De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Vragen subsets OM3. Vragen subsets (1)  Hoe bepaal je wat de ‘best practice’ is van processen of gebieden die je wilt benchmarken? –Er zijn een aantal.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Vragen subsets OM3. Vragen subsets (1)  Hoe bepaal je wat de ‘best practice’ is van processen of gebieden die je wilt benchmarken? –Er zijn een aantal."— Transcript van de presentatie:

1 Vragen subsets OM3

2 Vragen subsets (1)  Hoe bepaal je wat de ‘best practice’ is van processen of gebieden die je wilt benchmarken? –Er zijn een aantal methodieken (afhankelijk van het type vergelijking) –Voor zaken als AK/overhead en algemene (veelvoorkomende) bedrijfsprocessen zijn er benchmarkgegevens beschikbaar (internet /adviesbureau’s) welke in ieder geval duiden waar zaken afwijken van het standaard-normaal –Voor specifieke bedrijfsprocessen zijn deze er slechts in beperkt mate. Definieer in dat geval wat de gewenste output is voor de klant van een proces (tevredenheidmeting /kwalitatief klantonderzoek /strategie en koers bedrijf). Bezie vanuit dit ‘pakket van eisen’ waar het proces aan deze eisen tegemoet komt en waar niet. Bedenk vervolgens op projectbasis oplossingen voor non-conformiteiten door naar vergelijkbare processen te kijken met wel de gewenste output en hieruit verschillen met effect op de output te destilleren. Geef hiernaast kwantitatieve grootheden aan in het proces (kosten, inzet Fte, instrumentarium, etc.). Maak deze zo specifiek mogelijk zodat ze vergelijkbaar worden (geen appels met peren vergelijken). –Let met name op ambitieverschillen (marktbenaderingkeuzes)!!

3 Vragen subsets (2)  Hoe bepaal je de waarde en juistheid van geleverde data bij benchmarking? –Dit is precies het probleem. De vergelijkbaarheid. Waarde en juistheid zijn vaak individuele kwestie’s. Objectiviteit en benchmarking zijn vaak niet gelijk. –Er zijn veel wetenschappers die benchmarking om deze reden een ‘zwak’ ding vinden.  Wat zijn sturingsfilosofieën? –Zienswijzen of visies ten aanzien van sturing (zie verder vandaag). –De een kiest bijvoorbeeld voor sterke controle, de ander voor veel vrijheid met sturing op output. Vaak is e.e.a. sterk afhankelijk van je mensbeeld en het type organisatie (zie ook Keidl)  Wat is het verband tussen de stukken over goeroe’s en het stuk over managementinformatie? –Hoe meer goeroe’s, hoe meer informatie? Aan jou is het deze verbanden te leggen. –Let wel op voor mannen – zwaarden vergelijkingen!

4 Vragen subsets (3)  Wie zijn de klassiekers op het gebied van OM? –Oei; dat zijn er vele (omdat het vak zo overkoepelend is) –Denk eens aan Taylor, Deming, Kaplan & Norton, De Vries, Juran, Porter, Jagers, ….  Is de 80-10 regel een voorwaarde voor succes als je wilt blijven groeien als bedrijf? –Graag toelichting vraag? –Pareto is in ieder geval een erg handig analyse-instrument


Download ppt "Vragen subsets OM3. Vragen subsets (1)  Hoe bepaal je wat de ‘best practice’ is van processen of gebieden die je wilt benchmarken? –Er zijn een aantal."

Verwante presentaties


Ads door Google