De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

1 Zondag 14 april 2013 morgendienst. 2 Welkom in deze dienst! Voorganger :ds. H. de Bruijne Ouderling:C.M. Visser Organist: Krijn van Veen.

Verwante presentaties


Presentatie over: "1 Zondag 14 april 2013 morgendienst. 2 Welkom in deze dienst! Voorganger :ds. H. de Bruijne Ouderling:C.M. Visser Organist: Krijn van Veen."— Transcript van de presentatie:

1 1 Zondag 14 april 2013 morgendienst

2 2 Welkom in deze dienst! Voorganger :ds. H. de Bruijne Ouderling:C.M. Visser Organist: Krijn van Veen

3 3 Orde van de dienst - 1 Welkom en mededelingen Gezang 457 Stil gebed, votum en groet Psalm 149 (in wisselzang) Gebed Schriftlezingen: Jesaja 6: 1- 7 Openbaring 4: 5 - 11 Openbaring 7: 9 - 15

4 4 Orde van de dienst - 2 Psalm 150 De kinderen gaan naar de bijbelklas Preek: Te Deum Laudamus Gezang 399 Gebeden Gezang 62 De kinderen komen terug

5 Orde van de dienst - 3 Collectes: Werelddiaconaat en emeritikas Tijdens de collecte: Utrechts Te Deum van Händel Psalm 31 : 1 Zegen 5

6 6 De eerste collecte is voor het verstrekken van microkredieten in Egypte. Met dergelijke kleine leningen kunnen mensen een bedrijfje opzetten en zo worden ze in staat gesteld in hun levensonderhoud te voorzien

7 De ‘Frauenkirche’ in Dresden. Een opname uit het Utrechts Te Deum van Händel vanuit deze kerk wordt tijdens het collecteren gespeeld. 7

8 Utrecht in de 18 e eeuw 8

9 9 Spreuk van de week “Een verstandig mens loopt niet met zijn kennis te koop, dwazen strooien met hun dwaasheid.” Spreuken 12: 23

10 Welkom en mededelingen 10

11 Gezang 457: 1, 2, 3 en 4 Heilig, heilig, heilig! Heer, God almachtig, vroeg in de morgen word' U ons lied gewijd. Heilig, heilig, heilig! Liefdevol en machtig, Drievuldig God, die een in wezen zijt. 11

12 Gezang 457: 1, 2, 3 en 4 Heilig, heilig, heilig! Heiligen aanbidden, werpen aan de glazen zee hun gouden kronen neer. Eeuwig zij U ere, waar Gij troont te midden al uwe eng'len, onvolprezen Heer. 12

13 Gezang 457: 1, 2, 3 en 4 Heilig, heilig, heilig! Gij gehuld in duister, geen oog op aarde ziet U zoals Gij zijt. Gij alleen zijt heilig, enig in uw luister, een en al vuur en liefd’ en majesteit. 13

14 Gezang 457: 1, 2, 3 en 4 Heilig, heilig, heilig! Heer, God almachtig hemel, zee en aarde verhoogt uw heerlijkheid. Heilig, heilig, heilig! Liefdevol en machtig, Drievuldig God, die een in wezen zijt. 14

15 Stil gebed Votum en groet 15

16 Psalm 149: 1, 2, 3, 4 en 5 Allen Halleluja! laat opgetogen een nieuw gezang den H EER verhogen. Laat allen die Gods naam belijden zich eensgezind verblijden. Volk van God, loof Hem die u schiep; Israël, dank Hem die u riep. Trek, Sion, in een blijde stoet uw Koning tegemoet. 16

17 Psalm 149: 1, 2, 3, 4 en 5 Mannen Laat het een hoge feestdag wezen. De naam des H EREN wordt geprezen met het aloude lied der vaadren. De heilge reien naadren. En zo danst in het morgenlicht heel Gods volk voor zijn aangezicht en slaat de harp en roert de trom in 's H EREN heiligdom. 17

18 Psalm 149: 1, 2, 3, 4 en 5 Allen De H EER gedenkt in gunst de zijnen. Hij kroont de zwakken en de kleinen. Hij kent de stillen in den lande, het heil is nu ophanden. Weest verheugd, die den H EER verbeidt, nu Hij komt en u zelf bevrijdt. Prijst dan zijn naam bij dag en nacht en roemt zijn grote macht. 18

19 Psalm 149: 1, 2, 3, 4 en 5 Vrouwen Gods lof zal in hun lied weerklinken. En in hun rechterhand zal blinken een zwaard dat voor de trots der volken Gods wrake zal vertolken. De tirannen die God weerstaan zullen zij in de boeien slaan. Zij juichen, nu het bruut geweld voorgoed wordt neergeveld. 19

20 Psalm 149: 1, 2, 3, 4 en 5 Allen Nu zal, gelijk er staat geschreven, Gods volk in volle vrede leven. De boze vijand is verslagen. Prijs 's H EREN welbehagen! Na het duister der wereldnacht blinkt de luister van Gods geslacht. Hemel en aarde stemmen saam en prijzen 's H EREN naam. 20

21 Gebed 21

22 22 Schriftlezing Jesaja 6: 1 – 7 Openbaring 4: 5 – 11 Openbaring 7: 9 – 15 uit de herziene statenvertaling.

23 Jesaja 6: 1- 7 1 In het jaar dat koning Uzzia stierf, zag ik de Here zitten op een hoge en verheven troon, en de zomen van Zijn gewaad vulden de tempel. 2 Serafs stonden boven Hem. Ieder had zes vleugels: met twee bedekte ieder zijn gezicht, met twee bedekte hij zijn voeten, en met twee vloog hij. 23

24 24 3 De een riep tot de ander: Heilig, heilig, heilig is de H ERE van de legermachten; heel de aarde is vol van Zijn heerlijkheid! 4 De deurpinnen in de drempels schudden door de stem van hem die riep, en het huis vulde zich met rook.

25 25 5 Toen zei ik: Wee mij, want ik verga! Ik ben immers een man met onreine lippen en woon te midden van een volk met onreine lippen. Mijn ogen hebben namelijk de Koning, de H ERE van de legermachten, gezien.

26 26 6 Maar een van de serafs vloog naar mij toe, en hij had een gloeiende kool in zijn hand, die hij met een tang van het altaar had genomen. 7 Daarmee raakte hij mijn mond aan en zei: Zie, deze heeft uw lippen aangeraakt. Zo is uw misdaad van u geweken en uw zonde verzoend.

27 Openbaring 4: 5 - 11 5 En uit de troon kwamen bliksemstralen, donderslagen en stemmen. En er stonden zeven vurige fakkels te branden vóór de troon. Dit zijn de zeven Geesten van God. 6 En vóór de troon was een glazen zee, als kristal. En in het midden van de troon en om de troon heen waren vier dieren, vol ogen van voren en van achteren. 7 En het eerste dier leek op een leeuw, het tweede dier leek op een kalf, het derde dier had het gezicht als van een mens, en het vierde dier leek op een vliegende arend. 27

28 28 8 En de vier dieren hadden elk voor zich zes vleugels rondom, en van binnen waren die vol ogen. Ze hadden geen rust en zeiden dag en nacht: Heilig, heilig, heilig is de Here God, de Almachtige, Die was, Die is, en Die komt! 9 En telkens wanneer de dieren heerlijkheid, eer en dank brachten aan Hem Die op de troon zat en Die leeft in alle eeuwigheid,

29 29 10 wierpen de vierentwintig ouderlingen zich neer voor Hem Die op de troon zat, aanbaden Hem Die leeft in alle eeuwigheid, en wierpen hun kronen neer vóór de troon en zeiden: 11 U bent het waard, Here, te ontvangen de heerlijkheid, de eer en de kracht, want U hebt alle dingen geschapen, en door Uw wil bestaan zij en zijn zij geschapen.

30 Openbaring 7: 9 - 15 9 Hierna zag ik en zie, een grote menigte, die niemand tellen kon, uit alle naties, stammen, volken en talen, stond vóór de troon en vóór het Lam, bekleed met witte gewaden en palmtakken in hun hand. 10 En zij riepen met een luide stem: De zaligheid is van onze God, Die op de troon zit, en van het Lam! 30

31 31 11 En alle engelen stonden rondom de troon, de ouderlingen en de vier dieren. Zij wierpen zich vóór de troon neer met hun gezicht ter aarde en aanbaden God, 12 en zeiden: Amen. De lofprijzing, de heerlijkheid, de wijsheid, de dankzegging, de eer, de kracht en de sterkte is aan onze God tot in alle eeuwigheid. Amen.

32 32 13 En een van de ouderlingen antwoordde en zei tegen mij: Dezen, die bekleed zijn met witte gewaden, wie zijn zij en waar zijn zij vandaan gekomen? 14 En ik zei tegen hem: U weet het, mijn heer. En hij zei tegen mij: Dezen zijn het die uit de grote verdrukking komen; en zij hebben hun gewaden gewassen en ze hebben hun gewaden wit gemaakt in het bloed van het Lam.

33 33 15 Daarom zijn zij vóór de troon van God, en dienen Hem dag en nacht in Zijn tempel. En Hij Die op de troon zit, zal Zijn tent over hen uitspreiden.

34 Psalm 150: 1 en 2 Looft God, looft Hem overal. Looft de Koning van 't heelal om zijn wonderbare macht, om de heerlijkheid en kracht van zijn naam en eeuwig wezen. Looft de daden, groot en goed, die Hij triomferend doet. Hem zij eer, Hij zij geprezen. 34

35 Psalm 150: 1 en 2 Hef, bazuin, uw gouden stem, harp en fluit, verheerlijkt Hem! Cither, cimbel, tamboerijn, laat uw maat de maatslag zijn van Gods ongemeten wezen, opdat zinge al wat leeft, juiche al wat adem heeft tot Gods eer. Hij zij geprezen. 35

36 36 De kinderen gaan naar de bijbelklas. Hun onderwerp is: Een prachtige weg: bidden om een leven met God, naar Psalm 63

37 37 Preek met het thema Te Deum Laudamus

38 38

39 Gezang 399: 1, 2, 3, 4, 5 en 6 Wij loven U, o God, belijden U als Heer. Eeuwige Vader, U geeft heel de wereld eer. U zingen alle heem'len, serafs, machten, tronen, onafgebroken rijst hun lied op hoge tonen: Gij, driemaal heilig zijt Gij, God der legerscharen, wiens grootheid aard' en hemel heerlijk openbaren! 39

40 Gezang 399: 1, 2, 3, 4, 5 en 6 U looft de apostelschaar in heerlijkheid, o Heer, profeten, martelaars vermelden daar uw eer. Door heel uw kerk wordt steeds, daar boven, hier beneden, in strijd en zegepraal, uw grote naam beleden. Zij looft, o Vader, U, oneindig in vermogen, onpeilbaar in verstand, onmeetbaar in meedogen! 40

41 Gezang 399: 1, 2, 3, 4, 5 en 6 U, Vader, U zij lof op een verhoogde toon! Lof en aanbidding zij uw eengeboren Zoon. Lof zij uw Geest, die ons ten Trooster is gegeven, ons in de waarheid leidt, de weg van eeuwig leven. U looft uw kerk alom, waar Gij die ook vergaarde; U looft wat loven kan, in hemel en op aarde! 41

42 Gezang 399: 1, 2, 3, 4, 5 en 6 U, Christus, onze Heer, bekleed met majesteit, des Vaders eenge Zoon, zij lof in eeuwigheid! De mensheid lag in schuld en vloek voor God verloren: Gij hebt, de mens tot heil, de schoot der maagd verkoren. Gij hebt aan 't kruis voor ons de dood zijn macht ontnomen en ons de weg gebaand om tot Gods rijk te komen. 42

43 Gezang 399: 1, 2, 3, 4, 5 en 6 Gij zit in heerlijkheid aan 's Vaders rechterhand, tot Gij als Rechter eens de laatste vierschaar spant. Laat nimmer in de nood uw bijstand ons ontberen, Gij kocht ons met uw bloed, blijf, Heiland, ons regeren, wil door uw koningsmacht uw erfdeel trouw bewaren, en met uw heilig volk ons voor uw troon vergaren. 43

44 Gezang 399: 1, 2, 3, 4, 5 en 6 Wij zegenen, o Heer, uw goedheid al den dag! Geef dat eeuw in eeuw uit, ons lied U loven mag, geef, dat wij bij uw komst onstraf'lijk wezen mogen: ontferm, ontferm U, Heer, toon ons uw mededogen! Op U steunt onze hoop, o God van ons vertrouwen: zij worden nooit beschaamd, die op uw goedheid bouwen. 44

45 Gebeden 45

46 Gezang 62: 1, 2, 3 en 4 Wie oren om te horen heeft, hore naar de wet die God hem geeft: gij zult geen vreemde goden, maar Mij alleen belijden voortaan. Hoor, Israël, mijn geboden. 46

47 Gezang 62: 1, 2, 3 en 4 Bemint uw Heer te allen tijd, dient Hem met alles wat gij zijt, aanbidt Hem in uw daden. Dit is het eerste en grote gebod, de wil van God, uw Vader. 47

48 Gezang 62: 1, 2, 3 en 4 Biedt uw naaste de helpende hand, spijzigt de armen in uw land, een woning wilt hen geven. Het tweede gebod is het eerste gelijk; doet dit, en gij zult leven. 48

49 Gezang 62: 1, 2, 3 en 4 De macht der liefde is zo groot, geen water blust haar vuren uit, wanneer zij is ontstoken. Nu wilt ontbranden aan liefdeswoord, God heeft het tot ons gesproken. 49

50 50 De kinderen komen terug. Daarna collectes: 1.Werelddiaconaat 2.Emeritikas Tijdens de collecte: Het Utrechts Te Deum van Georg Friedrich Händel

51 Psalm 31: 1 Op U vertrouw ik, H EER der heren, Gij die mijn sterkte zijt. Om uw gerechtigheid wil nimmer mij de rug toekeren. Betoon mij uw nabijheid en stel mij in de vrijheid. 51

52 52 Zegen te beantwoorden met

53 53 Vanmiddag begint de dienst om 17 uur. Voorganger: ds. H. de Bruijne.


Download ppt "1 Zondag 14 april 2013 morgendienst. 2 Welkom in deze dienst! Voorganger :ds. H. de Bruijne Ouderling:C.M. Visser Organist: Krijn van Veen."

Verwante presentaties


Ads door Google