De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

The sole responsibility for the content of this presentation lies with the Clean Fleets project. It does not necessarily reflect the opinion of the European.

Verwante presentaties


Presentatie over: "The sole responsibility for the content of this presentation lies with the Clean Fleets project. It does not necessarily reflect the opinion of the European."— Transcript van de presentatie:

1 The sole responsibility for the content of this presentation lies with the Clean Fleets project. It does not necessarily reflect the opinion of the European Union. Neither the EACI nor the European Commission are responsible for any use that may be made of the information contained therein. MODULE 2: RICHTLIJN SCHONE VOERTUIGEN Clean Vehicles Directive (CVD)

2 2.1: INTRODUCTIE RICHTLIJN SCHONE VOERTUIGEN (CVD)

3 INTRODUCTIE RICHTLIJN Hoofddoelen:  Het stimuleren van de markt met betrekking tot schone en energiezuinige wegvoertuigen  De markt beïnvloeden voor gestandaardiseerde voertuigen die in grotere hoeveelheden worden geproduceerd door een zekere vraag naar dergelijke voertuigen te waarborgen - een voldoende grote vraag om zo fabrikanten en de industrie aan te moedigen om te investeren in voertuigen met een laag energie verbruik, weinig CO 2 en vervuilende emissies, aangezien dit een substantiële invloed op het milieu zal hebben.

4 SCOPE VAN DE RICHTLIJN Organisaties die moeten meewerken:  Die overheden of entiteiten die verplicht zijn om de inkooprichtlijnen van de EU te volgen  Particuliere exploitanten van openbaarvervoersdiensten die een contract hebben met de overheid – voornamelijk busbedrijven

5 SCOPE VAN DE RICHTLIJN Voertuigen die moeten meedoen:  Wegtransportvoertuigen:  Lichte voertuigen (auto’s, bestelwagens)  Zware voertuigen (bussen, vrachtwagens, vuilniswagens) Vrijgestelde voertuigen:  Voertuigen die op het spoor rijden (trams en treinen)  Specialistische voertuigen (bepaald door lidstaat)  Voor gebruik door het leger, voor burgerverdediging, brandweer/ voor gebruik op bouwlocaties/ mobiele machinerie.

6 EISEN VAN DE RICHTLIJN De volgende aspecten moeten in overweging worden genomen bij de aankoop van wegvoertuigen:  Energieverbruik  CO 2 -emissies  NO x -emissies  NMKW (niet-methaan koolwaterstoffen)  Fijnstof (PM)

7 OPTIES VOOR DE UITVOERING Nadenken over energieverbruik en het milieu kan op drie manieren worden gedaan:  Optie 1 – stel technische specificaties vast voor energie en milieuprestatie  Optie 2 – Voeg deze gevolgen toe als toekenningscriteria  Optie 3 – Betrek energie- en milieu-invloeden door ze in omloop te brengen en “operationele levensduurkosten” (OLC) te berekenen  Of gebruik een combinatie van deze benaderingen

8 OPTIE 1: TECHNISCHE SPECIFICATIES Instellen van een maximumdrempel voor klimaat en luchtvervuilers en/of brandstofverbruik  Bijv. Kleine voertuigen moeten voldoen aan de hoogste huidige Euronorm en een maximum van 100g/km aan brandstof verbruiken.EU GPP Case study over bussen Baia Mare, Roemenië  Minimum standaard EEV voor dieselbussen*. EU GPP Case Study over Berlijnse politiewagens, Duitsland  Duitse 4 norm**, filter & Euro V norm*

9 OPTIE 2: TOEKENNINGSCRITERIA Punten toekennen voor een laag niveau van klimaat- en luchtvervuilers en/of brandstofverbruik  Bijv. 40% van toegekende punten voor ‘kwaliteit’ criteria inclusief laag brandstofverbruik en vervuilende emissies GPP In Practice Case Study: Madrid Municipal Transport Company: 142 CNG & 23 CNG hybride bussen  10 punten toegekend volgens brandstofverbruik  10 punten toegekend volgens uitlaatemissies

10 OPTIE 3: OPERATIONELE LEVENSDUURKOSTEN In omloop brengen van invloed op milieu en energie  De exacte methodiek moet worden gebruikt die door de Richtlijn Schone Voertuigen wordt voorgeschreven Handleiding Schone Voertuigen: Aanschaf van schone en efficiënte wegvoertuigen & Module 4 van deze trainingsessie. CO 2 NO x NMHCPM 0,03-0,04 €/kg0,0044 €/g0,001 €/g0,087 €/g

11 OPTIE 3: OPERATIONELE LEVENSDUURKOSTEN  Het brengt energieverbruik in omloop, CO 2 en vervuilende emissies (PM, NMKW, NO x )  Het is normatief – u moet het precies zo uitrekenen als voorgeschreven is door de RSV  Om op de juiste manier gebruikt te worden moet het NIET omgezet worden in punten of gebruikt worden als deel van een weging die los staat van de financiële kosten  Het berekent een financiële waarde die toegevoegd moet worden aan de kosten van de aankoop

12 DE BOODSCHAP OVERBRENGEN AAN INKOPERS Sleutelvragen:  Wat is het hoofddoel van de Richtlijn Schone Voertuigen?  De markt stimuleren en vraag creëren naar schone, energiezuinige voertuigen

13 DE BOODSCHAP OVERBRENGEN AAN INKOPERS Sleutelvragen:  Wat moet er overwogen worden bij de aankoop?  Energieverbruik  CO 2  Vervuilende emissies  PM  NMKW  NO x

14 DE BOODSCHAP OVERBRENGEN AAN INKOPERS Sleutelvragen:  Wie/welke voertuigen moet(en) overeenstemmen met de RSV?  Alle voertuigen die vallen onder de Aanbestedingsrichtlijnen van de EU, openbaarvervoersbedrijven die een contract hebben met de overheid

15 DE BOODSCHAP OVERBRENGEN AAN INKOPERS Sleutelvragen:  Welke 4 opties zijn beschikbaar voor inkopers?  1. Technische specificaties  2. Toekenningscriteria  3. Operationele Levensduurkosten  4. Een combinatie van genoemde opties!

16 DE BOODSCHAP OVERBRENGEN AAN INKOPERS Sleutelvragen:  Welke aspecten worden in omloop gebracht onder optie 3?  CO 2  NO x  NMKW  Fijnstof (PM)

17 2.2: OPMERKINGEN OVER DE RSV: HET DETAIL BEGRIJPEN

18 NOTITIE Punten van verduidelijking/ herhaling:  Alhoewel brandstofverbruik en CO 2 -emissies nauw verbonden zijn, moeten ze apart worden behandeld om volledige overeenstemming met de richtlijn te garanderen.

19 NOTITIE Punten van verduidelijking/herhaling:  Het specificeren van minimum Euro emissienormen (voor lichte of zware voertuigen) houdt op zichzelf geen overeenstemming in met de RSV, omdat noch niveaus van CO 2 -emissies noch van energieverbruik overwogen worden.

20 NOTITIE Punten van verduidelijking/herhaling:  Als een overheidsinstantie specifiek vraagt om een technologie voor uitlaatemissies die nihil zijn of zeer laag (bijv. volledig elektrisch of waterstof), dan zouden emissies van CO 2 en andere schadelijke emissies niet opnieuw beoordeeld hoeven worden bij aanbesteding, omdat deze impliciet worden overwogen. Energieverbruik zou echter nog steeds aangesproken moeten worden.

21 NOTITIE Punten van verduidelijking/herhaling:  Het is mogelijk om de milieu-aspecten in de RSV te overwegen hetzij op individueel voertuigniveau of als een gemiddelde voor het gehele aantal voertuigen dat wordt aangekocht. Als bijvoorbeeld een overheidsinstantie een groot aantal voertuigen vervangt, kan het een maximumniveau aan CO 2 -emissies instellen (of niveau brandstofverbruik of Euronorm) als een gemiddelde voor de hele aankoop.

22 NOTITIE Meest algemeen aangehaalde kwesties met de RSV:  Er zijn geen minimumwaarden, met deze factoren moet daarom rekening gehouden worden  Onwillige overheden kunnen onambitieus blijven  Inkopers zijn soms onduidelijk over wat acceptabel is en wat niet, in termen van drempels voor technische specificaties of toekenningscriteria.

23 2.3: DE RSV IN DE CONTEXT ZETTEN: ANDERE EUROPESE VOERTUIGRICHTLIJNEN EN LOKALE WETGEVING. Clean Fleets factsheet over EU-wetgeving schone voertuigen en beleid

24 EURONORMEN: LOKALE VERVUILENDE EMISSIES Acceptabele niveaus van vervuilende emissies voor voertuigen ingesteld door de EC:  Koolmonoxide (CO)  Koolwaterstoffen (HC)  Niet-methaan koolwaterstoffen (NMKW)  Stikstofoxiden (NOx)  Fijnstof (PM)  NIET koolstofdioxide (CO 2 ) of energiegebruik, dus het gewoon specificeren van Euronormen is niet genoeg om overeen te stemmen!

25 CO 2 -EMISSIELIMIETEN Op dit moment zijn limieten beperkt tot auto’s en lichte voertuigen (bestelwagens) Datum Auto’s Bestelwagens (Categorie N1*) 2012Een gemiddelde van 65% van elke nieuw geregistreerde auto van een fabrikant moet voldoen aan een limiet van 130g CO 2 /km** 201375% moet voldoen aan 130g CO 2 /km 201485% moet voldoen aan 130g CO 2 /km 2015100% moet voldoen aan 130g CO 2 /km 2017175g CO 2 /km 202495g CO 2 /km147g CO 2 /km

26 CO2 -EMISSIELIMIETEN Pop quiz – Wat waren de gemiddelde vlootwaarden in 2007***? Voor auto’s? ___CO 2 /km Voor bestelwagens? ___ CO 2 /km Wederom, het instellen van alleen CO 2 –emissies is niet genoeg om overeen te stemmen, lokale vervuilers moeten ook meegenomen worden!

27 EMISSIE- & ENERGIE -EFFICIENCYGEGEVENS VEREIST VAN FABRIKANTEN CO 2 -emissie en brandstofverbruik:  Lichte voertuigen  CO 2 en brandstofverbruik worden gemeten tijdens type- goedkeuring  + opgenomen in het Certificaat van Overeenstemming (CvO)  Personenauto’s  Zie hierboven  + een label die de brandstofbesparing en CO 2 –emissies van de auto weergeeft*

28 EMISSIE- & ENERGIE -EFFICIENCYGEGEVENS VEREIST VAN FABRIKANTEN CO 2 -emissies en brandstofverbruik:  Zware voertuigen  CO 2 -emissiewaarden moeten nu* gemeten worden  Niet opgenomen in de CvO MAAR dit kan geëist worden door inkopers bij de aanbestedingsfase  Waarden gedefinieerd door output van motorenergie (g/kWh)**  Daarom GEEN geschikte basis voor methode 3 toegestaan onder de RSV

29 EMISSIE- & ENERGIE -EFFICIENCYGEGEVENS VEREIST VAN FABRIKANTEN Giftige vervuilers (NO x, NMKW & fijnstof)  De specifieke waarden van elke vervuiler gemeten tijdens de type-goedkeuringstesten,worden opgenomen in het CvO.  Tot het moment dat er een werkelijke rij-emissietest wordt ontwikkeld, bieden deze tests geen betrouwbare basis om de werkelijke levenslange milieu-invloeden van verschillende voertuigen te beoordelen.  Alle voertuigen moeten ook voldoen aan een specifieke Euronorm voor zulke emissies - overeenstemming met een bepaalde Euronorm is daarom de belangrijkste basis voor het maken van de aankoopbeslissing.

30 SCHONE KRACHT VOOR VERVOER Om een marktdoorbraak van alternatieve brandstoffen te promoten  Kortetermijndoelstelling: om een marktdoorbraak van alternatieve brandstoffen te promoten  Langetermijndoelstelling: vervanging van olie als energiebron in alle manieren van vervoer  Belangrijkste pilaar van de strategie – Voorgestelde richtlijn over ingebruikname van alternatieve brandstofinfrastructuur. Presentaties en video-opnames van het Clean Fleets-event in Stockholm, dat gericht was op de infrastructuur voor EV’s

31 NATIONALE WETGEVING Bijvoorbeeld omzetting van wetgeving over CO 2 –emissies en brandstofverbruik:  Bijv. Clean Fleets -partners in Bremen hebben hun zorgen geuit over de manier waarop het geven van een CO 2 -label aan auto’s in Duitsland werd geïntroduceerd (relatief, gebaseerd op voertuiggrootte), en dat dit mensen kan aanmoedigen om onnodig grote auto’s te kopen.

32 SAMENVATTING VAN GERELATEERDE WETGEVING  Er is een mix van wetgevingen op Europees niveau die schonere voertuigen ondersteunt  Het is niet genoeg om op wetgeving m.b.t. CO 2 -emissielimieten te vertrouwen, of zelfs niet op Euronormen om overeen te stemmen met de RSV  De ene nationale wetgeving kan de aanschaf van schone, energiezuinige voertuigen ondersteunen, terwijl de andere het tegenovergestelde effect kan hebben op de oorspronkelijke opzet.


Download ppt "The sole responsibility for the content of this presentation lies with the Clean Fleets project. It does not necessarily reflect the opinion of the European."

Verwante presentaties


Ads door Google