De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Torahlezing 3 e alija: Beresjiet (Genesis)26:13-22 Haftara: Maleachi 1:1-2:7 Brit Chadasja: Lucas 3:1-20.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Torahlezing 3 e alija: Beresjiet (Genesis)26:13-22 Haftara: Maleachi 1:1-2:7 Brit Chadasja: Lucas 3:1-20."— Transcript van de presentatie:

1 Torahlezing 3 e alija: Beresjiet (Genesis)26:13-22 Haftara: Maleachi 1:1-2:7 Brit Chadasja: Lucas 3:1-20

2 Toledot – lezing 3 [NV] Gen.26:13 De man groeit,- gaandeweg groeiend totdat hij zeer groot is. 14 Hem gewordt bezit aan wolvee, bezit aan ploegvee en een overvloed aan dienstvolk,- zodat de Filistijnen jaloers op hem worden. 15 Alle bronnen die de dienaars van zijn vader hebben gegraven in de dagen van zijn vader Abraham, hebben de Filistijnen ten slotte dichtgestopt en ze gevuld met stof. 16 Avimelech zegt tot Isaak: ga bij ons weg, want je bent véél sterker geworden dan wij! Gen.12:2 Ik zal je tot een groot volk (Goi gadol) maken, ik zal je zegenen, ik zal je aanzien geven, een bron van zegen zul je zijn.

3 Toledot – lezing 3 [NV] Gen.26:13 De man groeit,- gaandeweg groeiend totdat hij zeer groot is. 14 Hem gewordt bezit aan wolvee, bezit aan ploegvee en een overvloed aan dienstvolk,- zodat de Filistijnen jaloers op hem worden. 15 Alle bronnen die de dienaars van zijn vader hebben gegraven in de dagen van zijn vader Abraham, hebben de Filistijnen ten slotte dichtgestopt en ze gevuld met stof. 16 Avimelech zegt tot Isaak: ga bij ons weg, want je bent véél sterker geworden dan wij! De Filistijnen vestigden zich rond 1200 v.Chr. aan de kust. Isaäc leefde c.a. 1900 v.Chr. De Filistijnen kwamen van rond de Egeïsche zee.

4

5 De Filistijnen zijn als zeevarend volk te vergelijken met de Vikingen

6 Toledot – lezing 3 [NV] Gen.26:13 De man groeit,- gaandeweg groeiend totdat hij zeer groot is. 14 Hem gewordt bezit aan wolvee, bezit aan ploegvee en een overvloed aan dienstvolk,- zodat de Filistijnen jaloers op hem worden. 15 Alle bronnen die de dienaars van zijn vader hebben gegraven in de dagen van zijn vader Abraham, hebben de Filistijnen ten slotte dichtgestopt en ze gevuld met stof. 16 Avimelech zegt tot Isaak: ga bij ons weg, want je bent véél sterker geworden dan wij! WAR OF THE WELLS Strijd om de bronnen PaRDeS Pesjat - letterlijk Remez – hints, allegorie Derasj-afleidingen Sod – mysteriën, openbaringen

7 Pesjat letterlijke betekenis

8 Toledot – lezing 3 [NV] Gen.26:13 De man groeit,- gaandeweg groeiend totdat hij zeer groot is. 14 Hem gewordt bezit aan wolvee, bezit aan ploegvee en een overvloed aan dienstvolk,- zodat de Filistijnen jaloers op hem worden. 15 Alle bronnen die de dienaars van zijn vader hebben gegraven in de dagen van zijn vader Abraham, hebben de Filistijnen ten slotte dichtgestopt en ze gevuld met stof. 16 Avimelech zegt tot Isaak: ga bij ons weg, want je bent véél sterker geworden dan wij! R. Bahya Een bron graven is een Metafoor voor je hart openen. Munk: Call of Torah deel 2 pag.567 Volgens de ouden maakte Abraham nogal wat bekeerlingen. WAR OF THE WELLS Strijd om de bronnen Derasj afgeleide betekenis

9 17 Dan gaat Isaak vandaar weg; hij slaat zijn kamp op in het beekdal van Gerar en zet zich daar neer. 18 Isaak graaft de waterbronnen weer uit die ze gegraven hebben in de dagen van zijn vader Abraham, en die de Filistijnen na de dood van Abraham hebben dichtgestopt; hij roept voor hen namen uit, dezelfde namen als zijn vader voor hen heeft uitgeroepen. 19 Zo graven de dienaars van Isaak in het beekdal,- en vinden daar een bron met levend water. Jeremia 17:13 Hope Israëls, Here, allen die U verlaten, zullen beschaamd worden; wie afwijken, zullen in de aarde geschreven worden, omdat zij de bron van levend water, de Here, verlieten. Jer.2:13 Mij, de bron van levend water, hebben zij verlaten, om zichzelf bakken uit te houwen, gebroken bakken, die geen water houden.

10 Dan maken de herders van Gerar ruzie met de herders van Isaak en zeggen: dat water is voor ons! Hij roept als naam voor de bron uit 'Esek',- kijfhoek!, omdat ze met hem aan het kijven zijn geweest. 21 Ze graven een andere bron en maken ook dáárover ruzie,- en hij roept als naam daarvoor uit 'Sitna',- satanswater! 22 Hij breekt daarvandaan op en graaft een andere bron,- en daarover hebben ze geen ruzie gemaakt; hij roept als naam voor haar uit: Rechovot,- ruimten!, hij zegt: want nu heeft de Ene ruimte gemaakt voor ons en hebben wij vrucht gedragen op het land!

11 God riep het licht dag (jom) God riep het duister nacht (laila) God riep het droge aarde (aretz) God riep het water zee (jam) God riep het firmament hemel (sjamajim) Adam riep de namen van de dieren Adam riep zijn vrouw Chawa Waar staat dat God de eerste mens Adam noemde?

12 Dan maken de herders van Gerar ruzie met de herders van Isaak en zeggen: dat water is voor ons! Hij roept als naam voor de bron uit 'Esek',- kijfhoek!, omdat ze met hem aan het kijven zijn geweest. 21 Ze graven een andere bron en maken ook dáárover ruzie,- en hij roept als naam daarvoor uit 'Sitna',- satanswater! 22 Hij breekt daarvandaan op en graaft een andere bron,- en daarover hebben ze geen ruzie gemaakt; hij roept als naam voor haar uit: Rechovot,- ruimten!, hij zegt: want nu heeft de Ene ruimte gemaakt voor ons en hebben wij vrucht gedragen op het land! Een naam is een getuigenis 18 hij roept voor hen namen uit, dezelfde namen als zijn vader voor hen heeft uitgeroepen. Met het dichtstoppen van de put was het getuigenis uitgewist.

13 Met het dichtstoppen van de put was het getuigenis/ de naam uitgewist.

14 20 Dan maken de herders van Gerar ruzie met de herders van Isaak en zeggen: dat water is voor ons! Hij roept als naam voor de bron uit 'Esek',- kijfhoek!, omdat ze met hem aan het kijven zijn geweest. 21 Ze graven een andere bron en maken ook dáárover ruzie,- en hij roept als naam daarvoor uit 'Sitna',- satanswater! 22 Hij breekt daarvandaan op en graaft een andere bron,- en daarover hebben ze geen ruzie gemaakt; hij roept als naam voor haar uit: Rechovot,- ruimten!, hij zegt: want nu heeft de Ene ruimte gemaakt voor ons en hebben wij vrucht gedragen op het land!

15 De Talmoed (Yoma 9b) verklaart dat de Eerste Tempel was verwoest omdat de Joden zich hadden gedegenereerd tot wijdverspreide overtredingen van het verbod tegen afgoderij, seksuele perversie en buitensporig bloedvergieten. Tijdens de Tweede Tempelperiode waren zij, ondanks het feit dat de natie compleet Teshoewa had gedaan over die drie primaire overtredingen, toch voordurend in onenigheid met elkaar in een eindeloze cyclus van ongefundeerde en onzinnige haat. 827- 422 v. Chr verwoest 520 v.Chr. -70 na Chr. verwoest

16 Haftara profetenlezing Maleachi 1:1-2:7

17 Hoe heet de schijver van deze profetie? boodschapper bode engel

18 Geschreven profetie c.a. 800-500 v. Chr. Tweede tempelperiode In de Targoem zegt men dat deze bode Ezra is. Maleachi laatste profeet

19 Maleachi 1: 1 Een godsspraak. Het woord des Heren tot Israël door de dienst van Maleachi. [NBG] Maleachi 1: 1 De last van het woord des Heeren tot Israël, door de dienst van Maleachi. [SV]

20 Zacharia 12: Godsspraak, het woord des Heren, over Israël. Aldus luidt het woord van de Here, die de hemel uitspant en de aarde grondvest, en de geest des mensen in diens binnenste formeert. 2 Zie, Ik maak Jeruzalem tot een schaal der bedwelming voor alle volken in het rond; ja ook tegen Juda zal het gaan bij de belegering van Jeruzalem. 3 Te dien dage zal Ik Jeruzalem maken tot een steen, die alle natiën moeten heffen; allen die hem heffen, zullen zich deerlijk verwonden. En alle volkeren der aarde zullen zich daarheen verzamelen. Matth.11:28 Komt tot Mij, allen, die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven; 29 neemt mijn juk op u en leert van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart, en gij zult rust vinden voor uw zielen; 30 want mijn juk is zacht en mijn last is licht.

21 Gen.14:22 En Abraham noemde die plaats: De Here zal erin voorzien; waarom nog heden gezegd wordt: Op de berg des Heren zal erin voorzien worden. Jeruzalem Jireh + sjalom Zien + sjalom

22 Efez.4: Als gevangene in de Here, vermaan ik u dan te wandelen waardig der roeping, waarmede gij geroepen zijt, 2 met alle nederigheid en zachtmoedigheid, met lankmoedigheid, en elkander in liefde te verdragen, 3 en u te beijveren de eenheid des Geestes te bewaren door de band des vredes: 4 één lichaam en één Geest, gelijk gij ook geroepen zijt in de ene hoop uwer roeping, 5 één Here, één geloof, één doop, 6 één God en Vader van allen, die is boven allen en door allen en in allen. Vrijheid in gebondenheid

23 We zoeken verbinding

24 Maleachi 1: 1 Een godsspraak. Het woord des Heren tot Israël door de dienst van Maleachi. 2 Ik heb u liefgehad, zegt de Here. En dan zegt gij: Waarin hebt Gij ons uw liefde betoond? Was niet Esau Jakobs broeder? luidt het woord des Heren. 3 Toch heb Ik Jakob liefgehad, maar Esau heb Ik gehaat; Ik heb zijn bergen tot een woestenij gemaakt en zijn erfdeel aan de jakhalzen der woestijn prijsgegeven. Maleachi leefde rond 433 v.Chr. In de periode van de tweede tempel 2 Kron.30:11 (Hizkia (700) Maar enige mannen uit Aser, Manasse en Zebulon verootmoedigden zich en kwamen naar Jeruzalem. 536 Juda Ballingschap Babel 722 tien stammen Israël Assyrië Israël

25 Maleachi 1: 1 Een godsspraak. Het woord des Heren tot Israël door de dienst van Maleachi. 2 Ik heb u liefgehad, zegt de Here. En dan zegt gij: Waarin hebt Gij ons uw liefde betoond? Was niet Esau Jakobs broeder? luidt het woord des Heren. 3 Toch heb Ik Jakob liefgehad, maar Esau heb Ik gehaat; Ik heb zijn bergen tot een woestenij gemaakt en zijn erfdeel aan de jakhalzen der woestijn prijsgegeven.

26 Tweespraak 1. JHWH Ik heb je liefgehad 2. Israël waarin hebt U ons liefgehad? 3. JHWH Waar is je eerbied voor mij? 4. Israël Hoe minachten wij uw naam? Ezau minachtte het eerstgeboorterecht. Ezau minachtte zijn speciale roeping. Maleachi 1: Was niet Esau Jakobs broeder? luidt het woord des Heren. 3 Toch heb Ik Jakob liefgehad, maar Esau heb Ik gehaat

27 Deut.6: 4 Hoor, Israël: de Here is onze God; de Here is één! 5 Gij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw kracht. 1 Joh.4:7 Geliefden, laten wij elkander liefhebben, want de liefde is uit God; en een ieder, die liefheeft, is uit God geboren en kent God. 8 Wie niet liefheeft, kent God niet, want God is liefde. 9 Hierin is de liefde Gods jegens ons geopenbaard, dat God zijn eniggeboren Zoon gezonden heeft in de wereld, opdat wij zouden leven door Hem. 10 Hierin is de liefde, niet dat wij God liefgehad hebben, maar dat Hij ons heeft liefgehad en zijn Zoon gezonden heeft als een verzoening voor onze zonden. 11 Geliefden, indien God ons zó heeft liefgehad, behoren ook wij elkander lief te hebben. 12 Niemand heeft ooit God aanschouwd; indien wij elkander liefhebben, blijft God in ons en zijn liefde is in ons volmaakt geworden.

28 Maleachi 2: 1 Nu dan, u geldt, o priesters, deze aanzegging: 2 Indien gij niet hoort, en indien gij het niet ter harte neemt mijn naam eer te geven, zegt de Here der heerscharen, dan zal Ik onder u een vloek zenden en uw zegeningen in vloek verkeren; ja, Ik heb ze reeds in vloek verkeerd, omdat gij het niet ter harte genomen hebt. 3 Zie, Ik zal uw nakroost bedreigen en vuil op uw gelaat werpen, het vuil uwer feesten, ja, men zal u daarheen slepen. 4 Dan zult gij inzien, dat Ik u deze aanzegging gezonden heb, opdat mijn verbond met Levi besta, zegt de Here der heerscharen. 5 Mijn verbond met hem was: leven en vrede; Ik heb ze hem gegeven tot godsvrucht, opdat hij Mij zou vrezen en voor mijn naam beven. 6 Betrouwbaar onderricht in de wet was in zijn mond en ongerechtigheid werd op zijn lippen niet gevonden. In vrede en in oprechtheid wandelde hij met Mij en velen bracht hij van ongerechtigheid terug. 7 Want de lippen van de priester bewaren kennis en uit zijn mond zoekt men onderricht in de wet, want een bode van de Here der heerscharen is hij.

29 Brit Chadasja NT Lucas 3:1-18

30 Lucas 3: 1 In het vijftiende jaar van de regering van keizer Tiberius, toen Pontius Pilatus stadhouder over Judea was, en Herodes viervorst over Galilea, en zijn broeder Filippus viervorst over Iturea en het land Trachonitis, en Lysanias viervorst over Abilene, 2 onder de hogepriesters Annas en Kajafas, kwam het woord Gods tot Johannes, de zoon van Zacharias, in de woestijn. 3 En hij kwam in de gehele Jordaanstreek en predikte de doop der bekering tot vergeving van zonden, 4 gelijk geschreven staat in het boek der woorden van de profeet Jesaja: De stem van een, die roept in de woestijn: Bereidt de weg des Heren, maakt recht zijn paden. 5 Alle kloof zal gevuld worden en alle berg en heuvel zal geslecht worden, en de krommingen zullen recht en de oneffen wegen vlak worden, 6 en alle vlees zal het heil Gods zien. Annas – Cohen hagadol – tot 6-15 na Chr. Eleazar ben Ananus – Cohen hagadol – 16-17 na Chr. Kajafas – Cohen hagadol – 18-36 na Chr. larsy-la hvhy-rbd asm Masa devar JHWH el Jisraël De last van het woord van JHWH tot Israël Jeruzalem Jireh + sjalom Zien + sjalom

31 Torah: putten geopend – levend water - een groot volk Haftara:herstel van het verbond Brit Chadasja: tesjoevah H[dlv[ - hdlv[ - dly Toldot – toldah – jalad Geslacht, generatie, stamboom Dragen, baren, voortbrengen, verwekken

32 We zoeken verbinding

33


Download ppt "Torahlezing 3 e alija: Beresjiet (Genesis)26:13-22 Haftara: Maleachi 1:1-2:7 Brit Chadasja: Lucas 3:1-20."

Verwante presentaties


Ads door Google