De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Taalverwerving en taalverlies

Verwante presentaties


Presentatie over: "Taalverwerving en taalverlies"— Transcript van de presentatie:

1 Taalverwerving en taalverlies
Nederlandse emigranten Benjamin Ebbers Manon Schwers Katrin Göbel Jennifer Schröder Daniela Lohaus

2 I. Taalverwerving Definities: Taalverwerving:
het zich eigen-maken van de of een taal: het proces van taalverwerving Eerste taalverwerving Vreemde taalverwerving Tweede taalverwerving (doeltaal)

3 Factoren van het tempo en succes van tweedetaalverwerving
de moedertaal de leeftijd contact met de doeltaal motivatie attitude taalaanleg onderwijs

4 1. De moedertaal overeenkomsten tussen talen maken het leren makkelijker grammaticale fouten vanuit de moedertaal

5 2. De leeftijd kritische periode kinderen succesvoller
periode tussen 10 en 12 jaar = optimale leeftijd om een tweede taal te leren

6 3. Contact met de doeltaal
mate van gelegenheid om de tweede taal te gebruiken meer aanbod van interactie = sneller en effectiever leren

7 4. Motivatie grotere kans op werkgelegenheid
uitbreiding van het sociale netwerk verliefdheid geen mogelijkheid om op korte termijn naar het eigen land terug te keren ontmoedigende factoren: afwijzing op een verzoek tot asiel, heimwee, traumatische ervaringen bij vluchtpogingen uit eigen land, het zich niet thuis voelen in de tweede-taalgemeenschap

8 5. Attitude positieve behandeling sociaalculturele factoren

9 6. Taalaanleg wat taalaanleg precies inhoudt, valt moeilijk te omschrijven, maar de ene persoon is beter en sneller in het leren van een taal dan een andere

10 7. Onderwijs tweede- taalverwerving vindt vaak in een gestuurde, schoolse situatie plaats iemand met westerse opvoeding voelt zich in het Nederlandse onderwijssysteem waarschijnlijk vrij snel thuis

11 opleidingen en cursussen
Staatsexamen NT2 naturalisatietoets nieuwe voorwaarde inburgeringsexamen

12 II. Taalverlies Definitie:
De verval van een taal van een individuum of een groep van sprekers. Deze verval kan door min of meer natuurlijke processen zoals taalcontact, taalwisseling, en niet-gebruik van een taal worden veroorzaakt, maar ook door pathologische processen zoals hersenschaden of dementie.

13 2. structureel / functioneel taalverlies
De afname van de functies, die een taal in het leven heeft, leidt ook ertoe dat men de structuur van een taal slechter beheerst.

14 a. Het voorbeeld Nieuw-Zeeland
III. Verliezen Nederlanders hun moedertaal als ze in een Engelstalig land leven? a. Het voorbeeld Nieuw-Zeeland

15 1. Wat leidt algemeen tot taalverlies in een Engelstalig land?
gemengde huwelijken media school universiteit ouders kerk attitude samenhang tussen taal en identificatie redenen voor migratie gelijkenis van de talen isolatie van de migrant

16 2. Fouten in het Nederlands in Nieuw-Zeeland
conjuncties woordvolgorde werkwoorden lidwoorden voorzetsels

17 3. Afsluitende conclusies
de ontwikkelingen zijn gelijkaardig in Nieuw-Zeeland, Kanada en Australië tussen 1946 en 1969 emigreerden Nederlanders naar Kanada, Amerika, Australië, Nieuw-Zeeland, Zuid-Afrika en Brasilië Nederlanders in Engelstalige landen hebben de neiging, hun moedertaal heel snel op te geven er bestaat de kans dat in de loop van de tijd het Nederlands in deze landen helemaal verdwijnt

18 4. Engels in plaats van Immigrantentaal
1. Generatie 2. Generatie Duitsland 42,4% 72,9% Griekenland 4,3% 9,6% Italië 11,2% 32,2% Nederland 57,0% 88,7%

19 b. Nederlandse emigranten in de VS
1. Nederlanders en hun taal in de VS ● vroeger geen Nederlands maar streektalen  invloed van streektalen op taalpolitiek in Amerika was ongelijk

20 2. Factoren voor taalontwikkeling in het nieuwe land
schoolopleiding motivatie van de sprekers voor handhaving of assimilatie de onderlinge taalkundige afstand van dialecten afstand van de dialecten tot het Nederlands van die tijd

21 3. Invloedhebbende elementen op talige communicatiemiddelen in de VS
de religieuze groepering of geloofsinhoud en uitoefening van de godsdienst de economische situatie de ontwikkeling de thuistaal

22 4. Hoe was het voor de Nederlanders?
konden in het begin alleen hun streektaal konden met niemand praten leerden enkele Engelse woorden maar niet genoeg om te praten  jongeren gingen naar school

23 5. De situatie „There we were, strangers in a strange land; we understood nobody, en nobody understood us.“ (Arend Jan Brusse) „Die goed Engelsch kann, bezit eenen rijkdom, wanneer hij uit Holland naar hier overkomt, ik kann dus een ieder niet genoeg aanraden om toch de Engelse taal te leren.“ (Hendrik Barendregt)

24 6. Welke taal werd tussen Nederlanders gesproken?
konden elkaar niet verstaan  Engels lingua franca tussen de Nederlanders aanvankelijk niet nodig: vestigden zich met mensen uit dezelfde streek in Nl

25 7. Voorbeelden Dorpen ● Mensen (uit) Zeeland ● Zeeuwen
Overisel ● Overijssel Friesland ● Friezen Drenthe ● Drenthe Alto ● Gelderlanders

26 8. Taalgeschiedenis jongeren werden opgevoed met thuistaal in huis
Nederlands in de kerk Engels in alle omstandigheden  beheersten geen taal werkelijk goed  „the lost generation“

27 9. Taalontwikkeling Nl ontleenden woorden aan het Engels
vermengden Nederlands en Engels Engels had invloed op het Nl maar niet andersom beperkt tot leenwoorden Engelse woorden slopen in omgangstaal door

28 10. Nooit Engelse woorden? als het om werk ging dagelijkse dingen
de gesprekspartner waren meestal Amerikanen de gebruiksfrequentie

29 11. Verschillen in het gebruik
taalkennis wereldkennis taalattitude

30 12. Taalontwikkeling Engelse woorden werden aangepast aan het Nederlands:  spelling  klanken en fonemen  morfologie (toevoegsels)  Yankee Dutch

31 de lange a was gerond (zoals in awful)
de w is zoals in water (Engels) th wordt als d of t gesproken een bilabiale w en een Engelse r (Little Chute) hai voor hij main voor mij

32 13. Hoe leerden zij Engels? nog in Nederland
op avond- of dagscholen in Amerika door zelfstudie van horen spreken

33 IV. Literatuur Dan, Jo: Ik waste bissi. Nederlanders en hun taal in de VS. Barchem 1987 Hulsen, M.: Language Loss and Language Processing. Three Generations of Dutch Migrants in New Zealand. Nijmegen 2000 Klatter, J en S. Kroon: Dutch Overseas. Studies in maintenance and loss of Dutch as an immigrant language. Tilburg 1997

34 Kuiken,F. :Taalverwerving. In:Taal en taalwetenschap
Kuiken,F.:Taalverwerving. In:Taal en taalwetenschap. Blackwell publishers pag. 48 – 67 ( ) ( )


Download ppt "Taalverwerving en taalverlies"

Verwante presentaties


Ads door Google