De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Oic 3.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Oic 3."— Transcript van de presentatie:

1 Oic 3

2 Wat is cultuur?

3 Cultuur is een samenstel van waarden, normen en opvattingen binnen een bepaalde groep/samenleving waarmee ze zich onderscheiden van andere groepen/samenlevingen

4

5 Cultuur als mentale programmering
In de meest westerse talen betekent ‘cultuur’ in de eerste plaats ‘beschaving’, en dan speciaal de vruchten van die beschaving, zoals onderwijs, kunst en literatuur. In de sociale antropologie is ‘cultuur’ een trefwoord voor alle patronen van denken, voelen en handelen waarvan in het voorgaande sprake was. ‘Cultuur’ omvat niet alleen activiteiten die geacht worden geestelijke verfijning te bevorderen, maar ook gewone alledaagse zaken zoals groeten, eten, al dan niet tonen van je gevoelens, het bewaren van een zekere fysieke afstand tot anderen, het bedrijven van de liefde of het verzorgen van het lichaam. Cultuur bestaat uit de ongeschreven regels van het sociale spel. Het is de collectieve mentale programmering die de leden van een groep of categorie mensen onderscheid van de van andere.

6 Menselijke natuur is wat alle menselijke wezen met elkaar gemeen hebben, wat we erven via onze genen. Persoonlijkheid van een individu is zijn of haar eigen stuk mentale programmering. Deze wordt gedeeltelijk aangeboren binnen de unieke reeks genen van het individu en is gedeeltelijk aangeleerd. ‘Aangeleerd’ betekent: gevormd door zowel de invloed van collectieve programmering (cultuur) als door unieke persoonlijke ervaringen.

7

8 Symbolen, helden, rituelen en waarden
Symbolen zijn woorden, gebaren,afbeeldingen of voorwerpen met een betekenis die alleen begrepen wordt door de leven van de cultuur. Helden zijn personen, dood of levend,echt of fictief, met eigenschappen die in een cultuur hoog in aanzien staan en die daarom fungeren als gedragsmodellen. Rituelen zijn collectieve activiteiten die technisch gesproken overbodig zijn om het gewenste doel te bereiken , maar die binnen een cultuur als sociaal essentieel worden beschouwd.

9 Waarden; een waarde is een collectieve neiging om een bepaalde gang van zaken
te verkiezen boven een andere. Waarden worden ons vroeg aangeleerd. Niveaus van cultuur * Een nationaal niveau, op basis van ons land (of onze landen, in geval van migratie); * Een regionaal en/of etnisch en/of religieus en/of taalniveau, omdat de meeste naties bestaan uit meerdere cultuur verschillende regio’s en/of etnische en/of taalgroepen; * Een sekseniveau, naar gelang wij als meisje of als jongen geboren zijn; * Een generatieniveau, dat grootouders scheidt van ouders en die weer van hun kinderen. * Een sociale-klasseniveau, dat samenhangt met genoten onderwijs en met iemands functie of beroep; * Voor mensen met een baan: een organisatie-, onderneming- of afdelingsniveau, afhankelijk van de manier waarop werknemers worden gesocialiseerd.

10 Sinterklaas

11 cultuurshock

12 De eerste fase is vaak kort en wordt gekenmerkt door euforie
De eerste fase is vaak kort en wordt gekenmerkt door euforie. Men is opgewonden (nieuwsgierig) over het’andere’. Daarna komt de fase van de cultuurschok: een toestand van onbehagen die optreedt als een individu in een onbekende omgeving moet functioneren. Men wordt geconfronteerd met andere normen en waarden. In mentaal opzicht wordt men weer als een kind dat de meest eenvoudige dingen opnieuw moet leren. Dit leidt vaak tot gevoelens van angst, machteloosheid en vijandigheid ten opzichte van de nieuwe omgeving. Etnocentrisme: de bezoeker beoordelen vanuit de normen van de eigen cultuur

13 In de derde fase klimt men weer uit het dal omhoog
In de derde fase klimt men weer uit het dal omhoog. Dit begint als men weer goed kan functioneren en deel uit gaat maken van een nieuw sociaal netwerk. Dit wordt door De Cieri, Dowling & Taylor (1991) ook wel het keerpunt genoemd. Polycentrisme: de erkenning dat andere mensen naar andere maatstaven beoordeeld moeten worden. De laatste fase is het mentale evenwicht dat op een gegeven moment wordt bereikt. Hier kan xenofilie optreden dwz dat alles in de cultuur van de ander beter is

14 Huiswerkopdracht verleden keer
Observeren en herkennen opvoedstijlen. Beschrijf het volgende; Observeer 2 collega’s en 2 ouders. Welke opvoedstijl herken je? Welke stijl wordt er gehanteerd binnen je organisatie? Komt die overeen met je eigenstijl? Beschrijf de overeenkomsten en verschillen (ook bij een zelfde opvoedstijl zijn er nuance verschillen te herkennen). En beschrijf één concreet voorbeeld waarin je zelf anders zou handelen en waarom. Vul de test in:

15 opdracht ‘Eigen cultuur’ Beschrijf het volgende;
Maak een beschrijving van je eigen cultuur. Noem de belangrijke symbolen, helden, rituelen en de waarden van jou cultuur. Beschrijf op deze wijze nog 2 andere culturen waar je mee in aanraking komt.


Download ppt "Oic 3."

Verwante presentaties


Ads door Google