De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Variabelen Part deux.. Variabelen week 3 0. Herhaling 1. De NullPointerException (p101) 2. Primitieven 3. Scope en levensduur van variabelen 4. Meerdere.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Variabelen Part deux.. Variabelen week 3 0. Herhaling 1. De NullPointerException (p101) 2. Primitieven 3. Scope en levensduur van variabelen 4. Meerdere."— Transcript van de presentatie:

1 Variabelen Part deux.

2 Variabelen week 3 0. Herhaling 1. De NullPointerException (p101) 2. Primitieven 3. Scope en levensduur van variabelen 4. Meerdere variabelen met dezelfde naam (p99)

3 Primitieven Uitzonderingen Uitzonderingen Voorgeprogrammeerd Voorgeprogrammeerd byte, short, int, char, long, float, double, boolean. byte, short, int, char, long, float, double, boolean. int: geheel getal double: kommagetal boolean: waar of vals

4 Primitieven: voorbeelden int getal; int getal; getal = 4; getal = 4; double kommagetal; double kommagetal; kommagetal = 4.0; boolean lampAan; boolean lampAan; lampAan = true;

5 Scope en levensduur Referenties of primitieven, op objectniveau gedeclareerd, worden objectvariabelen of attributen genoemd. Referenties of primitieven, op objectniveau gedeclareerd, worden objectvariabelen of attributen genoemd. Referenties of primitieven, in een methode gedeclareerd, zijn lokale variabelen. Referenties of primitieven, in een methode gedeclareerd, zijn lokale variabelen.

6 Overzicht: Een variabele is één van deze: - Een object - Een referentie als attribuut - Een primitieve als attribuut - Een referentie als lokale variabele - Een primitieve als lokale variabele

7 Scope van een variabele = Waar kan ik de variabele gebruiken? Een object kan om het even waar gebruikt worden (als je een referentie naar het object hebt). Een object kan om het even waar gebruikt worden (als je een referentie naar het object hebt). Een attribuut kan in alle methoden van de klasse gebruikt worden. Een attribuut kan in alle methoden van de klasse gebruikt worden. Een lokale variabele kan enkel in de methode waar ze gedeclareerd is gebruikt worden. Een lokale variabele kan enkel in de methode waar ze gedeclareerd is gebruikt worden.

8 Levensduur Een object: Een object: - begint te bestaan bij “new” - stopt met bestaan wanneer er geen enkele referentie meer naar het object wijst (garbage collector).

9 Levensduur Een attribuut: Een attribuut: - begint te bestaan wanneer het object waarin het attribuut zit aangemaakt wordt. - stopt met bestaan wanneer het object waarin het attribuut zit vernietigd wordt.

10 Levensduur Een locale variabele: Een locale variabele: - begint te bestaan op de lijn waar de variabele gedeclareerd wordt. - stopt met bestaan wanneer de methode waarin de variabele gemaakt werd ten einde is.

11 Variabelen met dezelfde naam Mogelijke situaties: - Twee attributen hebben dezelfde naam? - Twee locale variabelen hebben dezelfde naam in dezelfde methode? - Twee locale variabelen hebben dezelfde naam maar in verschillende methoden? - Een attribuut en een lokale variabele die dezelfde naam hebben: hiding? - Twee objecten met dezelfde naam?

12 Vervolg 1. Naamgevingsregels 2. int en double; typecasting 3. Wiskundige operatoren 4. Algoritmen 5. repaint() 6. Strings en conversies


Download ppt "Variabelen Part deux.. Variabelen week 3 0. Herhaling 1. De NullPointerException (p101) 2. Primitieven 3. Scope en levensduur van variabelen 4. Meerdere."

Verwante presentaties


Ads door Google