Zeg Hennie 1 Zeg Hennie is die kat van jou, die kat daar in die schoen? Welnee dat is de mijne niet, groen de mijne die is groen Fa-la-la, fa-la-la, fa-la-la-la-la.

Presentatie over: "Zeg Hennie 1 Zeg Hennie is die kat van jou, die kat daar in die schoen? Welnee dat is de mijne niet, groen de mijne die is groen Fa-la-la, fa-la-la, fa-la-la-la-la."— Transcript van de presentatie:

1 Zeg Hennie 1 Zeg Hennie is die kat van jou, die kat daar in die schoen? Welnee dat is de mijne niet, groen de mijne die is groen Fa-la-la, fa-la-la, fa-la-la-la-la.

2 Zeg Hennie 2 Zeg Hennie is die kat van jou, die kat die zegt miauw? Welnee dat is de mijne niet, blauw de mijne die is blauw Fa-la-la, fa-la-la, fa-la-la-la-la.

3 Zeg Hennie 3 Zeg Hennie is die kat van jou, die kat die kijkt zo scheel? Welnee dat is de mijne niet, geel de mijne die is geel Fa-la-la, fa-la-la, fa-la-la-la-la.

4 Zeg Hennie 4 Zeg Hennie is die kat van jou, die kat die met dat brood? Welnee dat is de mijne niet, rood de mijne die is rood Fa-la-la, fa-la-la, fa-la-la-la-la.

5 Zeg Hennie 5 Zeg Hennie is die kat van jou, die kat daar in die laars? Welnee dat is de mijne niet, paars de mijne die is paars Fa-la-la, fa-la-la, fa-la-la-la-la.

6 Zeg Hennie 6 Zeg Hennie is die kat van jou? Die kant die kijkt zo wijs? Welnee dat is de mijne niet, grijs De mijne die is grijs. Fa-la-la, fa-la-la, fa-la-la-la-la.

7 Zeg Hennie 7 Zeg Hennie is die kat van jou? Die kat die lekker zit? Welnee dat is de mijne niet, wit De mijne die is wit. Fa-la-la, fa-la-la, fa-la-la-la-la.

8 Zeg Hennie 8 Zeg Hennie is die kat van jou? Die met die garenklos? Welnee dat is de mijne niet, roze De mijne die is roze. Fa-la-la, fa-la-la, fa-la-la-la-la.

9 Zeg Hennie 9 Zeg Hennie is die kat van jou? Die kat met al die franje? Welnee dat is de mijne niet, oranje De mijne die is oranje. Fa-la-la, fa-la-la, fa-la-la-la-la.

10 Zeg Hennie 10 Zeg Hennie is die kat van jou, met dat zwarte vel? Welja, ik kan het heel goed zien, dat is de mijne wel. Fa-la-la, fa-la-la, fa-la-la-la-la.