De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Source : texte, photos. Web, carentanlibertygroup.forumgratuit. usacdo70.e-monsite.com/pages/s-a-s-belge. www.brigade-piron.be/paras-cdo/zy-Parachutistes.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Source : texte, photos. Web, carentanlibertygroup.forumgratuit. usacdo70.e-monsite.com/pages/s-a-s-belge. www.brigade-piron.be/paras-cdo/zy-Parachutistes."— Transcript van de presentatie:

1

2 Source : texte, photos. Web, carentanlibertygroup.forumgratuit. usacdo70.e-monsite.com/pages/s-a-s-belge. www.brigade-piron.be/paras-cdo/zy-Parachutistes Montage PPS Gaspard hommage à nos vétérans et leur morts tombés sur les champs d’honneur. PPS opgemaakt door Gaspard als eerbetoon aan onze SAS veteranen en hun gesneuvelden gevallen op het veld van eer. Manuel & musical Traduction de Holvoet Raymond

3 David Stirling, fondateur du Spécial Air Service Les unités Para-Commandos actuelles sont nées en Angleterre pendant la guerre de 1940 1945 De huidige Para-Commando eenheden zijn ontstaan in Engeland tijdens de oorlog van 1940 1945 David Stirling, oprichter van de Special Air Service

4 Mai 40, la Belgique a une armée désuète par une politique trop confiante et trop optimiste. En 18 jours les forces d’invasion allemande balayent littéralement notre armée et les éléments Français venus combattre sur notre territoire. A l’issue de cette campagne de 18 jours, les morts et les prisonniers se comptent par milliers. Mei 1940, Belgje heeft een verouderd leger door te zelfverzekerde en te optimistische politiek. In 18 dagen dwingen de Duitse invasie troepen ons leger, en Franse elementen die ons ter hulp kwamen om mee te vechten op ons grondgebied, tot capitulatie. Aan het einde van de 18 daagse campagne tellen de verliezen en gevangenen tot in de duizenden.

5 LE FER DE LANCE DE CES COMBATTANTS EXILÉS SERA. Eddy BLONDEEL, né le 25 janvier 1906 à Gand et décédé le 23 Mai 2000 à l’ âge de 94 ans H ET SPEERPUNT VAN DE UITGEWEKEN STRIJDERS. is Eddy Blondeel, geboren op 25 januari 1906 in Gent en overleden 23 mei 2000 op de leeftijd van 94 jaar Candidat Officier de Réserve, il est nommé lieutenant en 1938. Kandidaat reserveofficier, hij werd benoemd tot luitenant in 1938.

6 Unité SAS belge dans le SAS britannique. Belgische SAS-eenheid in de Britse SAS Brigade.

7 Des hommes vont poursuivre le combat dans la clandestinité en Belgique. Ils formeront, l’armée « blanche » D’autres ont entendu un appel venu d’outre manche et que le combat restait possible à partir de l’Angleterre. Certains de ses hommes vont constituer le 5th Belgian SAS. La majorité n’avait pas d’expérience militaire, et jamais entendu parler de parachute. Verschillende mannen zullen de strijd clandestien in België verder blijven voeren. Zij zullen het "witte leger” vormen. Anderen reageerden op de oproep die van over het Kanaal kwam waar bleek dat het nog steeds mogelijk was de strijd aan te gaan vanuit Engeland. Een aantal van deze mannen zal het 5e Belgische SAS Squadron vormen. De meesten hadden geen militaire ervaring, en hadden nog nooit gehoord van parachute of valscherm.

8 Au moment de l’invasion le Lt BLONDEEL se trouve aux États-Unis. Entre-temps le gouvernement Belge à Londres a lancé un avis de mobilisation générale enjoignant les belges à l’étranger en âge de se battre de rejoindre l’Angleterre par tous les moyens. Un camp de transit est constitué au Canada pour les belges se trouvant outre atlantique. C’est là que sera constituée la « division » belge au départ de 28 hommes. BLONDEEL y rencontre l’un de ses futurs Lieutenants, le Slt LIMBOSH, fermier au Canada. Parmi ces belges expatriés en Amérique certains parlent Français ou Néerlandais, d’autres Anglais, d’autres encore Portugais. Après quelques semaines de recrutement et d’instruction par l’armée canadienne au camp de la Joliette la « division »; en fait une compagnie tout au plus; rejoint l’Angleterre. Pendant ce voyage le Lt BLONDEEL voulant donner une identité au contingent "Canadien", confectionne à partir d’une toile de billard rouge de grossières feuilles d’érables que tous cousent sur la manche. Cet insigne sera encore porté jusqu’au bout de la guerre par certains volontaires belges « Canadiens » et provoquera d’ailleurs une confusion historique pendant la bataille des Ardennes. Ce sont en effet les SAS de BLONDEEL qui pénètrent à BANDE le 11 janvier 1945 et y découvrent les 31 civils massacrés. Il sera longtemps rapporté par les témoins civils que le village fut libéré par les Canadiens. C’est à MALVERN que le détachement de « canadiens » Belge sera installé à son arrivée en Angleterre. Au débarquement on leur demande si ils parlent Français ou Néerlandais, BLONDEEL répond : anglais. Les problèmes d’intégration des « canadiens » commencent. Ils sont tenus de se mettre à l’heure Belge (grades, commandements, langue, traditions) BLONDEEL suit le stage d’officier d’infanterie dans une école Britannique C’est aussi à MALVERN que le Lt BLONDEEL rencontre son futur ami Georges DANLOY qui sera à la tête des futurs Commandos Belges. BLONDEEL apprend que vingt hommes du 1er bataillon ont suivi un stage parachutiste. 8 seulement ont obtenu le brevet. Parmi eux le. sergent Bob Schils.

9 Bij de invasie van de Duitsers in Belgie vertoeft Lt BLONDEEL in de Verenigde Staten. Inmiddels had de Belgische regering een algemene mobilisatie uitgevorderd en een oproep gedaan tot de Belgen in het buitenland, die bekwaam waren om de strijd aan te gaan, zich met alle mogelijke middelen naar Engeland te begeven. Een transit kamp werd in Canada opgericht voor de Belgen die aan de andere kant van de oceaan vertoefden. Het is daar dat de eerste Belgische “divisie” zich vormt met 28 mannen. Blondeel ontmoet er een van zijn toekomstige Luitenanten Sdt Limbosch, een Belgische landbouwer uitgeweken naar Canada. Tussen de Belgische emigranten in Amerika spreken enkelen Frans of Nederlands anderen Engels en weer anderen Portugees. Na enkele weken van rekrutering en opleiding door het Canadese leger in het kamp “La Joliette” vertrekt de «divisie», feitelijk niet meer dan een compagnie, richting Engeland. Tijdens de reis wil Lt Blondeel een identiteit geven aan zijn contingent Belgische “Canadezen” en vervaardigd aan de hand van een rood biljartlaken esdoorn bladeren die ze als kenteken op hun mouw naaien. Deze badge zal door enkele vrijwilligers, Belgische «Canadezen», gedragen worden tot op het einde van de oorlog en zal tot verwarring leiden gedurende de historische slag van de Ardennen. Het zijn inderdaad de Belgische SAS die op 11 januari 1945 tot in Bande doorstootten en de 31 gruwelijk afgemaakte burgerlijke slachtoffers ontdekken. Lange tijd zullen de burgers van Bande die getuige waren van de bevrijding verkeerdelijk beweren dat Bande bevrijd werd door de Canadezen. Het is in het transitkamp te Malvern dat de Belgische Canadezen bij hun aankomst in Engeland ondergebracht worden. Bij hun aankomst werd hen gevraagd of ze de Nederlands taal of de Franse taal spraken, Blondeel antwoorde Engels !! De Belgische Canadezen kampen met integratiemoeilijkheden, ze zijn verplicht om zich aan te passen aan de Belgische normen, de militaire graden en discipline, de bevelen en de tradities. Blondeel volgt er een stage van infanterie Officier in een Britse militaire school. Het was ook in Malvern dat Blondeel zijn toekomstige vriend Georges DANLOY leerde kennen, Danloy die aan het hoofd staat van de toekomstige Belgische Commando’s. Blondeel verneemt dat twintig mannen van het 1ste Bataljon een Para training volgden, slechts 8 van hen zullen gebrevetteerd worden, onder hen toekomstig Sergeant Bob Schils.

10 Paras belges à Friz Hill Belgische Paras te Friz Hill

11 BLONDEEL obtient les autorisations de la hiérarchie et demande à LIMBOSH de préformer 20 volontaires. On met les moyens et 18 reviennent brevetés du Parachute Training School de RINGWAY le 26 Février 1942. BLONDEEL et 19 autres candidats suivent, ils reviennent tous brevetés et reçoivent les éloges particuliers des instructeurs de la RAF.BLONDEEL décide de convaincre toute sa compagnie de suivre le mouvement. Tous acceptent sauf deux….BLONDEEL est nommé Capitaine parachutiste. C’est la naissance des paras du Captain « Blunt »... Les volontaires se multiplient et se joignent aux « canadiens » des débuts. Il y a là des évadés de Belgique, des camps d’Allemagne et d’ailleurs. Pour la plupart ils ont transités par l’Espagne et leurs prisons et le célèbre camp de MIRANDA DEL EBRO. L’intégration des paras au sein même des Airbornes Britanniques est exclue, ils le savent. Heureusement, à la demande des Britanniques, le Ministre de la Défense ROLIN ordonne la création de deux compagnies spécialisées, l’une de Parachutistes l’autre de Commandos ( Maj DANLOY).L’unité parachutiste s’appellera d’abord « D Parachute Company, 2nd Bataillon Belgian Fusiliers » et ensuite « Belgian Independent Parachute Company » et sera installée dans la ferme manoir de FRIZ HILL. C’est d’abord le Commandant THISE qui sera désigné au commandement de la compagnie parachutiste c’est un ancien Cycliste Frontière (unité d’élite au moment de l’invasion) mais ce dernier, malgré son âge, a voulu suivre l’entraînement parachutiste et se blesse sérieusement à la colonne vertébrale lors du troisième saut. C’est donc le Cpt BLONDEEL qui prend le commandement A.I. jusqu’en Mai 1943. BLONDEEL bekomt de toelating van zijn oversten en vraagt LIMBOSH om 20 vrijwilligers te vormen. Men zet alle mogelijke middelen in en 18 mannen bekomen op 26 februari 1942 het brevet van Parachutist in de Training School te Ringway. Blondeel en 19 andere kandidaten volgen en allen behalen hun brevet gepaard met veel lof en gelukwensen van hun RAF trainers. Blondeel besluit om zijn volledige compagnie de opleiding van Parachutist te geven, slechts twee van hen weigeren. Blondeel wordt bevordert to Kapitein Parachutist, het is het ontstaan van “Captain Blunt”….Meer en meer vrijwilligers sluiten zich aan bij de eerste Belgische Canadezen. Er zijn de vluchtelingen uit bezet Belgie, uit gevangenissen en kampen uit Duitsland en anderen. Het merendeel vlucht over de Pyreneeën en komen terecht in het Kamp van Miranda del Ebro. De integratie van onze eerste Para’s in de Britse Airborn Divisie is uitgesloten, zij waren daarop voorbereid. Gelukkig, op vraag van de Britten, beveelt de Belgische minister van Defensie ROLIN de oprichting van twee speciale compagnies, enerzijds de Parachutisten en anderzijds de Commandos ( DANLOY). De Belgische eenheid Parachutisten ontstaat eerst onder de naam D Parachute Compagny, 2° Bataljon Fuseliers en tenslotte “Belgian Independent Parachute Compagny “ en zal ingekwartierd worden in een ruim landhuis in FRIZ HILL. Commandant THISE van de Grenscyclisten wordt de eerste Commandant van de compagnie Parachutisten en niettegenstaande zijn gevorderde leeftijd dringt hij aan om de Para opleiding te volgen. Bij zijn derde sprong wordt hij ernstig gekwetst aan de ruggengraat. Daarop neemt Kapitein BLONDEEL het bevel “ad interim” over tot mei 1943. Commandant THISE Cpt BLONDEEL Maj DANLOY

12 sergent Bob Schils. Sergeant Bob Schils

13 Il en sera toujours considéré comme le vrai chef étant donné qu’il a dirigé la compagnie au moment le plus crucial et qu’il en fait ce qu’elle est devenue au sein des SAS par la suite. Il prendra plus tard le commandement officiel de l’unité. S’en suit une période ou le gouvernement Belge de Londres oublie totalement leur existence. Ils n’existent pas et sont livrés à eux-mêmes. Mais BLONDEEL est là pour maintenir le moral et le niveau. Ils reçoivent finalement la visite d’un Général en inspection. Ils lui proposent une démonstration de combat de rue. Technique et drills appris des Anglais durant leurs entraînements mais totalement ignorés par l’armée belge à l’époque. Le général s’adressant à BLONDEEL lui dira « mais BLONDEEL vous entraînez vos homme à devenir des cambrioleurs ! » Qu’à cela ne tienne, BLONDEEL continue l’entraînement et fait de sa compagnie une belle machine de guerre. BLONDEEL zal steeds beschouwd worden als de echte chef daar hij de compagnie in de meest cruciale momenten leidde en hij ervan gemaakt heeft tot wat zij later geworden is in de schoot van de SAS Brigade. Hij wordt later officieel tot C.O. benoemt van de eenheid. In de daaropvolgende periode wordt het bestaan van de eenheid door de Belgische regering in Londen volledig over het hoofd gezien en zelfs vergeten. Zij bestaan niet en zijn volledig op zichzelf aangewezen. Maar hun leider BLONDEEL is er om het moraal en de trainingen te handhaven en nog te verscherpen. Ten slotte ontvangen ze het bezoek en inspectie van een Belgische Generaal. BLONDEEL stelt voor een demonstratie te houden van straatgevechten, techniek en dril oefeningen volgens de Britse standaard en volledig onbekend bij het Belgische leger. De onthutste Generaal wendt zich tot Blondeel met de opmerking “Maar Blondeel u traint uw mannen tot inbrekers “. Blondeel negeert de opmerking en zal verder gaan met de trainingen en maakt van zijn Compagnie een echte elite oorlogsmachine.

14 Il suit lui-même tous les cours et formations possibles et utiles dans les écoles britanniques. Il fait de même avec ces hommes dont il fait rapidement des spécialistes. Lorsqu’il va suivre, avec une partie de son effectif, le cours d’endurcissement et de guérilla à INTERLOCHY- CASTLE en Ecosse ils sont remarqués par l’état major Britannique et particulièrement bien côtés. Mais du côté du gouvernement Belge, toujours rien…alors que les SAS de la France libre et les Anglais de Stirling se sont déjà illustrés en Afrique du Nord. Il tente alors par tous les moyens d’intégrer son unité aux troupes aéroportées alliées. Il prouve la valeur de ses hommes qui sera remarquée de tous à tel point qu’on lui propose même un stage au sein du 8th Parachute Bataillon de la 6th Airborne. Après plusieurs nuits d’exercices clôturés par une marche de 80 km le Commandant de bataillon, très satisfait, lui déclare cependant …mais que ferions nous d’une seule compagnie ?? Suivent ensuite des machinations et autres manœuvres de la course à « qui aura la meilleure unité, qui se fera remarquer, qui sera engagé» comme celle du Col PIRON qui commande le groupement qui prendra le nom de « libération » et qui libérera notamment la côte fleurie après le débarquement. Ce dernier propose de démanteler la compagnie de BLONDEEL pour disperser ses spécialistes reconnus dans ses propres unités comme « petites troupes de choc ». BLONDEEL comprenant immédiatement que cela signifierait la fin des parachutiste Belges, intervient discrètement en haut lieu et obtient l’annulation du projet. Le Col PIRON gardera, jusque longtemps après la guerre, une rancœur tenace à l’égard des parachutistes. Il tentera, encore après guerre, de mettre un point final à leur existence. Finalement les succès des SAS en Afrique du Nord poussent l’EM allié à créer une brigade SAS interalliée. Ce sera enfin le salut et la valorisation de l’unité Belge qui est intégrée, grâce encore une fois à l’acharnement du Cpt BLONDEEL et à la valeur incontestable des ses hommes, à la brigade SAS du Brigadier Mc LEOD. À partir de ce moment l’entraînement déjà poussé va devenir démentiel à LOUDOUN CASTEL où ils sont installés en Ecosse. Blondeel volgt persoonlijk alle mogelijke cursussen en trainingen in de verschillende Britse trainingscentra. Hij past dezelfde wijze toe op zijn mannen die vlug tot echte specialisten gevormd worden. Wanneer hij met een deel van zijn Compagnie een uithouding en guerrilla training volgt in INTERLOCHY- CASTLE in Schotland wordt hun conditie en discipline vol bewondering opgemerkt door de Britse Generale Staf. De Belgische regering blijft evenwel de Compagnie steeds negeren terwijl de Franse SAS en de Britse SAS van Stirling zich reeds volop bewezen hebben in Noord Afrika. Daarop poogt BLONDEEL met alle middelen zijn eenheid te laten aansluiten bij de Geallieerde Luchtlandingstroepen. Hij bewijst volop de vaardigheden van zijn mannen waarop men hem voorstelt een stage te volgen bij het 8steParachute Bataljon van de 6° Airborn Divisie. Na meerdere nachten van oefeningen afgesloten met een mars van 80 km komt door een uiterst tevreden Commandant de onthutsende vraag “ maar wat te doen met één enkele compagnie”?? Daarop volgen allerlei beramingen en andere kunstgrepen om te bewijzen wie de beste eenheid is, wie zal ingezet worden zoals de eenheid van Kolonel PIRON die de naam “bevrijders” kreeg terwijl ze slechts de mooiste kant van de invasie mochten meemaken. Piron stelt grofweg voor de eenheid van Blondeel te ontbinden om aldus de specialisten van Blondeel zelf te kunnen inlijven! Blondeel begrijpt dat dit het einde zou betekenen van zijn Parachutisten eenheid, hij komt op zeer discrete wijze en op zeer hoog niveau tussen en kan de annulatie van het idee Piron bekomen. Kolonel Piron zal lange tijd na de oorlog nog steeds een harde verbittering overhouden tegenover de Parachutisten, en zal kort na de oorlog zelfs opnieuw trachten de Parachutisteneenheid te ontmantelen en af te schaffen. Uiteindelijk en na het succes van de SAS in Noord Afrika beslist de Geallieerde Generale Staf een SAS Brigade op te richten. Het zal eindelijk tot de erkenning leidden van de Belgische Parachutisten eenheid die, dank zij de hardnekkigheid van Kapitein Blondeel en aan de onbetwistbare waarde van zijn mannen, word opgenomen in de SAS Brigade van Brigadier Mc LEOD als “5° BELGIAN SAS SQUADRON”. De zware trainingen en maneuvers worden nog verder verscherpt en opgevoerd in LOUDOUN CASTLE waar de eenheid zich vestigt.

15

16 L’unité est composée à ce moment de deux régiment Britanniques (1st et 2nd SAS), de deux bataillons Français FFL (3rd et 4th SAS) et d’une compagnie Belge (5th SAS) d’autres nationalités, moins nombreuses, comme des Hollandais qui seront répartis avec les Belges. … Mc LEOD se retrouve à la tête d’une brigade de combattants exceptionnels. Mais tous ces hommes étaient avant tous des individus, avec une forte personnalité, venus de tous les horizons. À travers son passif et son entraînement, chaque sous unité, Belge, Française ou Anglaise s’était soudée pour devenir une unité constituée solide. Il fallait maintenant pouvoir gérer ce potentiel formidable et le fondre en une seule unité magnifique. Une poignée d’entre eux a déjà fait ses preuves en Afrique du Nord. Les premiers « Fantassins de l’air » Français et les SAS de STIRLING, le prédécesseur de Mc LEOD tombé entre les mains de l’ennemi lors d’un raid LRDP et emprisonné à la forteresse de COLDITZ. De SAS Brigade bestaat op dit moment uit 2 Britse regimenten (1° en 2° SAS), 2 Bataljons Franse FFL- SAS (3° en 4° SAS) en een Belgische Compagnie ( 5° SAS) en in mindere mate andere nationaliteiten die ingedeeld worden bij de Belgen. Mc Leod staat aan het hoofd van een zeer uitzonderlijke elite Brigade. Deze mannen waren vooral individuen met een zeer sterke persoonlijkheid, komende vanuit alle horizonten en gewesten. Door hun sterk doorgevoerde oefeningen en hun harde karakters was iedere individuele eenheid, Belgisch, Frans of British tot een sterke elite gevormd. Nu moest men deze potentiele eenheden tot een uniek geheel smeden. Enkelen onder hen hadden reeds met veel succes ervaringen opgedaan in Noord Afrika., de eerste Franse luchtfantasten en de SAS van Stirling, de voorganger van Mc Leod, die inmiddels bij een LRDP raid in handen van de vijand was gevallen en opgesloten werd in de versterkte vesting van COLDITZ.

17

18

19 Le Brigadier Mc LEOD remarquera vite son nouveau contingent Belge. Je cite son témoignage …les Belges étaient magnifiques. Tous parlaient Anglais et certains, engagés au Canada, parlaient fort peu Français ou Flamand. Leur discipline était admirable et mon État major les adorait. Leur chef, Eddy BLONDEEL, était un des meilleurs chefs de corps auxquels j’ai jamais eu affaire… Les SAS avaient besoin d’être bridés. Comme on peut l’imaginer, les ordres étaient reçus différemment par les trois groupes. D’une façon générale, les Belges faisaient ce qu’on leur disait, les Britanniques faisaient ce qu’on leur demandait si ça leur convenait, les Français perdaient l’ordre ou prétendaient ne jamais l’avoir reçu. Après un temps, les choses s’arrangèrent, et mon État Major mit au point des techniques adaptées pour traiter avec ces équipes mal assorties et profondément individualistes…Ca y est !! C’est le jour J -1, les premiers éléments de la Brigade SAS sont parachutés sur la France. Ils furent les premiers parachutistes à toucher le sol de France. Le premier à tomber sur sa terre natale est le Caporal Emile BOUETARD, à droite sur le cliché. Il avait 29 ans. Brigadier Mc Leod bemerkt vrij vlug zijn nieuw Belgisch component. Ik citeer zijn getuigenis “ De Belgen waren fantastisch, allen spraken Engels en sommigen die zich aangesloten hadden in Canada spraken Frans of Nederlands. Hun discipline was bewonderenswaardig en mijn Generale Staf was er dol op. Hun Chef EDDY BLONDEEL was een van de beste Korpsoverste waar ik nooit moest aan twijfelen” De SAS keek ernaar uit zich te bevestigen. Zoals men zich kan voorstellen werden de bevelen op verschillende manieren door de drie groepen uitgevoerd. Over het algemeen deden de Belgen wat hun opgedragen werd, de Britten deden wat hun opgedragen werd als ze er zin in hadden en de Fransen verloren de bevelen of beweerden de orders nooit ontvangen te hebben. Na korte tijd kwam alles op zijn pootjes terecht en mijn Generale staf stelde een systeem op punt om het werken met de verschillende mix en individualisten aanvaardbaar te maken». Eindelijk Dag –1 breekt aan !!! De eerste mannen van de SAS Brigade worden gedropt boven Frankrijk. Zij waren de eerste Parachutisten die voet op bezet Frans grondgebied zetten. De eerste Franse SAS die lande in zijn geboorteland was Korporaal Emile BOUETARD, rechts op de foto, hij was 29 jaar oud.

20 Cet épisode est souvent sous estimé et « étouffé » par l’énorme opération que représentait le débarquement, mais il faut savoir que la Bretagne abritait un potentiel de riposte militaire énorme, qui aurait pu être engagé très rapidement sur le front de Normandie et mettre en échec le débarquement avec une quasi certitude. Hors, pas une seule unité constituée n’a pu sortir de Bretagne grâce à l’action conjuguée de harcèlement et de sabotage des SAS Français et de 8000 résistants Bretons. Le maquis Breton, fort de ses traditions Chouannes, était le plus grand maquis de France. Tous ont payé un lourd tribut, dans l’anonymat. Les représailles de la milice et des forces d’occupation en Bretagne furent terribles !... Deze periode wordt vaak onderschat en komt weinig aan bod door de voorbereiding van de geallieerde operatie van de invasie in Frankrijk. Maar men moet weten dat in het Franse Bretagne een enorme vijandige militaire macht klaar staat die in geval van onmiddellijk inzet aan het front in Normandië de ganse invasie kon dwarsbomen en doen mislukken. Welnu, geen enkele van deze vijandige macht heeft Bretagne kunnen verlaten dankzij de gezamenlijke acties van sabotage en raids door de Franse SAS en 8000 Bretoense weerstanders. Het Bretoens verzet, steunend op zijn traditie van Chouannes, was de grootste verzetstroep van Frankrijk. Allen hebben een zware tol betaald in de anonimiteit. De represailles van de milities en de bezettingstroepen waren verschrikkelijk.

21 Les SAS Belges sont mis de côté. Ils sont réservés pour les opérations à venir, en Belgique, ça ne leur plait pas, mais c’est de bonne guerre. Du moins, c’est ce qu’on leur dit....! À la surprise de tous, le Brigadier Mc LEOD informe le Cpt BLONDEEL que les autorités Belges refusent que des SAS Belges soient parachutés en Belgique ???? (Et oui,…ça ne s’invente pas !) BLONDEEL n’y comprend rien et fulmine. Il parcourt les bureaux et couloirs des bâtiments occupés par le Gouvernement Belge de LONDRES à la recherche de celui qui est à l’origine d’une telle ineptie, mais ne le trouve pas. Avant même d'avoir affronté les Allemands, le Cpt BLONDEEL commence a découvrir de nouveaux ennemis, la bureaucratie et le monde politique. Le Brigadier Mc LEOD lui-même ne comprend rien et a pitié des Belges. Il obtient du Gouvernement Français l’autorisation d’utiliser des SAS Belges sur le territoire Français. Peu après le débarquement, 3 premières missions sont larguées en Normandie : « Chaucer » Lt GHYS + 4 SAS rejoints par 15 SAS le 09/08, durée 28/07 > 15/08 « Shakerspeare » Lt DEBEFVE + 5 SAS rejoints par 15 SAS le 09/08 durée 31/07 > 16/08 « Bunyan » Lt KIRSCHEN + 5 SAS rejoints par 15 SAS le 09/08, durée 03/08 > 18/08 Leur mission : surveiller les axes routiers Paris-Normandie, Paris le Mans, Orléans-Bretagne, renseigner, et dans un second temps harceler l’ennemi par des attaques de troupes, de convois et de dépôts. La nuit du 10 Aout, le Lt DEBEFVE prépare une embuscade à la sortie du village de LA FLECHE. tout près de La Chartre sur le Loir 30 Allemands y sont tués et le premier SAS Belge y perd la vie, le Sdt CARRETTE. De Belgische SAS wordt achter de hand gehouden voor operaties in Belgie maar zijn erg ontgoocheld, doch dit zijn de spelregels. Tenminste dit is wat men hen voorhoud. Tot ieders verbazing meld Brigadier Mc Leod aan Blondeel dat de Belgische autoriteiten weigeren dat de Belgisch SAS gedropt wordt op Belgisch grondgebied. ( Waarlijk, dit is geen verzinsel !) Blondeel begrijpt er niets van en fulmineert. Hij loopt door de burelen en gangen van de gebouwen waar de Belgische regering van Londen vertoeft op zoek naar de verantwoordelijke die aan de basis ligt van dergelijke onzinnigheid maar vindt niemand. Nog voor Kapitein Blondeel de Duisters trotseert ontdekt hij nieuwe vijanden zijnde de bureaucratie en de politieke wereld! Brigadier Mc Leod begrijpt er zelf niets van en heeft medelijden met de Belgen. Hij bekomt van de Franse regering in Londen de toelating de Belgische SAS in te zetten op Frans grondgebied. Kort na de Invasie worden drie Belgische SAS operaties gedropt in Normandië. - Ops Chaucer advance party Lt Ghijs + 4 SAS mannen daarna op 09/08 aangevuld door een squad van 15 SAS mannen- duur 28/07 tot 15/08. - Ops Shakespeare advance party Lt Debèfve + 5 SAS mannen daarna op 09/08 aangevuld met 15 SAS mannen, duur 09/08 tot 16/09 - Ops Bunyan advance party Lt Kirschen + 5 SAS mannen daarna op 09/08 aangevuld met een squad van 15 SAS mannen, duur03/08 tot 18/08. Hun opdracht is toezicht houden op de verkeersassen Paris-Normandië, Parijs-Le Mans en Orléans-Bretagne, inlichtingen inwinnen over de terugtrekkende Duitse troepen en doorseinen naar Londen en in tweede instantie de vijand verontrustten door aanvallen op hun troepen en konvooien. De nacht van 10 augustus bereidt Lt Debèfve een hinderlaag voor bij het verlaten van het gehucht La Flèche nabij La Chartre sur le Loir. 30 Duitsers worden gedood en de eerste Belgische SAS, de Kortrijkzaan ROGER CARRETTE sneuvelt er op het veld van eer.

22 A partir de ce moment les opérations vont se succéder à une vitesse folle, à la mesure de l’avancée des alliés en France. 14 squads Belges en tout seront largués en OP en France. Leurs missions : renseignement, contact avec la résistance locale, sabotage, harcèlement, désorganisation. Vanaf dit moment zullen de operaties aan een razend tempo elkaar opvolgen, evenredig aan de vorderingen van de geallieerde troepen in Frankrijk. Er zullen 14 squads Belgische SAS gedropt worden in Frankrijk. Hun opdracht was steeds inlichtingen verzamelen en doorseinen naar Londen, contact opnemen en samenwerken met de plaatselijke weerstand, de vijand verontrustten met sabotage daden, intimidatie en desorganiseren van de vijand.

23 Dès qu’ils sont rejoints par les troupes au sol, les SAS rejoignent l’Angleterre. Certains pour se rééquiper et effectuer une seconde mission dans la foulée. Mais le mystère de l’interdiction de pénétrer sur le territoire Belge subsiste toutefois. (il ne sera jamais élucidé…) BLONDEEL décide de contourner le problème à sa manière. Le Lt RENKIN, est parachuté en mission avec son squad dans les Ardennes Françaises toujours occupées. Lors d’un contact radio depuis l’Angleterre, le Cpt BLONDEEL lui demande ; parallèlement à sa mission initiale ; d’effectuer une infiltration et de passer la frontière Belge dans les Ardennes, puis de reprendre contact. RENKIN s’exécute et sera donc le tout premier Belge a pénétrer sur le territoire national. Il se localise auprès de BLONDEEL. Ce dernier demande ensuite au Général Mc LEOD l’autorisation d’être parachuté avec un squad à l’endroit ou se trouve RENKIN. (le maquis de GEDINNE) Mc LEOD lui demande de localiser l’endroit sur une carte. Mc LEOD : mais …. C’est en Belgique ! BLONDEEL : ah ?!, je n’avais pas remarqué. Mc LEOD : et bien,… disons que je ne l’ai pas remarqué non plus ! Zodra de Belgische SAS te velde contact leggen met de geallieerde troepen worden ze teruggeroepen naar hun basis in Engeland. Enkelen onder hen om vlug hun uitrusting te vernieuwen en aan te vullen om daaropvolgend onmiddellijk een tweede operatie uit te voeren. Maar het mysterie rond het verbod om tot op het Belgisch grondgebied te doordringen blijft. ( het zal nooit opgehelderd worden ). Blondeel beslist om dit verbod op zijn eigen manier te omzeilen. Lt Renkin wordt gedropt met zijn squad in de nog steeds bezette Franse Ardennen. Tijdens een radio contact met Engeland vraagt Kap Blondeel hem om parallel aan zijn oorspronkelijke opdracht de Belgische grens te overschrijden en door te dringen tot in de Belgische Ardennen en daarna opnieuw radiocontact op te nemen. Renkin voert zijn opdracht perfect uit en zal aldus de allereerste Belg zijn die doordringt op Belgische bodem. Hij geeft zijn coördinaten door aan Blondeel die op zijn beurt de toelating vraagt aan Brigadier Mc Leod om een Belgische SAS squad te droppen op de plaats waar Renkin zich bevindt. ( basis van de ondergrondse van GEDINNE) Mc Leod vraagt Blondeel de coördinaten te lokaliseren op kaart. M C L EOD ; Maar Blondeel het is Belgisch grondgebied !!! B LONDEEL : Ah ik had het niet opgemerkt (sic). Mc L EOD ; Wel laat ons zeggen dat ik het ook niet heb opgemerkt !

24 Les squads SAS Belges vont dès lors entrer en action, au devant des alliés, en Belgique. Ils sont largués sur GEDINNE (BLONDEEL), Bois Saint Jean, près de SPA et dans le Limbourg Flamand. Le squad du Lt Van der Heyden atterrit même par erreur près de Monschau (Monjoie) en …Allemagne, tout près de la forêt de Huertgen qui deviendra célèbre un peu plus tard. Ils seront, sans le vouloir, les premiers à mettre les pieds dans le grand Reich. Ils devront s’exfiltrer en traversant la ligne Siegfried, à l’envers, pour rejoindre leur zone de mission à SOLWASTER Alors que les squads Belges sont passés à l’action, BLONDEEL reçoit via la Brigade SAS un message de la 2è section de la Défense nationale à LONDRES, étonnée de sa présence en Belgique et l’enjoignant de trouver le Cdt BASTIN, commandant de la zone « V ». Il le trouve dans la région de SOMME- LEUZE. BASTIN est étonné et ne savait rien de l’ordre donné par la Défense à LONDRES. Il est cependant heureux de ce soutien providentiel des SAS. Il est décidé que leurs nouvelles bases d’action seront Chevetogne et Rendeux. Ils vont ensemble nettoyer la zone. BLONDEEL donne ces ordres de regroupement à ces hommes restés à GEDINNE mais la brigade SAS a déjà donné les siens. Tous les squads en opérations doivent rejoindre ASAP l’Angleterre. On rassemble les forces pour les opérations à venir sur la Hollande… Se rendant à Bruxelles ou il avait fixé rendez-vous à tous ses paras en fin de mission, il apprend que le Lt LIMBOSCH, son ami des débuts, et le Sgt MELSENS sont tombés dans le Limbourg Flamand. De Belgische SAS squads zullen vanaf dan in volle actie treden voor de geallieerde troepen in Belgie. Zij worden gedropt in GEDINNE (Blondeel ) bos van St Jean dichtbij SPA en in het Vlaamse LIMBURG. De squad van Lt Van Der Heyden land zelfs per vergissing in MONSCHAU in DUITSLAND dicht bij HUERTGENWALD die later beroemd zal worden. Zij zijn de eerste geallieerde troepen die, zonder het te beseffen, voet zetten op het grote REICH. Zij moeten ongemerkt de Siegfriedlijn in omgekeerde richting oversteken om hun operatiezone in SOLWASTER te bereiken. Terwijl de Belgische squads volop in actie zijn ontvangt Blondeel via de SAS Brigade een bericht van de 2° sectie van de Belgische Defensie in Londen, die zeer verwondert was dat hij zich op Belgische bodem bevond, met de vraag zich onmiddellijk bij Cdt BASTIN, commandant van de sectie “V” te voegen. Hij vindt hem in de omgeving van SOMME-LEUZE. BASTIN is ten zeerste verwonderd en weet niets af van de orders gegeven door Defensie te Londen. Inmiddels is hij sterk verheugd door de onverwachte hulp van de SAS. Zij beslissen om hun nieuwe actiezones door te voeren tot Chevetogne en Rendeux. Zij zullen samen de zone veilig maken. Blondeel geeft bevel zijn troepen te verzamelen te Gedinne maar de SAS Brigade had andere orders. Alle SAS Squads kregen opdracht zo spoedig mogelijk hun basis in Engeland te vervoegen. Men verzamelt de troepen voor de komende operaties in Holland. Wanneer Blondeel zich te Brussel vervoegt op de plaats van afspraak verneemt hij dat Lt Limbosch, zijn vriend vanaf het begin, en Sgt Melsens gesneuveld zijn in Limburg gedurende operatie Caliban.

25 Une dizaine d’hommes seulement ( 2 squads et des isolés) du 5th SAS sont parachutés en Hollande. Pour les autres il est trop tard, la Brigade SAS a décidé de suspendre les opérations parachutées et de convertir l’unité Belge en unité de reconnaissance motorisée sur jeep. C’est 6 jours avant l’opération Market Garden que les 2 squads belges sont droppés sur la Hollande avec pour mission essentielle le renseignement et l’organisation de la résistance locale. Dans chaque squad il y a des Belges Néerlandophones pour des raisons évidentes. Il s’agit des OP « Regan-Fabian » Lt KIRSCHEN 15 septembre 44 et « Gobbo-Portia » Lt DEBEFVE, 26 septembre 44. Ces deux unités vont appuyer l’opération Market Garden par du renseignement, mais suite à la tournure tragique de l’opération MG, ces deux missions vont rester coincées plus de 6 mois derrière les lignes ennemies sans possibilité d’exfiltration. Elles vont cependant continuer a transmettre des renseignements d’importance stratégique et, avec l’aide de la résistance locale, elles vont participer à l’exfiltration de pilotes alliés vers leurs lignes. En parallèle de ses deux missions principales, l’opération « Timon » voit parachuter un opérateur radio, R HOLVOET, lequel sera pris en novembre et fusillé en Avril 45. Slechts een tiental mannen ( 2 squads en enkele geïsoleerde) van de 5° SAS worden gedropt in Holland. Voor de anderen is het te laat. De SAS Brigade beslist de droppings te annuleren en de eenheid om te bouwen tot een gemotoriseerde verkenning eenheid op Jeeps. Zes dagen voor de aanvang van Operatie Market Garden worden 2 Belgische SAS squads in Nederland gedropt met als voornaamste opdracht het plaatselijk verzet te organiseren. Elke squad bestaat vanzelfsprekend uit Nederlandstalige Belgen. Het betreft Ops REGAN-FABIAN van Lt Kirschen op 15 september 1944 en Ops GOBBO-PORTIA van Lt Debèfve op 26 september 1944. Deze twee squads zullen Ops Market Garden ondersteunen met hun bekomen informaties. Maar door de faliekante en dramatisch afloop van Ops Market Garden zullen deze twee squads meer dan zes maanden geïsoleerd in bezet gebied vertoeven zonder enige mogelijkheid om de bevriende lijnen te vervoegen. Zij zullen echter onversaagd zeer belangrijke strategische informatie blijven doorsturen en met de hulp van het plaatselijk verzet zullen zij het mogelijk maken menige gestrande geallieerde piloten de lijnen te laten overschrijden. Aanvullend aan deze twee gevaarlijke en belangrijke missies wordt bij Ops TIMON radio operator Kpl Raymond Holvoet gedropt, Raymond Holvoet zal later verraden worden, opgepakt door de SS en gefusilleerd worden op 10 april 1945 aan de oevers van de IJssel te Hattem nabij Zwolle.

26 23 Au cours d’une dernière mission en Hollande, l'opération « Friesland », l’Adjudant GROENEWOUT, Néerlandophone, est parachuté avec 3 officiers Hollandais en Frise. Ils formeront 700 résistants locaux au combat. Cette mission s’achèvera le 22 Avril 1945. Pendant tout ce temps d'innombrables missions sont effectuées par des unités SAS Françaises et Anglaises au-devant de l’avancée alliée, sur tous les fronts occidentaux. Dès l’instant où le Cpt BLONDEEL reçoit l’ordre de transformer son unité en unité de reconnaissance motorisée il s’attèle, avec ses hommes, à transformer ces jeeps willys en véhicules de combat blindés et fortement armés, à l’image de leurs grandes sœurs de Libye… À ne pas confondre avec les missions « Amherst » (+- 1000 SAS largués en Hollande, 1st & 2nd British SAS et 3éme et 4éme SAS de la France Libre) faisant partie de la mission « Larkswood » visant à couper la Hollande en deux (une nouvelle fois,… mais la bonne cette fois). Cette mission est effectuée dans la nuit du 7 au 8 Avril 1945 et la compagnie Belge y sera engagée en qualité d’unité de reconnaissance motorisée en tête des unités au sol. En novembre 44 l’unité Belge au complet rentre en Belgique libérée. Elles s’installe au Château de TERVUREN (actuel musée colonial) Les rangs sont étoffées de jour en jour par de nouveaux candidats et l’effectif passe à 320 hommes. Le 5th SAS devient « BELGIAN SAS RECCE SQUADRON » Tijdens een laatste missie in Holland, Ops Friesland, wordt Adj Groenewout, een Nederlandssprekende SAS, gedropt in Friesland samen met 3 Hollandse Officieren. Zij zullen 700 plaatselijke weerstanders tot gevecht strijders vormen. Deze missie zal afgesloten worden op 22 april 1945. Gedurende die periode worden verschillende opdrachten uitgevoerd door Franse en Britse SAS in de voorlijnen van de geallieerde troepenmacht op het Westfront. Vanaf het ogenblik dat Kap Blondeel zijn orders ontvangt om zijn eenheid om te vormen tot gemotoriseerde verkenningseenheid spant hij zich in om samen met zijn mannen de Willys Jeeps te verbouwen tot geblindeerde en zwaar bewapende Jeeps naar het voorbeeld van hun grote zustereenheid eertijds in Libië… Niet te verwarren met Ops Amherst ( meer dan 1000 SAS worden gedropt boven Holland, 1° en 2° Britse SAS en 3° en 4° Franse SAS) deel uitmakend van “ Ops Larkswood” met doel Holland in twee te snijden (opnieuw, maar deze maal met succes). De operatie vangt aan in de nacht van 7 op 8 april 1945 en de Belgische Compagnie zal deze maal ingeschakeld worden als verkenningstroepen voor de geallieerden. In November 1944 zal de compagnie op zijn geheel eindelijk het vrije Belgie betreden. Zij wordt ingekwartierd in het kasteel van TERVUREN (momenteel het Nationaal Museum ). De rangen worden dagelijks aangevuld met nieuwe kandidaten en het effectief bedraagt nu 320 mannen. Het 5° SAS wordt nu “BELGIAN SAS RECCE SQUADRON “

27 jeeps willys transformées en véhicules de combat. Willys jeeps omgezet in gevechtsvoertuigen

28 Mais déjà le spectre de la bêtise politique plane à nouveau sur l’unité. Estimant qu’il n’y aura plus d’opérations aéroportées pour les Belges, certaines augures veulent tout simplement dissoudre l’unité, sans doute « en guise de remerciement pour services rendus à la patrie ». Le défilé du 11 novembre s’annonce à BRUXELLES et les SAS viennent de toucher leur béret amarante (il était noir jusque là). BLONDEEL donne pour instruction à ses hommes de fixer droit dans les yeux un homme politique de son choix assis dans la tribune, au moment du « tête à droite ». L’effet est sans appel, l’aumônier Jourdain qui s’était glissé dans les tribunes entend murmure « on ne peut pas supprimer ça ! » Une nouvelle fois l’unité est sauvée. Maar opnieuw verschijnt het spook van politieke, of gewilde domme onwetendheid, boven de compagnie. Gissen dat er geen luchtlandingen operaties meer zullen zijn voor de Belgen zijn er enkele die de bedenkingen maken de volledige eenheid te willen ontbinden, zonder meer, als dankbaarheid voor de bewezen diensten aan het vaderland. Het defilé in Brussel van 11 november komt eraan en de SAS hebben zopas hun wijnrode muts ontvangen ( voordien droegen ze een zwarte muts ). Blondeel geeft al zijn mannen de opdracht recht in de ogen te staren van een willekeurig gekozen politieker zittend op de tribune en dit op het moment van het bevel “hoofd naar rechts “. De reactie is hevig voelbaar en Aalmoezenier Jourdain, die zich tussen de politiekers had genesteld, hoorde mompelen “Maar dit kunnen we toch niet ontbinden !” De eenheid was voor de zoveelste maal gered. Le Régiment Parachutiste SAS défile avec son commandant en tête le 11 novembre 1944 à BRUXELLES. Het Regiment Parachutisten SAS defileert met aan het hoofd hun Commandant op 11 november 1944 te Brussel.

29 Les SAS dans les Ardennes Belges. De SAS in de Belgische Ardennen.

30 L’escadron recce SAS est rapidement engagé du 19 au 23 décembre 44 suite à l’offensive des Ardennes qui vient de débuter. Une colonne de 24 jeeps quitte Tervuren. Objectifs et mission : les ponts de la Meuse entre LIEGE et GIVET (objectifs évidents de l’offensive) et renseignements sur l’avancée de l’ennemi. Le 28, l’unité est mise sous commandement du 62nd Recce Rgt de la 6th British Airborne. Ils installent leur base à FROIDFONTAINE. C‘est alors l’opération « REGENT » les 29 et 30 décembre 44. L’escadron assure la reconnaissance sur l’axe de progression et assure la protection du flanc droit britannique. Ils assurent aussi la liaison avec les SAS Français qui ont la même mission au sud. (Opération "FRANKLIN" ) Les Français sont basés à LIBIN et assurent la protection du flanc gauche de la troisième armée US. Les recrues de septembre ayant terminé leur formation, l’unité a grossi encore un peu pour former maintenant le « 1st BELGIAN SAS REGIMENT ». Le 03 Avril 45 le major BLONDEEL reçoit l’ordre de mettre son unité à la disposition de l’opération « LARKSWOOD » 1000 parachutistes SAS Anglais, Français et Belges vont participer à cette opération visant à couper la Hollande en deux et à isoler les troupes restées à l’ouest de leur axe de progression. Le 1st Belgian SAS doit opérer avec ses jeeps en tête de la 4ème division canadienne. Les SAS Français et Anglais des 1st, 2nd, 3ème et 4ème SAS sont largués dans les lignes Allemandes (opération AMHERST). Le 08 Avril les Belges sont rattachés à la division Polonaise et prennent d’assaut le pont de Hoogeveensche vaart et permettent à la division de le franchir sans encombre. Le 11 ils évacuent des SAS Français blessés à Westerbork. Le 12, les durs combats pour le pont de Veele font trois morts dans leurs rangs. Bij de aanvang van het Ardennen offensief wordt het Belgisch SAS Recce Eskadron vlug ingezet van 19 tot 23 december 1944. Een colonne van 24 jeeps verlaat Tervuren. Doel en opdracht; de bruggen over de Maas tussen LUIK en GIVET (doel van het vijandelijke offensief) en inlichtingen bekomen over de vordering van de vijand. Op 28 december wordt de eenheid onder het bevel gevoegd van het 62nd Recce Rgt van de 6° Britse Airborn Divisie. Zij installeren hun basis in FROIDFONTAINE. De naam wordt Operatie REGENT op 29 en 30 december 44. Het eskadron verzekerd de verkenning op de vordering as en beschermd de rechter flank van de Britten. Zij staan ook in voor de verbinding met de Franse SAS die dezelfde opdracht uitvoert in het zuiden (Ops FRANKLIN). De Fransen hebben hun basis opgeslagen in LIBIN en beschermen de linker flank van het 3° Amerikaanse leger. De rekruten die binnenkwamen in september en hun opleiding beëindigd hebben sluiten zich aan en vormen vanaf nu “FIRST BELGIAN SAS REGIMENT”. Op 3 april 45 ontvangt MAJOOR BLONDEEL de orders zijn eenheid ter beschikking te stellen van “Operatie LARKSWOOD”. 1000 Britse, Franse en Belgische SAS zullen deelnemen aan deze operatie met als doel Holland doormidden te snijden en de vijandelijke troepen die zich ten westen bevinden af te zonderen en te isoleren. Het 1° Belgian SAS opereert met zijn jeeps op kop van de 4° Canadese divisie. De Franse en de Engelse SAS 1°- 2°- 3° en 4° SAS zullen gedropt worden op de Duitse lijnen ( Ops AMHERST). Op 8 april 1945 worden de Belgen ingedeeld als voorhoede van de Poolse divisie en nemen op 9 april na zware gevechten de Overhesselerbrug in. Deze brug over de Hoogeveens vaart laat de Poolse divisie toe zonder problemen hun vordering verder te zetten. Op 11 april ontzetten de Belgen enkele Franse SAS’ers die gekwetst waren in Westerbork. Op 12 april vind een verschrikkelijk gevecht plaats aan de brug te Veele waar de Belgische SAS drie gesneuvelden betreurt.

31 Ils atteignent la mer du nord et accomplissent leur mission. Le Major BLONDDEL se souvient d’une anecdote de cette période de commandement Polonais. Arrivés à proximité du but, la mer du nord, il reste à neutraliser une forte batterie côtière. Un officier désigne les Belges pour attaquer de front, en jeep, sur un terrain découvert cette batterie. Un suicide qui aurait exterminé l’unité en quelques instants. BLONDEEL accepte à condition qu’il puisse participer à l’assaut avec l’officier Polonais. Ce dernier décline l’offre et envisage une autre manœuvre. BLONDEEL lui dit : « Au fond ce que vous voudriez c’est que le communiqué de ce soir annonce qu’une unité Polonaise à atteint la mer en face d’EMDEN. Oui? alors c’est simple, un officier va aller remplir sa gourde d’eau de mer ; ça constituera la preuve »… Ce « refus » d’ordre sauvera certainement et physiquement cette fois l’unité SAS Belge. De la Hollande, le « 1st Belgian SAS Rgt » passe en Allemagne le 21 Avril 45 où il est placé en tête de la 2ème Brigade Blindée Canadienne. Ils avancent en tête, en alternance avec le « 1st British SAS Rgt », jusqu’à quelques kilomètres de Whilhelmshaven où ils apprennent la capitulation de l’Allemagne le 08 Mai 45. Leur mission ne s’arrête pas pour autant. Ils sont formés en groupes motorisés et placés à disposition des services secrets du 21éme groupe d’Armée et se mettent à la chasse aux nazis durant 6 semaines à travers l’Allemagne. Le général Michael CALVERT, qui a remplacé le Brigadier Mc LEOD à la tête de la Brigade SAS, dit dans un article intitulé « les dernières opérations SAS »: …les Belges multilingues et discrets furent mis à la disposition des services secrets du 21ème groupe d’armée pour participer à la chasse aux criminels de guerre nazis. A leur tableau le maréchal Von Ribbentrop, Ministre des Affaires Etrangères et le gouvernement de l’Amiral Doenitz… En effet l’escadron B capturera Von Ribbentrop et l’ensemble du gouvernement Doenitz. C’est le 1 Sgt GOFFINET qui arrêta Von Ribbentrop. De Belgische SAS bereikt de Noordzee en hebben aldus hun opdracht succesvol volbracht. Majoor Blondeel herinnert zich uit die periode een anekdote met de Poolse bevelhebber ; Aangekomen dicht bij het beoogde doel, de Noordzee, komt onze SAS frontaal tegenover een zware Duitse kustbatterij te staan. Een Poolse officier beveelt de Belgen met hun jeeps de zware batterij frontaal aan te vallen in open veld. Een zelfmoord actie die de eenheid volledig zou vernietigen. Blondeel aanvaardt de aanvalsopdracht op voorwaarde dat hij mag deelnemen samen met de Poolse Officier. Deze laatste bedankt genereus voor het aanbod en zoekt naar een andere oplossing. Blondeel antwoord hem “ in feite wil je enkel vanavond in een mededeling verklaren dat de Poolse eenheid de Noordzee tegenover EMDE bereikt heeft. Ja ? Wel een Belgisch Officier zal zijn drinkbus vullen met Noordzee water, dit zal het bewijs zijn “ Deze “bevelsweigering” zal dit maal de eenheid van de Belgische SAS een zekere vernietiging voorkomen. Van Nederland vertrekt op 21 april 1945 het “1° Belgische SAS Regiment” richting Duitsland waar het wordt ingedeeld in de voorhoede van de 2° Canadese Pantserbrigade. Zij vorderen vooraan afwisselend met het 1° Britse SAS regiment tot op enkele kilometers van Wilhelmshaven waar zij op 08 mei 1945 de capitulatie van Duitsland vernemen. Hun opdracht is evenwel niet ten einde. Als gemotoriseerde eenheid worden ze nu ingeschakeld in de geheime diensten van het 21° leger en beginnen ze aan de jacht op Nazi’s over geheel Duitsland en dit gedurende 6 weken. Generaal Michael Calvert, die inmiddels Brigade Generaal Mc Leod vervangen had aan het hoofd van de SAS Brigade, schrijft in een artikel “De laatste SAS operaties “ ; De Belgen, meertalig en zeer discreet, werden ter beschikking gesteld van de geheime diensten van de 21° Legermacht om mee te werken aan de jacht op nazi oorlogsmisdadigers. Op hun score : Rijksmaarschalk Von Ribbentrop, minister van buitenlandse zaken, en de ganse regering van Admiraal Doenitz”. Inderdaad het B squadron arresteerde Von Ribbentrop en de ganse regering Doenitz. Het is 1° Sergeant GOFFINET die Von Ribbentrop arresteerde !

32 C’est au cours de cette mission de « counter intelligence », que pour la première fois, les Commandos de DANLOY et les Paras SAS de BLONDEEL vont travailler côte à côte. Ils s’entendent déjà très bien mais ne savent pas encore, qu’ensemble, ils vont former plus tard l’unité « Para-Commando » de Belgique… Het is gedurende de operatie “Counter Intelligence” voor de eerste maal dat de Commandos van DANLOY en de SAS Para’s van BLONDEEL samen werkten. Zij werken reeds zeer vlot samen maar beseffen nog niet dat ze later samen de Belgische “Para-Commando “ eenheid zullen oprichtten.... De G à D – Lt-Col Danloy, Maj Vivario, Lt-Col Blondeel, Maj Delelienne, Maj BEM Deperdange ( 1953 )

33 L’après-guerre... En Juillet 45, tout le Régiment SAS rentre en Belgique, à Tervuren. Il devrait y suivre des entraînements pour d’éventuelles missions en Moyen Orient. Le 05 juillet 45 tout le Régiment rassemblé entend la dernière proclamation officielle de son chef qui la termine par ces mots... « La guerre en Europe est gagnée. Gardons nous de perdre la paix « On proposera au chef des SAS, devenu Lieutenant-Colonel eu égard à ses états de service et à ses compétences, de devenir Ministre de la Défense, mais il refusera. Il ne veut pas faire de politique. Son caractère entier ne lui permet pas de faire de la politique et de prendre des décisions qui vont à l’encontre de ses convictions. Par contre il est très attentif à l’avenir de son Régiment et sait qu’il est fragile. Il est en effet difficile, face une certaine classe politique, de justifier de l’utilité d’une unité parachutiste dans un monde en paix. Ne dit on pas pourtant "si tu veux garder la paix, prépare la guerre" ? Il demande à ces cadres, aspirant pourtant au retour à la vie civile, de rester encore un peu sous les drapeaux pour assurer la consistance et la continuité du Régiment. La toute grande majorité accepte. Ils seront l'ossature de la nouvelle unité naissante. Une école de cadres est créée. On l’appelle encore aujourd’hui la « school Para-Commando ». La dissolution du Régiment dans l’armée d’après-guerre plane toujours. Un certain Général PIRON y est particulièrement favorable. Il verrait bien la disparition de ceux qui, en Angleterre, ont échappé à son commandement. En Janvier 46 il déclare « tout ça doit rentrer dans l’ordre ».« Tout ça » étant les Parachutistes SAS et les Commandos. Le 22 Octobre 46, le Prince Régent remet leurs étendards aux Lt-Col DANLOY le chef des bérets verts, et BLONDEEL et celui des bérets rouges. De naoorlogse periode …Juli 1945, het ganse Regiment SAS vertrekt naar Tervuren Belgie. Zij moeten er zware trainingen volgen voor eventuele opdrachten in het Midden Oosten. Op 5 juli 1945 verzamelt het volledige Regiment voor een laatste officiële toespraak van zijn Chef die eindigt met de woorden … “ De oorlog in Europa is gewonnen. Laten we nu echter over deze vrede waken”. Men stelt de Chef van de SAS, die inmiddels tot Luitenant-Kolonel benoemd werd voor zijn geleverde succesvolle dienstjaren en zijn vaardigheden, voor om de post van Minister van Defensie op te nemen, maar Blondeel weigert, hij wil niet aan politiek doen. Zij sterk karakter is niet geschikt om aan politiek te doen en beslissingen te nemen die niet aan zijn waarden voldoen en indruisen tegen zijn overtuigingen. Daarentegen volgt hij van zeer nabij de toekomst van zijn Regiment en weet dat deze zeer gevoelig ligt. Het is inderdaad moeilijk de politiek te overtuigen in wereld van vrede het nut van een elite eenheid Parachutisten te behouden en te verantwoorden. Maar beweert men niet “ Behoud de vrede door oorlog voor te bereiden ?” Hij vraagt aan zijn kaderleden die uitkijken om naar het burgerleven terug te keren nog enkele tijd in dienst te blijven om de continuïteit van het Regiment te verzekeren. De grote meerderheid aanvaard te blijven. Zij zullen de ruggengraat zijn van de opkomende nieuwe eenheid. Er wordt een school voor de kaders opgericht. Men noemt deze school nog tot op heden de “ Para- Commando school”. De ontbinding van het Regiment blijft evenwel dreigen. Een zekere Generaal PIRON is een zekere voorstander ervan. Hij zou graag de vele mannen, die hem in Engeland ontsnapten aan zijn bevel, nu zien verdwijnen. In januari 1946 verklaart hij “ dit alles moet op orde gesteld worden”. Met dit alles bedoelt hij de SAS Parachutisten en de Commando’s. Op 22 oktober 1946 overhandigd de Prins Regent de Standaard aan Lt Kolonel DANLOY, oprichter en chef van de groene mutsen de Belgische Commandos en Lt Kolonel BLONDEEL stichter van de wijnrode mutsen de Belgische Parachutisten.

34 Il porte dans ses plis les inscriptions suivantes : Normandie, Belgique, Ardennes, Emden, Oldenburg. L'étendard porte la fourragère de l'ordre de Léopold et la croix de guerre Française. Het vaandel draagt de vermeldingen NORMANDIE- BELGIE- ARDENNEN- EMDEN – OLDENBURG. De Standaard draagt eveneens de linten van de Orde van Léopold en het Franse Oorlogskruis. Le 22 octobre 1946, à BRUXELLES, le Prince Régent remettait au lieutenant-colonel BLONDEEL l'étendard du Régiment Parachutistes. Le Spécial Forces Group reprendra les traditions du Régiment de Parachutistes, suite à la dissolution du 1er Bataillon de Parachutistes et aura l'honneur de veiller sur l'étendard confié à sa garde. 22 Oktober 1946, Brussel, de Prins Regent overhandigd aan Lt Kolonel BLONDEEL de Standaard van het Regiment Parachutisten. Ten gevolge van de ontbinding van het 1° Bataljon Parachutisten zal de Special Forces Group de tradities van het Regiment Parachutisten overnemen en de eer krijgen te waken over de Standaard die hen werd toevertrouwd.

35 Le Général PIRON y assiste. DANLOY et BLONDEEL décident de le rencontrer et lui suggèrent de mettre en avant le rôle primordial de l’infanterie dans l’armée de demain. PIRON acquiesce. Alors ils lui font la suggestion de former une unité d’infanterie d’élite formée de Paras et de Commandos: le Régiment Para- Commando. Le prestige dégagé par cette unité s’étendrait sur toute l’infanterie et serait la fierté de l’Armée Belge. Le Général PIRON est conquis ! En 1991, le Lt-Col BLONDEEL, voyant que le Régiment Para-Commando est devenu une Brigade, dit que cette entrevue avec le Général PIRON était l’un de ses meilleurs souvenirs d’après-guerre. Reste le problème des formations spécifiques. En Belgique l’arme parachutiste n’existait pas et rien, ni même les avions, n’est prévu pour leur entraînement et leur formation. Les paras continuent à être formés à RINGWAY et plus tard à UPPER-HEYFORD en Angleterre. Tout cela à un coût et il est décidé de créer un centre d’instruction para. En 1949 on choisit la plaine de SCHAFFEN Le Ce Para y est toujours installé de nos jours. Des tests sont effectués avec des bombardiers aménagés à l’anglaise et le feu vert est donné par le Gouvernement. Plus tard le C119 deviendra, avant le C130 l'avion largueur. C’est le vétéran Cpt VAN DER HEYDEN qui en prend le commandement et des vétérans SAS sont envoyés en Angleterre pour suivre les cours de dispatcher, plieur, spécialiste ballon. Parallèlement, les Commandos de DANLOY s’installent à la citadelle de NAMUR dont la superstructure se voit rapidement envahie de pistes d’obstacles, de parcours de vertige, de combattant, de cordes. Le Ce Commando migrera un peu plus tard, en 1947, vers le site plus approprié des rochers de Marche-Les-Dames, le long de la Meuse au pied du Château d'Arenberg. Le Ce Cdo y est toujours installé de nos jours et l’instruction s’y donne toujours dans la plus pure tradition et le « spirit » des anciens d’ Achnacarry en Ecosse. Generaal Piron is aanwezig. Danloy en Blondeel beslissen om hem te ontmoeten en wijzen hem op de cruciale rol voor de infanterie in het toekomstige leger. Piron beaamt dit volledig. Daarop stellen zij voor een elite infanterie te vormen met Para’s en Commandos ; het Regiment Para-Commando. De prestige die deze eenheid zou uitstralen over de ganse Infanterie eenheid zou de fierheid van het ganse Belgische leger dragen. Generaal Piron is overtuigd. In 1991 stelt Lt Kolonel Blondeel vast dat het Regiment Para-Commando uitgegroeid is tot een Brigade, terugdenkend aan zijn onderhoud met Piron was dit volgens hem een van zijn beste naoorlogse herinneringen. Blijft het probleem van de specifieke opleidingen. In Belgie bestaat er geen enkele mogelijkheid tot parachuteren, er waren zelfs geen vliegtuigen beschikbaar. De Para’s vervoegen RINGWAY en later UPPER-HEYFORD in Engeland en krijgen daar hun opleiding. Dit alles kost veel geld en er wordt beslist een eigen Para trainingscentrum op te richten. In 1949 valt de keuze op het vliegveld van SCHAFFEN. Heden ten dage is het Trg C Para er nog steeds werkzaam. Testen worden uitgevoerd met bommenwerpers die aangepast worden volgens de Engelse normen en men bekomt het groen licht van de regering. Later zal de C119 ingezet worden als de voorganger van de C130. Het is SAS veteraan Kapitein VAN DER HEYDEN die als eerste het bevel over het centrum voert en andere SAS veteranen worden naar Engeland gestuurd om er cursus te volgen als dispatcher, plooier, en ballon specialist. Terzelfdertijd installeren de Commandos van Danloy hun basis op de Citadel van Namen, waar het terrein vlug aangepast wordt met hindernissen, koorden, hoogte en gevechtspistes. Het Trg C Commando zal later verhuizen en zijn intrek nemen aan de rotsen van Marche les Dames langs de Maas en aan de voet van het Kasteel d ’ARENBERG. Het Trg C Commando bevindt er zich nog steeds en de opleidingen worden nog immer gevoerd met dezelfde SPIRIT en in pure TRADITIE zoals de voorgangers in ACHNACARRY SCHOTLAND.

36 En 1947, le Capitaine Van der Heyden est chargé de fonder une école de parachutisme militaire en Belgique. Il envoie Bob Schils et six autres parachutistes à la"Parachute Training School" à Upper-Heyford (UK) pour suivre la formation et obtenir le brevet de Dispatcher (Instructeur de saut). Fin Février 1947 deux autres groupes retournent en Angleterre afin d'apprendre les techniques de pliage et de réparation des parachutes mais aussi pour se familiariser à l'usage du ballon comme moyen de transport pour les sauts d'entraînement. In 1947 word Kapitein Van der Heyden opgedragen een Parachutisten school in Belgie op te richten; Hij stuurt BOB SCHILS en zes andere SAS veteranen naar de “Parachute Training School” te UPPER-HEYFORD (U.K) om de training en vorming te voltooien ten einde het brevet van Dispatcher ( spring instructeur) te behalen. In februari 1947 volgen nog twee andere groepen naar Engeland om het plooien en herstellen van de parachutes onder de knie te krijgen alsook het werken met de ballon die gebruikt wordt bij opleidingssprongen candidats parachutistes Belges ensemble avec leurs instructeurs Anglais. Belgische Para kandidaten samen met hun Engelse instructeurs.

37 Sur la photo à droite, pendant l'inauguration du centre le 26/9/1947, on distingue de gauche a droite : Vanderheyden (créateur du Centre d'Entrainement de Parachutistes,..., Blondeel (créateur des Parachutistes Belges), Delelienne (premier Chef de Corps du Centre d'Entrainement de Parachutistes), Kirchen. Foto rechts ; tijdens de inhuldiging van het Paracentrum op 26/09/1947. Men bemerkt van links naar rechts ; Van Der Heyden (oprichter van het trainingscentrum van de Parachutisten) Blondeel ( stichter van de Belgische Parachutisten) Delelienne eerste C.O. van het Trg C Para en Kirchen.

38 Le Lt-Col Blondeel retourne à la vie civile mais reste intimement lié au Régiment au côté de son ami le Lt Col DANLOY. Les deux « chefs » ne manquent pas une occasion de se mêler à leurs protégés. Blondeel keert terug naar het burgerlijk leven, maar blijft nauw betrokken bij het Regiment, aan zijn zijde zijn goeie vriend Lt Kolonel Danloy. Beide chefs zullen niet nalaten bij elke kans die zich voordoet zich te mengen bij hun beschermelingen. Chaque année, les deux premiers commandants se retrouvaient à Bure ( 1993 ). Au Centre le Col BEM A. De Smet commandant la Brigade Para-Commando. Beide Chefs ontmoetten jaarlijks elkaar te Bure (1993). Midden Kolonel SBH De Smet C.O. van de Brigade Para-Commando.

39 Quel genre d’homme était le Lt Col Eddy BLONDEEL ? Un jour, le palais Royal a voulu, à l’instar de ce qui avait été fait pour le Lt Col DANLOY, élever le Lt Col BLONDEEL au rang de Baron. Le lt Col, et son épouse, déclinèrent l’offre. Interrogé au sujet de cet épisode de sa vie, le Lt Col BLONDEEL répondra…Tout d’abord ça arrivait trop tard, ensuite j’avais 22 anciens SAS parachutés en opération en 44 à qui l’on refusait la croix de guerre. Les 22 dossiers avaient traînés dans un bureau pendant plus d’un an et lorsque nous avons découvert la négligence, il y avait forclusion. Malgré mes interventions, rien n’a été fait pour corriger l’erreur ! J’ai remercié vivement ceux qui m’avaient présenté mais je leur ai dit que je ne désirais pas. Je n’allais pas me faire « baronifier » alors que 22 de mes hommes n’obtenaient pas la croix de guerre ! Wat voor mens was Lt Kolonel EDDY BLONDEEL ? Op een zeker moment wilde het Koninklijk paleis, zoals men eerder voor Lt Kolonel Danloy gedaan had, Lt Kolonel Blondeel verheven tot de rang van Baron. Blondeel en zijn vrouw dankten vriendelijk en wezen het aanbod af. Toen hem gevraagd werd naar deze episode uit zijn leven antwoorde Kol Blondeel…. Vooreerst kwam het aanbod te laat, en ten andere ik had in 1944,22 SAS Parachutisten in operatie die men het Oorlogskruis weigerde toe te kennen. Deze 22 dossiers waren blijven hangen in een bureel gedurende meer dan een jaar en wanneer wij deze verwaarlozing ontdekten kwamen ze niet meer in aanmerking ! Ondanks mijn tussenkomsten werd er niets ondernomen om deze fout recht te zetten. Ik heb diegenen die mij het aanbod voorstelden vriendelijk bedankt en hen gezegd dat ik hun voorstel weigerde. Ik wou mij geen Baron laten benoemen terwijl 22 van mijn mannen het Oorlogskruis niet toegewezen kregen ! De ses citations sorties de ses discours, telles que « never surrender » ou « plus est en vous », rapportées par ceux qui l’ont fréquenté, il en est une qui me plait tout particulièrement.« Celui qui ignore l’histoire est un orphelin du passé, un ahuri du présent et un déboussolé du futur » Eddy BLONDEEL. Enkele citaten uit de toespraken van Eddy Blondeel “nooit opgeven” of “meer is in U”, maar een uitspraak die mij zeer nauw aan het hart ligt is “ Hij die de geschiedenis negeert is een weeskind uit het verleden, een verbijsterd iemand in het heden en een ontwrichtte voor de toekomst”

40 Parachutistes SAS tombés au Champ d'Honneur CARRETTE Roger, 3286, Sdt - Tombé le 09 Août 1944 à La Chartre-sur-le-Loir (France) Parachuté derrière les lignes ennemies en Normandie le 30 juillet 1944, fait preuve dans toutes les opérations d'un courage froid et résolu. Dans la nuit du 9 au 10 août, à la Chartre-sur-le-Loir, voyant son escouade sur le point d'être surprise par une patrouille allemande, se porte résolument vers l'ennemi, ouvre le feu à bout portant, abattant l'assaillant le plus proche. Atteint d'une balle au cœur, il tombe lui- même mortellement blessé: par sa prompte intervention et son total mépris du danger, il permit à ses camarades de se former pour l'assaut et d'anéantir l'ennemi jusqu'au dernier. ROGER CARRETTE, 3286 Sdt, gesneuveld te La Chartre sur le Loir ( Frankrijk). Gedropt achter de vijandelijke linies in Normandië op 30 juli 1944 in operatie Shakespierre, geeft hij in alle operaties blijk van uitzonderlijke koelbloedigheid en moedige vastberadenheid. Gedurende een verkenningsopdracht in de nacht van 9 op 10 augustus komt Roger Carrette plots oog in oog te staan met de vijand. Roger verwittigd zijn squad en in het daaropvolgend vuurgevecht met de vijand schakelt hij eerst een vijandelijk Officier uit maar wordt zelf getroffen in het hart. Zijn moedig optreden redde zijn strijdmakkers van een gewisse vijandelijke aanval. Zijn squad organiseert zich en vernietigd daarop de volledige Duitse kolonne. LOX Jean, 3068, Sdt - Tombé le 10 septembre 1944 à Samrée-Bois-Saint-Jean (Belgique) A montré au feu un courage exemplaire. Parachuté derrière les lignes ennemies en Ardennes Belges, le 5 septembre 1944. Il se comporte brillamment dans tous les coups de main auxquels il participe. Le 10 septembre, son groupe fut attaqué par des forces ennemies très supérieures en nombre, et appuyées de véhicules blindés. Au cours de cet engagement, la section de Lox reçut pour mission de renforcer un peloton de l'A.S. durement pressé par l'ennemi, et qui faiblissait. Lox fut pour ces maquisards une inspiration et un exemple. Au cours d'un audacieux mouvement de flanc, alors que, par son ardeur agressive, il entraînait ses camarades à l'assaut d'un poste de mitrailleuse ennemie, il tomba mortellement blessé, refusa de se laisser évacuer, et continua à faire le coup de feu jusqu'au moment où une rafale de mitrailleuse vint l'achever. LOX JEAN, 3068 Sdt, Gesneuveld op 10 september 1944 te Samrée – Bois- Saint Jean, België. Geeft blijk van voorbeeldige moed. Hij wordt gedropt op 5 september 1944 achter de vijandelijke linies in de Belgische Ardennen. Hij gedraagt zich voorbeeldig in alle gevechtsomstandigheden waaraan hij deelneemt. Op 10 september wordt zijn squad aangevallen door een vijandelijke overmacht gesteund door zwaar gepantserde voertuigen. Tijdens deze bedreiging krijgt de sectie van Lox opdracht het verzwakte peloton A.S ?? bij te staan die onder zware vijandelijke druk komt te staan. Lox was bij zijn vrienden een bron van inspiratie en voorbeeld. In een gedurfde omtrekkende beweging die hij uitvoert samen met zijn vrienden om een zware machinegeweerpost uit te schakelen, werd hij zwaar getroffen, weigerde om geëvacueerd te worden en bleef vuren tot een vlaag van dodelijke kogels hem volledig uitschakelt. Jean Lox sneuvelt ter plaatse. SAS Parachutisten Gesneuveld op het veld van eer.

41 LIMBOSCH Freddy, 10413, Lieutenant - Tombé le 08 septembre 1944 à Peer (Belgique) Officier d'un mérite exceptionnel. Déjà cité à l'Ordre du Jour pour sa participation aux opérations de Normandie. A peine rentré en Angleterre après ses opérations en France, il repart le 5 septembre pour être parachuté en Limbourg Belge avec un groupe de combat, derrière les lignes ennemies. D'un courage et d'une énergie physique peu communs, il mena ses hommes d'un train d'enfer au harcèlement de l'ennemi. Le 8 septembre, constatant que l'ennemi faisait monter en ligne de puissants renforts, il décida d'en avertir le Commandement Allié. A cet effet envoya deux gradés tenter de rejoindre les lignes britanniques. De nouveaux développements importants s'étant produits peu après, il décida d'en informer lui-même le Commandement Allié et partit avec un guide en plein jour pour tenté de traverser les lignes allemandes. S'étant heurté à une position organisée, il tenta de la contourner de flanc. Découvert, il décida de se frayer un passage à coups de feu. Blessé au cours de cette tentative et poursuivi par l'ennemi, il perdit du terrain. Sur le point d'être rejoint, il refusa de se rendre et, son guide ayant fui, il tint l'ennemi en respect jusqu'au moment où, vidant son dernier chargeur, il tomba, atteint d'une rafale de mitrailleuse en plein cœur. LIMBOSCH FREDDY,10413, Luitenant. Gesneuveld op 8 september 1944 te Peer, Belgie. Officier met een uitzonderlijke verdienste. Hij werd reeds vermeld in de dagorde voor zijn deelname aan de operaties in Normandië. Amper terug in zijn basis in Engeland wordt hij opnieuw ingezet om samen met zijn squad gedropt te worden achter de linies in bezet gebied in het Belgische Limburg. Met een zelden geziene moed en fysieke paraatheid leidt hij zijn manschappen en bedreigd de vijand bij talrijke schermutselingen. Op 8 september bemerkt Lt Limbosch dat de vijand zich met een aanzienlijke versterking opstelt, hij beslist de Commandant van de geallieerde troepen in te lichtten. Hij besluit twee ondergeschikten naar de Engelse linies te sturen. Kort daarop ontwikkelen zich nieuwe onrustwekkende bewegingen. Hij besluit de geallieerde Commandant in te lichtten en besluit zelf met een plaatselijke gids in volle daglicht de Duitse lijnen te doorkruisen. Wanneer hij op een vijandelijke positie botst probeert hij met een omtrekkende beweging deze te omzeilen. Hij wordt door de vijand ontdekt en weigert zich over te geven. Terwijl zijn gids ontvlucht vuurt hij zijn laatste laders af op de vijand, hij wordt in het hart getroffen door vijandelijk vuur en bezwijkt aan zijn verwondingen.

42 MELSENS Jean, 0630, Sgt - Tombé le 10 septembre 1944 à MEEUWEN (Belgique) Sous-officier d'un courage éprouvé. Parachuté derrière les lignes ennemies en Normandie, le 8 août 1944, participe brillamment aux opérations de harcèlement contre l'ennemi en retraite. A peine rentré en Angleterre, repart le 5 septembre 1944 avec son chef le Lieutenant Limbosch, pour être parachuté derrière les lignes ennemies dans le Limbourg Belge. Après la mort de son chef, le commandement lui étant échu, se révèle un leader enthousiaste et décidé, toujours prêt à affronter les tâches les plus difficiles. Son groupe de combat ayant vu sa retraite accidentellement coupée en terrain découvert par une batterie d'artillerie prenant position, il attaqua l'ennemi par surprise et parvint à se dégager après un bref et violent combat au cours duquel le Sergent Melsens fut tué, son caporal blessé et, selon le témoignage ultérieur de civils, l'ennemi perdit 52 morts et un nombre indéterminé de blessés. MELSENS JEAN, 0630 Sgt, Gesneuveld op 10 september te Meeuwen België. Onderofficier geeft blijk van een buitengewone moed. Gedropt achter de linies in bezet gebied in Normandië op 8 augustus 1944, neemt hij met een schitterende inzet deel aan het bestoken van de terugtrekkende vijand. Amper terug op de basis in Engeland wordt hij op 5 september 1944 opnieuw ingezet aan de zijde van zijn chef Luitenant Limbosch en wordt gedropt achter de lijnen in bezet Belgisch Limburg. Na het sneuvelen van zijn chef neemt hij het bevel op zich en werpt zich op als een enthousiaste en zelfbewuste leider, steeds klaar om de moeilijkste opdrachten uit te voeren. Door het plotse opdoemen van een vijandelijk luchtafweerbatterij wordt hij toevallig op open terrein gedeeltelijk afgesneden van zijn sectie. Hij valt resoluut de vijand aan terwijl zijn gekwetste Korporaal en de rest van zijn sectie zich in veiligheid brengt. Sgt Melsens vuurt al zijn laders leeg en wordt getroffen door dodelijk vijandelijk vuur. Zijn lijk wordt s ’anderdaags door zijn mannen ontdekt. Een burger, getuige van deze actie, bevestigd nadien 52 omgekomen vijanden en tal van gekwetsten.

43 RENKIN Paul, 9370, Lieutenant - Tombé le 31 décembre 1944 à BURE (Belgique) Lors de la Bataille de Bure, exécuta brillamment, avec sa section de véhicules semi-blindés, les patrouilles de reconnaissance qui lui furent confiées.. Le 31 décembre 1944, placé en flanc garde mobile d'une division montant à l'attaque du village de Bure et ayant découvert l'emplacement d'un canon antichars ennemi, il décida de l'attaquer. Il engagea hardiment ses véhicules en terrain découvert et par un mouvement habile, parvint à prendre la pièce ennemie sous le feu de ses seize mitrailleuses, la réduisant au silence. Brusquement pris à partie par une batterie qui venait de se dévoiler, il donna calmement des ordres pour dégager son groupe. Il quittait les lieux le dernier lorsqu'il eut son véhicule atteint de plein fouet par un obus. Il fut tué sur le champ avec ses deux coéquipiers. D'un cran et d'un courage éprouvés, cet officier a déjà été cité à l'Ordre du Jour de l'Armée pour sa participation aux opérations en Ardennes en août-septembre 1944, et s'est vu attribuer la Croix de guerre 1940 avec palme. RENKIN PAUL, 9370, Luitenant. Gesneuveld op 31 december 1944 te BURE België. Tijdens de Slag van Bure vervult hij op briljante wijze samen met zijn sectie op gepantserde jeeps, de hem toevertrouwde verkenningspatrouilles uit. Op 31 december 1944 beschermt hij de flank van een mobiele eenheid tijdens de aanval op het bezette dorpje Bure. Hij ontdekt een zwaar vijandelijk anti tank geschut en beslist deze aan te vallen. In volle vaart vorderen zijn jeeps stoutmoedig in ongedekt terrein en hij slaagt erin om met zijn volle vuurkracht het vijandelijk stuk het zwijgen op te leggen. Plotseling worden zij aangevallen door een andere verdekt opgestelde batterij, hij heeft rustig het bevel terug te trekken. Daarop wordt zijn jeep door een voltreffer geraakt. Hij sneuvelt ter plaatse samen met zijn twee teamgenoten. Deze uitmuntende Officier werd reeds vermeld op de dagorde te velde voor zijn uitstekende dienst in de slag van de Ardennen in augustus-september 1944 en werd bekroond met het Oorlogskruis 1940 met Palm.

44 de VILLERMONT Claude, 3556, Sdt - Tombé le 31 décembre 1944 à BURE (Belgique) Conducteur-mitrailleur dans l'équipe du Lieutenant Renkin, s'est brillamment comporté à la Bataille de Bure, au cours de patrouilles offensives en véhicules blindés. Le 31 décembre 1944, ayant attaqué avec son groupe une position anti-char allemande, il contribua à la réduire au silence, en poussant son véhicule au plus près de l'ennemi et en l'engageant par un tir violent et précis. Pris à partie par une autre batterie anti-char, il fut atteint par un obus de plein fouet, et tué sur le champ. A déjà été cité à l'Ordre du Jour du Régiment pour sa belle conduite pendant les opérations en Ardennes en août-septembre 1944 et s'est vu attribuer la Croix de guerre 1940 avec palme. de VILLERMONT CLAUDE, 3556 Sdt, Gesneuveld op 31 december 1944 te BURE België. Mitrailleurschutter in de sectie van Lt Renkin werpt zich op als een uitstekend element gedurende de aanvallende patrouilles in geblindeerde jeeps bij de slag van Bure. Op 31 december 1944 valt zijn sectie de positie van een Duits anti tank geschut aan. Zij slagen erin met hun jeep dicht bij hun doel te naderen en door hun zwaar vuur wordt de vijandelijke positie uitgeschakeld. Door een andere batterij worden zij door voltreffer geraakt en sneuvelt hij ter plaatse. Werd reeds vernoemd op de dagorde te velde voor zijn uitmuntende inzet gedurende de Slag van de Ardennen in augustus-september 1944 en werd bekroond met het Oorlogskruis 1940 met Palm. HAZARD Etienne, 9090, Sdt - Blessé le 12 avril 1945, décédé le 27 août 1945 à VEELE (NL) Appartenant à la section d'assaut du Sergent Rolin, se distingua par son courage, son ardeur agressive et son abnégation. Au cours des durs combats de Veele le 12 avril 1945, son chef ayant été atteint d'une balle à la tête au plus fort de l'action, Hasard se porta volontairement pour ramener le blessé sous le feu. Ce dernier fut atteint de deux nouvelles balles pendant son transfert vers l'arrière, mais Hasard continua calmement sa route. Ayant remis le blessé au poste de secours de 1ère ligne, il remonta immédiatement au combat, et venait à peine d'ouvrir le feu sur l'ennemi, lorsqu'il s'écroula, grièvement blessé d'une balle au poumon. Il décéda des suites de ses blessures le 27 août 1945. ( Pas de photos ) HAZARD ETIENNE, 9090, Sdt. Gewond op 12 april 1945 overleden op 27 augustus te Veele (NL) Hij behoorde tot de sectie van Sergeant Rolin, onderscheidde zich door zijn moedige ijver en wilskrachtige zelfverloochening. Tijdens de zware gevechten te Veele op 12 april 1945, waarbij zijn chef in volle actie zwaar gewond werd stelt Hazard zich als vrijwilliger voor om zijn chef te ontzetten. Zijn chef wordt opnieuw tweemaal getroffen maar Hazard zet onverwijld zijn weg verder. Nadat hij zijn chef aan de eerste hulppost overhandigd trekt hij onmiddellijk opnieuw ten strijde maar wordt geraakt door een scherpschutter die hem in de longen treft. Hij overlijd op 27 augustus 1945 ten gevolge van zijn zware verwondingen. (geen foto).

45 ROLIN Philippe, 5761, Sgt - Tombé le 12 avril 1945 à VEELE (NL) Volontaire d'Afrique rentré en Europe afin de pouvoir réaliser son désir farouche de se mesurer avec l'ennemi, le sergent Rolin avait toutes les qualités d'un chef, ce qui lui a valu l'honneur d'exercer au combat de fonctions normalement dévolues à un officier. Placé à la tête d'une section d'assaut, il avait su communiquer à ses hommes un moral et une ardeur combattive sans égal. Lors de l'attaque du pont de Veele, le 12 avril 1945, il avait reçu pour mission d'atteindre la rive sud du canal, puis de s'étendre vers l'est pour élargir la base de la tête de pont et assurer la sécurité vers l'Est. Malgré un feu nourri et précis, le Sergent Rolin conduisit sa section à l'assaut des positions ennemies dont les éléments étaient solidement retranchés dans des fermes et des abris profonds. Blessé à la tête par un tireur d'élite ennemi et perdant du sang en abondance, il se fit panser sommairement sur place sans abandonner le contrôle de sa section et reprit immédiatement la progression sous un feu ennemi qui augmentait en intensité. Atteint peu après par deux balles dans la région du ventre, il s'écroula mortellement blessé. Il ne se laissa évacuer qu'après avoir appelé à lui son second et lui avoir passé le commandement. Au cours de son transport vers le poste de secours, il fut à nouveau atteint de deux balles dans la région de l'abdomen. Lorsqu’il remarque son Chef Blondeel il s’excuse en lui disant « I’m sorry Sir ». Il mourut quelques heures plus tard. ROLIN PHILIPPE, 5761, Sgt gesneuveld op 12 April 145 te Veele (NL) Als Afrika vrijwilliger teruggekeerd naar Europa om er met het grootste verlangen het verwoede gevecht met de vijand aan te gaan en zijn vaderland te dienen. Sergeant Rolin, met zijn grote kwaliteiten als leider, wordt ingezet in de strijd en bekleed er functies die normaal toegekend zouden worden aan een Officier. Aan het hoofd van een aanvalssectie kon hij zijn mannen zo sterk motiveren tot een nooit geziene vastberaden aanvalsgroep. Bij de aanval op de brug te Veele, op 12 april 1945, kreeg hij de opdracht de zuiderkant van het kanaal te bereiken om daarop te vorderen naar het oosten en een breed bruggenhoofd aan te leggen die tevens het oostelijk deel dekt. Onder zwaar en precies gericht vijandelijk vuur slaagt Sergeant ROLIN erin met zijn sectie tot de aanval over te gaan tegenover een vijand die ingegraven lag en die hen vanuit de omringende boerderijen constant onder goed gericht vuur nam. Aan het hoofd gekwetst door een vijandelijke scherpschutter en overvloedig bloedverlies lijdend laat hij zich ter plaatse kort verzorgen zonder het bevel over zijn sectie over te dragen en blijft hij vorderen tegenover een vijandelijk vuur dat steeds nadrukkelijker toeneemt. Opnieuw getroffen in de buikstreek door twee vijandige kogels laat hij zich pas evacueren nadat hij zijn tweede in bevel bij zich heeft om hem het commando over te dragen. Bij zijn evacuatie wordt hij opnieuw getroffen door twee kogels in de onderbuik. Wanneer hij zijn chef Blondeel bemerkt verontschuldigd hij zich “I’m sorry Sir “ en sterft enkele uren later.

46 BREUER Jean, 9074, Sdt - Tombé le 12 avril 1945 à VEELE (NL) Parachutiste plein de feu et d'allant, constituait un des meilleurs éléments de la section d'assaut du Sergent Rolin, aux côtés duquel il monta à l'attaque du pont de Veele le 12 avril 1945. Sa section avait contribué à réduire toute la résistance ennemie, au sud du Canal et allait atteindre son objectif lorsque Breuer tomba, en même temps que son chef, mortellement atteint par les balles de snipers ennemis. Il décèdera le 14 avril 1945. BREUER JEAN, 9074, Sdt Gesneuveld op 12 april 1945 te VEELE (NL) Parachutist vol overgave, was een van de beste mannen in de aanvalssectie van Sergeant Rolin, waarmee hij volop in de aanval ging aan de brug te Veele op 12 april 1945. Zijn sectie werd ingezet om de vijandelijke weerstand te breken, ten zuiden van het kanaal en op het ogenblik dat zij hun doelstelling zouden bereiken werd BREUER samen met zijn chef getroffen door vijandelijke scherpschutters. Hij overlijdt op 14 april 1945. WATHELET Joseph, 9108, Sdt - Tombé le 15 avril 1945 à FINSTERWOLDE (NL) Parachutiste à l' "Assault Troop" du 1er Escadron, il s'était déjà distingué par son courage calme et résolu au cours des combats que son unité eut à soutenir pendant la campagne de Hollande, au cours de la progression de Coeverden vers la mer. Le 15 avril 1945, vers 23.00 Hr, sa Troop ayant reçu pour mission d'occuper par nuit noire, des positions avancées au contact de l'ennemi, au Nord de Finsterwulden, Wathelet fut chargé avec un coéquipier d'occuper une position anti-char. Il avait atteint l'emplacement indiqué lorsque son camarade fut surpris par une patrouille allemande. Wathelet se précipita, et mit en fuite les patrouilleurs ennemis après en avoir tué un. Cette intervention courageuse ayant révélé sa présence l'exposa aux coups de l'ennemi en retraite et lui coûta la vie. Par son action hardie, il a sauvé la vie à son camarade et indubitablement arrêté net un raid ennemi dirigé contre sa Troop. JOSEPH WATHELET, 9108, Gesneuveld op 15 april 1945 te Finsterwolde (NL) Parachutist ingedeeld bij de “Assault Troop” 1ste Squadron, hij onderscheidde zich reeds door zijn kalmte, moed en vastberadenheid bij de ondersteunende gevechten gedurende de campagne in Nederland van Coevorden naar de Noordzee. Op 15 april 1945 rond 23.00 hrs ontvangt zijn troop het bevel om bij donkere nacht ten noorden van Finsterwolde de voorste posities in te nemen juist tegenover de vijand. Wathelet krijgt bevel met zijn strijdmakker een anti tank positie te bezetten. Terwijl hij zijn positie inneemt wordt zijn strijdmakker verrast door een Duitse patrouille. Wathelet opent onmiddellijk het vuur, schakelt een vijand uit terwijl de anderen op de vlucht slaan. Dit moedig optreden verraad evenwel zijn positie tegenover een massaal terugtrekkende vijand en kost hem het leven. Door zijn onverschrokken tussenkomst redt hij het leven van zijn strijdmakker maar ongetwijfeld voorkomt hij ook een vijandelijke raid op zijn troop.

47 DEVIGNEZ Denis, 9801, SLt - Tombé le 15 avril 1945 à BEERTA (NL) Blessé mortellement à Beerta, le 15 avril 1945, par un éclat de schrapnell. Elément de tout premier ordre, cet officier qui remplissait en ce temps les fonctions de sergent-major d'Escadron, avait déjà été grièvement blessé lors d'un saut opérationnel, derrière les lignes ennemies en France, en août 1944. Malgré cela, il insista pour reprendre du service actif dès sa sortie de l'hôpital et s'est présenté comme volontaire pour toutes les patrouilles dangereuses. Le 15 avril, le 1er Escadron venait de reprendre aux Allemands le village de Beerta après un combat de rues de deux heures quand il fut soumis dans le village même à un violent tir d'artillerie précis interdisant tout mouvement d'avance ou de retraite. Il venait de faire rentrer sous couvert les derniers de ses hommes quand il fut touché à mort par un éclat. Il mourut le 17 avril des suites de ses blessures. DEVIGNEZ DENIS, 9801, OLT Gesneuveld op 15 april 1945 te Beerta (NL) Dodelijk getroffen door een schrapnel te Beerta op 15 april 1945. Deze eerste rang Officier die in deze operatie de taak als Sergeant- Majoor van het eskadron overneemt, was reeds eerder zwaar gekwetst bij een geparachuteerde operatie achter de linies in Frankrijk augustus 1944. Wanneer hij min of meer herstelt is en bij het verlaten van het ziekenhuis blijft hij aandringen om zijn actieve dienst opnieuw te mogen opnemen stelt hij zich kandidaat voor alle gevaarlijke patrouilles. Bij straatgevechten gedurende meerdere uren verovert het 1°escadron het dorpje Beerta van de Duitsers op 15 april 1944, daarop belemmert zwaar vijandelijk en precies gericht artillerievuur enige vordering. Hij verzamelt zijn mannen in dekking waarop hijzelf dodelijk getroffen wordt. Hij overlijd op 17 april ten gevolge van zware verwonding. BECHET Albert, 9136, Sdt - Tombé le 28 avril 1945 à WESTERSCHEPS (GE) Faisant partie de l' "Assault Engineers Troop", se distingua par son ardeur à être de toutes les missions dangereuses confiées à son groupe. Le 28 avril 1945, au Nord de Westerscheps (Oldenburg), la progression du 2ème Escadron fut entravée par de nombreux obstacles barrant la route (road blocks) minés et battus par les feux de l'ennemi. Bechet, faisant partie d'une des équipes du Génie envoyées en renfort afin de prendre des obstacles d'assaut et d'en assurer le déminage. C'est en assurant cette mission, alors que, avec un parfait mépris du tir de l'adversaire, il maniait le détecteur de mines, qu'il fut atteint mortellement par les éclats d'une bombe de mortier. BECHET ALBERT, 9136, SDT Gesneuveld op 27 April 1945 te WESTERSCHEPS (D) Ingezet bij de “Assault Engineers Troop” onderscheid hij zich door zijn vastberadenheid bij alle gevaarlijke opdrachten die hij met zijn groep uitvoerde. Op 28 april 1945, ten noorden van Westerscheps (Oldenburg) worden de vorderingen van het 2° eskadron door veelvuldige ondermijnde wegversperringen en onder hevig vijandelijk vuur gehinderd. Bechet wordt erop afgestuurd met een ploeg ontmijners. Onder zwaar vuur trotseert hij het gevaar en met zijn detector ontmijnt hij verder de zone, tot hij dodelijk geraakt wordt door een ontplofte mortierbom die naast hem inslaat.

48 RUSCART Paul, 5828, Sdt - Tombé le 01 mai 1945 à WILHEMSHAVEN (GE) Parachutiste à l' "Assaut Engineers Troop", a fait preuve en toutes circonstances d'un cran et d'un enthousiasme dignes d'éloges au cours de la campagne de Hollande et d'Allemagne en avril 1945. Après la dure progression d'obstacle en obstacle au Nord de Weterscheps (Oldenburg), il participa à la prise de Godenholt, où il tomba mortellement blessé par un obus de gros calibre, le 1er mai 1945 et succomba le 2 de ses blessures. RUSCART PAUL, 5828, Sdt Gesneuveld op 1 mei 1945 te Wilhelmshaven (D) Parachutist ingedeeld bij de “Assault Engineers Troop “ heeft in alle omstandigheden zeer veel lef en enthousiasme aangetoond gedurende de operatie in Nederland tot Duitsland in april 1945. Na de moeilijke vorderingen, hindernis na hindernis, ten noorden van Westerscheps (Oldenburg) neemt hij deel aan het innemen van Godenholt alwaar hij op 1 mei getroffen wordt door de nabije ontploffing van een granaat van zwaar kaliber. Hij bezwijkt aan zijn verwondingen op 2 mei. LORPHEVRE Emile, 2502, Sdt - Tombé le 31 décembre 1944 à BURE (Belgique) Mitrailleur dans l'équipe du Lieutenant Renkin, se comporta, à la Bataille de Bure, en décembre 1944, avec sa bravoure coutumière pour laquelle il a déjà été cité à l'Ordre du Jour du Régiment et s'est vu attribuer la Croix de guerre. Le 31 décembre 1944, alors que sa section de 4 véhicules blindés était placée en flanc-garde mobile d'une division aéroportée montant à l'attaque du village de Bure, l'existence d'un canon anti-char ennemi fut détectée. Lorphèvre, avec un parfait mépris du danger, mit pied à terre, et partit en reconnaissance jusqu'à proximité immédiate de l'ennemi, sur lequel il ouvrit le feu afin d'en désigner clairement l'emplacement aux mitrailleurs de sa section. L'ennemi ayant été annihilé, Lorphèvre regagnait son véhicule, lorsqu'une nouvelle batterie anti-char se dévoila par un tir à obus explosifs. Lorphèvre venait d'ouvrir sur l'ennemi le feu de ses mitrailleuses, lorsqu'un obus de plein fouet atteignit son véhicule et le tua sur le champ avec ses deux coéquipiers. D'une bravoure froide et résolue, ce militaire fut au combat pour ses camarades, un exemple magnifique. LORPHEVRE EMILE, Sdt 2502, Gesneuveld op 31 december 1944 te Bure. Mitrailleurschutter in de sectie van Lt Renkin geeft blijk van een uitstekende inzet gedurende de Slag van Bure in december 1944. Door zijn onvermoeide wilskracht en moed wordt hij op de dagorde van het Regiment vermeld en wordt hij bekroond met het Oorlogskruis. Op 31 december 1944 wordt zijn sectie van 4 geblindeerde jeeps ingezet op de flank van een mobile Britse Para eenheid die de aanval op het dorpje Bure inzet. Er wordt een vijandig anti tank geschut ontdekt. Lorphèvre, met een ongekende durf en moed, stapt uit de jeep en gaat op verkenning in de directe nabijheid van de vijand en opent het vuur om de juiste locatie aan te duiden voor de zware mitrailleurs van zijn jeep. De vijand is volledig uitgeschakeld en Lorphèvre vervoegt zijn jeep. Daarop krijgt de jeep een voltreffer van een tweede antitankgeschut en sneuvelt hij ter plaatse samen met zijn twee teamgenoten. Door zijn dapperheid en vastberaden moed in de strijd is deze soldaat een uitzonderlijk voorbeeld voor zijn kameraden.

49 DEPAUW Florent, 3434, Sdt - Mort à l'entraînement le 19 Avril 1943 à WITHINGTON (GB) Très brave soldat. S'échappe de Belgique pour tâcher de servir encore son pays. Après de multiples difficultés, rejoint enfin les Forces Belges en Grande-Bretagne et s'engage à la Compagnie Parachutiste où il fait preuve d'un grand courage et d'un bel esprit de sacrifice. Mort au cours d'un entraînement, le 19 avril 1943. DEPAUW FLORENT, 3434 Sdt, Overleden gedurende een oefenvlucht boven Whithington (GB) op 19 April 1943 Zeer dappere soldaat. Ontvlucht bezet Belgie om zijn land verder te kunnen dienen. Na het overwinnen van veelvuldige moeilijkheden gedurende zijn vlucht kan hij zich eindelijk aansluiten bij de Belgische strijdkrachten in Groot Brittannië alwaar hij dienst neemt bij de eerste Compagnie Parachutisten. Hij geeft blijk van veel moed en toewijding. Overleden op 19 april 1943 bij een crash gedurende een oefenvlucht. BATAILLE Etienne, 3427, Sdt - Mort à l'entraînement le 19 Avril 1943 à WITHINGTON (GB) Soldat de grand mérite. Echappé de Belgique, après 22 mois de voyage à travers la France et l'Algérie, a réussi à rejoindre les Forces Belges en Grande-Bretagne faisant preuve d'un grand courage et d'une ferme volonté de continuer ainsi la lutte contre les ennemis de sa patrie. Engagé à la Compagnie Parachutiste, il y a montré les plus belles qualités de discipline et d'abnégation. Mort au cours d'un entraînement, le 19 avril 1943. BATTAILLE ETIENNE, 3427 Sdt, Overleden gedurende een oefenvlucht boven Whithington (GB) op 19 April 1943. Soldaat met een grote verdienste. Ontsnapt uit Belgie en na een tocht van 22 maanden door Frankrijk en Algerije kan hij zich eindelijk aansluiten bij de Belgische strijdkrachten in Engeland. Vastberaden en met veel moed om zijn vaderland te dienen neemt dienst bij de Compagnie Parachutisten. Bij de oefeningen geeft hij blijk van sterke discipline en doorzettingsvermogen. Overleden samen met zijn vriend Depauw op 19 april 1943 bij de crash van een oefenvlucht. Parachutistes SAS tombés hors combatsParachutisten SAS gesneuveld buiten het gevecht te velde.

50 MATHIJS Charles, 9422, SLt - Mort à l'entraînement le 04 mars 1945 à HECHTEL (Belgique) Volontaire de la première heure aux forces de terre en Grande-Bretagne, il s'engagea à l'unité parachutiste dès sa formation, sortit brillamment du centre de formation pour officiers (OCTU) où il se révéla un chef idéal par ses connaissances, ses qualités de cœur et d'esprit et par l'ardent intérêt qu'il portait à ses hommes. Parachuté en France derrière les lignes allemandes en juillet 1944 avec un groupe de combat, il participa d'abord brillamment aux opérations de harcèlement contre l'ennemi en retraite. Mis ensuite à la disposition du service britannique I.S.9 (WEA), il contribua à faire passer les lignes à plus de 300 aviateurs alliés évadés et se vit féliciter par son action. Il fut parachuté une deuxième fois derrière les lignes ennemies le 1er septembre 1944 en Ardennes Belges avec l'officier délégué auprès du Commandant de la zone 5 par la Brigade SAS, et assura la liaison entre cette organisation et les unités SAS belges opérant en Ardennes. En décembre 1944-janvier 1945, il participa en Ardennes aux combats que soutint son unité lors de l'offensive Von Rundstedt. Passionnément attaché à son unité, cet officier avait voué toutes ses énergies à la formation des jeunes. C'est dans l'exercice de ces importantes fonctions, au cours de manœuvres à feux réels qu'il tomba, mortellement atteint par un ricochet, au Nord de Bourg-Léopold, le 4 mars 1945. MATHIJS Charles, 9422, SDT – Gestorven in opleiding op 4 maart 1945 te Hechtel Belgie. Vrijwilliger van het eerste uur voor de strijdkrachten in Engeland. Hij sluit hij zich aan bij de Belgische Parachutisten eenheid vanaf de vorming ervan. Hij slaagt met brio in zijn Officier opleiding (OCTU) waar hij door zijn kennis, zijn geestesgesteldheid en zijn grote en warme interesse voor zijn manschappen uitblinkt als ideale chef. Gedropt met zijn squad achter de lijnen in bezet Frankrijk in juli 1944 slaagt hij erin met brio de terugtrekkende vijand te bestoken. Nadien wordt hij ter beschikking gesteld van de Britse geheime dienst I.S.9. (WEA). Hij slaagt erin meer dan 300 gestrande piloten te laten ontsnappen door de vijandelijke lijnen en wordt hiervoor door zijn oversten bedankt. Hij wordt een tweede maal achter de vijandelijke lijnen gedropt op 1 september 1944 in de Belgische Ardennen samen met een afgevaardigde Officier van de zone 5 en dit in opdracht van de Brigade SAS. Hij verzekerd de radioverbinding tussen deze organisatie en de Belgische SAS in volle actie in de Ardennen. In december 1944- januari 1945 neemt hij met zijn eenheid deel aan de gevechten gedurende het Von Rundstedt offensief. Gepassioneerd voor zijn eenheid heeft deze Officier zich volledig aan de jeugdvorming gewijd. Bij het uitoefenen van zijn belangrijke functie bij oefeningen met scherp wordt hij op 4 maart 1945 dodelijk getroffen op het oefenterrein van Leopoldsburg.

51 Raymond HOLVOET, 2478 - Caporal - Capturé et fusillé par l'ennemi SS le 10 avril 1945 au bord du IJSSEL à Hattem près de ZWOLLE (NL). Entré à l'unité dès sa constitution, il accepta peu après de partir en mission spéciale parachutée en territoire ennemi. Rentré en Grande- Bretagne, il fut parachuté une deuxième fois en France avec le First SAS Britannique en août 1944 et s'acquitta remarquablement de sa tâche. Son Commandant britannique écrivit dans son rapport «The best signaller I ever had ». A peine rentré après six semaines d'opération derrière les lignes ennemies, il repartit comme volontaire pour une mission particulièrement dangereuse, en connexion avec l'attaque aéroportée sur Arnhem. Son courage et son intelligence naturels, sa valeur comme parachutiste au combat jointe à l'excellence de son training, en firent un élément de premier ordre. Probablement trahi, Il fut capturé le 27 octobre 1944 en plein travail d’émission radio avec Londres, il réussit à détruire sa radio et ses codes et essaya de s’évader mais sera blessé par les SS d’une balle dans la hanche. Laissé sans soin il refuse quoi que ce soit. D’une force d’âme, d’une santé et d’une vigueur physique peu commune, il résiste malgré les tortures à révéler quoi que ce soit à ses interrogateurs et pendant plusieurs mois de captivité il ne faiblit pas un instant dans son ferme dessein. La région où il était détenu allait être libérée par son unité à l’avant des troupes alliées lorsque le 10 avril 1945 il tomba sous les balles d’un peloton d’exécution. Avant la fusillade il parvint à confier au docteur de la prison « Quand vous verrez les Bérets Rouges à l’insigne du glaive ailé, parlez leur de moi, dites que je n’ai jamais failli et adressez leurs mon dernier salut Who Dares Wins » Sur l’ordre du jour, le Capitaine Blondeel écrivit « Il contribua à sauver plusieurs centaines d’éléments de la 6° division Airborne et à les ramener dans les lignes alliées. Après sa mort il sera promu à titre posthume au grade de Sergent et décoré de plusieurs médailles dont la médaille du Lion de Bronze. La fusillade du SAS Raymond Holvoet sera reconnue comme crime de guerre.

52 HOLVOET RAYMOND, 2478, Korporaal Gevangen en gefusilleerd door de vijandige SS op 10 April 1945 aan de boorden van de IJSSEL te Hattem nabij Zwolle (NL) Lid van de eenheid vanaf haar bestaan als Parachute Squadron, aanvaardt hij een bijzondere geparachuteerde opdracht in vijandelijk gebied. Terug in Engeland bij zijn SAS eenheid wordt hij in augustus 1944 een tweede maal ingezet bij operatie Haggard en geparachuteerd op Franse bodem samen met een squad van het 1° Britse SAS Regiment. Zijn Britse Commandant bedankt hem en zegt in zijn verslag “ The best signaller i ever had”. Amper in Engeland teruggekeerd na zes weken achter de vijandelijke lijnen gewerkt te hebben vertrekt hij opnieuw als vrijwilliger voor een zeer gevaarlijke opdracht in Nederland naar aanleiding van de geallieerde luchtlanding op Arnhem NL. Zijn moed, zijn verstandig optreden, zijn waarde als Parachutist in het gevecht en daarbij zijn streng doorgevoerde training als seiner maken van hem een uitstekend soldaat. Hij wordt, allicht verraden, op 27 oktober 1944 verast door de vijandelijke SS terwijl hij aan het seinen was en slaagt erin zijn radio en codes te vernietigen. Hij ontsnapt maar wordt getroffen in de dij, gewond wordt hij opnieuw gevangen genomen en aanvankelijk zonder enige zorgen opgesloten. Hij weigerde hardnekkig de minste informatie te verlenen. Van een rare ziels-en lichaamssterkte begaafd blijft hij gedurende lange maanden gevangenschap zijn onwrikbaar besluit getrouw. Toen de streek waar hij gevangen gehouden was op het punt stond bevrijd te worden door zijn eenheid aan de spits van de geallieerde troepen, werd hij op 10 april 1945 door de vijand gefusilleerd. Door deze vijand die tevergeefs beproefd had zijn wil te breken, hij die tot op het laatste zijn land en zijn eenheid waarop hij zo fier was wilde dienen. Zijn laatste woorden die hij meegaf aan de gevangenis dokter waren “ Als ge de Rode Mutsen met bevleugeld zwaard kenteken ziet zeg hen dat ik nooit heb gefaald en breng hen mijn laatste groet toe “ Who Dares Wins “ Op zijn dagorde te velde vermeld Kolonel Blondeel “ Hem hebben verscheidene honderden geallieerde soldaten van de 6° Airborn Divisie hun leven te danken. Velen hielp hij terug te keren naar de geallieerde lijnen. Hij werd postuum bevorderd tot Sergeant en vermeld met verschillende onderscheidingen waaronder de Bronzen Leeuw. De executie van SAS Raymond Holvoet werd erkend als een oorlogsmisdaad. POLYS Nicolas, 9135, Sdt - Tombé à l'entraînement le 10 mars 1945 à WARRINGTON (GB) Élément jeune et enthousiaste. Étant réfractaire au travail obligatoire, il se cacha dans les Ardennes dès 1941 et s'engagea dans les forces de la résistance où il déploya toute son activité à harceler les armées d'occupation. Libéré le 9 septembre 1944, il servit de guide à une unité américaine. Il s'engagea à l'unité parachutiste le 12 décembre 1944 et participa avec ardeur à l'entraînement. Passa au centre de formation parachutiste en Angleterre où il se tua à la suite d'un atterrissage malheureux, le 10 mars 1945. (Pas de photos) POLYS Nicolas,9135, Sdt Overleden bij oefeningen in opleiding op 10 maart 1945 te WARRINGTON (GB)Jong en enthousiast element. Opgeroepen om voor de vijand te werken duikt hij vanaf 1941 onder in de Ardennen en sluit hij zich aan bij de verzetsgroepen waar hij de bezette strijdkrachten steeds hinderlijk saboteert. Bij de bevrijding op 9 december 1944 werkt hij als gids voor de Amerikaanse strijdkrachten. Op 12 december sluit hij zich aan bij de Parachutisten eenheid en neemt wilskrachtig deel aan de oefeningen. Bij zijn opleiding in het Para trainingscentrum in Engeland crasht hij met zijn valscherm bij de landing en overlijdt. (geen foto)

53 Les premiers d'entre eux avaient retrouvé le sol belge le 13 octobre 1940. Ils furent ainsi 350 à exécuter des missions périlleuses; 75 pc tombèrent entre les mains de la Gestapo et beaucoup ne revinrent jamais de captivité. À côté de ces baroudeurs aux missions mi- civiles, mi- militaires, deux unités d'élite furent créées en 1942 au sein de l'armée britannique: les parachutistes SAS et les Commandos furent portés sur les fonts baptismaux sous le commandement de deux capitaines au format exceptionnel: Eddy Blondeel et Georges Danloy. Eux aussi écrivirent des pages très riches de la guerre: après le D-Day, ils préparèrent l'arrivée des Alliés avec les mouvements de résistance et on les retrouva sur d'autres champs de bataille en Italie, en Yougoslavie, en France, en Hollande et en Allemagne; 25 d'entre eux tombèrent en action alors que 865 autres périrent dans les camps. Après la guerre, les para-commandos ne se reposèrent pas sur leurs lauriers. On les retrouva en première ligne à la guerre de Corée où 11 d'entre eux tombèrent au combat. Depuis lors, ils ont été impliqués dans pas moins de 24 opérations humanitaires. Une centaine encore y perdirent la vie, plus particulièrement en Afrique mais aussi en Europe où le destin s'acharna parfois aussi lourdement sur eux. Depuis le drame de Kigali, la martyrologie a connu quelque répit mais même lors des missions de paix, le danger reste au détour des chemins. Faire leur éloge n'est donc que justice... Source: La Libre texte de Christian Laporte mis en ligne le 27/10/2005 De eersten onder hen hebben de Belgische bodem,hun vaderland, opnieuw betreden op 13 oktober 1940. Zij waren met 350 mannen die de gevaarlijkste operaties ondernamen, 75 % van hen vielen in de handen van de gevreesde Gestapo en verschillende onder hen kwamen nooit meer terug uit gevangenschap. Naast deze strijders die gemengde burger en militaire operaties uitvoerden ontsproten in 1942 twee elite eenheden in de kern van het Britse leger; De SAS Parachutisten en de Commando’s die opgericht werden onder het bevel van twee uitzonderlijke mensen, de Kapiteins Eddy Blondeel en Georges Danloy. Zij schreven bijzondere pagina’s gedurende de oorlog. Na D Day bereidden hun eenheden de komst voor van de geallieerde troepen door het organiseren en begeleiden van de plaatselijke weerstand. Wij vinden hen terug op de fronten in Italië,Joegoslavië, Frankrijk, Nederland en in Duitsland. 25 onder hen sneuvelden in actie op het veld van eer en 865 gingen ten gronde in de Nazi concentratie kampen. Na de tweede wereldoorlog zijn de Para-Commando’s niet op hun lauweren gaan rusten. Zij werden ingezet in de front linies van de oorlog in Korea waar 11 van hen sneuvelden op het veld van eer. Sindsdien werden zij ingezet in niet minder dan 24 humanitaire opdrachten. Enkele honderden sneuvelden vooral in Afrika maar ook in Europa waar het lot hen soms even zwaar toetakelde. Sedert het drama van Kigali, waar het lot bijzonder hard toesloeg, maar zelfs in vredes operaties is het gevaar steeds aanwezig. Hen de verdiende lof toedragen is het minste wat we kunnen doen en is vooral eerlijk tegenover deze jongens. Bron; Vrije teksten van Christian Laporte gepost op 27-10-2005.

54 Le Colonel Blondeel en 1996, avec une canne que les anciens lui avait offerte. Kolonel Blondeel in 1996 met de wandelstok geschonken door zijn anciens.


Download ppt "Source : texte, photos. Web, carentanlibertygroup.forumgratuit. usacdo70.e-monsite.com/pages/s-a-s-belge. www.brigade-piron.be/paras-cdo/zy-Parachutistes."

Verwante presentaties


Ads door Google