De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Veel voorkomende misdrijven Veel voorkomende verbeterpunten

Verwante presentaties


Presentatie over: "Veel voorkomende misdrijven Veel voorkomende verbeterpunten"— Transcript van de presentatie:

1 Veel voorkomende misdrijven Veel voorkomende verbeterpunten
Gebaseerd op het zakboek Strafrecht voor de Politie Kluwer Zie voor een omvangrijke bespreking, verwijzing naar jurisprudentie, literatuur en vele praktijkvoorbeelden het zakboek

2 Veel voorkomende misdrijven met Veel voorkomende verbeterpunten
- Dagelijkse opsporingspraktijk - Generalist - Basiskennis wordt aanwezig geacht - Tips/verbeterpunten Zie voor zedenmisdrijven de afzonderlijke presentatie Presentatie wordt niet vooraf verstrekt ivm verwerkte stellingen met antwoorden: noteer bij eventuele aantekeningen dianummer Zie voor de presentatie > dia’s en toetsen

3 Doelstelling presentatie
Leren doe je niet door het (uitsluitend) volgen van een cursus maar vooral door zelf aan de slag te gaan Het beste leer je door (thuis) aan de hand van (op het werk) te beoordelen of beoordeelde zaken het zakboek Sr voor de Politie te bestuderen: de veel voorkomende misdrijven, deelneming en poging/voorbereiding Met heel veel praktijkvoorbeelden en praktijktips Deze presentatie: ‘klok horen luiden en wel weten waar klepel hangt': weten wanneer je iets moet opzoeken en vervolgens snel kunnen vinden én juist toepassen als je het nodig hebt Door dit te doen leer je vanzelf bij

4 Inhoud presentatie Inleiding/voorwaardelijk opzet/medeplegen Opruiing
Huisvredebreuk Openlijk geweld Brandstichting/brand door schuld Ambtsdwang/wederspannigheid/bevel/beletten, etc. Belediging Bedreiging/uitingen die verklaringsvrijheid kunnen beperken Belaging Mishandeling/dood door schuld Diefstal/joyriding/diefstal dmv geweld/afpersing Verduistering Oplichting/flessentrekkerij Vernieling Heling/witwassen WWM/WVW Het pv/onrechtmatig verkregen bewijs

5 Wetboek van strafrecht
- Het aantal de laatste jaren gewijzigde en nieuwe strafbepalingen uit Sr loopt in de honderden!! - Een goede kennis van Sr leidt tot conclusie dat het aantal potentiële strafbare feiten (veel) omvangrijker is dan wordt vermoed - En dat er op de meeste misdrijven vh staat - En dat er dus ook eerder (zwaardere) dwangmiddelen kunnen worden toegepast dan voor mogelijk wordt gehouden

6 Wetboek van strafrecht
Voorbeelden zeer ruime strafbepalingen: - Medeplegen - Medeplichtigheid - Poging - Voorbereiding - 10a Opiumwet - Deelneming criminele organisatie - Belaging - Openlijk geweld - Vernieling en mishandeling - Opruiing - Terreurwetgeving - Enz. enz.

7 Voorwaardelijk opzet Vereist:
1. Dat er een aanmerkelijke kans bestond dat het gevolg zou intreden én 2. Dat de verdachte tijdens zijn handelen wetenschap heeft gehad van die aanmerkelijke kans én 3. Dat de verdachte die aanmerkelijke kans bewust heeft aanvaard (op de koop toe genomen)

8 Medeplegen (art. 47 Sr) Vereist is bewust en nauwe samenwerking
gericht op de totstandkoming van een strafbaar feit Bij de medepleger dient sprake te zijn van dubbel opzet gericht op: - het tot stand brengen van het feit én - samenwerking met de andere dader(s) Bijv. door nauwe betrokkenheid bij de planning, voorbereiding en organisatie Voorwaardelijk opzet kan daarbij volstaan

9 Opzet/schuld/deelneming/poging/voorbereiding/vrijwillige terugtred
Zie aparte presentatie op dia’s en toetsen

10 Stelling A en B zijn net door portier uit discotheek gezet
A is uiterst geëmotioneerd en schreeuwt naar B dat die B terug moet gaan en die portier moet schieten - B weet A echter te kalmeren en neemt A vervolgens mee naar huis Heeft A door zijn uitlatingen een misdrijf waarop vh staat gepleegd?

11 Inhoud presentatie Inleiding/voorwaardelijk opzet/medeplegen Opruiing
Huisvredebreuk Openlijk geweld Brandstichting/brand door schuld Ambtsdwang/wederspannigheid/bevel/beletten, etc. Belediging Bedreiging/uitingen die verklaringsvrijheid kunnen beperken Belaging Mishandeling/dood door schuld Diefstal/joyriding/diefstal dmv geweld/afpersing Verduistering Oplichting/flessentrekkerij Vernieling Heling/witwassen WWM/WVW Het pv/onrechtmatig verkregen bewijs

12 - mondeling of bij geschrift of afbeelding
Opruiing (art. 131 Sr) Hij die - in het openbaar - mondeling of bij geschrift of afbeelding - tot enig strafbaar feit of tot gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag - opruit wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren of geldboete van de vierde categorie

13 Opruiing (art. 131 Sr) - Ook wanneer handeling waartoe wordt opgeruid reeds is aangevangen - Niet vereist dat opruiing gevolg heeft - Ook strafbaar als opruiing tot één persoon is gericht Voltooid zodra woorden die opruiing inhouden zijn uitgesproken Vh-misdrijf: ahbhd, ivs, ibs, enz mogelijk

14 Inhoud presentatie Inleiding/voorwaardelijk opzet/medeplegen Opruiing
Huisvredebreuk Openlijk geweld Brandstichting/brand door schuld Ambtsdwang/wederspannigheid/bevel/beletten, etc. Belediging Bedreiging/uitingen die verklaringsvrijheid kunnen beperken Belaging Mishandeling/dood door schuld Diefstal/joyriding/diefstal dmv geweld/afpersing Verduistering Oplichting/flessentrekkerij Vernieling Heling/witwassen WWM/WVW Het pv/onrechtmatig verkregen bewijs

15 Stelling Bij een verblijfsontzegging hoeft voor een
strafbare huisvredebreuk slechts éénmaal het vertrek gevorderd te worden

16 Huisvredebreuk (art. 138 Sr)
Feitelijk twee strafbepalingen: Hij die in de woning of het besloten lokaal of erf bij een ander in gebruik 1. wederrechtelijk binnendringt en/óf 2. wederrechtelijk aldaar vertoevende zich niet op de vordering van of vanwege de rechthebbende aanstonds verwijdert Binnengaan na ontzegging (waarvan verdachte weet) is dus binnendringen en er behoeft dus niet meer gevorderd te worden!!

17 Huisvredebreuk (art. 138 Sr)
Binnendringen Tegen de onmiskenbare wil van de rechthebbende Blijkende bijv. uit - Woorden of schriftelijke ontzegging (namens) rechthebbende (moet verdachte wel weten) - Omstandigheden (slot, bordje verboden toegang)

18 Huisvredebreuk (art. 138 Sr)
Binnendringen (lid 2) Hij die zonder voorkennis van de rechthebbende en anders dan ten gevolge van vergissing is binnengekomen in de voor de nachtrust bestemde tijd wordt geacht te zijn binnengedrongen

19 Inhoud presentatie Inleiding/voorwaardelijk opzet/medeplegen Opruiing
Huisvredebreuk Openlijk geweld Brandstichting/brand door schuld Ambtsdwang/wederspannigheid/bevel/beletten, etc. Belediging Bedreiging/uitingen die verklaringsvrijheid kunnen beperken Belaging Mishandeling/dood door schuld Diefstal/joyriding/diefstal dmv geweld/afpersing Verduistering Oplichting/flessentrekkerij Vernieling Heling/witwassen WWM/WVW Het pv/onrechtmatig verkregen bewijs

20 Stelling Voor openlijk geweld is vereist dat ten tijde en ter plaatse van het plegen van het geweld publiek aanwezig was

21 Openlijke geweldpleging (art. 141 Sr) Openlijk
1. Zij die openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen of goederen, worden gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren en zes maanden of geldboete van de 4e categorie. 2. De schuldige wordt gestraft: 1°. 6j of geldboete 4e cat indien hij opzettelijk goederen vernielt of indien het door hem gepleegde geweld enig lichamelijk letsel tengevolge heeft; 2°. 9j of geldboete 5e cat indien dat geweld zwaar lichamelijk letsel tengevolge heeft; 3°. 12j of geldboete 5e cat indien dat geweld de dood tengevolge heeft. 3. Art. 81 Sr blijft buiten toepassing (MH: met geweld wordt gelijk gesteld brengen in staat van bewusteloosheid of onmacht)

22 Openlijke geweldpleging (art. 141 Sr) Openlijk
- Geweld dat zich door onverholen, niet-heimelijk bedreven daden heeft geopenbaard, zodat daardoor de openbare orde is aangerand Aanwezigheid publiek niet vereist ‘Openlijk’ kan blijken uit de plaats waar, de wijze waarop en de omstandigheden waaronder het geweld is uitgeoefend Openbare plaats dus niet vereist, ook bijv. van achter een venster aan de openbare weg

23 Stelling Voor openlijk geweld is vereist dat de verdachte zelf ook geweld heeft gepleegd

24 Openlijke geweldpleging (art. 141 Sr) Geweld
- Niet vereist is dat alle verdachten geweld gepleegd hebben, mits er maar sprake is van in vereniging plegen (zie hierna) - Enig resultaat van het geweld is niet vereist maar kan voor de veroorzaker wel strafverzwarend werken (zie lid 2, daarover hierna meer) - Niet vereist is dat personen/goederen ook geraakt worden

25 Stelling Voor een veroordeling ter zake openlijk geweld is voldoende dat de verdachte deel uitmaakte van de groep die het openlijke geweld heeft gepleegd

26 Openlijke geweldpleging (art. 141 Sr) In vereniging: Kamerstukken
- Onvoldoende is het uitsluitend deel uitmaken van de groep - Vereist is een significante (wezenlijke) bijdrage aan het geweld Bijdrage kan bestaan - uit een gewelddadige handeling maar ook uit het rondlopen met bivakmuts over hoofd onder aanmoediging van anderen - door een rol in de organisatie te spelen door deelnemers aan de openlijke geweldpleging te werven door aanmoedigen of gejoel of het afschermen van degenen die gewelddaden plegen tegen anderen die dat willen beletten

27 Openlijke geweldpleging (art. 141 Sr) In vereniging: jurisprudentie
- Voldoende significante (wezenlijke) bijdrage aan geweld, bijdrage zelf behoeft niet van gewelddadige aard te zijn - Bijv. het nagenoeg tegelijkertijd plegen van geweld tegen eenzelfde slachtoffer door personen die onmiddellijk daaraan voorafgaande zich in groepsverband hebben opgehouden - De band tussen de geweldplegers hoeft niet hecht te zijn: daaronder valt ook de persoon welke drie met de politie vechtende mannen te hulp schiet door vanuit een heel ander punt in de menigte met stenen te gaan gooien

28 Openlijke geweldpleging (art. 141 Sr) In vereniging: jurisprudentie
- De enkele omstandigheid dat iemand aanwezig is in een groep die openlijk geweld pleegt is niet voldoende - Onvoldoende is ook het bij een demonstratie getalsmatig versterken en het zich niet distantiëren van de groep toen deze haar toevlucht zocht tot het plegen van het geweld - Ook onvoldoende is het zich opnieuw voegen bij de personen die geweld pleegden en zich niet distantiëren van de nieuwe vechtpartij, nadat de verdachte aanwezig was geweest bij de eerdere vechtpartij

29 Openlijke geweldpleging (art. 141 Sr) In vereniging: jurisprudentie
Telkens voldoende significante of wezenlijke bijdrage: Het vervoeren van de daadwerkelijke pleger van het geweld naar de plaats delict, wetende van het te plegen geweld Het gedurende de geweldpleging uitschelden van de slachtoffers Het bedreigen van/bang maken van de slachtoffers met een op een mes gelijkend voorwerp Het organiseren van en aanmoedigen tijdens de geweldpleging (MH: denk ook aan strafbaarheid wegens opruiing: art. 131 Sr) - Het tegenhouden, insluiten en vastpakken van de slachtoffers - Het achtervolgen en insluiten van het slachtoffer

30 Openlijke geweldpleging (art
Openlijke geweldpleging (art. 141 Sr) Jurisprudentie: achtervolgen en niet-distantiëren Verdachte is met twee anderen achter het slachtoffer aangerend, waarna het slachtoffer tegen de grond is gewerkt en herhaaldelijk is geschopt Zelfs als de verdachte niet zelf zou hebben geschopt of geslagen, zoals hij beweert, heeft hij op geen enkele wijze getracht de medeverdachten, met wie hij die avond optrok, van de gewelddadigheden af te houden of zich zelfs maar van de gewelddadigheden te distantiëren, terwijl hij er met zijn neus bovenop stond

31 Openlijke geweldpleging (art
Openlijke geweldpleging (art. 141 Sr) Jurisprudentie: filmen van (openlijk) geweld (‘Happy Slapping’) Door het filmen van de geweldpleging van zijn medeverdachten heeft verdachte een significante bijdrage geleverd aan de geweldpleging en de bedreigende situatie voor het slachtoffer (aldus medepleger van openlijk geweld) Zie voor veel meer voorbeelden het zakboek Sr en voor krakers Ubicapand rechtspraak.nl (en nieuwe zakboek in september) 31

32 Stelling De in art. 141, 2e lid opgenomen strafverzwaringen
(vernieling, zwaar lichamelijk letsel en/of de dood) zijn uitsluitend van toepassing op de verdachte die zelf deze strafverzwaring heeft toegebracht

33 Openlijke geweldpleging (art. 141 Sr) Strafverzwaring lid 2
De in het 2e lid vermelde zwaardere strafbedreigingen hebben uitsluitend betrekking op de dader van het openlijke geweld van wie komt vast te staan: - dat hij zelf goederen heeft vernield of - dat het door hemzelf gepleegde geweld - enig lichamelijk letsel; - zwaar lichamelijk letsel of - de dood tengevolge heeft gehad Pv moet voor een veroordeling ter zake dit 2e lid duidelijkheid verschaffen!

34 Openlijke geweldpleging (art. 141 Sr) Tips Pv
Waaruit bestond ‘deelneming’ van iedere verdachte ‘Openlijk’ Bij bewijstechnisch moeilijke zaken: kledingsignalement Overzicht van eventueel door verdachten/getuigen gebruikte roepnamen/geboortenamen/bijnamen (Kees, Cornelis, Van der Bilt, die rooie en/of die dikke kan dezelfde persoon betreffen) Extra aandacht voor de rol van iedere verdachte, vooral bij 2e lid (strafverzwaring) Redenen van wetenschap van getuigen, enz. van voorgaande punten (gezien, gehoord, gevoeld, enz.) Onafhankelijke getuigen Matrix (overzicht per verdachte)?

35 Inhoud presentatie Inleiding/voorwaardelijk opzet/medeplegen Opruiing
Huisvredebreuk Openlijk geweld Brandstichting/brand door schuld Ambtsdwang/wederspannigheid/bevel/beletten, etc. Belediging Bedreiging/uitingen die verklaringsvrijheid kunnen beperken Belaging Mishandeling/dood door schuld Diefstal/joyriding/diefstal dmv geweld/afpersing Verduistering Oplichting/flessentrekkerij Vernieling Heling/witwassen WWM/WVW Het pv/onrechtmatig verkregen bewijs

36 Stelling Het afsteken van een vuurwerkbom in een brievenbus valt niet onder art. 157 Sr (brandstichting)

37 Brandstichting (art. 157 Sr)
Hij die opzettelijk 1. brand sticht, 2. een ontploffing teweegbrengt of 3. een overstroming veroorzaakt, wordt gestraft met: 1. 12j of geldboete 5e cat, indien daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is 2. 15j of geldboete 5e cat, indien daarvan levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is 3. levenslang of 30j, indien daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is en het feit iemands dood tengevolge heeft

38 Brandstichting (art. 157 Sr)
Het opzet behoeft uitsluitend gericht te zijn op de brand, ontploffing of overstroming en niet op het gevolg (gemeen gevaar, levensgevaar, zwaar lichamelijk letsel en/of de dood) Als opzet wél gericht was op bijv. de dood: (poging tot) moord of doodslag Op brandstichting de dood ten gevolge hebbende staat levenslange gevangenisstraf, op doodslag niet

39 Ontploffing / Overstroming (art. 157 Sr)
Een ontploffing teweegbrengen: bijv. middels een zogenaamde vuurwerkbom (in een brievenbus of woning) Een overstroming veroorzaken: water over land brengen door het wegnemen van een waterkering, het doorsteken van een dijk of aquaduct, het openzetten van een sluis

40 Stelling Voor het bestanddeel gemeen gevaar voor goederen is vereist
dat dit gevaar meerdere goederen betreft

41 Voor het bestanddeel gemeen gevaar voor goederen is vereist
Stelling Voor het bestanddeel gemeen gevaar voor goederen is vereist dat het gevaar andere goederen betreft dan het goed dat in brand gestoken is

42 Gemeen gevaar voor goederen te duchten (art. 157 Sr)
Moet naar algemene ervaringsregels voorzienbaar zijn geweest Niet dus als zich ten tijde van de brandstichting geen goederen in de nabijheid bevonden - Moet meerdere goederen betreffen, bijv. de zich in een naastgelegen perceel bevindende voorwerpen - Moet andere goederen betreffen dan het goed dat in brand gestoken is De goederen waarvoor gemeen gevaar te duchten is moeten aan een ander toebehoren dan aan de brandstichter Anders mogelijk art. 428 Sr: in brand steken van eigen onroerend goed zonder verlof burgemeester

43 Levensgevaar / Zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten (art
Levensgevaar / Zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten (art. 157 Sr) Van gevaar voor leven/zwaar lichamelijk letsel is niet reeds sprake indien brand is gesticht in een woning Vereist is dat dit gevaar inderdaad te duchten was Dient ten tijde van de brandstichting naar algemene ervaringsregels voorzienbaar te zijn geweest Van die voorzienbaarheid zal geen sprake zijn als de bewoner(s) zich ten tijde van de brandstichting niet in de woning bevond(en) Pv zal hier duidelijkheid over moeten verschaffen

44 Brand enz. door schuld (art. 158 Sr)
Hij aan wiens schuld brand, ontploffing of overstroming te wijten is, wordt gestraft: 1°. 6m of geldboete 4e cat, indien daardoor gemeen gevaar voor goederen ontstaat 2°. 1j of geldboete 4e cat, indien daardoor levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander ontstaat 3°. 2j of geldboete 4e cat, indien het feit iemands dood tengevolge heeft

45 Brand enz. door schuld(art. 158 Sr)
Grove of aanmerkelijke schuld Gelet moet worden op het geheel van gedragingen of nalaten van de verdachte, de aard en ernst daarvan en de overige omstandigheden van het geval Niet de geringe onachtzaamheid

46 Inhoud presentatie Inleiding/voorwaardelijk opzet/medeplegen Opruiing
Huisvredebreuk Openlijk geweld Brandstichting/brand door schuld Ambtsdwang/wederspannigheid/bevel/beletten, etc. Belediging Bedreiging/uitingen die verklaringsvrijheid kunnen beperken Belaging Mishandeling/dood door schuld Diefstal/joyriding/diefstal dmv geweld/afpersing Verduistering Oplichting/flessentrekkerij Vernieling Heling/witwassen WWM/WVW Het pv/onrechtmatig verkregen bewijs

47 Ambtsdwang (art. 179 Sr) Hij die door geweld of bedreiging met geweld een ambtenaar dwingt tot het volvoeren van een ambtsverrichting of het nalaten van een rechtmatige ambtsverrichting (4j of geldboete 4e cat) Het betreft hier (bedreiging met) geweld tegen een nog niet handelende ambtenaar Verzet tegen een handelende ambtenaar is strafbaar gesteld in art. 180 en 184 Sr

48 Op ambtsdwang (art. 179 Sr) staat geen vh
Stelling Op ambtsdwang (art. 179 Sr) staat geen vh

49 Op wederspannigheid (art. 180 Sr) staat vh
Stelling Op wederspannigheid (art. 180 Sr) staat vh

50 Ambtsdwang (art. 179 Sr) - Op ambtsdwang staat vh (4j), op ‘kale’ wederspannigheid (art. 180 Sr) niet (1j) - Bij gekwalificeerde wederspannigheid wél vh mogelijk (zie art. 181 én 182 Sr)

51 Ambtsdwang (art. 179 Sr) - Uit het pv moet duidelijk blijken waartoe de ambtenaar gedwongen werd (wat hij moest volvoeren of wat hij moest nalaten) De dader moet zich bewust zijn geweest dat de ambtenaar als zodanig zou handelen of nalaten en dat dit zou betreffen een ambtsverrichting Onder ambtsverrichting worden alle handelingen verstaan waartoe de functie gelegenheid geeft

52 (wel goed naar strafuitsluitingsgronden kijken)
Ambtsdwang (art. 179 Sr) - Het beletten van een onrechtmatige ambtsverrichting is niet strafbaar Wel mogelijk art. 284 Sr (algemene dwangartikel) of art. 300 e.v. Sr (mishandeling) (wel goed naar strafuitsluitingsgronden kijken) - Zie voor strafverzwaringen art. 181 en 182 Sr (bijv. bij enig letsel als gevolg of in vereniging)

53 Wederspannigheid (art. 180 Sr)
Hij die zich met geweld of bedreiging met geweld verzet tegen een ambtenaar werkzaam in de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, of tegen personen die hem daarbij krachtens wettelijke verplichting of op zijn verzoek bijstand verlenen (1 jaar) Het betreft hier (bedreiging met) geweld tegen een handelende ambtenaar, (bedreiging met) geweld tegen een nog niet handelende ambtenaar is strafbaar gesteld in art. 179 Sr Op ‘kale’ wederspannigheid dus geen vh, wél op gekwalificeerde wederspannigheid (art. 181 én 182 Sr)

54 Wederspannigheid (art. 180 Sr)
Het tenietdoen van een voltooide ambtshandeling valt niet onder wederspannigheid, mogelijk wel onder mishandeling, bedreiging, vernieling of ambtsdwang (zie de wettekst van art. 179 Sr: volvoeren nieuwe ambtsverrichting) Verzet tegen een voltooide aanhouding is dus niet strafbaar, wel bijv. het verzet tegen het op die aanhouding volgende overbrengen naar een politiebureau ter voorgeleiding aan een hulpOvJ (van belang voor pv/dagvaarding) Goed beoordelen en tijdig, juist en volledig verwerken in het pv! En voor het OM: juiste tenlastelegging maken……

55 Wederspannigheid (art. 180 Sr)
Uit het pv dient duidelijk te blijken waaruit de rechtmatige bediening bestond / waarop die gebaseerd was bijv. aanhouding op heterdaad van een verdachte overbrenging van een aangehouden verdachte naar een politiebureau ter voorgeleiding aan de hulpOvJ hulpverlening aan iemand die dat behoeft uitschrijven van een bekeuring handhaving van de rechtsorde (art. 3 Politiewet) enz.

56 Wederspannigheid (art. 180 Sr)
De rechtmatigheid van het optreden van een politieambtenaar ter handhaving van de openbare orde (art. 3 Politiewet) hangt er mede van af of het door de omstandigheden naar redelijk inzicht wordt vereist Zie voor een omvangrijke bespreking van politieoptreden op basis van art. 3 Politiewet het zakboek HulpOvJ en de bespreking van art. 184 Sr

57 Wederspannigheid (art. 180 Sr)
Als achteraf blijkt dat de betreffende opsp. ambt. niet werkzaam was in de rechtmatige uitoefening van zijn bediening (bijv. onbevoegde ahbhd) dan is het verzet gericht tegen die opsp. ambt. weliswaar niet strafbaar maar kan dat niet strafbare verzet mogelijk wel strafbaar zijn als mishandeling en/of belediging waarbij wel goed naar mogelijke strafuitsluitingsgronden gekeken moet worden

58 Wederspannigheid (art. 180 Sr)
Van ‘rechtmatige uitoefening van de bediening’ blijft sprake als achteraf blijkt dat verdachte feit waarvoor aangehouden toch niet gepleegd heeft Een verdenking wordt niet met terugwerkende kracht onrechtmatig als achteraf blijkt dat de politie zich heeft vergist over het redelijk vermoeden of de strafbaarheid De beoordeling van de vraag of er sprake is van een redelijk vermoeden van schuld dient volgens de HR te geschieden aan de hand van de op het moment van de verdenking bekende feiten en omstandigheden

59 Wederspannigheid (art. 180 Sr)
Bij de beoordeling rechtmatigheid uitoefening bediening kan de strafrechter de noodzaak en proportionaliteit van het desbetreffende overheidsoptreden betrekken

60 Gekwalificeerde ambtsdwang of wederspannigheid (art. 181 Sr)
De dwang en de wederspannigheid in de artikelen 179 en 180 omschreven worden gestraft: 1°. 5j of geldboete 4e cat, indien het misdrijf of de daarmede gepaard gaande feitelijkheden enig lichamelijk letsel ten gevolge hebben 2°. 7j + 6m of geldboete 5e cat, indien zij zwaar lichamelijk letsel ten gevolge hebben 3°. 12j of geldboete 5e cat, indien zij de dood ten gevolge hebben

61 Een taakstraf wordt niet opgelegd in geval van veroordeling voor:
Gekwalificeerde ambtsdwang of wederspannigheid: verbod taakstraf (art. 22b Sr) Een taakstraf wordt niet opgelegd in geval van veroordeling voor: a. een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van zes jaren of meer is gesteld en dat een ernstige inbreuk op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer ten gevolge heeft gehad b. een van de misdrijven omschreven in de artikelen 181, 240b, 248a, 248b, 248c en 250

62 Gekwalificeerde ambtsdwang of wederspannigheid: verbod taakstraf (art
Gekwalificeerde ambtsdwang of wederspannigheid: verbod taakstraf (art. 22b Sr) 2. Een taakstraf wordt voorts niet opgelegd in geval van veroordeling voor een misdrijf indien: 1° aan de veroordeelde in de vijf jaren voorafgaand aan het door hem begane feit wegens een soortgelijk misdrijf een taakstraf is opgelegd, en 2° de veroordeelde deze taakstraf heeft verricht dan wel op grond van art. 22g de tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis is bevolen 3. Van het eerste en tweede lid kan worden afgeweken indien naast de taakstraf een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel wordt opgelegd

63 Medeplegen ambtsdw./wedersp.; letsel/dood (art. 182 Sr)
1. De dwang en de wederspannigheid in de artikelen 179 en 180 omschreven, door twee of meer personen met verenigde krachten gepleegd, worden gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de 4e categorie. 2. De schuldige wordt gestraft: 1°. 7j + 6m of geldboete 5e cat, indien het door hem gepleegde misdrijf of de daarbij door hem gepleegde feitelijkheden enig lichamelijk letsel tengevolge hebben; 2°. 12j of geldboete 5e cat, indien zij zwaar lichamelijk letsel tengevolge hebben; 3°. 15j of geldboete 5e cat, indien zij de dood tengevolge hebben

64 Niet voldoen aan bevel en beletten/belemmeren/verijdelen (art. 184 Sr)
1. Hij die - opzettelijk niet voldoet aan een bevel of een vordering, krachtens wettelijk voorschrift gedaan door een ambtenaar met de uitoefening van enig toezicht belast of door een ambtenaar belast met of bevoegd verklaard tot het opsporen of onderzoeken van strafbare feiten, - alsmede hij die opzettelijk enige handeling, door een van die ambtenaren ondernomen ter uitvoering van enig wettelijk voorschrift, belet, belemmert of verijdelt, wordt gestraft met 3m of geldboete 2e cat.

65 Niet voldoen aan bevel (art. 184 Sr)
- Het ‘wettelijk voorschrift’ moet uitdrukkelijk inhouden dat de betrokken ambtenaar gerechtigd is tot het doen van een bevel of vordering!! Art. 3 Politiewet bevat een algemene taakomschrijving voor de politie en kan NIET als zodanig worden aangemerkt Art. 3 Politiewet kan wél als een wettelijk voorschrift worden aangemerkt ter uitvoering waarvan de in art. 184 Sr bedoelde ambtenaren handelingen kunnen ondernemen waarvan het beletten, belemmeren of verijdelen overtreding van art. 184, eerste lid, Sr kan opleveren Zie voor een uitgebreide bespreking van politieoptreden op basis van art. 3 Politiewet het zakboek HulpOvJ

66 Niet voldoen aan bevel (art. 184 Sr)
Voorbeelden van andere strafbepalingen dan art. 184 Sr waarin het niet voldoen aan een bevel of vordering strafbaar is gesteld: art. 185 Sr (bemoeilijken ambtsverrichting/ordehandhaving tijdens ambtsverrichtingen) i.v.m. art. 124 Sv art. 186 Sr (niet verwijderen op bevel bij volksoploop/samenscholing) - het (als overtreding) strafbaar gesteld niet opvolgen van een bevel/vordering in apv’s (met ongeveer dezelfde straf bedreigd als art. 184 Sr…..) 66

67 Beletten/belemmeren/verijdelen (art. 184 Sr)
De handeling die belet, belemmerd of verijdeld wordt behoeft niet de persoonlijke handeling van de ambtenaar te zijn maar kan ook zijn hetgeen een ander op zijn last verricht - Beletten: onmogelijk maken - Belemmeren: moeilijk maken - Verijdelen: de gevolgen wegnemen, krachteloos maken

68 Beletten/belemmeren/verijdelen (art. 184 Sr)
Zolang een ambtshandeling nog niet is aangevangen, kan zij niet worden belet, belemmerd of verijdeld (zie dan mogelijk art. 179 Sr: ambtsdwang)

69 Beletten/belemmeren/verijdelen (art. 184 Sr)
- De aanhouding van een verdachte is niet voltooid zodra hij is aangegrepen, maar duurt voort zolang hij wordt vastgehouden (of ter voorgeleiding weer wordt vastgehouden) Tot zolang kan deze handeling in de zin van art. 184 Sr worden belemmerd Ook het na aanhouding overbrengen naar een politiebureau (ter voorgeleiding aan een hulpOvJ) kan uiteraard belemmerd worden

70 Inhoud presentatie Inleiding/voorwaardelijk opzet/medeplegen Opruiing
Huisvredebreuk Openlijk geweld Brandstichting/brand door schuld Ambtsdwang/wederspannigheid/bevel/beletten, etc. Belediging Bedreiging/uitingen die verklaringsvrijheid kunnen beperken Belaging Mishandeling/dood door schuld Diefstal/joyriding/diefstal dmv geweld/afpersing Verduistering Oplichting/flessentrekkerij Vernieling Heling/witwassen WWM/WVW Het pv/onrechtmatig verkregen bewijs

71 Stelling Belediging vereist dat de beledigde zich ook daadwerkelijk beledigd voelde

72 Belediging (art. 261 e.v. Sr) - Belediging vereist NIET dat de beledigde zich ook daadwerkelijk beledigd voelde - Een uiting is beledigend als zij de strekking heeft een ander in zijn eer en goede naam aan te tasten - Daarvan is in het algemeen sprake als de uitlating woorden bevat die op zichzelf genomen een beledigend karakter hebben

73 Belediging (art. 261 e.v. Sr) Bij woorden die op zichzelf genomen niet beledigend zijn (bijv. mierenneuker, homofiel, mongool) zal ‘belediging’ afhangen van de context (omstandigheden/situatie) waaronder de woorden zijn gebruikt (bijv. tijdens het uitschrijven van een bekeuring of tijdens surveillance in het uitgaanscentrum in aanwezigheid van publiek) In voorkomende gevallen context dus goed omschrijven in het pv

74 Belediging is onder alle omstandigheden een absoluut klachtmisdrijf
Stelling Belediging is onder alle omstandigheden een absoluut klachtmisdrijf

75 Belediging (art. 261 e.v. Sr) Belediging is een absoluut klachtmisdrijf, behalve in de gevallen voorzien in art. 267, aanhef en onder 1 en 2 Sr: belediging bijzondere organen en functionarissen, bijv. een ambtenaar gedurende of terzake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening Zie voor klachtmisdrijven verder het zakboek HulpOvJ of Opsp. ambt. (incl. ruime herstelmogelijkheden bij verzuim)

76 Stelling Belediging vereist dat de beledigde kennis heeft genomen van de belediging

77 Belediging (art. 261 e.v. Sr) Voor belediging is niet vereist dat de beledigde kennis van het feit draagt Meestal moet de beledigde er van vernomen hebben omdat hij anders geen klacht had kunnen doen maar bij ambtshalve vervolgbare belediging behoeft dat dus niet het geval te zijn

78 Belediging (art. 261 e.v. Sr) De volgende verschillende vormen van belediging kunnen worden onderscheiden De 'basisvorm' van belediging is de eenvoudige belediging zoals weergegeven in art. 266 Sr (3m of geldboete 2e cat): elke opzettelijke belediging die niet het karakter van smaad(schrift) heeft, waarbij onderscheid gemaakt kan worden tussen belediging in het openbaar (mondeling of bij geschrift of afbeelding), aanwezigheid van beledigde niet vereist; b. belediging van iemand, in zijn tegenwoordigheid (mondeling of door feitelijkheden) (openbaarheid niet vereist); c. belediging door een toegezonden of aangeboden geschrift of afbeelding (ook hier openbaarheid niet vereist)

79 Belediging (art. 261 e.v. Sr) Smaad(schrift): daarvan is er sprake bij het opzettelijk iemands eer of goede naam aanranden door te laste legging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven (art. 261 Sr, 6m of geldboete 3e cat) Laster (art. 262 Sr): daarvan is sprake als smaad(schrift) (art. 261 Sr, 2j of geldboete 4e cat) gepleegd wordt terwijl de dader weet dat het telastegelegde in strijd met de waarheid is Lasterlijke aanklacht (art. 268 Sr, 2j of geldboete 4e cat) daarvan is sprake als opzettelijk tegen een bepaalde persoon bij de overheid een valse (schriftelijke) klacht of aangifte wordt gedaan (waar of niet waar), waardoor de eer of goede naam van die persoon wordt aangerand

80 Belediging (art. 261 e.v. Sr) Een politieagent moet v.w.b. belediging niet meer kunnen verdragen dan een gewone burger Voorbeelden belediging politie: - opsteken middelvinger naar politie - tijdens controle auto: 'fuck you' en 'fuck je moeder ook’ - tijdens ambtshandelingen: ‘fuck you, ik neuk jullie allebei’ - tijdens uitschrijven bekeuring: ‘jullie zijn gewoon debiel, stelletje debielen’ - tijdens controle (Kmar): ‘racist’ - het in de etalage tonen en ter verkoop aanbieden van T-shirts met de opdruk “corrupt” en “poep” met op de “o” van deze woorden een sterk op het politielogo gelijkende afbeelding - enz. enz. Zie voor vele voorbeelden het zakboek Sr

81 Inhoud presentatie Inleiding/voorwaardelijk opzet/medeplegen Opruiing
Huisvredebreuk Openlijk geweld Brandstichting/brand door schuld Ambtsdwang/wederspannigheid/bevel/beletten, etc. Belediging Bedreiging/uitingen die verklaringsvrijheid kunnen beperken Belaging Mishandeling/dood door schuld Diefstal/joyriding/diefstal dmv geweld/afpersing Verduistering Oplichting/flessentrekkerij Vernieling Heling/witwassen WWM/WVW Het pv/onrechtmatig verkregen bewijs

82 Bedreiging met mishandeling is strafbaar
Stelling Bedreiging met mishandeling is strafbaar

83 Bedreiging (art. 285 Sr) Bedreiging met 1. openlijk geweld
2. geweld tegen internationaal beschermd persoon of diens beschermde goederen 3. enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen of gemeen gevaar voor de verlening van diensten ontstaat 4. Verkrachting 5. feitelijke aanranding van de eerbaarheid 6. enig misdrijf tegen het leven gericht 7. gijzeling 8. zware mishandeling of 9. brandstichting: 2j of geldboete 4e cat - schriftelijk en onder een bepaalde voorwaarde: 4j of geldboete 4e cat - terroristisch misdrijf: zwaardere strafdreigingen

84 Stelling Voor een strafbare bedreiging is vereist dat de bedreigde zich bedreigd voelde

85 Poging bedreiging is niet strafbaar
Stelling Poging bedreiging is niet strafbaar

86 Bedreiging: belangrijkste punten voor politiepraktijk (art. 285 Sr)
Vereist is dat bij bedreigde vrees kon ontstaan dat één van de in art. 285 Sr genoemde misdrijven gepleegd zou gaan worden Niet vereist is dat er werkelijk vrees is opgewekt (Voorwaardelijk) opzet verdachte moet op teweegbrengen van die vrees gericht zijn Bedreigde moet daadwerkelijk op de hoogte zijn geraakt van bedreiging (anders mogelijk poging) Niet vereist dat verdachte bedreiging wilde uitvoeren Zie voor vele voorbeelden het zakboek Sr

87 Bedreiging: belangrijkste punten voor politiepraktijk (art. 285 Sr)
Let op: bij herhaalde en/of ernstige bedreiging wordt ibs en aansluitend gevangenhouding gevorderd én vaak ook verleend: neem in dit soort zaken dus altijd contact op met de (hulp)OvJ Bij een aangifte bedreiging met bijv. een vuurwapen moet afgewogen worden of een doorzoeking ter ibn (van dat vuurwapen) gerechtvaardigd is Bij de afweging wel/niet doorzoeken speelt de betrouwbaarheid van de aangifte en een mogelijk strafblad van de verdachte een belangrijke rol Overleg indien mogelijk met de OvJ

88 Bedreiging: belangrijkste punten voor politiepraktijk (art. 285 Sr)
Bij veroordeling voor bedreiging kan ook een OBM worden opgelegd als de schuldige het feit heeft gepleegd met een motorrijtuig dat hij ten tijde van het feit bestuurde of deed besturen (art. 179a WVW) Zie voor een mogelijke invordering van het rijbewijs art. 164 WVW (zakboek HulpOvJ)

89 Stelling Het vermoeden dat een persoon als getuige een verklaring moet afleggen en het vervolgens tegen die getuige zeggen: ‘je moet gewoon je bek houden, klaar’ en ‘je moet gewoon je mond houden over alles’ is een vh-misdrijf

90 Uitingen die verklaringsvrijheid kunnen belemmeren (art. 285a Sr)
Hij die opzettelijk mondeling, door gebaren, bij geschrift of afbeelding zich jegens een persoon uit, kennelijk om diens vrijheid om naar waarheid of geweten ten overstaan van een rechter of ambtenaar een verklaring af te leggen te beïnvloeden terwijl hij weet of ernstige reden heeft te vermoeden dat die verklaring zal worden afgelegd (4j = vh!!)

91 Uitingen die verklaringsvrijheid kunnen belemmeren (art. 285a Sr)
- Strekking van de bepaling is te voorkomen dat getuigen door dreigementen of op andere manieren worden beïnvloed en daardoor niet meer in vrijheid een verklaring kunnen afleggen bij de rechter of bij een (politie)ambtenaar - De bepaling ziet op een ieder die een verklaring die rechtsgevolgen kan hebben tegenover een rechter of ambtenaar aflegt - De strafbepaling geldt ook voor verhoor in politiële fase Een voorbeeld van een verklaring is een aangifte of klacht ter zake een strafbaar feit gedaan bij de politie

92 Uitingen die verklaringsvrijheid kunnen belemmeren (art. 285a Sr)
Praktijk: verdachte die ontslagen wordt uit diens ivs of vh die contact zoekt met de getuige die tegen hem, verdachte, een belastende verklaring heeft afgelegd Doet deze verdachte (of vriend van verdachte) dit kennelijk om de vrijheid van de getuige om naar waarheid of geweten ten overstaan van een rechter of ambtenaar (dus ook een politieambtenaar) een verklaring af te leggen te beïnvloeden, terwijl hij weet of ernstige reden heeft te vermoeden dat die verklaring zal worden afgelegd dan levert dit een verdenking van overtreding van art. 285a Sr op Op dit feit staat vh zodat aanhouding buiten heterdaad en ivs mogelijk is

93 Uitingen die verklaringsvrijheid kunnen belemmeren (art. 285a Sr)
Voorbeelden - De beïnvloeding van een getuige om terug te komen op een eerder afgelegde verklaring of die verklaring te wijzigen - De beïnvloeding van een persoon waardoor deze zich mogelijk genoodzaakt ziet de verklaring helemaal niet af te leggen (en weg te blijven) - Het vermoeden dat de betreffende persoon als getuige een verklaring zou moeten afleggen en het vervolgens tegen die getuige zeggen: ‘je moet gewoon je bek houden, klaar’ en ‘je moet gewoon je mond houden over alles’ Zie zo nodig uitgebreid het zakboek Sr

94 Inhoud presentatie Inleiding/voorwaardelijk opzet/medeplegen Opruiing
Huisvredebreuk Openlijk geweld Brandstichting/brand door schuld Ambtsdwang/wederspannigheid/bevel/beletten, etc. Belediging Bedreiging/uitingen die verklaringsvrijheid kunnen beperken Belaging Mishandeling/dood door schuld Diefstal/joyriding/diefstal dmv geweld/afpersing Verduistering Oplichting/flessentrekkerij Vernieling Heling/witwassen WWM/WVW Het pv/onrechtmatig verkregen bewijs

95 Belaging is een absoluut klachtmisdrijf
Stelling Belaging is een absoluut klachtmisdrijf

96 Stelling Op belaging staat vh

97 Belaging (art. 285b Sr) Hij die wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk maakt op eens anders persoonlijke levenssfeer met het oogmerk die ander te dwingen iets te doen, niet te doen, of te dulden dan wel vrees aan te jagen (3j of geldboete 4e cat) Vervolging vindt niet plaats dan op klacht van hem tegen wie het misdrijf is begaan Belaging wordt met name genoemd in art. 67 Sv als feit waarvoor vh is toegelaten

98 Belaging (art. 285b Sr) Belagers worden nogal eens voorgeleid en in vh gesteld De vh wordt bij minder zware zaken vaak geschorst Als bijzondere voorwaarde bij zo'n schorsing wordt vaak een contact en plaatsverbod opgelegd Overtreden van de voorwaarde(n) en/of recidive leidt meestal tot een nieuwe voorgeleiding, opheffing van de geschorste vh en vastzitten in ieder geval t/m de zitting Voor zware vormen van belaging worden ook zware straffen uitgedeeld (en som tbs)

99 Belaging: stelselmatige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer (art
Belaging: stelselmatige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer (art. 285b Sr) Van belang zijn Aard Duur Frequentie Intensiteit van de gedragingen Omstandigheden waaronder en De invloed op het persoonlijk leven en de persoonlijke vrijheid van het slachtoffer

100 Belaging: oogmerk (art. 285b Sr)
Moet dus gericht zijn op een ander te dwingen iets te doen, niet te doen, of te dulden dan wel vrees aan te jagen Kan worden afgeleid uit het gedrag van de verdachte Niet vereist is dus dat het slachtoffer iets heeft gedaan of nagelaten wat hij zonder die inbreuk (belaging) niet zou hebben gedaan of niet zou hebben nagelaten, mits in het algemeen de inbreuk geschikt en geëigend is een bepaalde opstelling teweeg te brengen (oogmerk volstaat immers)

101 Belaging: vrees aanjagen (art. 285b Sr)
Vrees is een emotie, ‘die ieder normaal mens onder vergelijkbare omstandigheden ook zou hebben’ Ook hier: niet het gevolg van de gedraging staat centraal maar de intentie (het oogmerk) van de dader

102 Belaging: overtreden schorsingsvoorwaarde (art. 285b Sr)
Als de verdachte schorsingsvoorwaarde overtreedt kan daarvoor pas tot aanhouding worden overgegaan als de OvJ daartoe een bevel geeft (art. 84 Sv) Zie voor de bevoegdheid tot binnentreden in deze gevallen art. 556 en 565 Sv (inclusief de bevoegdheid om ter aanhouding te doorzoeken)

103 Belaging: nieuw strafbaar feit na schorsing (art. 285b Sr)
Als de geschorste verdachte een voorwaarde heeft overtreden door het plegen van een nieuw strafbaar feit, dan kunnen voor dat nieuwe strafbare feit de vrijheidsbenemende dwangmiddelen die daarvoor mogelijk zijn worden toegepast Aldus keuzemogelijkheid tussen opheffen schorsing en vh nieuwe feit

104 Inhoud presentatie Inleiding/voorwaardelijk opzet/medeplegen Opruiing
Huisvredebreuk Openlijk geweld Brandstichting/brand door schuld Ambtsdwang/wederspannigheid/bevel/beletten, etc. Belediging Bedreiging/uitingen die verklaringsvrijheid kunnen beperken Belaging Mishandeling/dood door schuld Diefstal/joyriding/diefstal dmv geweld/afpersing Verduistering Oplichting/flessentrekkerij Vernieling Heling/witwassen WWM/WVW Het pv/onrechtmatig verkregen bewijs

105 Voor zware mishandeling kan een OBM opgelegd worden
Stelling Voor zware mishandeling kan een OBM opgelegd worden

106 Stelling Ter zake mishandeling met voorbedachte
raad kan onder omstandigheden het rijbewijs ingevorderd worden

107 Doodslag/mishandeling
Bij veroordeling wegens moord, doodslag, mishandeling met voorbedachte raad, zware mishandeling, zware mishandeling met voorbedachte raad en bedreiging: OBM mogelijk (zie art. 179a WVW) mits de schuldige het feit heeft gepleegd met een motorrijtuig dat hij ten tijde van het feit bestuurde of deed besturen Invordering rijbewijs: als door de overtreding de veiligheid op de weg ernstig in gevaar is gebracht (art. 164,3 WVW)

108 Mishandeling (art. 300 Sr) Toebrengen van lichamelijk letsel of pijn zonder dat daarvoor een rechtvaardigingsgrond bestaat Onder omstandigheden ook het teweegbrengen van een min of meer hevige onlust veroorzakende gewaarwording in of aan het lichaam, zonder dat daarvoor een rechtvaardigingsgrond bestaat (bijv. het duwen onder water) Met mishandeling wordt gelijkgesteld opzettelijke benadeling van de gezondheid (art. 300 lid 4 Sr) Bijv. het laten drinken van koffie met een heimelijk daarin vermengd slaapmiddel (of drugs) ten gevolge waarvan de drinker in slaap is gevallen

109 Stelling Voor strafbare mishandeling met zwaar lichamelijk letsel als gevolg is vereist dat de opzet op dat zwaar lichamelijk letsel was gericht

110 Mishandeling (art. 300 Sr) Zwaar lichamelijk letsel als gevolg (300 lid 2 Sr): Dit bestanddeel is geobjectiveerd Causaliteit volstaat - Als het opzet wel gericht was op zwaar lichamelijk letsel dan is er sprake van zware mishandeling

111 Zware mishandeling (art. 302 Sr)
Of het opzet gericht was op het toebrengen van het zwaar lichamelijk letsel kan afgeleid worden uit de omstandigheden waaronder de mishandeling is gepleegd, bijv. (zie volgende dia)

112 Zware mishandeling (art. 302 Sr)
- Een voorwerp gebruikt is (knuppel, mes, vuurwapen, auto, enz.) - Een op de grond liggend slachtoffer met kracht en geschoeide voet getrapt/geschopt is, vooral als de verdachte het slachtoffer daarbij ook opzettelijk tegen het hoofd heeft getrapt (pm: poging doodslag) - Verdachte een vechtsport beheerste en toepaste (karate, kungfu, boksen, enz.) - Bij het spannen van een touw over een weg

113 Zware mishandeling (art. 302 Sr)
Een goed onderzoek naar de opzet en een goede weergave daarvan in het pv is ook in dit soort zaken onmisbaar

114 Zwaar lichamelijk letsel (art. 82 Sr)
1. Onder zwaar lichamelijk letsel worden begrepen: ziekte die geen uitzicht op volkomen genezing overlaat, voortdurende ongeschiktheid tot uitoefening van zijn ambts- of beroepsbezigheden, en afdrijving of dood van de vrucht van een vrouw 2. Onder zwaar lichamelijk letsel wordt mede begrepen storing van de verstandelijke vermogens die langer dan vier weken geduurd heeft Geen allesomvattende opsomming dus!!

115 Zwaar lichamelijk letsel
HR: onder zwaar lichamelijk letsel moet worden verstaan elk nadeel, dat voldoende belangrijk is om naar gewoon spraakgebruik als zodanig te worden aangeduid en hangt af van - de aard van het letsel - de eventuele noodzaak van medisch ingrijpen - de aard van medisch ingrijpen en - een mogelijk uitzicht op (volledig) herstel Zie het zakboek Sr voor vele voorbeelden

116 Zwaar lichamelijk letsel
- Zwaar lichamelijk letsel dient goed in het pv onderbouwd te worden en zo mogelijk dient er bij het pv tevens een medische verklaring gevoegd te worden - Alleen het vermelden van het letsel kan twijfel oproepen óf er wel sprake is van zwaar letsel - Verwerk in dat soort gevallen in het pv zoveel mogelijk de eventuele noodzaak en aard van het medisch ingrijpen en het uitzicht op (volledig) herstel Ook dat kan via een (aanvullende) medische verklaring

117 Lichamelijk letsel Betrouwbaarheid aangifte
In alle zaken waarbij er volgens de aangever geweld gebruikt is en er inderdaad ook letsel zichtbaar is verdient het aanbeveling het letsel ook in het pv te omschrijven en waar mogelijk een foto van dat letsel bij het pv te voegen Dit kan de betrouwbaarheid van de betreffende aangifte ten goede komen

118 Zeker bij relevant strafblad (geweld/bedreiging)
Schoppen tegen hoofd Met kracht schoppen tegen hoofd = als regel voorgeleiden (ook bij geen zwaar letsel of dood) Zeker bij relevant strafblad (geweld/bedreiging) Goed onderzoek en goed verwerken in pv (met name kracht schoppen), denk bijv. aan schoeisel en verhoor getuigen Tll: poging doodslag/poging zware mishandeling/openlijk geweld/mishandeling

119 Dood door schuld (art. 307 Sr)
Strafdreiging al jaren geleden uitgebreid van 9 maanden naar 2 jaar en bij ‘roekeloosheid’ 4 jaar (= vh)

120 Inhoud presentatie Inleiding/voorwaardelijk opzet/medeplegen Opruiing
Huisvredebreuk Openlijk geweld Brandstichting/brand door schuld Ambtsdwang/wederspannigheid/bevel/beletten, etc. Belediging Bedreiging/uitingen die verklaringsvrijheid kunnen beperken Belaging Mishandeling/dood door schuld Diefstal/joyriding/diefstal dmv geweld/afpersing Verduistering Oplichting/flessentrekkerij Vernieling Heling/witwassen WWM/WVW Het pv/onrechtmatig verkregen bewijs

121 Diefstal (art. 310 Sr) Hij die enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort wegneemt, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen (4j of geldboete 4e cat)

122 Stelling Voor een voltooide winkeldiefstal moet de dief de kassa gepasseerd zijn

123 Voorbeeld: volgende dia
Diefstal (art. 310 Sr) Voltooid wegnemen: goed onttrokken aan de feitelijke heerschappij van de rechthebbende Oogmerk van wederrechtelijk toe-eigening: oogmerk om wederrechtelijk over het weggenomen goed als heer en meester te beschikken Voorbeeld: volgende dia

124 Diefstal (art. 310 Sr) Diefstal voor kassa:
Het in een supermarkt uit een stelling pakken van goederen (in het betreffende geval tandenborstels) en deze direct daarop voor de buitenwereld onzichtbaar in op het lichaam gedragen kleding stoppen

125 Voor een strafbare diefstal is een aangifte vereist
Stelling Voor een strafbare diefstal is een aangifte vereist

126 Diefstal (art. 310 Sr) Ook als er geen aangifte te vinden is van bijv. de diefstal van een (brom)fiets kan er toch (onder omstandigheden) voldoende bewijs voor 'toebehoren aan een ander' zijn en diefstal Bijv. als de verdachte bekent de (brom)fiets gestolen te hebben en er kennelijk geen sprake is van een res nullius (waardeloos voorwerp)

127 Diefstal en poging (art. 310 Sr)
Uiterlijke verschijningsvorm doorslaggevend Per delictsomschrijving bekijken Verbreking van ramen of deuren zal bijna altijd voldoende Relatief ondeugdelijke poging en dus wel strafbaar: bijv. als de verdachte niet slaagde in zijn opzet doordat hij niet verder kon, omdat hij het geschikte gereedschap miste, of op een verkeerde plaats uitkwam, of omdat het gezochte niet aanwezig was (lege kassalade, motor toch niet in garage, enz.)

128 Kort na diefstal in bezit gestolen goed
Alleen het bij verdachte aantreffen van gestolen goed kort na de diefstal daarvan is zonder aanvullend bewijs (anders dan de aangifte) onvoldoende voor een veroordeling diefstal (wel mogelijk voor (schuld)heling/witwassen) Aanvullend bewijs (zie uitgebreid zakboek Sr): Leugenachtige of geen (aannemelijke) verifieerbare verklaring verdachte over de aanwezigheid van die goederen bij hem zie hierover ook uitgebreid het zakboek HulpOvJ of Pv en Bewijsrecht Dat verdachte bijv. nog geen twee uur, nadat de landbouwtrekker was gestolen, in het donker rijdend daarmee werd aangetroffen tussen de plaats van de diefstal en zijn woonplaats, terwijl hij met gedoofde lichten reed

129 Joyriding (art. 11 WVW) Het is verboden opzettelijk wederrechtelijk een aan een ander toebehorend motorrijtuig op de weg te gebruiken (6m) - Betreft dus alleen motorrijtuigen (geen fietsen) - Kan alleen op de weg gepleegd worden (en dus bijv. niet op particulier terrein) Gebruiken: alleen als bestuurder Passagiers mogelijk als medeplegers, te denken valt ook aan medeplichtigheid of heling

130 Joyriding: strafdreiging 6m: geen vh
Diefstal en Joyriding Joyriding: strafdreiging 6m: geen vh Heeft de verdachte de betreffende auto door braak (van bijv. een scheerraampje en/of het contactslot) meegenomen of op een andere plaats achtergelaten dan waarvan hij de auto had meegenomen dan ligt aanname van diefstal voor de hand Overigens levert joyriding per definitie diefstal op van de daarvoor benodigde brandstof (= vh-feit en dan ahbhd mogelijk, etc.)

131 Diefstal onder verzwarende omstandigheden (art. 311 Sr)
Voor de nachtrust bestemde tijd Is op zichzelf niet voldoende voor strafverzwaring Wél als de diefstal in de voor de nachtrust bestemde tijd plaatsvindt in een woning of op een besloten erf waarop een woning staat én de dief zich in die woning of op dat besloten erf buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond

132 Diefstal onder verzwarende omstandigheden (art. 311 Sr)
Bij een ramkraak (auto door pui) en/of gebruik van springstoffen kan ook gedacht worden aan art. 170 Sr (vernieling gebouw met gemeen gevaar voor goederen of levensgevaar) en/of brandstichting (art. 157 Sr: ontploffing veroorzaken waardoor gemeen gevaar voor goederen te duchten is

133 Diefstal d.m.v. geweld (art. 312 Sr)
Lid 1: 9j of geldboete 5e cat: diefstal, voorafgegaan, vergezeld of gevolgd van geweld of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren Lid 2: 12j of geldboete 5e cat: 1°. indien het feit wordt gepleegd - gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een - woning of op een besloten erf waarop een woning staat - op de openbare weg - in een spoortrein die in beweging is Zie verder volgende dia

134 Diefstal d.m.v. geweld (art. 312 Sr)
Vervolg lid 2: 12j of geldboete 5e cat: 2°. indien het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen 3°. indien de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft d.m.v. braak of inklimming, van valse sleutels, van een valse order of een vals kostuum 4°. indien het feit zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft 5°. indien het feit wordt gepleegd met het oogmerk om een terroristisch misdrijf voor te bereiden of gemakkelijk te maken Lid 3: 15j of geldboete 5e cat: indien het feit de dood tengevolge heeft

135 Diefstal en uitsluiting strafvervolging / klacht (art. 316 Sr)
1. Indien de dader van of medeplichtige aan een der in deze titel omschreven misdrijven de niet van tafel en bed of van goederen gescheiden echtgenoot is van hem tegen wie het misdrijf is gepleegd, is de strafvervolging tegen die dader of die medeplichtige uitgesloten 2. Indien hij zijn van tafel en bed of van goederen gescheiden echtgenoot is of zijn bloed of aanverwant, hetzij in de rechte linie, hetzij in de tweede graad van de zijlinie, heeft de vervolging, voor zover hem betreft, alleen plaats op een tegen hem gerichte klacht van degene tegen wie het misdrijf is gepleegd 3. Indien het vorige lid van toepassing is, neemt de termijn bedoeld in art. 66 een aanvang op de dag nadat de identiteit van de verdachte aan de tot de klacht gerechtigde bekend werd

136 Diefstal en uitsluiting strafvervolging / klacht (art. 316)
Aanwijzing misdrijven waarbij strafvervolging is uitgesloten of een klacht vereist is vind plaats door art. 316 Sr van overeenkomstige toepassing te verklaren voor een groot aantal misdrijven: - art. 310 t/m 315 Sr (titel diefstal en stroperij) (art. 316) - art. 317 en 318 Sr (titel afpersing en afdreiging) (art. 319) - art. 321 t/m 323a Sr (titel verduistering) (art. 324) - art. 326 t/m 337 Sr (titel bedrog) (art. 338) - art. 348 Sr (benadeling schuldeisers of rechthebbenden) en - art. 350 t/m 352 Sr (titel vernieling) (art. 353)

137 Stelling Bij afpersing dient degene tegen wie de bedreiging was gericht zich ook werkelijk bedreigd gevoeld te hebben

138 3. Relatief klachtmisdrijf
Afpersing (art. 317 Sr) 1. Hij die, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door geweld of bedreiging met geweld iemand dwingt hetzij tot - de afgifte van enig goed dat geheel of ten dele aan deze of aan een derde toebehoort, - hetzij tot het aangaan van een schuld of het teniet doen van een inschuld, - hetzij tot het ter beschikking stellen van gegevens 9j of geldboete 5e cat 2. Met dezelfde straf wordt gestraft hij die de dwang, bedoeld in het 1e lid, uitoefent door de bedreiging dat gegevens die d.m.v. een geautomatiseerd werk zijn opgeslagen, onbruikbaar of ontoegankelijk zullen worden gemaakt of zullen worden gewist 3. Relatief klachtmisdrijf

139 Afpersing (art. 317 Sr) Bedreiging behoeft ook niet tegen de 'afgever' gericht te zijn (vuurwapen op klant bank) Niet van belang is dat degene tegen wie de bedreiging was gericht zich ook werkelijk bedreigd heeft gevoeld (bijv. omdat hij ook in het ‘complot’ zat en waardoor een derde tot afgifte werd gedwongen)

140 Onder 317 Sr valt ook de bedreiging met geweld tegen goederen
Stelling Onder 317 Sr valt ook de bedreiging met geweld tegen goederen

141 Afpersing (art. 317 Sr) (Bedreiging met) geweld ziet ook op (bedreiging met) geweld dat door een ander dan de bedreiger zal worden aangewend (als jij niet doet wat ik zeg dan zal Kees niet blij zijn en de zaak in de fik steken) - In tegenstelling tot art. 312 Sr (wat spreekt over geweld tegen personen) beperkt art. 317 Sr zich niet tot geweld tegen personen en valt onder 317 Sr ook bedreiging met geweld tegen goederen (bijv. het dreigen gestolen schilderijen te verbranden of op andere wijze te vernietigen of te beschadigen, als geen geld wordt afgegeven)

142 Stelling Onder afpersing valt ook het onder bedreiging van geweld noemen van een pincode

143 Afgifte van enig goed: ook overboeking van giraal geld
Afpersing (art. 317 Sr) Afpersen pincode (= gegevens) ook strafbaar: valt onder bestanddeel ter beschikking stellen van gegevens Afgifte van enig goed: ook overboeking van giraal geld

144 Inhoud presentatie Inleiding/voorwaardelijk opzet/medeplegen Opruiing
Huisvredebreuk Openlijk geweld Brandstichting/brand door schuld Ambtsdwang/wederspannigheid/bevel/beletten, etc. Belediging Bedreiging/uitingen die verklaringsvrijheid kunnen beperken Belaging Mishandeling/dood door schuld Diefstal/joyriding/diefstal dmv geweld/afpersing Verduistering Oplichting/flessentrekkerij Vernieling Heling/witwassen WWM/WVW Het pv/onrechtmatig verkregen bewijs

145 Stelling Voor verduistering is vereist is dat de betrokken verdachte het verduisterde anders dan door misdrijf onder zich heeft gekregen

146 Verduistering (art. 321 Sr)
Hij die opzettelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort en dat hij anders dan door misdrijf onder zich heeft, wederrechtelijk zich toe-eigent, (3j of geldboete 5e cat)

147 Verduistering: onderscheid diefstal/verduistering (art. 321 Sr)
Diefstal is het wegnemen van enig goed met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening Verduistering daarentegen de wederrechtelijke toe-eigening van hetgeen men reeds anders dan door misdrijf onder zich had (bijv. een gevonden voorwerp)

148 Verduistering: anders dan door misdrijf (art. 321 Sr)
Voor verduistering is vereist is dat de betrokken verdachte het verduisterde anders dan door misdrijf onder zich heeft gekregen (bijv. winkelgoederen of benzine om te betalen), niet dus bijv. door diefstal of oplichting In de tenlastelegging die de OvJ maakt, moet worden uitgedrukt op welke wijze de dader het goed onder zich heeft gekregen Van belang voor pv dus!

149 Verduistering: wederrechtelijke toe-eigening (art. 321 Sr)
Zonder daartoe gerechtigd te zijn als heer en meester beschikken over een goed dat aan een ander toebehoort Verkopen van gevonden mobiele telefoon Uit het te koop aanbieden kan de wil om daarover als heer en meester te beschikken en derhalve de voltooide toe-eigening blijken

150 Stelling Het niet terugbrengen van gehuurd gereedschap ruim na afloop van de afgesproken huurtermijn is verduistering

151 Verduistering (art. 321 Sr)
Voor toe-eigening is niet voldoende het enkele feit dat de verdachte een voorwerp, dat hij onder zich heeft en terug moet geven, onder zich houdt (bijv. gehuurd gereedschap te lang onder zich houden of kwijtraken) Wél sprake van toe-eigenen als het gereedschap verkocht is

152 Verduistering en civiel recht (art. 321 Sr)
Op basis van een gesloten koopovereenkomst was een auto aan verdachte geleverd maar verdachte had vervolgens niet betaald - Verdachte aldus bezitter van auto geworden en daardoor auto niet meer vatbaar voor wederrechtelijke toe-eigening door verdachte - De enkele omstandigheid dat de verdachte heeft nagelaten de door hem verschuldigde koopsom te betalen, levert geen grond op om af te wijken van de uit het burgerlijk recht voortvloeiende regel dat de desbetreffende auto na levering daarvan tot het vermogen van de koper is gaan behoren (MH: en niet meer kan worden toege-eigend, want is al eigendom van de koper) - Hetzelfde geldt voor kopen van bijv. dvd’s zonder betaling via marktplaats.nl

153 Verduistering en civiel recht (art. 321 Sr)
Hetzelfde geldt voor het te koop aanbieden van goederen, betaling ontvangen en vervolgens niet leveren Geldbedragen die door de koper zijn overgemaakt aan de verdachte (de verkoper) zijn na ontvangst daarvan niet meer voor wederrechtelijke toe-eigening door de verdachte vatbaar Zie zo nodig uitgebreid het zakboek Sr Denk nog wel aan oplichting

154 Verduistering (art. 321 Sr)
Conclusie: Niet altijd even duidelijk OM zal bij twijfel subs. diefstal/oplichting ten laste leggen Pv weer van groot belang!

155 Inhoud presentatie Inleiding/voorwaardelijk opzet/medeplegen Opruiing
Huisvredebreuk Openlijk geweld Brandstichting/brand door schuld Ambtsdwang/wederspannigheid/bevel/beletten, etc. Belediging Bedreiging/uitingen die verklaringsvrijheid kunnen beperken Belaging Mishandeling/dood door schuld Diefstal/joyriding/diefstal dmv geweld/afpersing Verduistering Oplichting/flessentrekkerij Vernieling Heling/witwassen WWM/WVW Het pv/onrechtmatig verkregen bewijs

156 Oplichting (art. 326 Sr) Hij die, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen hetzij door het aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid, hetzij door listige kunstgrepen, hetzij door een samenweefsel van verdichtsels iemand beweegt tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld of het teniet doen van een inschuld 4j, 5e cat / Lid 2: strafverzwaring bij oogmerk terroristisch misdrijf PM: relatief klachtmisdrijf!!

157 Oplichting: valse naam (art. 326 Sr)
De naam die in enig opzicht verschilt van de ware naam (bijv. door een andere voorletter, voornaam, spelling en/of voorvoegsel) Voor oplichting is uiteraard wel vereist dat die valse naam (mede) tot afgifte heeft geleid Bijv. een naam waaruit grote kredietwaardigheid zou kunnen blijken of juist een naam waarmee verhuld moet worden dat er geen kredietwaardigheid bestaat, een naam dus die vertrouwen moet opwekken of wantrouwen kan voorkomen

158 Oplichting: valse hoedanigheid (art. 326 Sr)
De eetpiraat: het bestellen van maaltijden en consumpties waarvan de gast weet dat hij die niet zal of kan betalen Aldus wordt op bedrieglijke wijze gebruik gemaakt van het in het maatschappelijk verkeer geldende patroon op grond waarvan de restauranthouder aan de bezoeker van zijn restaurant de door deze bestelde maaltijden en consumpties verschaft in de verwachting dat zijn gast bij zijn vertrek daarvoor zal betalen en de restaurantbezoeker overeenkomstig die verwachting handelt

159 Oplichting: valse hoedanigheid (art. 326 Sr)
Bonafide verkoper Niet de enkele omstandigheid dat iemand zich in strijd met de waarheid voordoet als bonafide verkoper die in staat en voornemens is de bij hem gekochte en aan hem vooruitbetaalde goederen te leveren Wel als de verkoper daarbij tevens onbruikbare contactgegevens aan zijn wederpartij verstrekt (bijv. het telkens opzettelijk foutieve namen en verschillende adressen hanteren met het doel de mogelijkheden van de gedupeerde kopers tot verhaal op de verdachte te bemoeilijken)

160 Oplichting: valse hoedanigheid (art. 326 Sr)
Bonafide koper Niet de enkele omstandigheid dat iemand zich in strijd met de waarheid voordoet als bonafide koper Wel bijv. als de koper ‘zich telkens in strijd met de waarheid heeft voorgedaan als een belangstellende die voornemens is de hem voor een proefrit ter hand gestelde fiets terug te brengen, waarbij de verdachte kennelijk telkens heeft gehandeld volgens een tevoren bedachte werkwijze, welke werkwijze onder meer heeft bestaan uit het achterlaten van een waardeloos onderpand’

161 Oplichting: valse hoedanigheid (art. 326 Sr)
Valselijk handelen overeenkomstig een in het maatschappelijk verkeer geldend gedragspatroon Voordoen als professionele marktpartij: daarvan is bijv. sprake als iemand zich voordoet als ondernemer (of vertegenwoordiger van een onderneming) en daarbij levering van een zaak of een vorm van dienstverlening verlangt zoals dat tussen ondernemers doorgaans zondermeer geschiedt en waarbij zekerheden zoals borgstelling niet worden verlangd (aannemersbedrijf wat materiaal koopt / huurt)

162 Oplichting: listige kunstgrepen (art. 326 Sr)
Betreft bedrieglijke handelingen, geschikt om leugenachtige voorwendsels en valse voorstellingen ingang te doen vinden en daaraan kracht bij te zetten Eén kunstgreep is voldoende Voorbeelden Het vragen om een auto beschikbaar te stellen voor een proefrit onder afgifte van een legitimatiebewijs en de sleutel van een door de vrager bestuurde Ferrari Het in het donker betalen met een vijf franc stuk dat destijds in grootte en kleur met een rijksdaalder overeenkwam Niet compleet uitgevoerde maar wel (gedeeltelijk) betaalde kluswerkzaamheden bij oudere, gemakkelijk te overreden mensen

163 Oplichting: samenweefsel van verdichtsels (art. 326 Sr)
Opeenstapeling van leugens Eén leugen is onvoldoende Het ‘samenweefsel’ mag naast de leugens uiteraard ook waarheden bevatten Die waarheden kunnen juist de leugens geloofwaardiger maken (bijv. doordat men een deel van het samenweefsel als juist herkent en de rest van het samenweefsel dus ook wel zal kloppen)

164 Oplichting: samenweefsel van verdichtsels (art. 326 Sr)
Van belang zijn alle omstandigheden van het geval, zoals - De vertrouwenwekkende aard Het aantal en de indringendheid van de (geheel of gedeeltelijk) onware mededelingen in hun onderlinge samenhang De mate waarin degene tot wie de mededelingen zijn gericht aanleiding had moeten geven de onwaarheid te onderkennen of zich daardoor niet te laten bedriegen e.e.a. gelet op de persoonlijkheid van het slachtoffer

165 Oplichting: bewegen (art. 326 Sr)
Tussen aanwenden van een of meer oplichtingsmiddelen en ‘afgifte’ dient oorzakelijk (causaal) verband te zitten Bewegen tot afgifte kan ook geschieden door een middel aangewend tegenover een tussenpersoon mits met het opzet om van het slachtoffer de afgifte te verkrijgen en het oorzakelijk verband tussen het middel en de afgifte vast staan

166 Oplichting via Marktplaats.nl en soortgelijke sites (art. 326 Sr)
Eén verkoop of een gering aantal verkopen via marktplaats.nl en soortgelijke sites waarbij wel betaald maar niet geleverd is, levert zonder bijkomende omstandigheden geen oplichting (zie voorgaande dia’s) - E.e.a. geldt uiteraard ook voor kopen zonder betalen - Bij veelvuldige koop/verkoop (al dan niet onder gebruikmaking van valse / niet-traceerbare adressen) kan dat anders zijn - Zie uitgebreid…..het zakboek Sr 166

167 Flessentrekkerij (art. 326a Sr)
Hij die een beroep of een gewoonte maakt van het kopen van goederen met het oogmerk om zonder volledige betaling zich of een ander de beschikking over die goederen te verzekeren (4j of geldboete 5e cat)

168 Flessentrekkerij (art. 326a)
Goederen: voorwerpen, geen diensten Oogmerk Kan worden afgeleid uit het niet betalen en de erkenning van het op verschillende tijdstippen kopen Zonder volledige betaling ‘Volledig’ richt zich tegen een al te gemakkelijke ontduiking van dit artikel (door te stellen dat er toch een deel betaald is en/of dat uit die gedeeltelijke betaling toch kan blijken dat er geen oogmerk is)

169 Flessentrekkerij (art. 326a Sr)
Gewoonte: - veelheid van handelingen vereist - bijv. het kopen van goederen op drie verschillende tijdstippen binnen een periode van ruim drie weken Beroep: - oogmerk om te herhalen, teneinde aldus een bron van inkomsten te verschaffen - herhaling van de gedraging is dus niet nodig (maar mag wel) - van beroep is ook sprake als de handelingen slechts indirect aan de verdachte een bestaan verschaffen Kopen: niet dus huren en levering is niet vereist

170 Inhoud presentatie Inleiding/voorwaardelijk opzet/medeplegen Opruiing
Huisvredebreuk Openlijk geweld Brandstichting/brand door schuld Ambtsdwang/wederspannigheid/bevel/beletten, etc. Belediging Bedreiging/uitingen die verklaringsvrijheid kunnen beperken Belaging Mishandeling/dood door schuld Diefstal/joyriding/diefstal dmv geweld/afpersing Verduistering Oplichting/flessentrekkerij Vernieling Heling/witwassen WWM/WVW Het pv/onrechtmatig verkregen bewijs

171 Vernieling is een relatief klachtmisdrijf
Stelling Vernieling is een relatief klachtmisdrijf

172 Op eenvoudige vernieling staat vh
Stelling Op eenvoudige vernieling staat vh

173 Relatief klachtmisdrijf en vh mogelijk!!
Vernieling (art. 350 Sr) 1. Hij die opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielt, beschadigt, onbruikbaar maakt of wegmaakt (2j, geldboete 4e cat) 2. Hij die opzettelijk en wederrechtelijk een dier dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, doodt, beschadigt, onbruikbaar maakt of wegmaakt (3j, geldboete 4e cat) Relatief klachtmisdrijf en vh mogelijk!!

174 Vernieling (art. 350 Sr) Vernielen
niet meer door reparatie in de oude toestand te herstellen Beschadigen toebrengen van schade aan het voorwerp, voorwerp wordt aangetast bijv. verf spuiten op een pand (zie ook art. 352 Sr)

175 - het laten verdwijnen (vogel uit kooi)
Vernieling (art. 350 Sr) Onbruikbaar maken - het onbruikbaar maken voor de bestemming die het voorwerp heeft, ook zonder dat het voorwerp beschadigd of vernield is - bijv. het uit de grond trekken van een verkeersbord en/of een paal onttrekken aan zijn bestemming als onderdeel van een erfafscheiding door die paal uit de grond te trekken Wegmaken - het laten verdwijnen (vogel uit kooi) - niet vereist is dat het goed voor de eigenaar definitief verloren gaat, of bijna zeker niet meer terecht komt, niet meer bestaat of niet meer te leveren is (betrof het achterlaten van een weggenomen fiets op een voor de eigenaar/benadeelde onbekende plaats)

176 Inhoud presentatie Inleiding/voorwaardelijk opzet/medeplegen Opruiing
Huisvredebreuk Openlijk geweld Brandstichting/brand door schuld Ambtsdwang/wederspannigheid/bevel/beletten, etc. Belediging Bedreiging/uitingen die verklaringsvrijheid kunnen beperken Belaging Mishandeling/dood door schuld Diefstal/joyriding/diefstal dmv geweld/afpersing Verduistering Oplichting/flessentrekkerij Vernieling Heling/witwassen WWM/WVW Het pv/onrechtmatig verkregen bewijs

177 Stelling Strafbare heling vereist
dat de verdachte ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van het goed wist of redelijkerwijs kon vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof

178 Opzetheling (art. 416 lid 1 Sr)
a. hij die een goed verwerft, voorhanden heeft of over draagt (…), terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van het goed wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof of b. hij die opzettelijk uit winstbejag een door misdrijf verkregen goed voorhanden heeft of overdraagt (…)

179 Opzetheling (art. 416 lid 1 Sr)
Voor onderdeel a zal uit het pv moeten blijken dat de verdachte vóór de verwerving, het voorhanden hebben of overdragen wist (of bij schuldheling redelijkerwijs had moeten vermoeden) dat het een door misdrijf verkregen goed betrof Dat is dus voor onderdeel b niet vereist (wel weer winstbejag: zie hierna)!! Gaat helaas vaak mis…

180 Opzetheling: winstbejag (art. 416 lid 1 Sr)
Beogen of verwachten van een (direct of indirect) voordeel: Behouden van een deel van de goederen Goedmaken eigen kosten Een uitgeloofde beloning Het goed niet door ibn kwijt raken Enz.

181 Schuldheling (art. 417bis Sr)
Schuldheling stelt dezelfde handelingen als opzetheling strafbaar In plaats van 'opzet' volstaat bij schuldheling echter het redelijkerwijs moeten vermoeden Daarvan is sprake als de verdachte bij enig nadenken kon vermoeden dat het goed gestolen is en hij vervolgens geen nader onderzoek naar de herkomst heeft gedaan

182 Schuldheling (art. 417bis Sr)
Redelijkerwijs moeten vermoeden: - Kopen caravan van onbekende mensen, zonder papieren (zoals een registratiebewijs) - Feit van algemene bekendheid dat autoradio-cd-spelers veelvuldig voorwerp van misdrijf zijn (en dan bijv. kopen van onbekende op straat) - Prijs van het gekochte zozeer beneden de waarde daarvan lag, dat de mogelijkheid, dat de goederen van diefstal afkomstig waren aan verdachte niet kan zijn ontgaan - Het feit dat de verdachte aan de verkoper heeft gevraagd of de goederen wel eerlijk waren verkregen (zodat hij vermoedde dat de zaak niet in de haak was) terwijl hij desondanks geen nader onderzoek heeft ingesteld

183 Schuldheling (art. 417bis Sr)
Redelijkerwijs moeten vermoeden: - Telefoon op straat gekocht van een onbekend gebleven persoon zonder aankoopbon - Kennelijk ook niet gevraagd om een aankoopbon of nader onderzoek gedaan naar de herkomst van de telefoon - Kopen van een telefoon op straat van een onbekende brengt een aanmerkelijk risico met zich dat het aangeboden goed mogelijk niet via legale weg is verkregen - Verdachte had daarom redelijkerwijs moeten vermoeden dat de betreffende telefoon van diefstal afkomstig was - Aldus niet de vereiste zorgvuldigheid in acht genomen, die bij het kopen van een telefoon mag worden verwacht

184 Witwassen (art. 420bis Sr e.v.)
Raadpleeg een specialist!! 184

185 Inhoud presentatie Inleiding/voorwaardelijk opzet/medeplegen Opruiing
Huisvredebreuk Openlijk geweld Brandstichting/brand door schuld Ambtsdwang/wederspannigheid/bevel/beletten, etc. Belediging Bedreiging/uitingen die verklaringsvrijheid kunnen beperken Belaging Mishandeling/dood door schuld Diefstal/joyriding/diefstal dmv geweld/afpersing Verduistering Oplichting/flessentrekkerij Vernieling Heling/witwassen WWM/WVW Het pv/onrechtmatig verkregen bewijs

186 Op het voorhanden hebben van één vuurwapen staat vh
Stelling Op het voorhanden hebben van één vuurwapen staat vh

187 Stelling Op het voorhanden hebben van een naar
een vuurwapen omgebouwd alarmpistool staat géén vh

188 WWM: vh Art. 55 lid 3a (vier jaar): handelen in strijd met o.m.:
art 26, lid 1 zonder verlof, jachtakte of vrijstelling een wapen of munitie van de categorieën II en III voorhanden hebben én het feit begaat met betrekking tot een wapen (dus géén munitie) van categorie II of een vuurwapen (dus geen wapen) van categorie III (en dus ook géén munitie)

189 WWM: categorie II 1°. vuurwapens die niet onder een van de andere categorieën vallen 2°. vuurwapens, geschikt om automatisch te vuren 3°.vuurwapens die zodanig zijn vervaardigd of gewijzigd dat het dragen niet of minder zichtbaar is dan wel dat de aanvalskracht wordt verhoogd 4°. vuurwapens die uiterlijk gelijken op een ander voorwerp dan een wapen 5°. voorwerpen waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos kunnen worden gemaakt of pijn kan worden toegebracht, met uitzondering van medische hulpmiddelen 6°. voorwerpen, bestemd voor het treffen van personen met giftige, verstikkende, weerloosmakende, traanverwekkende en soortgelijke stoffen, met uitzondering van medische hulpmiddelen en van vuurwapens in de vorm van geweren, revolvers en pistolen, bestemd voor het af-schieten van munitie met weerloosmakende of traanverwekkende stof 7°. voorwerpen bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of d.m.v. ontploffing, met uitzondering van explosieven voor civiel gebruik indien m.b.t. deze explosieven erkenning is verleend overeenkomstig de Wet explosieven voor civiel gebruik

190 a. geen loop of een kennelijk verkorte, geheel gevulde loop hebben
WWM: categorie III 1°. vuurwapens in de vorm van geweren, revolvers en pistolen voor zover zij niet vallen onder categorie II sub 2°, 3° of 6° 2°. toestellen voor beroepsdoeleinden die geschikt zijn om projectielen af te schieten 3°. werpmessen 4°. alarm en startpistolen en revolvers, met uitzondering van alarm en startpistolen die: a. geen loop of een kennelijk verkorte, geheel gevulde loop hebben b. zodanig zijn ingericht dat zij uitsluitend knalpatronen van een kaliber niet groter dan 6 mm kunnen bevatten en c. waarvan de ligplaats van de patronen en de gasuitlaat loodrecht staan op de loop of op de lengterichting van het wapen

191 Op het voorhanden hebben van een stroomstootwapen staat vh
Stelling Op het voorhanden hebben van een stroomstootwapen staat vh

192 WWM: vh Aldus vh op voorhanden hebben van bijv.:
- vuurwapens (inclusief gaspistolen en gasrevolvers: immers voorwerpen bestemd of geschikt om projectielen of stoffen door een loop af te schieten, waarvan de werking berust op het teweegbrengen van een scheikundige ontploffing of een andere scheikundige reactie en ingevolge art. 1 onder 3 WWM een vuurwapen) - stroomstootwapen (wapen categorie II) - voorwerpen, bestemd voor het treffen van personen met giftige, verstikkende, weerloosmakende, traanverwekkende en soortgelijke stoffen (wapen categorie II)

193 WWM: vh Vuurwapen op straat / in uitgaansgebied:
als regel voorgeleiden (ibs)! En afwegen wel/niet doorzoeken!

194 Stelling Op 6-WVW-letsel door schuld in het
verkeer door geen voorrang verlenen staat vh

195 Antwoord stelling In de volgende gevallen staat er vier jaar of meer bedreigd op overtreding van art. 6 WVW met de dood als gevolg en is er dus vh mogelijk (art. 175 WVW): 1. bij roekeloosheid (6 jaar: art. 175 lid 2 onder a WVW); 2. als de verdachte verkeerde in de toestand, bedoeld in art. 8, eerste, twee-de, derde of vierde lid WVW (4 jaar en 6 maanden: art. 175 lid 3 in verbin-ding met lid 1 WVW); 3. als de verdachte niet voldoet aan een bevel ademanalyse, bloed- of urine-onderzoek; 4. het feit is veroorzaakt of mede is veroorzaakt doordat de verdachte a. de maximumsnelheid in ernstige mate heeft overschreden, of b. zeer dicht achter een ander voertuig is gaan rijden of c. geen voorrang heeft verleend of d. gevaarlijk heeft ingehaald (4 jaar en 6 maanden: art. 175 lid 3 in verbinding met lid 1 WVW). En ingevolge art. 67 lid 1 Sv staat er óók vh op art. 6 WVW met alleen 6 WVW- letsel in de hiervoor genoemde vier gevallen!!!! 6 WVW-letsel: zwaar lichamelijk letsel of zodanig lichamelijk letsel dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden ontstaat

196 Dood en letsel door schuld in verkeer (art. 6 WVW)
Bij dodelijke verkeersongevallen of verkeersongevallen met art. 6 WVW letsel moet altijd goed beoordeeld worden of de verdachte niet voorgeleid en in vh gesteld moet worden! Raadpleeg specialist!!!!

197 Verlaten plaats ongeval (art. 7 WVW)
Het is degene die bij een verkeersongeval is betrokken of door wiens gedraging een verkeersongeval is veroorzaakt, verboden de plaats van het ongeval te verlaten indien: a. bij dat ongeval, naar hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden, een ander is gedood dan wel letsel of schade aan een ander is toegebracht b. daardoor, naar hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden, een ander aan wie bij dat ongeval letsel is toegebracht, in hulpeloze toestand wordt achtergelaten

198 Verlaten plaats ongeval (art. 7 WVW)
- Geen vh-feit en dus geen aanhouding buiten heterdaad en geen ibn buiten heterdaad als verdachte niet wordt aangehouden of staande gehouden - Zie voor ‘beslag’ echter ook de bevoegdheden van art. 160 lid 4 WVW: De in art.159 bedoelde personen (o.m. algemeen opsp. ambt.) zijn bevoegd zich te vergewissen van de naleving van de bij of krachtens deze wet vastgestelde voorschriften en zo nodig een voertuig ten aanzien waarvan zij een onderzoek wensen in te stellen, naar een nabij gelegen plaats te voeren of te doen voeren. - Bij verdenking art. 6 WVW en art. 6 letsel / dood + vermoeden alcohol, roekeloos rijden, te hard rijden, geen voorrang verlenen, kleven, enz.: wél vh!!

199 Verlaten plaats ongeval (art. 7 WVW)
'Weten of redelijkerwijs vermoeden' is niet altijd goed bewijsbaar bij een ontkennende verdachte aanvoert 'niets gemerkt te hebben' Middels getuigenverklaringen en/of een beschrijving van de ontstane schade moet het pv hierover helderheid kunnen verschaffen!! Daar ontbreekt het helaas nogal eens aan…..

200 Inhoud presentatie Inleiding/voorwaardelijk opzet/medeplegen Opruiing
Huisvredebreuk Openlijk geweld Brandstichting/brand door schuld Ambtsdwang/wederspannigheid/bevel/beletten, etc. Belediging Bedreiging/uitingen die verklaringsvrijheid kunnen beperken Belaging Mishandeling/dood door schuld Diefstal/joyriding/diefstal dmv geweld/afpersing Verduistering Oplichting/flessentrekkerij Vernieling Heling/witwassen WWM/WVW Het pv/onrechtmatig verkregen bewijs

201 Stelling Een aangifte van een algemeen opsporingsambtenaar heeft géén 'unieke' bewijskracht

202 Het pv: aangifte opsp. ambt.
Bij sf tegen opsp. ambt. wordt soms volstaan met opnemen aangifte van die opsp. ambt. Aangifte heeft echter géén 'unieke' bewijskracht en kan dus bewijsproblemen opleveren bij gebrek aan aanvullend bewijs (zie zakboek Pv en Bewijsrecht) Daarom naast aangifte ook pv bevindingen van betreffende opsporingsambtenaar Een afzonderlijk opgenomen aangifte is voor het bewijs niet vereist (wel om als benadeelde partij op te treden)

203 Het pv: doel Pv dient twee doelen
1. Waarheidsvinding vermoedelijk gepleegd strafbaar feit 2. Toezicht op de opsporing - Waarnemingen van opsporingsambtenaren dienen nauwgezet en juist te worden opgetekend - Deelnemers aan een strafproces, alsook de rest van de samenleving, moeten uit kunnen gaan van de waarheidsgetrouwheid van pv’s E.e.a. klemt temeer omdat aan een op ambtseed opgemaakt pv bijzondere bewijskracht is toegekend

204 Het pv: doel - Het pv is wettig bewijsmiddel en verslag van hetgeen tot opsporing is verricht Het moet toegankelijk, helder en objectief zijn en ook overigens voldoen aan de eisen van de wet (geen proces-verhaal) Het correct opmaken van een pv blijft een kerncompetentie van de opsp. ambt. Directe relatie tussen vertrouwen in deskundigheid opsp. ambt. en bijzondere bewijskracht die wet aan pv toekent Vertrouwen mag niet worden beschaamd door steken die opsp. ambt. bij het opmaken van pv laat vallen

205 Het pv: redenen van wetenschap
Let op verwerking redenen van wetenschap: bronnen kennis 'waarnemer' (zien, horen, voelen, ruiken, proeven) Door opname redenen van wetenschap kunnen waarnemingen en ondervindingen onderscheiden worden van conclusies die aan waarnemingen en/of bevindingen worden verbonden Onderscheid dient gemaakt te worden tussen: - de redenen van wetenschap van de verbalisant zelf - de redenen van wetenschap van de door de verbalisant gehoorde getuige/aangever en verdachte

206 Het pv: bestanddelen Een pv opgemaakt ter zake een vermoedelijk gepleegd strafbaar feit zal onderzoek naar alle bestanddelen van dat strafbare feit (en mogelijke strafverzwaringen) moeten bevatten

207 Het pv: de rechter Verplaats U in de rechter: hij/zij moet het vaak doen met uitsluitend het pv en hetgeen de raadsman/verdachte (onverwachts) naar voren brengt (OvJ baseert zich bijna altijd ook uitsluitend op pv) Rechters hebben in toenemende mate ambtshalve belangstelling voor de rechtmatige toepassing van dwangmiddelen en het waarheids- en betrouwbaarheidsgehalte van afgelegde getuigen- en deskundigenverklaringen en pv’s Dat heeft nogal eens verrassingen opgeleverd waardoor de belangstelling verder is toegenomen….

208 Het pv: de rechter Zal onder meer letten op
Redenen van wetenschap (verd/get/opsp.ambt/desk) Betrouwbaarheid verklaringen Consistentie verklaringen (niet onderling tegenstrijdig) Partijgetuigen: zijn bij bijv. een geweldsmisdrijf niet (bijna) alleen getuigen gehoord die bij de aangevers horen Verwerking verklaringen in pv (conform opgenomen verklaring/concept?) Betrouwbaarheid confrontaties (zie zakboek hulpOvJ 3.26) Rechtmatige en proportionele toepassing van dwangmiddelen Betrouwbaarheid pv en compleetheid processtukken Proces-verhaal in plaats van proces-verbaal Te grote scoringsdrift leidende tot een onzorgvuldige en onjuiste manier van benaderen van de zaak, verdachten en getuigen enz. enz.

209 Stelling De bij insluiting van een verdachte aangetroffen mobiele telefoons mogen door de politie onderzocht worden

210 Antwoord stelling Zonder bewuste en vrijwillige toestemming van de verdachte of zonder een uitdrukkelijke bevoegdheid daartoe mag de bij de verdachte aangetroffen mobiele telefoon (aanwezig in bijv. diens fouillering) niet onderzocht worden Een uitdrukkelijke bevoegdheid daartoe is terug te vinden in bijv. art. 55b Sv (fouillering en onderzoek meegevoerde voorwerpen ter vaststelling identiteit) of art. 96 Sv (ibn ter zake de verdenking van een strafbaar feit: onderzoek dan alleen maar toegestaan voor de waarheidsvinding van het strafbare feit waarvoor ibn) 'De enkele omstandigheid dat in het werkgebied van de verbalisanten regelmatig telefoons worden ontvreemd en bij de verdachte twee telefoons werden aangetroffen maakt niet dat het de verbalisanten reeds daarom vrij stond om de telefoons te onderzoeken' Rechtbank Amsterdam , NS

211 De Opiumwet geeft een bevoegdheid tot onderzoek aan het lichaam
Stelling De Opiumwet geeft een bevoegdheid tot onderzoek aan het lichaam

212 Stelling De Opiumwet geeft (al jarenlang) GÉÉN bevoegdheid tot onderzoek aan het lichaam meer

213 De Opiumwet geeft een bevoegdheid tot doorzoeking
Stelling De Opiumwet geeft een bevoegdheid tot doorzoeking

214 Opiumwet (11.23) Kent géén doorzoeking (veel gemaakte misser, maar gaat steeds beter!!) Terugvallen op Sv dus Systematiek 'zoekend rondkijken' van toepassing 214 214

215 Het pv: geweld door politie
‘Bij de beoordeling of zich omstandigheden voordoen die tot het oordeel leiden dat de uitoefening van de bediening niet rechtmatig is, kan de strafrechter de noodzaak en proportionaliteit van het desbetreffende overheidsoptreden betrekken’ HR , ECLI:NL:HR:2014:2919 Art. 152 Sv (ten spoedigste opmaken pv) 1. De ambtenaren, met de opsporing van strafbare feiten belast, maken ten spoedigste pv op van het door hen opgespoorde strafbare feit of van hetgeen door hen tot opsporing is verricht of bevonden. 2. Het opmaken van pv kan onder verantwoordelijkheid van het OM achterwege worden gelaten.

216 Het pv: geweld door politie
Als er geweld is aangewend door de opsp. ambt. dan dient dat in het pv verwerkt te worden, incl. de redenen daarvoor en waaruit dat geweld bestond Disproportioneel geweld (bijv. de hardhandige aanhouding van verdachte door de politie) kan leiden tot strafvermindering en in uitzonderlijke gevallen zelfs tot niet-ontvankelijkheid in de strafzaak van de verdachte tegen wie dat geweld is gebruikt Ook het niet vermelden dat er een waarschuwingsschot is afgevuurd kan leiden tot problemen Onder omstandigheden kan verzwijgen ook meineed opleveren

217 Checklist pv (1/2) 1. Beoogde rechter bevoegd
2. Ontvankelijkheid OM (klacht/verjaring) 3. Omschrijving verbalisanten 4. Gedagtekend 5. Ondertekend 6. Opgemaakt op ambtseed/belofte 7. Waarom is verdachte verdacht 8. Verwerking mededeling van consultatierecht in pv, evenals of verdachte daarvan gebruik heeft gemaakt 9. Toestemming gebruik bobgegevens uit ander onderzoek Redenen van wetenschap Bestanddelen strafbare feiten 12. Bewijsminima (bij te weinig bewijs aanvullend onderzoek?)

218 Checklist pv (2/2) 13. Relevante onderzoeksbevindingen
14. Relevante ambtshandelingen 15. Wijzigingen en toevoegingen goed verwerkt (en voor zover nodig voorzien van identificeerbare paraaf) 16. Gegevens met betrekking tot consultatie en eventueel verhoorbijstand 17. In pv genoemde bijlagen bijvoegen 18. Beslag verwerkt (inclusief kvi en bewijs van ontvangst) 19. Notificatie bij bijzondere opsporingsbevoegdheden Zie uitgebreid het zakboek Pv en Bewijsrecht

219 Onrechtmatig verkregen bewijs wordt door de rechter niet gebruikt
Stelling Onrechtmatig verkregen bewijs wordt door de rechter niet gebruikt

220 Onrechtmatig verkregen bewijs
Onrechtmatig verkregen bewijs wordt door de rechter al lang niet meer automatisch uitgesloten van het bewijs Aan bewijsuitsluiting worden door de HR de laatste jaren strenge eisen gesteld Bewijsuitsluiting kan pas plaatsvinden bij schending van het recht op een eerlijk proces of bij heel ernstige of structurele inbreuken op andere rechten van de verdachte En uiteraard als de betrouwbaarheid ter discussie staat (bijv. bij een confrontatie)

221 Tiparchief: voorbeelden
Bewijsconfrontatie voorafgegaan door opsporingsconfrontatie WWM: dragen/voorhanden hebben en voorgeleiden Herkenning verdachte vanaf foto door opsp. ambt. Identificatiefouillering en onderzoeken dashboardkastje auto Verbaliseren onderzoekshandeling die geen info heeft opgeleverd Plaatselijke verordeningen, inbrekerswerktuigen, doorzoeken vervoermiddel, voortgezette toepassing, strafbare voorbereiding, toezicht Verhoor verdachte als getuige / gebruik verklaring verdachte op zitting Beperkingen Openen (al dan niet afgesloten) kast waarvan bekend is dat daar een voor ibn vatbaar voorwerp ligt: doorzoeking! Binnentreden ter hulpverlening Volledige uitkleding verdachte voor onderzoek aan kleding Betreden woning en pv Bloedproef: ook bij vermoeden van andere stof dan alcohol Rijden onder invloed: aanvang en einde 20-minutentermijn bij de ademanalyse Stopteken ter staande houding of aanhouding verdachte Ademanalyse: mogelijke sabotage door verdachte of technische gebreken / verkeerde bediening apparatuur Top tien vrijspraken/sepots art. 8 Wegenverkeerswet (rijden onder invloed)

222 Op kan geselecteerd worden op de uitspraken van de rechtbank MNL Bijna alleen meervoudige kamer zaken Mondelinge uitspraken (politierechter) worden niet gepubliceerd….

223 Doelstelling presentatie
Leren doe je niet door het (uitsluitend) volgen van een cursus maar vooral door zelf aan de slag te gaan Het beste leer je door (thuis) aan de hand van (op het werk) te beoordelen of beoordeelde zaken het zakboek Sr voor de Politie te bestuderen: de veel voorkomende misdrijven, deelneming en poging/voorbereiding Met heel veel praktijkvoorbeelden en praktijktips Deze presentatie: ‘klok horen luiden en wel weten waar klepel hangt': weten wanneer je iets moet opzoeken en vervolgens snel kunnen vinden én juist toepassen als je het nodig hebt Door dit te doen leer je vanzelf bij

224 EINDE PRESENTATIE Actualiteiten na laatste papieren zakboek
Tip van de week + tiparchief Misdrijf van de maand Diapresentaties Meerkeuzevragen Nieuwsmail Digitale zakboeken Enz.


Download ppt "Veel voorkomende misdrijven Veel voorkomende verbeterpunten"

Verwante presentaties


Ads door Google