De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Zondag 30 november 2014 middagdienst.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Zondag 30 november 2014 middagdienst."— Transcript van de presentatie:

1 Zondag 30 november 2014 middagdienst

2 Welkom in deze dienst! Voorganger: ds. G.P.M. van der Linden te Hilversum Ouderling: W.H. van Eeken Organist: Krijn van Veen

3 Welkom en mededelingen Opwekking 411 Stil gebed, votum en groet
Orde van de dienst - 1 Welkom en mededelingen Opwekking 411 Stil gebed, votum en groet Psalm 33: 1 en 2 Gebed Schriftlezing: Leviticus 23: 22 Deuteronomium 24: 17-22 2 Korintiërs 9: 1-15 Psalm 112: 1, 3 en 4 Preek: Geven om het Geven

4 Collectes: diaconie en kerk Gezang 181: 4, 5 en 6 Geloofsbelijdenis
Orde van de dienst - 2 Schriftberijming 2: 4 en 5 Gebeden Collectes: diaconie en kerk Gezang 181: 4, 5 en 6 Geloofsbelijdenis Psalm 66: 5 Zegen

5 Welkom en mededelingen

6 Opwekking 411 Refrein: Geprezen zij de Here. Dag aan dag draagt Hij ons; die God is ons heil.

7 Opwekking 411 1. Want het geknakte riet verbreekt Hij niet. Al wat beschadigd is herstelt Hij op den duur. Wat walmt dat dooft Hij niet, want Hij kent ons verdriet. Barmhartig schenkt Hij ons zijn warmte en zijn vuur.

8 Opwekking 411 Refrein Geprezen zij de Here. Dag aan dag draagt Hij ons; die God is ons heil.

9 Opwekking 411 2. Want een verbroken hart veracht Hij niet. Al wat vernederd is, verhoogt Hij op zijn tijd. Hij troost de treurenden, de zwakke beurt Hij op. Barmhartig schenkt Hij ons zijn goedertierenheid.

10 Opwekking 411 Refrein) Geprezen zij de Here. Dag aan dag draagt Hij ons; die God is ons heil.

11 Stil gebed Votum en groet

12 Psalm 33: 1 en 2 1 Komt nu met zang en roert de snaren, gij volk, dat leeft van 's HEREN recht. Hijzelf heeft zijn getrouwe scharen een lofzang in de mond gelegd. Word' als nooit tevoren door wie Hem behoren 't feestlied ingezet! Meldt de blijde mare bij de klank der snaren, steekt de loftrompet.

13 Psalm 33: 1 en 2 2 Zingt al wie leeft van Gods genade, want waarheid is al wat Hij zegt. Op trouw gegrondvest zijn zijn daden, op liefde rust zijn heilig recht. Die zich openbaarde overal op aarde, alles spreekt van Hem. Heemlen hoog verheven, vol van blinkend leven, schiep Hij door zijn stem.

14 Gebed

15 Schriftlezing Leviticus 23: 22 Deuteronomium 24: 17-24
2 Korintiërs 9: 1-5 uit de NBV

16 Leviticus 23 22 Ga bij het binnenhalen van de oogst niet tot aan de rand van de akker en raap wat blijft liggen niet bijeen, maar laat het liggen voor de armen en de vreemdelingen. Ik ben de Heer, jullie God.”’

17 Deuteronomium 24 17 U moet de rechten van vreemdelingen en wezen eerbiedigen; van weduwen mag u het overkleed niet in pand nemen. 18 Bedenk dat u zelf slaaf bent geweest in Egypte totdat de Heer, uw God, u heeft bevrijd. Daarom gebied ik u zo te handelen. 19 Wanneer u bij de graanoogst op de akker een schoof vergeet, mag u niet teruggaan om die op te halen. Laat hem achter voor de vreemdelingen, weduwen en wezen. De Heer, uw God, zal u erom zegenen in alles wat u onderneemt.

18 20 En wanneer u bij de olijvenoogst tegen de takken slaat, mag u achteraf niet nagaan of u wel alles hebt. De rest is voor de vreemdelingen, weduwen en wezen. 21 En wanneer u bij de wijnoogst druiven plukt, mag u niet alles nog eens nalopen. De rest is voor de vreemdelingen, weduwen en wezen. 22 Bedenk dat u zelf slaaf bent geweest in Egypte. Daarom gebied ik u zo te handelen.

19 2 Korintiërs 9 De vrijheid van de apostelen 1 Ik zou zelf niet vrij zijn? Ik zou geen apostel zijn? Maar heb ik dan niet Jezus, onze Heer, gezien? Bent u niet het werk dat ik dankzij de Heer tot stand heb gebracht? 2 Ook al erkennen anderen mij niet als apostel, u zou het wel moeten doen, want u bent door uw geloof in de Heer het waarmerk van mijn apostelschap.

20 3 Ziehier mijn verdediging tegen wie zich een oordeel over mijn apostelschap aanmatigen. 4 Hebben wij geen recht op eten en drinken? 5 Zouden wij niet het recht hebben een gelovige echtgenote op onze reizen mee te nemen, zoals de andere apostelen, de broers van de Heer en Kefas? 6 Of zouden nu uitgerekend Barnabas en ik in ons eigen levensonderhoud moeten voorzien?

21 7 Wie gaat er nu op eigen kosten in krijgsdienst
7 Wie gaat er nu op eigen kosten in krijgsdienst? Wie plant er een wijngaard en eet niet van de vruchten? Of wie hoedt er een kudde en drinkt niet van de melk? 8 Dit is niet alleen een algemene waarheid, het staat ook in de wet, 9 want in de wet van Mozes staat: ‘U mag een dorsend rund niet muilbanden.’ Maar bekommert God zich dan om runderen?

22 10 Of zegt hij dit om ons? Om ons natuurlijk, want het is ook om ons dat er staat: ‘Een ploeger en een dorser werken beiden in de hoop op een aandeel in de oogst.’ 11 Als wij geestelijke zaken onder u hebben gezaaid, is het dan te veel gevraagd dat we materiële zaken van u oogsten? 12 Als anderen hierop al aanspraak kunnen maken, kunnen wij het dan niet des te meer?

23 We hebben echter geen gebruik gemaakt van onze rechten; integendeel, we verdragen alles, omdat we de verkondiging van het evangelie van Christus niets in de weg willen leggen.13 U weet toch dat wie in de tempel dienstdoen daarvan leven, en dat wie aan het altaar dienen een deel van het offervlees krijgen?

24 14 Voor hen die het evangelie bekendmaken geldt hetzelfde: de Heer heeft bepaald dat zij door te verkondigen in hun levensonderhoud mogen voorzien. 15 Maar ik heb van geen van deze rechten ooit gebruikgemaakt, en dat schrijf ik niet om ze nu bij u op te eisen. Ik zou liever sterven. Geen mens zal me deze roem ontnemen.

25 Psalm 112: 1, 3 en 4 1 God zij geloofd en hoog geprezen. Welzalig die de HERE vrezen. Wie in zijn hart Gods wet bewaarde, zijn nageslacht is groot op aarde. Wie vrolijk voortgaat op Gods wegen, beërft een overvloed van zegen.

26 Psalm 112: 1, 3 en 4 3 Wel hem, die geeft te allen tijde, die zich door liefd' en recht laat leiden. Hij is standvastig, wankelt nimmer, zijn goede trouw bestaat voor immer. Voor kwaad gerucht zal hij niet vrezen, de HEER zal steeds zijn schuilplaats wezen.

27 Psalm 112: 1, 3 en 4 4 Standvastig blijft hij bij zijn plannen, nooit zal de vrees hem overmannen. Hij slaat met vreugd de vijand gade, geen haat, geen boosheid kan hem schaden. Mild is zijn hart en vol erbarmen schenkt hij zijn gaven aan de armen.

28 Preek met thema Geven om het Geven

29

30 Schriftberijming 2: 4 en 5 Melodie: Gezang Wat Gij, o onze God en HEER ons wilde toevertrouwen, dat is van U - Gij krijgt het weer om U een huis te bouwen. O HEER die onze harten proeft, wij zijn oprecht genegen te geven wat uw dienst behoeft; wij geven van uw zegen.

31 Schriftberijming 2: 4 en 5 5 O HERE, God van Abraham, Gij God van onze vaadren, laat ons voorgoed in vuur en vlam met gaven tot U naadren. Dat elk in uw gebod volhard', U diene in uw woning. En wij met een volkomen hart lofzingen - onze Koning!

32 Gebed

33 Collectes Diaconie Kerk

34 Gezang 181: 4, 5 en 6 4 Hoe vreemd, dat voor de schapen zijner weide de herder zelf ter slachtbank zich liet leiden, de heer zich voor de schulden zijner knechten aan 't kruis liet hechten.

35 Gezang 181: 4, 5 en 6 5 O wonderbare liefde, die ons denken te boven gaat, wat kan mijn liefd' U schenken, wat ooit bereiken d’ arbeid mijner dagen, dat U behage?

36 Gezang 181: 4, 5 en 6 6 O liefde, voor dit offer van uw leven, wat kan ik, dan mijzelf ten offer geven, opdat ik nooit, hetzij ik leev' of sterve, uw liefde derve!

37 En in Jezus Christus, zijn eniggeboren zoon, onze Heer,
Geloofsbelijdenis Ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper van de hemel en de aarde. En in Jezus Christus, zijn eniggeboren zoon, onze Heer, die ontvangen is van de Heilige Geest, geboren uit de maagd Maria, die geleden heeft onder Pontius Pilatus,

38 is gekruisigd, gestorven en begraven, neergedaald in de hel,
op de derde dag opgestaan uit de doden, opgevaren naar de hemel, en zit aan de rechterhand van God, de almachtige Vader; vandaar zal Hij komen om te oordelen de levenden en de doden.

39 Ik geloof in de Heilige Geest;
ik geloof een heilige, katholieke, christelijke kerk, de gemeenschap van de heiligen; vergeving van de zonden, de opstanding van het lichaam en een eeuwig leven. Amen.

40 Psalm 66: 5 5 Ik kom met gaven in mijn handen. Zie, tot uw tempel treedt uw knecht en brengt U, Heer, de offeranden, U in benauwdheid toegezegd. Brandoffers wil ik U bereiden en zoete geuren op doen gaan. Ik wil U heel mijn leven wijden: aanvaard het, neem mijn offer aan.

41 Zegen te beantwoorden met

42


Download ppt "Zondag 30 november 2014 middagdienst."

Verwante presentaties


Ads door Google