De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Belgische Instituut voor Openbare Financiën 5 december 2008

Verwante presentaties


Presentatie over: "Belgische Instituut voor Openbare Financiën 5 december 2008"— Transcript van de presentatie:

1 Nut en doelmatigheid van begrotingsregels en onafhankelijke begrotingsinstellingen
Belgische Instituut voor Openbare Financiën 5 december 2008 L. Van Meensel Research Department DS

2 Plan van de uiteenzetting
Nut van begrotingsregels en -instellingen Begrotingsregels Optimale begrotingsregels Regels op EU-niveau: Maastrichtnormen en stabiliteits- en groeipact Nationale begrotingsregels in de EU-lidstaten Begrotingsregels in België Onafhankelijke begrotingsinstellingen Instellingen voor macro-economische vooruitzichten Instellingen voor normatieve aanbevelingen Conclusies

3 Waarom zijn begrotingsregels en -instellingen nuttig ?
Het (democratische) beslissingsproces kan aanleiding geven tot prikkels om af te wijken van een optimaal begrotingsbeleid (deficit bias) Mogelijke oorzaken van de deficit bias myopie coalitieregeringen en het common pool-probleem Risico op gebrek aan begrotingsdiscipline is sterker in een monetaire unie Via begrotingsregels en -instellingen is het mogelijk om: de drijfveren van beleidsmakers te herbalanceren beperkingen op te leggen aan het gevoerde begrotingsbeleid mechanismen in te voeren voor begrotingscoördinatie Nationale begrotingsregels en -instellingen worden door de Europese Raad aanbevolen als complement bij het stabiliteits- en groeipact

4 Kenmerken van optimale begrotingsregels
Begrotingsregels: definitie1 permanente beperkingen op het begrotingsbeleid onder de vorm van numerieke doelstellingen of limieten voor begrotingssaldi, ontvangsten, uitgaven of schuld Begrotingsregels zijn idealiter: goed gedefinieerd transparant adequaat (in functie van de vooropgestelde doelstellingen) consistent (zowel onderling als t.a.v. andere beleidsdoelstellingen) eenvoudig afdwingbaar flexibel (o.m. in functie van het conjunctuurverloop) ondersteund door efficiënte beleidsmaatregelen Trade-offs tussen deze verschillende eigenschappen 1 Hier wordt een strikte definitie van een begrotingsregel gegeven. Er bestaan ook andere - ruimere - definities die eveneens slaan op regels inzake begrotingsprocedure.

5 Aandachtspunten Belang van goede statistieken als betrouwbaar meetinstrument Gebruik van structurele begrotingssaldi wordt o.m. bepleit door de HRF (advies van juli 2007) is vanuit theoretisch oogpunt volledig gerechtvaardigd maar praktische problemen en beperkingen Wet van Goodhart als een maatstaf een beleidsdoelstelling wordt, dan houdt hij op een goede maatstaf te zijn voorbeelden: niet-recurrente maatregelen alternatieve financieringsoperaties (bv. PPS-investeringen) schuldoperaties in de periode tot 1997 (Maastrichtnormen) en in 2003 (100 pct. bbp-drempel) Belang van sanctiemechanismen voor succes van begrotingsregels wordt geïllustreerd door begrotingsbeleid in EU-lidstaten in de periode tot 1997 (sanctie = niet-participatie aan muntunie) en nadien ook reputatieschade kan sanctie vormen

6 Begrotingsdoelstellingen uit de stabiliteits- of convergentieprogramma's en effectieve realisaties (gemiddeld verschil tussen de gerealiseerde financieringssaldi van de overheid en de begrotingsdoelstellingen over de periode , in procenten bbp) Bron: EC. 1 Wordt geen rekening gehouden met de impact in 2005 van de overname, door het Fonds voor Spoorweginfrastructuur, van het grootste gedeelte van de schulden van de NMBS bij de herstructurering van deze instelling op 1 januari 2005, dan zouden de realisaties in België, gemiddeld beschouwd, niet afwijken van de doelstellingen.

7 Verandering in het conjunctuurgezuiverde primaire saldo in de periode na de invoering of verstrenging van begrotingsregels in de EU-lidstaten (veranderingen in procenten bbp over de periode ) Bron: EC.

8 Begrotingsregels in België
Saldonormering voor de gezamenlijke overheid opgenomen in stabiliteitsprogramma's centrale doelstelling van het begrotingsbeleid Doelstelling inzake fiscale en parafiscale ontvangsten Uitgavenregels voor: federale overheid gezondheidszorg Normen voor gemeenschappen en gewesten vastgesteld in samenwerkingsakkoorden tussen federale overheid en gemeenschappen en gewesten (op basis van aanbevelingen van de HRF) filosofie: alle entiteiten in evenwicht vanaf 2010 (Wettelijke) beperking op de begrotingssaldi van de lokale overheden

9 Doelstellingen voor het begrotingssaldo in de opeenvolgende stabiliteitsprogramma's van België (procenten bbp) 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 December 1998 -1,3 -1,0 -0,7 -0,3 December 1999 -1,1 -0,5 0,0 0,2 December 2000 0,3 0,5 0,6 0,7 November 2001 November 2002 November 2003 December 2004 December 2005 December 2006 0,9 April 2008 1,0 p.m. Realisaties1 -0,6 -0,1 -0,2 -2,6 Bronnen: FOD Financiën, INR, NBB. 1 Financieringssaldo van de gezamenlijke overheid volgens de methodologie die wordt gehanteerd in het kader van de procedure inzake buitensporige tekorten.

10 Primaire uitgaven van de federale overheid1 (veranderingspercentages t
Primaire uitgaven van de federale overheid1 (veranderingspercentages t.o.v. het voorgaande jaar, gedefleerd aan de hand van de HICP) Gemiddelde reële groei : 1,2 : 1,7 : 1,6 : 3,1 Bronnen: INR, NBB. 1 Exclusief de overdrachten naar andere deelsectoren. 2 Reële groei gecorrigeerd voor de invloed van niet-recurrente en conjuncturele factoren en voor het indexeringseffect.

11 Normering inzake overheidsontvangsten (procenten bbp)
FISCALE EN PARAFISCALE ONTVANGSTEN ONTWIKKELING VERKLAARD DOOR: STRUCTURELE MAATREGELEN1 Normering: Δ ontvangsten > Δbbp Δ ontvangsten < Δbbp 1 De hervorming van de vennootschapsbelasting in 2003 en de invoering van de belastingaftrek voor risicokapitaal in 2006 zijn niet in de berekening van deze cijfers opgenomen, gelet op de onzekerheden omtrent hun budgettaire weerslag. Bij de goedkeuring van deze maatregelen werd van de hypothese uitgegaan dat deze budgettair neutraal zouden zijn.

12 Uitgaven voor gezondheidszorg1 (veranderingspercentages t. o. v
Uitgaven voor gezondheidszorg1 (veranderingspercentages t.o.v. het voorgaande jaar, gedefleerd aan de hand van de HICP) Bronnen: INR, NBB. 1 Overheidsuitgaven voor gezondheidszorg, met uitzondering van de uitkeringen voor ziekte en invaliditeit, de uitkeringen aan gehandicapten, de overdrachten aan de instellingen voor gehandicaptenzorg, alsook de zorgverzekeringsuitgaven. 2 Voor de berekening van het voortschrijdend gemiddelde van 2007 werd uitgegaan van een reële groei van 4,5 pct. in 2008.

13 Afwijking tussen de begrotingsrealisaties van gewesten en gemeenschappen en de doelstellingen uit de samenwerkingsakkoorden (miljoenen euro) Gemiddelde afwijking in miljoenen euro's in pct. van de ontvangsten Vlaamse Gemeenschap 398,2 2,4 Franse Gemeenschap -9,8 -0,2 Waalse Gewest 8,6 0,2 Brusselse H. Gewest 65,1 4,0 Bron: HRF.

14 Financieringssaldo van de lokale overheid (procenten bbp)
1982 Invoering van het evenwichtsbeginsel 1988 Uiterste datum voor de toepassing van het evenwichtsbeginsel Bron: INR, NBB.

15 Evaluatie van de begrotingsregels in België
Saldonormering voor gezamenlijke overheid zeer goed gerespecteerd, behalve in recente periode maar soms geforceerd via niet-recurrente maatregelen Ontvangstendoelstellingen: in overeenstemming met maatregelen Uitgavennormen weinig of geen verband met resultaten, met als mogelijke verklaringen: gezondheidszorg is open budget (geen gesloten enveloppe) federale uitgavennormen: onduidelijk gedefineerd, ontwijkingsmogelijkheden, ... moeilijk te beoordelen of ze toch hebben geleid tot restricties goede uitgavennormen zouden nochtans een krachtig complement kunnen vormen bij de saldonormering Normen van gemeenschappen en gewesten vrij goed gerespecteerd en dus doeltreffend ondanks ontbreken van formeel sanctiemechanisme financieringswet bevat wel zeer krachtig sanctiemechanisme, maar dit kan enkel worden toegepast bij extreme begrotingsontsporing relatief efficiënte parlementaire controle en "peer pressure" transparantie kan worden verbeterd Budgetbeperking van lokale overheden: heeft tot gewenste resultaten geleid

16 Begrotingsinstellingen in België
Macro-economische vooruitzichten - INR - Federaal Planbureau - SCvV Economische begroting Vergrijzings- rapport Vooruitzichten op middellange termijn - HRF-afdeling "Financierings- behoeften van de overheid" Normatieve aanbevelingen Aanbevelingen inzake begrotings- doelstellingen Beslissings- stadium - Regering - Parlement Stabiliteits-programma Begroting

17 Onafhankelijke ramingsinstellingen: een remedie tegen te optimistische groeiramingen
Moeilijke consolidatiemaatregelen hebben een politieke kost waardoor regeringen kunnen geneigd zijn om deze te proberen te vermijden Hiervoor zouden ze te optimistische groeiramingen kunnen hanteren, aangezien: corrigerende maatregelen vooraf kunnen worden vermeden terwijl nadien het begrotingstekort groter zal blijken te zijn dan verwacht omdat de groei lager is dan geraamd en het grotere begrotingstekort dan zou kunnen worden verklaard door pech Onafhankelijke ramingsinstellingen kunnen een remedie vormen tegen de neiging van regeringen om de groeiramingen in optimistische zin te vertekenen

18 Gemiddeld verschil tussen de groeiramingen in de stabiliteitsprogramma's en die van de EC (bbp-groei naar volume, gemiddelde jaarlijkse veranderingspercentages over de periode ) Optimistische vertekening van de groeiraming Geen vertekening van de groeiraming Bron: EC.

19 INR -vooruitzichten en realisaties voor de economische groei (bbp-groei naar volume, jaarlijkse veranderingspercentages) Gemiddelde afwijking t.o.v. realisaties procenten bbp Initiële begroting 0,2 Begrotingscontrole -0,1 Bron: ¹ Het betreft de meest recente cijfers. Om het eventuele effect van methodologische veranderingen te neutraliseren, wordt soms vergeleken met de snelst beschikbare cijfers. Ook in dit geval zouden dezelfde conclusies gelden m.b.t. de gemiddelde afwijking t.o.v. de realisaties.

20 Budgettaire ontwikkelingen in EU-lidstaten met en zonder onafhankelijke begrotingsinstellingen in de periode (verandering in procenten bbp over de periode , tenzij anders vermeld) Bron: EC.

21 Onafhankelijke begrotingsinstellingen: succesvoorwaarden
Duidelijk en ondubbelzinnig mandaat Onafhankelijkheid dient wettelijk en financieel te worden gegarandeerd omwille van toegang tot interne informatie, toch best binnenin het overheidsapparaat Geloofwaardigheid transparantie bij voorkeur scheiding tussen instellingen voor economische vooruitzichten en voor normatieve aanbevelingen vertegenwoordigers uit verschillende, van elkaar onafhankelijke instellingen Betrokkenheid bij het begrotingsproces, bv. via hoorzittingen van de begrotingsinstelling in het parlement regelmatige consultaties door regering het hanteren van de onafhankelijke ramingen bij de begrotingsopmaak de verplichting voor regeringen om afwijkingen van ramingen of aanbevelingen te rechtvaardigen

22 Slotbeschouwingen Begrotingsregels
uit analyse blijkt dat ze uitermate nuttig kunnen zijn op voorwaarde dat ze kenmerken van "goede" regels bezitten mogelijkheid tot verbetering van sommige Belgische begrotingsregels Onafhankelijke begrotingsinstellingen delegatie van de macro-economische ramingen bij begrotingsopmaak is efficiënte manier om optimistische vertekening te voorkomen instellingen voor normatieve begrotingsadviezen => perceptie dat deze hebben bijgedragen tot begrotingsdiscipline Belgische onafhankelijke instellingen hebben goede reputatie INR en HRF gelden als "goede voorbeelden" voor EC, IMF, ... maar credibiliteit hangt af van de mate waarin beleidsmakers rekening houden met bevindingen en adviezen


Download ppt "Belgische Instituut voor Openbare Financiën 5 december 2008"

Verwante presentaties


Ads door Google