BIDDEN. Moeiten BIDDEN Moeiten Vaak hetzelfde bidden Je gebed kort en gemakkelijk willen houden Bidden ervaren als ritueel of plicht.

Presentatie over: "BIDDEN. Moeiten BIDDEN Moeiten Vaak hetzelfde bidden Je gebed kort en gemakkelijk willen houden Bidden ervaren als ritueel of plicht."— Transcript van de presentatie:

1 BIDDEN

2 Moeiten

3 BIDDEN Moeiten Vaak hetzelfde bidden Je gebed kort en gemakkelijk willen houden Bidden ervaren als ritueel of plicht

4 BIDDEN Vragen

5 BIDDEN Vragen Is het verkeerd om altijd hetzelfde bidden? Hoe hou je je aandacht erbij? Waarom bidden we bij het eten?

6 BIDDEN Vragen Is het verkeerd om altijd hetzelfde bidden? Hoe hou je je aandacht erbij? Waarom bidden we bij het eten?

7 BIDDEN Vragen Is het verkeerd om altijd hetzelfde bidden? Hoe hou je je aandacht erbij? Waarom bidden we bij het eten?

8 BIDDEN Vragen Is het verkeerd om altijd hetzelfde bidden? Hoe hou je je aandacht erbij? Waarom bidden we bij het eten?

9 BIDDEN 1. Waarom?(v/a 116) 2. Hoe? (v/a 117 + 118) 3. Wanneer? (1 Tessalonicenzen 5:17)

10 BIDDEN 1. Waarom?(v/a 116) 2. Hoe (v/a 117) & Wat? (v/a 118 + 119) 3. Wanneer? (1 Tessalonicenzen 5:17)

11 BIDDEN 1. Waarom?(v/a 116)

12 BIDDEN 1. Waarom?(v/a 116) a) God vraagt het van jou b) God wil door jou gevraagd worden

13 BIDDEN 1. Waarom?(v/a 116) a) God vraagt het van jou b) God wil door jou gevraagd worden

14 BIDDEN 1. Waarom?(v/a 116) a) God vraagt het van jou b) God wil door jou gevraagd worden

15 BIDDEN 2. Hoe (v/a 117) & Wat? (v/a 118 + 119)

16 BIDDEN 2. Hoe (v/a 117) & Wat? (v/a 118 + 119) a) Godskennis b) zelfkennis c) kennis van Christus

17 BIDDEN 2. Hoe (v/a 117) & Wat? (v/a 118 + 119) a) Godskennis b) zelfkennis c) kennis van Christus

18 BIDDEN 2. Hoe (v/a 117) & Wat? (v/a 118 + 119) a) Godskennis b) zelfkennis c) kennis van Christus

19 BIDDEN 2. Hoe (v/a 117) & Wat? (v/a 118 + 119) a) Godskennis b) zelfkennis c) kennis van Christus

20 BIDDEN 3. Wanneer? (1 Tessalonicenzen 5:17)

21 BIDDEN 3. Wanneer? (1 Tessalonicenzen 5:17) Zie erop toe dat niemand kwaad met kwaad vergeldt en streef altijd naar het goede, zowel voor elkaar als voor ieder ander. Wees altijd verheugd, bid onophoudelijk, dank God onder alle omstandigheden, want dat is wat hij van u, die één bent met Christus Jezus, verlangt. (1 Tessalonicenzen 5:15-18)