De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Deel 5: kunst bij de Grieken

Verwante presentaties


Presentatie over: "Deel 5: kunst bij de Grieken"— Transcript van de presentatie:

1 Deel 5: kunst bij de Grieken
Bouwkunst

2 1. Geef de naam van de bekendste Griekse tempel
Parthenon (Athene, 5de eeuw v.C.)

3 2. Wat is de gelijkenis tussen het Griekse en het Christelijke geloof?
Veel verschillen  Vooral: monotheïsme (één God) bij Christenen vs. polytheïsme (meerdere goden) bij Grieken Christenen: de kerk is ‘het huis van God’ Grieken: de tempel was de woonplaats (het huis) van de Goden

4 3. Waar of niet? ‘Griekse tempels zijn druk en onoverzichtelijk’
Niet waar Grondplan + evenwichtige horizontale en verticale lijnen  overzichtelijke eenvoud

5 4. Zet 3 verschillende soorten zuilen in chronologische volgorde en geef het belangrijkste kenmerk per zuil Dorisch: eenvoudig en zwaar; onversierd kapiteel Ionisch: kapiteel met krullen die naar onder wijzen Corinthisch: kapiteel met palm –of acanthusbladeren (mediterrane plant)

6 Huiswerk: vraag 5 Zoek voor elk zuiltype een voorbeeld van een gebouw dat niet in de Griekse tijd is gebouwd, met toch Griekse kenmerken Dus: één gebouw met Dorische zuilen ; één gebouw met Ionische zuilen ; één gebouw met Corinthische zuilen Deadline maandag 20/04 Je kunt zelf op zoek gaan in Brussel, of je kunt het internet gebruiken

7 Conceptfiche migratie
Definitie en kenmerken van het concept ‘migratie’

8 Waarom is migratie belangrijk
Waarom is migratie belangrijk?  vreemdelingen in België in de 21ste eeuw

9 Schatting van prof. dr. Jan Hertogen, KU Leuven Aantal Belgen van vreemde origine (Belgen met minstens één ouder die bij geboorte geen Belg was, cijfers van 2008) Gebied Totale bevolking Aantal Belgen van vreemde afkomst % Belgen van vreemde afkomst op totale bevolking België 21,6 % Brussel (Brussels Hoofdstedelijk Gewest) 67,9 % Vlaanderen 13,3 % Wallonië 22,5 %

10 Definitie Verplaatsing van een persoon of een groep
 Duidelijk motief (reden)  Verplaatsing van een plaats van afkomst (thuis) naar een plaats van aankomst  Verschillende manieren waarop migratie gebeurt  Persoon behoudt kenmerken van plaats van afkomst (huidskleur, cultuur, taal, enz.)

11 Van het woord… Immigratie en emigratie
Immigratie: verplaatsing naar een ander gebied (binnengaan in een ander land) Emigratie: verlaten van het eigen gebied (weggaan uit het eigen land, naar buitenland) Migrant = immigrant en emigrant Voorbeeld: een Belg die in Canada gaat wonen, emigreert (uit België) en immigreert (naar Canada)

12 Naar het concept… Verplaatsing waarvan de omvang varieert Binnenlands
 vb.: een Brusselaar gaat in Gent wonen Buitenlands  vb.: een Belg gaat in Canada wonen

13 Naar het concept… Motief Ecologisch: vb. milieuramp in eigen land
Politiek: vb. dictatuur in eigen land Economisch: vb. werkloosheid in eigen land Demografisch: vb. overbevolking in eigen land Druk van een uitwendige kracht: vb. verplicht om eigen land te verlaten door dreiging van criminaliteit  Let op! Iedere migrant heeft bepaalde redenen om te migreren; je kunt niet alle motieven opsommen

14 Naar het concept… Een persoon / groep
Individuele migratie: vb. één persoon (evt. gezin) migreert Migratie van één bevolkingsgroep: vb. een bepaalde groep voelt zich bedreigd in eigen land Migratie van een hele bevolking: vb. ernstige milieuramp in eigen land / stad  (grote delen van) bevolking moet vertrekken

15 Naar het concept… Manier waarop
Migratie onder dwang: vb. iemand wordt verplicht zijn land te verlaten (omdat hij geen papieren heeft, omdat hij het land wordt uitgezet, …) Vrije migratie: vb. iemand kiest bewust om zijn land te verlaten (zie ‘motieven’)

16 Naar het concept… Kenmerken van de plaats van afkomst worden behouden
Huidskleur: vb. je behoudt steeds je huidskleur, ook in andere landen Taal: vb. een migrant uit het Midden-Oosten kan nog steeds Arabisch spreken Kleding / geloof: vb. hoofddoek (Islam)

17 Voorbeeld: ‘Een nieuw begin’
Los de vragen op Voor vraag 1 heb je fiche 2 nodig: ‘3. Betrouwbaarheid van het document’  kijk ook naar de korte beschrijving van de auteur Philip Steele Vragen 2 t.e.m. 6 moet je oplossen met de conceptfiche migratie

18 1. Ga na of dit document betrouwbaar is
Is de auteur een tijdgenoot? NEE (geboren 1948) Heeft hij betrouwbare informatie gebruikt? JA (zie biografie: ‘goed geïnformeerd’) Waarom maakt hij zijn bron? Wil hij meer doen dan alleen maar informatie geven? NEE, hij wil informeren Is hij subjectief? NEE, hij wil de feiten op een vlotte manier weergeven

19 1. Ga na of dit document betrouwbaar is (vervolg)
Is hij een goede observator of is hij vaag en fantaseert hij veel dingen? Verschillende antwoorden mogelijk JA, hij is een goede observator: hij is goed geïnformeerd en baseert zich dus op feiten. Hij geeft in de tekst veel voorbeelden en feiten NEE, hij schrijft een krantenartikel over een tijd toen er nog geen kranten waren, vanuit het standpunt van een Griek; hij fantaseert dus sommige passages

20 1. Ga na of dit document betrouwbaar is (voorbeeld van een kort tekstje)
De auteur is geen tijdgenoot (hij werd geboren in de 20ste eeuw), maar hij gebruikt wel betrouwbare informatie. Hij is immers goed geïnformeerd en wil alleen informatie geven aan jonge mensen. Er zijn geen aanwijzingen dat hij subjectief is. Hij geeft in de tekst veel voorbeelden en feiten. Dit document is dus betrouwbaar.

21 2. Wat is de omvang van de verplaatsing?
Binnenlands of internationaal?  Internationaal: migranten gaan van de Griekse stadstaten naar streken in Spanje, Noord-Afrika en de Zwarte Zee

22 3. Welke motieven worden aangehaald?
Economisch + ecologisch Weinig landbouwgronden in Griekenland Hongersnood (vb. Santorini) Demografisch Overbevolking in Griekenland Politiek Vb. Dorieus: hij had ruzie met zijn rivaal, die leider werd van Sparta

23 4. Eén persoon of een groep mensen?
Zowel individuele Grieken (‘moedige pioniers’) als groepsverplaatsingen (‘soms werden ze geleid door een edelman…’  Dorieus). Soms verplaatsing van hele bevolking (vb. Santorini)

24 5. Manier van migratie Soms onder dwang (sommige Grieken moesten hun stad verlaten), vb. door overbevolking of hongersnood  zie: inwoners Santorini: ‘Ga weg naar Noord-Afrika – of sterf!’ Soms vrije migratie (‘avonturiers’, vb. Dorieus)  Let op! Niet altijd duidelijk of iemand uit vrije wil of onder dwang vertrekt

25 6. Behouden de migranten kenmerken van de plaats van herkomst?
Ja, vaak stichtten de Griekse migranten kolonies (= gebieden in het buitenland die door Grieken werden bewoond)  zij behielden hun Griekse cultuur, ze behielden hun huidskleur, religie en taal Dit is niet zo duidelijk in de tekst


Download ppt "Deel 5: kunst bij de Grieken"

Verwante presentaties


Ads door Google