groep 5. Laat studenten elkaar aanvullen. (l x b; het lokaal zelf, oppervlakten van alle vlakken optellen, ramen, kozijnen, …; l x b x h)

10 Oppervlakte rechthoekige driehoek
Hoe kun je de oppervlakte van deze rechthoekige driehoek bepalen? Kun je een regel formuleren om de oppervlakte te bepalen van elke rechthoekige driehoek? Vraag plenair om een antwoord, en vraag alternatieven. (halve basis maal hoogte… maar ook de helft van een rechthoek. Zorg dat die laatste manier ook genoemd wordt).

11 Oppervlakte driehoek Hoe kun je de oppervlakte van deze driehoeken A en C berekenen? Overleg in viertallen. Halve basis maal hoogte kan bij C wel (bij A niet, want wat is de hoogte?), maar zorg ook dat een student verwoordt dat je een buitenrechthoek kunt tekenen, en dan de twee rest-driehoeken kunt aftrekken. Als studenten daar niet mee komen, geef dan zelf hints bij het rondlopen. Aan het einde nog even recapituleren. (A: 20 – 2,5 – 2 – 6 = 9,5 cm2; B: 16 – 2 – 8 = 6 cm2)

12 Balken Noem een aantal eigenschappen van een balk
Wat is het verschil tussen een balk en een kubus? Hoe bepaal je de inhoud van een balk? Hoe teken je een schets van een balk? Plenair interactief. Vraag studenten antwoord op deze vragen, en laat ze aanvullen totdat de formulering geschikt is voor groep 7. (rechte hoeken, zijvlakken zijn rechthoeken – maar hoeven geen vierkanten te zijn zoals bij een kubus, inhoud = lxbxh, schets: voorvlak, 3 schuine lijnen 30 graden, verbinden en stippeltjes)

13 Inhoud berekenen – 20 cm onder de rand
Een zandbak is 3 m lang, 2 m breed en 1 m diep. Er wordt zand in gestort tot 20 cm onder de rand Schets de zandbak, en geef in je schets aan tot hoever het zand komt. Hoeveel kuub zand zit er in de zandbak? (licht duidelijk toe). Zet de studenten zelfstandig of in tweetallen aan het werk, loop rond voor vragen. Aan het einde vragen aan studenten om hun antwoord te verwoorden / laten zien + toelichten. Wie heeft het anders gedaan? Welke manier is handiger / beter? Waarom? (3 x 2 x 0,8 = 4,8 kuub zand)

14 Evaluatie Hoe kun je omtrek en oppervlakte berekenen van rechthoeken en driehoeken? Hoe kun je inhouden berekenen van balken en er een schets van tekenen? Presentielijst + vragenlijst invullen Werken uit de reader als er in de les nog tijd over is Geef beurten, en laat studenten elkaar aanvullen

15 Verwerking Oefeningen maken uit de reader: H5 opgaven
Oefeningen maken uit de voorbeeldtoets: De oneven opgaven Over de voorbeeldtoets: De vorm en lengte van de toets en de voorbeeldtoets komen niet helemaal overeen. We hebben de ervaring dat studenten die 20 uur studeren voor deze cursus een voldoende resultaat behalen.


Download ppt "Gecijferdheid 2 (Meten 1 – ME144X) week 4"

Verwante presentaties


Ads door Google