De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

4.1 present simple de present simple = de gewone tegenwoordige tijd: Ik loop = I walk Jij slaapt = you sleep etc! Je gebruikt deze tijd om aan te geven.

Verwante presentaties


Presentatie over: "4.1 present simple de present simple = de gewone tegenwoordige tijd: Ik loop = I walk Jij slaapt = you sleep etc! Je gebruikt deze tijd om aan te geven."— Transcript van de presentatie:

1

2 4.1 present simple de present simple = de gewone tegenwoordige tijd: Ik loop = I walk Jij slaapt = you sleep etc! Je gebruikt deze tijd om aan te geven dat iets altijd, vaak of nooit zo is: I always walk to school You often drink milk in the morning I never eat pancakes for lunch

3 De vorm er zijn twee vormen: I live you live he/she/it lives we live you live they live

4 Let op: Laudi likes pets - want Laudi= she Ruben loves candy - want Ruben= he My dog sleeps a lot- want my dog = it Net zoals bijv. the baby, Miss Young, the headmaster, my brother, my grandmother etc etc! uitzonderingen: do - he/she/it does go - he/she/it goes

5 4.2 have got en has got have/has got betekent: hebben dit gaat iets anders dan de normale present simple: I have got you have got he/she/it has got we have got you have got they have got

6 Let op: Toon and Jesper have got new books - want: They have got new books Cheryl has got a new coat - want: She has got a new coat

7 Afkortingen: I have got = I've got You have got= You've got (etc) Let op: She has got= She's got I have NOT got = I haven't got You have NOT got = You haven't got She has NOT got= She hasn't got


Download ppt "4.1 present simple de present simple = de gewone tegenwoordige tijd: Ik loop = I walk Jij slaapt = you sleep etc! Je gebruikt deze tijd om aan te geven."

Verwante presentaties


Ads door Google