Contextuele therapie en ‘psychodramapuppets’ in de 3de fase van LSCI

Presentatie over: "Contextuele therapie en ‘psychodramapuppets’ in de 3de fase van LSCI"— Transcript van de presentatie:

1 Contextuele therapie en ‘psychodramapuppets’ in de 3de fase van LSCI
Jan Decuypere 25 april 2008

2 De weg naar het heden : Opleiding Prof. Dr. Leni Verhofstadt
Met één jaar verschil Franky D’Oosterlinck Werk op MPI GO! De Oase – type 3-onderwijs – Redl & Wineman Prof. Dr. Leni Verhofstadt in volle actie met psychodrama Kennismaking met LSCI en Johnson & Johnson – Onderwijs Stad Gent Wilfried Smis en kinderschilderijen Roos van Leary en Stad van Axen van Cuvelier Drama – poppenkast – verhalentechnieken

3 De weg naar het heden – 2 : Contextuele hulpverlening en therapie
Oplossingsgerichte benadering en (korte) therapie Duplo en andere poppen Terug bij ‘Verhofstadt’ … nu Moïra en psychodramapuppets Studies zelfmoord en zelfmoordgedrag

4 Aanleiding : Exploratie naar het centrale thema – persoonlijke inhoud dat aanleiding geeft tot het conflict, de crisis Conflict = een niet-succesvolle poging om een moeilijkheid op te lossen

5 Context en Psychodramapuppets :
Context : de dynamische en ethische verbondenheid van de mens met zijn betekenisvolle relaties over verschillende generaties Ethiek = verantwoordelijkheid opnemen PP : gezinsrelaties zijn belangrijk voor de psychosociale ontwikkeling van kinderen

6 Context en PP : 1ste kernrelaties zijn bron van de interne representaties en schema’s van deze relaties én van latere relaties Belemmeringen, onvermogen, … zijn mogelijks terug te brengen tot belemmeringen, onvermogen, … ontwikkelingen binnen deze kernrelaties

7 Context en PP : Sociaal atoom : kleinste aantal relaties dat een individu nodig heeft om zich compleet en verbonden te voelen Daar binnen worden loyaliteiten, loyaliteitsconflicten, gespleten loyaliteiten, parentificaties zichtbaar

8 De kracht van de psychodramapuppets :
Principes psychodrama Dynamische en speelsheid van de poppen tegenover de moeilijkheid van taal Mogelijkheid tot afstand Mogelijkheid om de verschillende dimensies (feiten, psychologie, sociale interacties, relationele ethiek) aanwezig te brengen

9 Wanneer gebruiken ? Wanneer kinderen vragen :
Waarom ze zo kwaad, agressief worden Hoe ze anders kunnen handelen/reageren

10 Stappen : De poppen aankleden
De fenomenologische realiteit neerzetten – de significante anderen Het ideaalbeeld – het ‘ideale sociaal atoom’ Vergelijkbaar met de ‘wondervraag’ Aanpassingsmogelijkheden Feedback en bijsturing

11 Mogelijkheden : Fase 1 en 2 : Fase 3 : Fase 4 : leermoment Diagnostiek
Binnen het fenomenologische beeld Binnen het ideaal beeld En vooral in het verschil Fase 3 : Wanneer ‘geleerd’ moet worden (Magic Shop) Wanneer ‘contextuele patronen’ duidelijk worden … opgepast Fase 4 : leermoment

12 Winst : Reflecterend vermogen
Grotere flexibiliteit door rolneming en rolwissels Groter structureringsvermogen