De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Lectoraat Passend Onderwijs: kwalitatief goed onderwijs voor iedereen!

Verwante presentaties


Presentatie over: "Lectoraat Passend Onderwijs: kwalitatief goed onderwijs voor iedereen!"— Transcript van de presentatie:

1 Lectoraat Passend Onderwijs: kwalitatief goed onderwijs voor iedereen!
Velonconferentie Lectoraat Passend Onderwijs: kwalitatief goed onderwijs voor iedereen! Annemieke Mol Lous Marja van Oudheusden Koen de Jonge Janine Haenen

2 Inhoud Inleiding Prestentaties:
Hoe maak ik onderwijs passend voor iedere leerling? Competentiebeleving van basisschoolleerlingen in relatie tot leraar-leerling interacties in de klas De voorbereiding van aankomende leerkrachten op passend onderwijs voor (hoog)begaafde leerlingen in het basisonderwijs

3 Medisch model Sociaal model Talent model Centraal begrip: defect behoefte talent Doelstelling: compensatie emancipatie persoonlijke groei Begeleiding door: specialisten regulier + specialist regulier wordt specialist Aard van de begeleiding: behandelen reguleren stimuleren Sociaal proces: segregatie integratie inclusie Organisatie separaat gekoppeld geïntegreerd Begeleidings-vorm: expertteam zorgteam succesteam Positie professional: product afleveren proces begeleiden groei uitlokken Participatie: mogen meedoen zijn onderdeel van leveren wezenlijke bijdrage

4

5 Response to intervention

6 Hoe maak ik onderwijs passend voor iedere leerling?
Onderzoek naar good practices en behoeften van leerkrachten Marja van Oudheusden Docent orthopedagogiek Thomas More Hogeschool, Rotterdam Trajectbegeleider in SWV Passend Onderwijs Kindkracht Het is mij een genoegen iets te vertellen over het onderzoek: Hoe maak ik onderwijs passend voor iedere leerling? De focus van dit onderzoek ligt op het vinden van shining examples, waar lukt het de leerkracht om passend onderwijs te bieden en welke (ondersteunings)behoeften heeft hij/zij om onderwijs passend te kunnen maken? Thomas More Hogeschool | Stationssingel 80 | HJ Rotterdam | +31 (0) | |

7 Passend Onderwijs? Passend Onderwijs: voor ieder kind een passende plek, bij voorkeur op de eigen school. Met dit onderzoek willen we weten hoe we toekomstige leerkrachten kunnen voorbereiden op het tegemoetkomen aan specifieke onderwijsbehoeften van leerlingen

8 Hoofdvraag Wanneer lukt het de leerkracht om onderwijs passend te maken voor iedere leerling? Hoe denken jullie dat dit lukt?

9 Methoden Enquêtes Diepte-interviews
Voor dit onderzoek zijn enquêtes verspreid en diepte-interviews gehouden binnen het samenwerkingsverband op de Zuid-Hollandse eilanden Voorne-Putten en Rozenburg.

10 Enquête 58 respondenten 11 (adjunct-) directeuren
15 intern begeleiders 24 leerkrachten 8 specialisten/extern begeleiders

11 Diepte-interview 5 respondenten 1 Intern Begeleider
1 Preventief Ambulant Begeleider 3 leerkrachten

12 Resultaten 16% geheel in staat 78% enigszins in staat
Op de vraag: “In hoeverre bent u in staat onderwijs passend te maken?” geven de meeste respondenten aan hier enigszins toe in staat zijn. 16% geeft aan geheel in staat te zijn passend onderwijs te bieden. 16% geheel in staat 78% enigszins in staat 3% neutraal/geen antwoord 3% geheel niet in staat

13 Middelen: Observaties 100% Toetsresultaten 97%
Gesprekken met ouders % Gesprekken met kinderen % Externe begeleiding, collega’s, literatuur en onderzoeksgegevens % Middelen die ingezet worden om te begrijpen wat kinderen nodig hebben om tegemoet te kunnen komen aan de specifieke onderwijsbehoeften zijn:

14 Succes Enkelvoudige problematiek bv leerproblemen
Inpasbaar in klassenmanagement Goede samenwerking met ouders Gepast materiaal De meeste respondenten geven aan tegemoet te kunnen komen aan specifieke onderwijsbehoeften wanneer er sprake is van:

15 Maar……het lukt niet altijd

16 Niet succesvol Problematiek: - (zware) gedragsproblemen
- meervoudige problematiek/co-morbiditeit - lichamelijke beperkingen - ontwikkelingsstoornissen Klassenmanagement: - Tijdgebrek - Onvoldoende informatie Samenwerking: Onvoldoende vertrouwen tussen ouders en leerkracht - Onvoldoende steun van de directie Materialen Geen geschikt materiaal - Gebouw onvoldoende aangepast De meeste respondenten geven aan niet tegemoet te kunnen komen aan specifieke onderwijsbehoeften als er sprake is van (zware) gedragsproblematiek, co-morbiditeit, lichamelijke beperkingen en ontwikkelingsstoornissen. Tijdgebrek werd ook genoemd als oorzaak voor het niet in staat zijn het onderwijs aan te passen aan individuele behoeften. Andere oorzaken: Wanneer er onvoldoende samenwerking is met ouders of wanneer er geen/onvoldoende steun van de directie wordt ervaren. Daarnaast het ontbreken van passend ortho-didactisch materiaal of een gebouw dat niet voldoet.

17 Ondersteuning Intern Begeleider 91% School/leerlingbegeleider 60%
Speciale materialen % Onderwijsassistent % Remedial teacher % Aangepaste schoolinrichting % De belangrijkste behoefte van leerkrachten is ondersteuning van:

18 Shining examples Zoals ik al noemde, richt dit onderzoek zich vooral op waar het de leerkracht wél lukt om onderwijs passend te maken

19 Succesfactoren Ga in gesprek mét kinderen
Laat kinderen zelf aangeven wat ze nodig hebben Focus op wat goed gaat Sluit aan bij onderwijsbehoeften ipv het programma willen volgen Een van de vragen in de enquête was: ‘Kan je iemand noemen die je goed in staat vindt passend onderwijs te bieden?“ Met 5 van deze mensen zijn diepte-interviews gehouden. Zij gaven aan dat in gesprek gaan met de kinderen het belangrijkste middel is dat zij inzetten, waarbij zij kinderen zelf laten aangeven wat ze nodig hebben. Succesfactoren die zij verder noemden: het belang van een goede relatie met het kind, een positieve benadering en focus op wat goed gaat, wat wél lukt. De kinderen een eigen inbreng laten hebben en het onderwijsaanbod aan laten sluiten bij het didactisch niveau en belangstelling van de kinderen.

20 Aanbevelingen Voor de opleiding van toekomstige leraren betekent dit dat we aandacht moeten hebben voor het voeren van gesprekken mét (ipv over) kinderen. Kinderen serieus nemen en stimuleren zelf oplossingen te bedenken om te begrijpen welke onderwijs- en begeleidingsbehoeften zij hebben zodat het onderwijsaanbod daarop aangepast worden. Het in gesprek gaan met kinderen, kinderen zelf aan laten geven wat zij willen bereiken, aandacht hebben voor positief gedrag en aansluiten bij wat goed gaat, zijn de basistechnieken van Oplossingsgericht Werken (Solution Focused Approach, Berg & Shazer) We denken dat het trainen van studenten in de oplossingsgerichte benadering kan bijdragen aan het tegemoetkomen aan specifieke onderwijsbehoeften van kinderen, zodat onderwijs daadwerkelijk passend gemaakt kan worden aan de behoefte van iedere leerling.

21 Velonconferentie Competentiebeleving van basisschoolleerlingen in relatie tot leraar-leerling interacties in de klas Koen de Jonge, Marije van den Steenhoven & Annemieke Mol Lous Lectoraat Passend Onderwijs Hogeschool Leiden Koen de Jonge Onderzoeker Lectoraat Passend Onderwijs of Marije van den Steenhoven Annemieke Mol Lous Lector Lectoraat Passend Onderwijs

22 Inhoud Inleiding Onderzoeksvragen Methode Conclusie Discussie

23 Wat we weten… Cruciaal voor passend onderwijs: kwaliteit van de leerkracht en de relatie van de leerkracht met de leerlingen (Marzano, 2013; Doumen et al. 2008). Leerlingen met zelfvertrouwen presteren beter. Ook gedragsmoeilijke leerlingen met veilige leraar-leerling relaties presteren beter (Hamre & Pianta, 2001; Doumen et al, 2008; Spilt & Koomen, 2010; Verschueren & Koomen, 2009). Doel van onderzoek: Inzicht krijgen in of en hoe het handelen van de leerkracht bijdraagt aan een groter zelfvertrouwen van leerlingen.

24 Onderzoeksvraag: Wat is de relatie tussen de competentie beleving van kinderen en de leerkracht-leerling relatie in de klas? Hier misschien wel even benoemen wat betreft de verwijzing naar het speciaal onderwijs.

25 Methode: Participanten
7 basisscholen (regio Apeldoorn) 108 jongens & 138 meisjes Leeftijd: tussen 8 en 12 jaar

26 Methode: Instrumenten
CBSK: Competentie belevingsschaal voor kinderen (Veerman, Straathof, Treffers, Van den Bergh & Ten Brink, 1997) 36 items bestaande uit zes subschalen: Schoolvaardigheden Sociale acceptatie Sportieve vaardigheden Fysieke verschijning Gedragshouding Eigenwaarde Nederlandse versie van ‘Self Perception Profile for Children’ (SPPC) (Harter, 1985).

27 Voorbeeld CBSK maar Ruwe scores aan de hand van normtabellen omgezet naar normscores Helemaal waar voor mij Een beetje waar voor mij Sommige kinderen vinden, dat ze er goed zijn in hun schoolwerk Andere kinderen maken zich soms zorgen over of ze hun schoolwerk wel goed doen Een beetje waar voor mij Helemaal waar voor mij

28 Methode: Instrumenten (2)
CLASS: Classroom Assesment Scoring System (Pianta et al., 2006) Gevalideerd en internationaal veel gebruikt observatiesysteem gericht op leraar-leerling interacties Verschillende varianten, dit onderzoek: CLASS-K3 Gericht op: Emotionele ondersteuning Klassenorganisatie Educatieve ondersteuning Elke groep 4 x 20 minuten geobserveerd Voor betere betrouwbaarheid: Observatoren hebben tweedaagse training gevolgd bij gecertificeerde medewerkers Teachstone Centrale vraag: Scoren leerlingen die hoog scoren op de CBSK ook hoog op de CLASS? Wat hieronder staat eventueel in toelichting er bij geven. Emotionele Ondersteuning heeft betrekking op de (positieve) sfeer in de groep, de mate waarin leerlingen positieve relaties hebben met de leerkracht, de mate waarin de leerkracht sensitief reageert op de behoeften van de leerlingen en de mate waarin rekening wordt gehouden met het perspectief van de leerling. Dit is het gebied van de sociaal-motivationele ondersteuning. Emotionele ondersteuning kent vier dimensies: Positieve sfeer: de emotionele band, het respect en plezier tussen de leerkracht en de leerlingen en tussen de leerlingen onderling. Negatieve sfeer: de mate van geuite negativiteit zoals boosheid, irritatie, vijandigheid en agressie door leerkracht en/of leerlingen. Sensitiviteit van de leerkracht: de responsiviteit van de leerkracht en het bewust zijn van individuele en emotionele behoeften van een leerling. Rekening houden met kind perspectief: de mate waarin rekening wordt gehouden met de interesses, motivaties en gezichtspunten van leerlingen tijdens leraar-leerling interacties en verantwoordelijkheid en zelfstandigheid worden bevorderd. Klassenorganisatie heeft betrekking op de manier waarop wordt omgegaan met het (wan) gedrag van de leerlingen, de mate waarin leerlingen productief bezig zijn (in spel of andere activiteit) en strategieën die de leerkracht gebruikt om leerlingen betrokken te krijgen in spel of een andere activiteit. Dit betreft enerzijds aspecten van klassenmanagement en anderzijds activiteiten om actief leren te bevorderen. Klassenorganisatie kent drie dimensies: Gedragsregulering: een proactieve benadering, het uitdragen van heldere verwachtingen en het voorkomen van probleemgedrag door de leerkracht. Productiviteit: het maximaliseren van de leertijd, het benutten van overgangen tussen twee activiteiten, routines en voorbereiding. Instructie aanpakken: effectieve ondersteuning aan leerlingen, variatie aan werkwijzen en materialen, duidelijke leerdoelen en actieve betrokkenheid van de leerlingen. Educatieve ondersteuning heeft betrekking op het stimuleren van de ontwikkeling in brede zin en meer specifiek de stimulering van de taalontwikkeling. Dit deel van het instrument gaat vooral over de didactische ondersteuning die leerkrachten bieden. Educatieve ondersteuning kent drie dimensies: Begripsontwikkeling: het leggen van verbanden tussen activiteiten en de leefomgeving van de leerling, het stellen van waarom en hoe vragen en het bieden van mogelijkheden voor uitingen van creativiteit van leerlingen. Kwaliteit van feedback: de mate waarin de leerkracht feedback geeft (in reactie op wat leerlingen zeggen en/of doen) die het leren en begrijpen van leerlingen bevordert en zorgt voor een grotere deelname aan activiteiten. Stimuleren van taalontwikkeling: de kwaliteit en hoeveelheid aan manieren van praten en taal stimulerende hulpmiddelen die de leerkracht inzet om de taalontwikkeling van leerlingen te bevorderen.

29 Methode: Instrumenten CLASS
Dimensies: Emotionele ondersteuning: Positieve sfeer Negatieve sfeer Sensitiviteit Rekening houden met perspectief van het kind Klassenorganisatie: Gedragsregulering Productiviteit Instructie Kwaliteit instructie: Begripsontwikkeling Kwaliteit feedback Stimuleren taalontwikkeling Wat hieronder staat eventueel in toelichting er bij geven. Emotionele Ondersteuning heeft betrekking op de (positieve) sfeer in de groep, de mate waarin leerlingen positieve relaties hebben met de leerkracht, de mate waarin de leerkracht sensitief reageert op de behoeften van de leerlingen en de mate waarin rekening wordt gehouden met het perspectief van de leerling. Dit is het gebied van de sociaal-motivationele ondersteuning. Emotionele ondersteuning kent vier dimensies: Positieve sfeer: de emotionele band, het respect en plezier tussen de leerkracht en de leerlingen en tussen de leerlingen onderling. Negatieve sfeer: de mate van geuite negativiteit zoals boosheid, irritatie, vijandigheid en agressie door leerkracht en/of leerlingen. Sensitiviteit van de leerkracht: de responsiviteit van de leerkracht en het bewust zijn van individuele en emotionele behoeften van een leerling. Rekening houden met kind perspectief: de mate waarin rekening wordt gehouden met de interesses, motivaties en gezichtspunten van leerlingen tijdens leraar-leerling interacties en verantwoordelijkheid en zelfstandigheid worden bevorderd. Klassenorganisatie heeft betrekking op de manier waarop wordt omgegaan met het (wan) gedrag van de leerlingen, de mate waarin leerlingen productief bezig zijn (in spel of andere activiteit) en strategieën die de leerkracht gebruikt om leerlingen betrokken te krijgen in spel of een andere activiteit. Dit betreft enerzijds aspecten van klassenmanagement en anderzijds activiteiten om actief leren te bevorderen. Klassenorganisatie kent drie dimensies: Gedragsregulering: een proactieve benadering, het uitdragen van heldere verwachtingen en het voorkomen van probleemgedrag door de leerkracht. Productiviteit: het maximaliseren van de leertijd, het benutten van overgangen tussen twee activiteiten, routines en voorbereiding. Instructie aanpakken: effectieve ondersteuning aan leerlingen, variatie aan werkwijzen en materialen, duidelijke leerdoelen en actieve betrokkenheid van de leerlingen. Educatieve ondersteuning heeft betrekking op het stimuleren van de ontwikkeling in brede zin en meer specifiek de stimulering van de taalontwikkeling. Dit deel van het instrument gaat vooral over de didactische ondersteuning die leerkrachten bieden. Educatieve ondersteuning kent drie dimensies: Begripsontwikkeling: het leggen van verbanden tussen activiteiten en de leefomgeving van de leerling, het stellen van waarom en hoe vragen en het bieden van mogelijkheden voor uitingen van creativiteit van leerlingen. Kwaliteit van feedback: de mate waarin de leerkracht feedback geeft (in reactie op wat leerlingen zeggen en/of doen) die het leren en begrijpen van leerlingen bevordert en zorgt voor een grotere deelname aan activiteiten. Stimuleren van taalontwikkeling: de kwaliteit en hoeveelheid aan manieren van praten en taal stimulerende hulpmiddelen die de leerkracht inzet om de taalontwikkeling van leerlingen te bevorderen.

30 Resultaten: CBSK Tabel 1: Overzicht scores op Competentie Beleving Schaal voor Kinderen (CBSK; Veerman et al., 1997) School Schalen: Schoolse vaardigheden * * 50.9 Sociale acceptatie * 68.2* * 65.7* 48.6 Sportieve vaardigheden * 53.2 Fysieke verschijning * * 57.2 Gedragshouding * 71.5* * 42.9* Gevoel van eigenwaarde * * 49.6* * p<.05

31 Resulaten: Class (2) Tabel 3: Scores op de CLASS vergeleken met de gemiddelden per samenwerkingsverband van laag (A) en hoog(B) scorende scholen qua competentie beleving van de leerlingen. School 2 School 6 Gemiddelden (laag op CBSK) (hoog op CBSK) SWV Emotionele ondersteuning positieve sfeer * 5.92 negatieve sfeer sensitiviteit rekening met 3.41* 5.92* 4.40 kind perspectief Klassenorganisatie gedragsregulering productiviteit instructie aanpakken 5.88* 6.03* 4.92 Kwaliteit instructie begripsontwikkeling 2.47* 5.14* 3.04 kwaliteit feedback 5.08* stimuleren taal ontwikkeling

32 Emotionele ondersteuning
School 2 School 6 Gemiddelden (laag op CBSK) (hoog op CBSK) SWV Emotionele ondersteuning positieve sfeer * 5.92 negatieve sfeer sensitiviteit rekening met * 5.92* 4.40 kind perspectief Beide scoren hoog op de positieve sfeer in de klas. Een duidelijk verschil zit hem in ‘rekening houden met het perspectief van het kind’. School 6 scoort hoogst op positieve sfeer van alle scholen.

33 Klassenorganisatie School 2 School 6 Gemiddelden (laag op CBSK) (hoog op CBSK) SWV Klassenorganisatie gedragsregulering productiviteit instructie aanpakken 5.88* 6.03* 4.92

34 Kwaliteit instructie Kwaliteit instructie
School 2 School 6 Gemiddelden (laag op CBSK) (hoog op CBSK) SWV Kwaliteit instructie begripsontwikkeling 2.47* 5.14* 3.04 kwaliteit feedback 5.08* stimuleren taal ontwikkeling

35 Resultaten: Class (3) Regressieanalyse: inderdaad relatie tussen competentie beleving bij leerlingen en leraar-leerling interactie. Hoe hoger klassen scoren op kwaliteit van leraar-leerling interacties, hoe hoger de competentie beleving van leerlingen. Geen opvallende verschillen gevonden tussen de scholen als het gaat om de aantallen in de verwijzing

36 Conclusies 1. Leerlingen die zichzelf als competenter zien komen vaker van scholen die hoog scoren op: Positieve sfeer Goede klassenorganisatie Kwaliteit van instructie 2. Hoog en laag scorende scholen onderscheiden zich op gebied van: Rekening houden met het kind perspectief Meer aandacht besteden aan begripsontwikkeling 3. Gevoel van sociale acceptatie en gevoel over hoe hun gedrag wordt beoordeeld bepaalt de uitzonderlijk lage scores van leerlingen.

37 Discussie Gevonden relatie tussen veilige leraar-leerling relatie en een hogere mate van competentie beleving van leerlingen sluit aan bij eerder onderzoek (Hamre & Pianta, 2001; Verschuren & Koomen, 2009) Leraren die werk maken van positieve sfeer, goede klassenorganisatie, het perspectief van het kind en begripsontwikkeling hebben leerlingen die zichzelf als meer competent beschouwen. Dit sluit aan bij eerder onderzoek van het Lectoraat (Haenen, 2013; Oudheusden & Mol Lous, 2013; Olbers, 2012). Veel leraren geven ook aan dat ze hier meer tijd en ruimte voor willen, zoals ook uit eerder onderzoek bleek (Smeets et al., 2013; Oudheusden & Mol Lous, 2013)

38 Aanbevelingen voor lerarenopleidingen
Besteed aandacht aan het voeren van gesprekken met leerlingen en train deze vaardigheid in de praktijk, ook waar het gaat om oplossingen te zoeken voor (probleem) gedrag. Collegiale consultatie en gesprekken met ouders zijn belangrijke vaardigheden om in de directe omgeving van de school te zoeken naar oplossingen voor passend onderwijs. Zorg er voor dat studenten in staat zijn leerlingen zelf verantwoordelijk te maken, hoge verwachtingen te uiten en de leerlingen positief te benaderen Maak studenten bewust van het feit dat competentiebeleving van leerlingen sterk bepalend is voor hun prestaties op school en dat hun leerkrachtgedrag daarin een belangrijke rol speelt.

39 Vragen en/of informatie?
Meer informatie over het onderzoek Kijk op de website: Neem contact met me op: Koen de Jonge Onderzoeker Lectoraat Passend Onderwijs of Marije van den Steenhoven Annemieke Mol Lous Lector Lectoraat Passend Onderwijs

40 De voorbereiding van aankomende leerkrachten op passend onderwijs voor (hoog)begaafde leerlingen in het basisonderwijs Janine Haenen Lectoraat Passend Onderwijs Cluster Educatie Hogeschool Leiden Voorstellen

41 Startstellingen Hoogbegaafde kinderen zijn sociaal-emotioneel zwakker dan klasgenoten. Hoogbegaafde kinderen kunnen goed leren.

42 “Als ik minister van onderwijs was…”

43 Aanleiding onderzoek Start onderzoek in 2009
Vraag oudervereniging hoogbegaafden (Pharos) Groeiende aandacht voor meer- een hoogbegaafde leerlingen Belang dat (aankomende) leerkrachten inspelen op onderwijsbehoeften om uitval en onderpresteren te voorkomen Wel speciale onderwijsarrangementen hoogbegaafden, weinig bekend over effectiviteit

44 Onderzoeksvragen Hoofdvraag
Op welke manier kunnen (aankomende) leerkrachten in het basisonderwijs tegemoet komen aan de onderwijsbehoeften van hoogbegaafde leerlingen? Deelvragen Welke kennis en vaardigheden hebben (aankomende) leerkrachten nodig om tegemoet te komen aan de onderwijsbehoeften van hoogbegaafde leerlingen? Welke onderwijsorganisatie komt het beste tegemoet aan de onderwijsbehoeften van hoogbegaafde leerlingen? Belangrijk om aankomende leerkrachten goed voor te bereiden op passend onderwijs aan hoogbegaafde leerlingen

45 Methode van onderzoek 344 Respondenten
75,9% ouders en 24,1% leerkrachten 80% van de kinderen zit in regulier basisonderwijs 89% van de leerkrachten werkt in regulier onderwijs Instrument Open interviews met 14 ouders en 21 leerkrachten Vragenlijst met open en gesloten vragen Onderwerpen: 1. Kennis en vaardigheden (deelvraag 1) 2. Onderwijsorganisatie (deelvraag 2)

46 Conclusie (1) (H)erkennen en signaleren
Theoretische modellen (‘Multifactorenmodel’ van Heller (2000, in Drent en van Gerven, 2012) Verschijningsvormen (Profielen van Betts en Niehart, 1988; 2010)

47 Profielen van Betts en Niehart (1988; 2010)
Kind Docent Succesvolle leerling Hoge cijfers Past zich aan Perfectionistisch Coachen om autonoom te handelen Leren leren Uitdagende leerling - Creatief - Hoge cijfers Kan tactloos/sarcastisch zijn - Uitdagen met verrijking Bewust van kwaliteiten Coachen van SE Onderduiker - Veel sociale contacten - Prima cijfers - Kan meer presteren Accepteren Verdieping geven Drop-out Gefrustreerd over onderwijs Kan laag zelfbeeld hebben Coach op zelfbeeld + gedrags-/leerprobleem Leren gaat niet zoals verwacht Succes laten ervaren Extra begeleiding Autonome leerling - Werkt effectief Intrinsiek gemotiveerd Succeservaringen - Erkennen

48 Conclusie (2) Aanpassen van de leerstof Compacten en verrijken
Leerlijnen en combineren van methodes Hogere orde denkvragen en creatief denken (Bloom, 1956)    

49 Wat is de overeenkomst tussen…

50 Conclusie (3) Begeleiding in leren leren
Ontwikkelen van ‘growth mindset’ (Dweck, 2006) Metacognitieve vaardigheden en leerstrategieën Coachingsvaardigheden voor goede leergesprekken en effectieve feedback op leerproces op een oplossingsgerichte manier

51 We leren studenten echt te kijken naar het kind
Plek van HB in de minor + plannen voor plek van HB in rest van curriculum

52 Conclusie (4) Samenwerken met ouders
Ouders als expert en als partner van de leerkracht

53 ….elk kind moet tot z’n recht komen in de klas!
Discussie en aanbevelingen Vervolgonderzoek Leerlingen als respondenten Gericht op leren leren en oplossingsgericht werken Aanbevelingen lerarenopleiding Aandacht voor kenmerken en behoeften Werken met leerlijnen en geschikt lesmateriaal Het (oplossingsgericht) coachen in leerproces Ouders als expert en partner ….elk kind moet tot z’n recht komen in de klas!

54 Tot slot…..


Download ppt "Lectoraat Passend Onderwijs: kwalitatief goed onderwijs voor iedereen!"

Verwante presentaties


Ads door Google