De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Soortenkennis O41A DEEL 2 van 2

Verwante presentaties


Presentatie over: "Soortenkennis O41A DEEL 2 van 2"— Transcript van de presentatie:

1 Soortenkennis O41A DEEL 2 van 2
Toegepaste biologie O41

2 Bosanemoon

3 Kenmerken bosanemoon Soortgroep Zaadplanten Hoofd-biotoop Loofbossen
Uiterlijke kenmerken 3 bladeren 6 bloemdekbladen (kelkblad en kroonblad gecombineerd) Bloemdekbladen en stengel zijn behaard Voortplanting door wortelstokken Zaden verspreid door mieren Extra foto’s

4 kamperfoelie HOOFDFOTO

5 kamperfoelie Soortgroep Planten , (klimplanten) Hoofd-biotoop
 Bossen (openplekken in loofbossen) Uiterlijke kenmerken De schutbladen (een blad, direct onder een bloem) en kelken ( buitenste krans van bloembladeren )zijn klierachtig behaard, de eerste zijn hartvormig en scheiden de afzonderlijke kransen. De bloemen zijn geelachtig wit en van buiten vaak roodachtig, De vrucht is rondachtig rood. De bladeren van de plant hebben zijn eivormig tot langwerpig en hebben een gladde bladrand Extra foto’s

6 Klein springzaad

7 Kenmerken klein springzaad
Soortgroep Balsemienfamilie Hoofd-biotoop bossen, parken, in bermen langs wegen Uiterlijke kenmerken is een kruidachtige niet al te hoge plantensoort. De langwerpige bladeren zijn gezaagd en lopen spits toe. De plant heeft gele bloemen met daarbij 3 kelkbladeren en heeft erg veel weg van het viooltje. De plant verspreid zich door de vruchten open te laten springen en de zaden weg te slingeren. Extra foto’s

8 koningskaars

9 Kenmerken koningskaars
Soortgroep helmkruidfamilie Hoofd-biotoop duin- en krijtgebied Uiterlijke kenmerken De bloemen zijn geel en hebben een doorsnede van 1,5-3 cm. Er zijn vijf kroonbladeren die aan de voet zijn vergroeid. Er zijn vijf kelkbladen en vijf meeldraden. De bloemen vormen een dichte aar Koningskaars draagt een doosvrucht(een droge openspringende vrucht) Extra foto’s

10 Lelietje der dalen HOOFDFOTO

11 Kenmerken lelietje der dalen
Soortgroep voorjaarsbloemen Hoofd-biotoop In tuinen Uiterlijke kenmerken een tot 30 cm hoge vaste plant die in het wild voorkomt in bosrijke streken, maar ook als tuinplant wordt gehouden De bladeren zijn breed-elliptisch, gesteeld en onbehaard De bloem is wit, klokvormig en heeft een aangename geur De vrucht van het lelietje-van-dalen is een rode bes die twee blauwe zaden bevat, ook kan de plant zich verspreiden doormiddel van uitlopers Extra foto’s

12 Turkse tortel

13 Kenmerken turkse tortel
Soortgroep Hoofd-biotoop Voornamelijk in dorpen en steden Uiterlijke kenmerken De turkse tortel heeft een zwarte ring in zijn nek en heeft een zwarte snavel en hij heeft een zwart wit patroon op zijn staart. De rest van zijn veren zijn licht grijs gekleurd. Extra foto’s

14 Houtduif

15 Kenmerken houtduif Soortgroep Hoofd-biotoop
Bossen, steden en op akkers Uiterlijke kenmerken De houtduif heeft een blauw grijze kop en heeft een korte geel/roze snavel. Af en toe heeft de houtduif een witte vlek in zijn nek als ze jong zijn. En er loopt een witte streep over de vleugels. Extra foto’s

16 Wilde liguster

17 Kenmerken wilde liguster
Soortgroep Hoofd-biotoop Bossen en Duinen Uiterlijke kenmerken De wilde liguster heeft langwerpige bladeren en witte bloemen die een sterke geur afgeven. De witte bloemen zijn tweeslachtig. De wilde liguster heeft ook zwarte bessen. Extra foto’s

18 Bruin zandoogje HOOFDFOTO

19 Kenmerken Bruin Zandoogje
Soortgroep Geleedpotigen Hoofd-biotoop Graslanden Uiterlijke kenmerken -Familie Satirinae -Licht bruine vleugels met 2 zwarte soort oogjes. -Vleugel lengte van 21 tot 28mm. -De man heeft geheel bruine vleugels met 2 zwarte oogjes en de vrouw heeft een oranje vlek op beide vleugels. -Als waardplant voor de eitjes gebruikt hij allerlei soorten grassen. Extra foto’s

20 Akkerkool

21 Kenmerken Akkerkool Soortgroep Planten Hoofd-biotoop
Wegbermen of open graslanden. Uiterlijke kenmerken -Composieten familie -Eenjarige plant. -De onderste bladeren zijn langwerpig met een brede punt en de bovenste bladeren zijn klein en spits van vorm. -De plant bloeit van af juni tot eind augustus. -De bloemen zijn 2 slachtig dus zowel mannelijk als vrouwelijk. -De plant kan zich gemakkelijk met zaad vermeerderen. -De plant kan vrijwel overal waar veel zon kan komen groeien. Vaak is hij te vinden in wegbermen of open graslanden. Extra foto’s

22 DASlook

23 Kenmerken daslook Soortgroep planten Hoofd-biotoop Bossen
Uiterlijke kenmerken -Lookfamilie -Daslook is vrij zeldzaam in Nederland en groeit in groepen vooral in schaduwrijke bossen op humusrijke grond -De plant word zo’n 30-40cm hoog. -De bloeitijd is april tot in juni. -Het blad is breed ovaal uitlopen in een punt. -Hij plant zich met zaden voort. -Het sap van de plant ruikt sterk naar ui. Extra foto’s

24 Hazelaar HOOFDFOTO

25 Kenmerken soortnaam Soortgroep Planten Hoofd-biotoop Bossen
Uiterlijke kenmerken -Berkenfamilie -De struik kan een meter of 5 hoog worden en zal pas na 10 jaar vruchten dragen. -De bladeren zijn rond en dubbel gezaagd. -Het is een naaktbloeiende struik wat betekend dat deze bloeit voordat het blad er aan komt. -De bloemen worden door de wind bestoven en komen als katjes aan de takken te hangen. -De bloeitijd is vroeg in het jaar, meestal in januari of februari. Extra foto’s

26 Heggenrank HOOFDFOTO

27 Kenmerken Soortgroep Planten Hoofd-biotoop Boomgaarden en hagen
Uiterlijke kenmerken -Komkommerfamilie -De plant komt voor op droge kalkrijke grond vaak in heggen boomgaarden of kreupelhout. -Het is een klimplant dus hij moet houvast hebben aan andere planten om de hoogte in te kunnen groeien. -De plant kan tot 4 meter hoog worden. -De bladeren zijn in omtrek breed eirond. -De plant bloeit van juni tot september -er komen groene bloemen aan. -Na de bloei komen er rode bessen aan die elk zo’n 6 zaden bevatten. Extra foto’s

28 Sporkehout HOOFDFOTO

29 Kenmerken soortnaam Soortgroep Zaadplanten Hoofd-biotoop Bossen
Uiterlijke kenmerken Komt voor op zowel natte als droge gronden Word ongeveer 5 meter De bessen zijn eerst rood en worden zwart Extra foto’s

30 Zanglijster HOOFDFOTO

31 Kenmerken soortnaam Soortgroep Zangvogels Hoofd-biotoop Bossen
Uiterlijke kenmerken De rug en de veluegls zijn donkerbruin De buik is creme wit met bruine vlekken Vliegt met onregelmatige vleugelbewegingen De nesten zitten laag in bijvoorbeeld een struik Ze komen het hele jaar voor Je vind vaak slakkenhuizen in de buurt Extra foto’s

32 Heermoes HOOFDFOTO

33 Kenmerken soortnaam Soortgroep Varens en Paardenstaarten Hoofd-biotoop
Bossen Uiterlijke kenmerken Komt voor in vochtige en matig voedselrijke gronden Maximaal 40 centimeter Giftig voor andere planten Kenmerkende kop van de plant met sporen erin Extra foto’s

34 Duizendpoot

35 Kenmerken soortnaam Soortgroep geleedpotige Hoofd-biotoop bossen
Uiterlijke kenmerken Ze hebben aan de voorkant 2 dikke en lange voelsprieten, aan de achterkant zie je 2 langere poten. Hij heeft meestal een oranje bruin achtige kleur Extra foto’s

36 Gelderse roos

37 Kenmerken soortnaam Soortgroep Bomen en struiken Hoofd-biotoop bossen
Uiterlijke kenmerken Ze hebben bloemen aan de rand, en verder in de bloeitijd wordt het een grote witte bol met bloemen, Na de bloei komen er rode besjes aan. Extra foto’s

38 roek

39 Kenmerken soortnaam Soortgroep vogels Hoofd-biotoop bossen
Uiterlijke kenmerken Ze zijn zwart van kleur, met een blauwe glans. als ze ouder worden wordt de snavel grijs. Extra foto’s

40 Brandnetel

41 Kenmerken soortnaam Soortgroep planten Hoofd-biotoop bossen
Uiterlijke kenmerken De brandnetel heeft puntige bladeren en diepe nerven, er zitten als je goed kijkt ook kleine haren op de steel Extra foto’s

42 amerikaanse eik HOOFDFOTO

43 Kenmerken soortnaam Soortgroep Hoofd-biotoop
Zowel op rijken en arme grond Uiterlijke kenmerken De kroon is breed en rondvormig. De boom heeft een korte, rechte stam; de takken vormen kransen. De glimmend roodbruine twijgen zijn kaal en zijn op latere leeftijd dof glimmend en grijsachtig. De spitse knoppen zijn donkerrood tot bruinachtig. Extra foto’s

44 Grove den HOOFDFOTO

45 Kenmerken soortnaam Soortgroep Hoofd-biotoop
Kouden plekken zo als Scandinavië Uiterlijke kenmerken De grove den kan m hoog worden en heeft een penwortel, waarmee ook uit grotere diepte water opgenomen kan worden. De bladen van de grove den zijn naaldvormig, en blijven in de winter hangen. Kegels zijn groen als ze jong zijn als ze wat ouders worden hij donker grijs Extra foto’s

46 Rode bosmier HOOFDFOTO

47 Kenmerken soortnaam Soortgroep Hoofd-biotoop naaldbossen
Uiterlijke kenmerken Door de diep rode kleur op hun lichaam en hun gemene kaken. Extra foto’s

48 Eekhoorn HOOFDFOTO

49 Kenmerken eekhoorn Soortgroep Hoofd-biotoop Bos, Park en Tuin
Uiterlijke kenmerken De eekhoorn (Sciurus vulgaris) wordt ook vaak gewone- of rode eekhoorn genoemd. Het is een echte boombewoner die als een acrobaat door de bomen rent en springt. Hun vachtkleur varieert van rood(oranje) tot kanstanje- of donkerbruin. Eekhoorns vallen op door hun grote pluimstaart, gepluimde oren, grote ogen en lange tenen met lange, scherpe nagels. Extra foto’s

50 Amerikaanse vogelkers

51 Kenmerken Am. vogelkers
Soortgroep bomen Hoofd-biotoop loofbossen Uiterlijke kenmerken De gewone vogelkers is een grote struik of tot 10 m hoge, vaak meerstammige loofboom met overhangende twijgen. Bij het doorsnijden ruiken de twijgen naar bittere amandelen. De bladeren staan verspreid, zijn ovaal, fijn gezaagd en toegespitst. De bovenzijde is mat-, de onderzijde blauwgroen. De tweeslachtige, stervormige bloemen zijn wit, aam de binnenzijde behaard en hebben vijf kroonbladen. Extra foto’s

52 Edelhert

53 Kenmerken Edelhert Soortgroep Herten Hoofd-biotoop loofbossen
Uiterlijke kenmerken De kop-romplengte van het edelhert is 1,65 tot 250 m en het edelhert heeft een staartlengte van 12 tot 15cm. Het gewicht van het edelhert is kg. Het mannetje is duidelijk groter en zwaarder dan het vrouwtje. De vacht van het edelhert is zomers roodbruin en de winter grijsbruin, spiegel geelachtig, jeugdkleed met witte vlekken. Extra foto’s

54 krentenboom

55 Kenmerken Krentenboom
Soortgroep bomen Hoofd-biotoop loofbossen Uiterlijke kenmerken Hij lijkt sterk op de andere bekende soort Amelacnhier laevis en is net als deze volledig winterhard, maar loopt in het voorjaar mooi bruinrood uit en heeft fraaie gele tot oranje herfstkleuren. De bloei valt in april en mei. De vruchten die na de rijke bloei verschijnen, zijn bijna zwart. De struik of boom wordt tot 6 m hoog en 4 m breed. Extra foto’s

56 Zwarte kraai

57 Kenmerken Zwarte kraai
Soortgroep vogels Hoofd-biotoop Loofbossen, parken, tuinen Uiterlijke kenmerken geheel zwart uiterlijk. Te onderscheiden van de raaf door kleiner formaat, minder energieke vlucht en afgeronde staart, bij de raaf is deze wigvormig. Sociale vogel, die graag buiten de broedperiode in groepen leeft. Zeer intelligente en vindingrijke vogels, die zich snel aanpassen aan hun omgeving en aan het aanbod aan voedsel. Lengte cm; Spanwijdte cm. Donkere snavel + donkere poten Extra foto’s

58 staartmees

59 Kenmerken staartmees Soortgroep vogels Hoofd-biotoop
Loofbossen, parken Uiterlijke kenmerken Opvallend lange staart. Lichte onderdelen en witte kop met brede zwarte zijkruinstrepen die samenkomen op de donkere rug. Opvallend donkere lange staart. De aanzet van de vleugels is roodbruin van kleur. Heel af en toe wordt er in Nederland een witkopstaartmees (ondersoort) waargenomen. Deze heeft een geheel witte kop. Extra foto’s

60 Gewone jeneverbes

61 Kenmerken gew. jeneverbes
Soortgroep bomen Hoofd-biotoop loofbossen Uiterlijke kenmerken van hoge boom tot (in de natuur vaak) meerstammige struik. In het laatste geval blijft hij veel lager. Dit is de soort die voor de bekende jeneverbessen zorgt. Die bessen zijn rond, blauw en ze rijpen in 2-3 jaar. Zo lang blijven ze dus aan de struiken hangen. In de natuur kunnen de planten er door invloed van weer en wind nogal gehavend uitzien. Extra foto’s


Download ppt "Soortenkennis O41A DEEL 2 van 2"

Verwante presentaties


Ads door Google