De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Karen Armstrong De grote transformatie

Verwante presentaties


Presentatie over: "Karen Armstrong De grote transformatie"— Transcript van de presentatie:

1 Karen Armstrong De grote transformatie
HOOFDSTUK 4 KENNIS Leerhuis Karen Armstrong De grote transformatie

2 OPENINGSVRAAG Omdat Armstrong niet met de uitleg van het woordje kennis begint, is er nu al de vraag: wat verstaat Armstrong onder dat begrip in de titel van hoofdstuk 4? N.B. Deze vraag kan voor de komende hoofdstuktitels ook gesteld worden, maar dan met het titelwoord van dat desbetreffende hoofdstuk. K. Armstrong's De grote Transformatie Hoofdstuk 4: Kennis

3 HOOFDSTUK 4 K e n n i s Indeling van hoofdstuk 4:
(ca. 700 – 600 v. Chr.) Indeling van hoofdstuk 4: 1: De Vedische religie: blz. 159 t/m. 174 2: De Griekse wereld: blz. 174 t/m. 184 3: De Chinese wereld: blz. 184 t/m. 196 4: De wereld van Israël: blz. 196 t/m. 207 K. Armstrong's De grote Transformatie Hoofdstuk 4: Kennis

4 Kennis - : De vedische religie ca. 700 - 600 v. Chr.
De kennis van de nieuwe Vedische religie, waarover Armstrong het heeft, was die van de innerlijke ruimte van de mens, dus van diens ziel. OPMERKINGEN: 1: Niet als nieuw ervaren, maar als vervulling van de oude traditie; 2: Het ritueel werd van buiten naar binnen verplaatst (geestelijk uitgevoerd en voltooid) 3: Niet de uiterlijke uitvoering, maar de innerlijke betekenis van de riten was belangrijk geworden in de Spiltijd. K. Armstrong's De grote Transformatie Hoofdstuk 4: Kennis

5 De Vedische cultuur en haar vernieuwing ca. 700 – ca. 600 v. Chr.
Consequenties van de benadrukking van innerlijk en van betekenis? De goden zijn eigen menselijke schepping, want de mens is zelf al deze goden (blz. 160); Als de wijze de innerlijke kern (atman) van eigen wezen kon ontdekken, zou deze automatische toetreden tot de ultieme werkelijkheid en zich bevrijden van het schrikbeeld van de sterfelijkheid (blz. 161) K. Armstrong's De grote Transformatie Hoofdstuk 4: Kennis

6 Kennis - Vedische religie.
Karin Armstrong wijst op (blz. 161 e.v.), op het gebrek aan logica en systematiek in de - ogenschijnlijke - onsamenhangende inzichten van de Vedische religie. ‘niet .... niet’ (neti .... neti);* ‘Dit zelf is het brahman’; Esoterische kennis en een kleine groep van ingewijdenen en religieus getalenteerden maar; De grote stiltes als einde van de ‘wedstrijd’ iets over brahman te zeggen. Waarom? De ‘grote’ uitspraken zijn niet toegankelijk voor normale, wereldse denkwijzen! (blz. 161)** OPM.: doet erg aan de latere Meester Eckhart denken. Zie bijv. diens: Van God houden als van niemand. Ten Have, Baarn, 2001 ** Een interessante opmerking voor veel van ons Westerlingen! N.B. dat veel theologie negatieve theologie is. K. Armstrong's De grote Transformatie Hoofdstuk 4: Kennis

7 Hoofdstuk 4: Kennis De ‘winst’ van de Indiase Spiltijd
De grote ‘winst’ van de Vedische Spiltijd was de ontdekking van het innerlijk van de mens / het zelf. Hoe? Introspectie als techniek; Het vermoeden van een vonk in de ziel van de onsterfelijke mens: In het atman huist de brahman, of het atman heeft deel aan of is gelijk aan het onsterfelijke brahman. Derhalve: de ultieme werkelijkheid is immanent aanwezig in ieder mens. “Het Zelf in het Al (brahman) is uw atman”. N.B. Net als Meester Eckhart beschreef de Vedische wijze brahman in een “niet niet”-taal. Ondanks de niet - niet-taal was toch het doel van de nieuwe spiritualiteit kennis van het onkenbare atman. Levenstaak van de Spiltijd wijze was het ondernemen van een lange, langzame zoektocht naar zelfontdekking (ik zou dat een queeste noemen. Ik meen ook dat dat de kern van religieus bestaan is. Godsdienst is te voorbarig in haar hang om te willen weten, om te willen ontiseren, om “eindigheid te willen denken” [Foucault]). K. Armstrong's De grote Transformatie Hoofdstuk 4: Kennis

8 Hoofdstuk 4: Kennis De Griekse wereld
Armstrong baseert haar tekening van de wending in de Griekse geest op twee historische “bronnen”: Het werk van de dichter Hesiodus; De wending in de militaire techniek Hesiodus is na Homerus de oudst bekende Griekse dichter. Weinig is er over zijn leven bekend; enkele biografische gegevens kunnen wellicht uit zijn werken worden afgeleid. Hesiodos leefde in het midden van de 8ste eeuw v.Chr. Hesiodus is geboren te Askra in Boeoti waar hij met zijn vader en zijn broer Perses nie t erg vruchtbare strook grond bewerkte. Het landgoed was bescheiden, de winters een waren koud, de zomers ondraaglijk heet. Toch is het hier, in de buurt van de Helikon, dat Hesiodus zijn roeping als dichter "van de Muzen heeft ontvangen". Na de dood van hun vader ontstond er twist onder de broeders over de erfenis, er kwam een rechtsgeding, en het was Hesiodus die aan het kortste eind trok, wellicht door de corruptie van de plaatselijke machthebbers. K. Armstrong's De grote Transformatie Hoofdstuk 4: Kennis

9 Hoofdstuk 4: Kennis De Griekse wereld
De twee belangrijkste werken van Hesiodos zijn de Theogonia = "Godenstamboom” en de "Werken en Dagen", allebei geschreven in dactylische hexameters. Ook nog paar andere gedichten, zoals de Catalogus van vrouwen, zijn - waarschijnlijk ten onrechte - aan Hesiodos toegeschreven. K. Armstrong's De grote Transformatie Hoofdstuk 4: Kennis

10 Hoofdstuk 4: Kennis De Griekse wereld
Theogonie is een eerste poging om orde te scheppen in de verwarde Griekse godenwereld van Homeros, door de goden in genealogieën te rangschikken en aldus tevens tot een coherent wereldbeeld te komen. Hesiodos ziet de evolutie in functie van de wisselende wereldheerschappij, eerst in handen van Ouranos, dan van Kronos en ten slotte van Zeus. Deze evolutie is op Zeus gericht: in hem wordt de grote wereldorde voltooid die voor alle tijden vastgelegd is. Zo zijn de levensvoorwaarden ontstaan waar de mens zich moet doorworstelen: allerlei kwalen omringen hem, maar Zeus waakt over het recht, zij het met harde hand. K. Armstrong's De grote Transformatie Hoofdstuk 4: Kennis

11 Hoofdstuk 4: Kennis De Griekse wereld
Werken en Dagen Uitgangspunt van de Werken en Dagen (829 verzen) is de ruzie tussen Hesiodos en zijn broer Perses. Het vertoont geen streng systematische structuur: veeleer gaat het om een reeks gedachtenassociaties. De gedachtegang volgt twee hoofdlijnen:▪een oproep tot Perses om hun twist te staken leidt tot beschouwingen over de eerbiedwaardigheid van de door Zeus gestelde rechtsorde;▪een oproep tot diezelfde Perses om op een eerlijke wijze in zijn levensonderhoud te voorzien leidt tot een verheerlijking van gestage arbeid en van het landbouwersleven. Perses had zich immers op de scheepvaart toegelegd, die volgens Hesiodos een stiel voor geldlustige avonturiers was, in tegenstelling tot het harde, eerlijke landbouwersleven. Hij beschrijft de boerenkalender, doorspekt met algemene zedenspreuken en eindigt met een opsomming van gunstige en ongunstige dagen. K. Armstrong's De grote Transformatie Hoofdstuk 4: Kennis

12 Hoofdstuk 4: Kennis De Griekse wereld
De Grieken sloegen een ander weg in dan de Indiase wijzen: De Indiërs lieten hun heldencode los, de Grieken begonnen hun polis te militariseren, De welvaart van het buitenland werd voor velen leidraad, de prijs voor de armen was hoog: geen recht en rechtvaardigheid. Hesiodus fulmineerde tegen dat onrecht (“hij leek meer op een Hebreeuwse profeet dan op een homerische bard”). De vraag (voor Hesiodus) was: “Zou de Griekse maatschappij gekenmerkt worden door gerechtigheid (dikè) of door trotse, egoïstische overmoed (hubris) van de heroïsche krijger?’ (blz. 177). Hesodius’ mythe van de Vier Tijdperken wilde laten zien, dat de mensen die de sociale gelijkheid in ere hielden geliefd en geëerd bij en door de goden waren. K. Armstrong's De grote Transformatie Hoofdstuk 4: Kennis

13 Hoofdstuk 4: Kennis De Griekse wereld
Hesodius tekende het beeld van de waarachtige (mijn woord en cursivering) mens van het IJzeren Tijdperk: Nederigheid, strijd met de grond, niet de militaire moed willen evenaren, gedisciplineerde boeren arbeid doen, dagelijkse toewijding aan de goden. Hesodius’ Theogonie werd een uitwerking van de aard van de mens uit het Ijzeren Tijdperk, plus ook het handboek van de Griekse religie. K. Armstrong's De grote Transformatie Hoofdstuk 4: Kennis

14 Hoofdstuk 4: Kennis De Griekse wereld
Welke vragen behandelde Hesiodus in zijn Theogonie? (blz. 179) In welke relatie stonden de verschillende chtonische machten tot elkaar? Waarom kwamen de Titanen in opstand tegen Zeus? Wat heeft de scheiding tussen mensen en goden veroorzaakt? Wat was de oorsprong van de kosmos? Hoe had de orde gezegevierd over de chaos? Hoe kon het vele afgeleid zijn van het ene? Hoe stond het vormloze in verhouding tot het gedefinieerde? K. Armstrong's De grote Transformatie Hoofdstuk 4: Kennis

15 Hoofdstuk 4: Kennis De Griekse wereld
Wat waren Hesiodus’ antwoorden? - Wat was de onontkoombare conclusie van Hesiodus’ verhaal? Met elkaar lezen K. Armstrong's De grote Transformatie Hoofdstuk 4: Kennis

16 Hoofdstuk 4: Kennis De Griekse wereld
Hesiodus’ conclusie was: Vanaf de mens van het IJzeren Tijdperk waren goed en kwaad onlosmakelijk verbonden; Tussen mens en goden bestaat een onoverkomelijk verschil; Lijden is een onontkoombaar levensfeit (dit noemt Armstrong een kenmerk van de Spiltijd). Berusting in dit alles lijkt Hesiodus’ devies. K. Armstrong's De grote Transformatie Hoofdstuk 4: Kennis

17 Hoofdstuk 4: Kennis De Griekse wereld
Er waren Grieken in de tijd van Hesiodus, die niet wilden berusten. Zij eisten hervormingen. Het gevolg was een hervorming van het militaire systeem. Niet langer de adel, maar de burger hoplieden vormden samen met de edelen het leger. De burgerij werd het leger en zo werd de basis gelegd voor de Griekse democratie. Maar, de Grieken zeiden de oude riten niet vaarwel, ze pasten ze aan aan de eisen van het leger! K. Armstrong's De grote Transformatie Hoofdstuk 4: Kennis

18 Hoofdstuk 4: Kennis De Chinese wereld
Karin Armstrong beschrijft uitgebreid het beroemde Boek der Riten. Hoewel dat interessant is en laat zien hoe de Riten steeds meer vanuit hun innerlijk begrepen moesten worden en dat dan daardoor de samenleving van de oude gewelddadigheid op allerlei vlak van leven, kon worden bevrijdt, draagt alleen - m.i. - de conclusie op blz. 194 iets bij aan Armstrongs betoog. K. Armstrong's De grote Transformatie Hoofdstuk 4: Kennis

19 Hoofdstuk 4: Kennis De Chinese wereld
Die conclusie luidt: “Hoe dan ook, in de 7de eeuw lijkt dit ideaal (Li) het China van de Zhou omgevormd te hebben van een maatschappij die verslaafd was aan ruige extravagantie tot een samenleving die matiging en zelfbeheersing loofde. Het ideaal zou de Chinese Spiltijd in gang zetten en er een unieke richting aan geven”. K. Armstrong's De grote Transformatie Hoofdstuk 4: Kennis

20 Hoofdstuk 4: Kennis De Judaeïse wereld - 7de eeuw
In dit deel van hoofdstuk 4 (blz. 196 t/m. 207) laat Armstrong zien hoe in de 7de eeuw er een wending in het religieus denken en vormgeven zich voordeed. Van de orale overlevering naar de schriftelijk vastgelegde. Van de koning als gewijd naar niet gewijd figuur; Van nadruk op Abraham, Isaäk en Jacob naar Mozes (en Josia als moderne Mozes). Van het onzegbare in de theologie naar een rationelere theologie zonder veel oude mythen; Wending naar het sociale; Wending naar verstarring. K. Armstrong's De grote Transformatie Hoofdstuk 4: Kennis

21 Hoofdstuk 4: Kennis De Judaeïse wereld - 7de eeuw
Een paar opmerkingen: Zie hoe religie / godsdienst (niet per definitie synoniemen!) gebruikt zijn / worden om politieke doelen te dienen: het vinden van de wetsrollen in de resten van de tempel! De 7de eeuwse (her)redigering van de vroegere J- en E-vertellingen; De (her)interpretatie van wat God / Jahweh eigenlijk van Zijn volk gewild zou hebben; Het al dan niet laten bestaan van oude altaren, goden, beeldjes, enz. om doelen van de Staat (o.l.v. de deuteronomisten) te dienen. K. Armstrong's De grote Transformatie Hoofdstuk 4: Kennis

22 Hoofdstuk 4: Kennis De Judaeïse wereld - 7de eeuw
Interessant zou zijn nu het boek van Chaim Potok, Omzwervingen er bij te halen, omdat ook Potok laat zien hoe de ontwikkelingen van de Joodse religie / godsdienst sterk bepaald is / werd door de historische omstandigheden. [Met de ontwikkeling van de Protestantse kerken vanaf de 16de eeuw is het niet anders gesteld]. K. Armstrong's De grote Transformatie Hoofdstuk 4: Kennis

23 Hoofdstuk 4: Kennis De Judaeïse wereld - 7de eeuw
Opmerkelijk - maar waar, lijkt mij - is de opmerking op blz. 206, waar Karin Armstrong schrijft: “Te grote zekerheid en helderheid konden tot wrede intolerantie leiden”. K. Armstrong's De grote Transformatie Hoofdstuk 4: Kennis


Download ppt "Karen Armstrong De grote transformatie"

Verwante presentaties


Ads door Google