De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Vereniging van Pensioenjuristen - 7 juni 2011

Verwante presentaties


Presentatie over: "Vereniging van Pensioenjuristen - 7 juni 2011"— Transcript van de presentatie:

1 De impact van Solvency II op pensioenen; wat te verwachten van IORP-II?
Vereniging van Pensioenjuristen - 7 juni 2011 Ingeborg Hoogendijk - MinFin/FM

2 Inhoud 1. EU Groenboek Pensioenen Adequate en houdbare pensioenen
Versterken van de interne markt 2. Herziening IORP-richtlijn Overeenkomsten Solvency II en FTK Verschillen Solvency II en FTK 3. Conclusies

3 1. EU Groenboek pensioenen
Adequate en houdbare pensioenen Houdbare balans tussen werk en pensionering Waarborgen van de “zekerheid” van pensioenen (*) Meer transparante pensioenen, pensioenbewustzijn en informatie Versterken van de interne markt voor werknemers en pensioenen (*) Houdbare balans tussen werk en pensionering Hogere effectieve uittreedleeftijd / pensioengerechtigde leeftijd Stimuleren van langer doorwerken Pensioenen meer transparant (groter pensioenbewustzijn en meer informatie) Pensioenhervormingen verschuiven verantwoordelijkheid voor uitkomsten pensioenresultaat (collectief) naar werknemers. Werknemers dragen meer risico’s. Trend richting (collectief) DC onderstreept de noodzaak van transparante en duidelijke communicatie. De risico’s zullen goed begrepen moeten worden door werknemers. Nodig om te waarborgen dat werknemers in staat zijn om aanvullende financiële pensioenmaatregelen te treffen. Pensioenbewustzijn en financiële educatie kan daarbij helpen.

4 Pensioeninkomen NL Gemiddelde 5 grote EU LS
Geen verhaal over 1e pijler, Stabiliteits- en Groeipact of Europact Geen verhaal over fiscale kwesties rondom pensioen 4

5 Pensioenvermogen groter dan BNP

6 1. EU Groenboek pensioenen
Adequate en houdbare pensioenen Waarborgen van de “zekerheid” van pensioenen -> Het streven naar “zekerheid” mag niet ten koste gaan van de houdbaarheid van pensioenregelingen Houdbaar pensioensysteem De noodzakelijke hervormingen kunnen niet oneindig worden uitgesteld en doorgeschoven naar toekomstige generaties werkenden en gepensioneerden (die wellicht niet voorbereid zijn op lagere pensioenen) Zekerheid van pensioenen Het is belangrijk dat in een nieuw sovabiliteitsregime voor IORP’s een goede balans wordt gevonden tussen pensioenzekerheid enerzijds en pensioenambities anderzijds. Vooral nu het in een vergrijzende samenleving steeds moeilijker wordt om een eventueel financieel tekort in kapitaalgedekte pensioenen aan te zuiveren uit premies die moeten worden opgebracht door de werkende generatie. Een eenzijdige focus op pensioenzekerheid kan leiden tot een verplichting tot het aanhouden van excessieve risico-buffers en daarmee een grotere prikkel voor werkgevers om DB-regelingen om te vormen tot DC-regelingen (aangezien de werkgever deze defined benefits moet garanderen). Het is daarom belangrijk dat een nieuw Europees solvabiliteitskader voor pensioenfondsen (een solvabiliteitskader meet de waarschijnlijkheid waarmee en pensioenfonds in staat zal zijn pensioenverwachtingen waar te maken) de verschillende manieren waarop in Europese landen zekerheid en ambities worden afgewogen en de bijbehorende ‘zekerheidsmechanismen’ erkent en op waarde weet te schatten. Bijv. wijze van indexatie van pensioenen, herstelperiodes die een mate van (inter)generationele herverdeling kunnen uitdrukken, mogelijkheid tot afstempelen van verworven pensioenrechten; deze mechanismen maken het mogelijk iets meer risico te nemen en dus een hoger pensioenresultaat te behalen. Ook de uniek lange duration en voorspelbaarheid van pensioenverplichtingen zal in een nieuw solvabiliteitskader moeten worden erkend.

7 NL: 4% van de EU bevolking, 24% van het IORP kapitaal

8 1. EU Groenboek pensioenen
Adequate en houdbare pensioenen Versterken van de interne markt voor pensioenen -> Verbreding van de reikwijdte van de IORP-richtlijn effectiever dan een verdieping van de harmonisatie Versterken van de interne markt voor pensioenen (pensioenuitvoering) Nederlandse werkgevers en werknemers genieten een prima prijs-kwaliteitverhouding voor wat betreft de uitvoering van hun pensioenen. Werkgevers, pensioenfondsbesturen en pensioendienstverleners zullen desondanks blijven zoeken naar verdere mogelijkheden tot verbetering van de resultaten. Door het organiseren van collectiviteiten (collectieve pensioenregelingen en verplichte deelname) en het bundelen van pensioendiensten (bijvoorbeeld door PUB’s) zijn er in Nederland al substantiële schaalvoordelen behaald. Dit betekent echter niet dat we zijn gestopt met het zoeken naar voordelen die gerealiseerd kunnen worden door verdere schaalvoordelen, zowel voor pensioenregelingen die binnen onze grenzen worden uitgevoerd (vandaar de multi-opf) als voor pensioenregelingen die grensoverschrijdend worden bestuurd (vandaar de PPI en API). Het is begrijpelijk dat de Europese Commissie vanuit haar perspectief en bevoegdheden voorstelt om schaalvoordelen te realiseren voor alle Europeanen door een verbetering van het Europese wetgevende kader voor (grensoverschrijdende) pensioenfondsen, de IORP-richtlijn. De Nederlandse regering is voorstander van initiatieven die ertoe strekken dat (i) belangrijke begrippen uit de huidige IORP-richtlijn worden verduidelijkt, zoals CEIOPS reeds heeft voorgesteld en dat (ii) wordt verduidelijkt hoe prudentiële regels die voortkomen uit de IORP-richtlijn zich verhouden tot lokaal sociaal- en arbeidsrecht. Naar onze indruk is de interne markt voor pensioendienstverlening steeds dynamischer aan het worden tussen de lidstaten die pensioenfondsen kennen die reeds onder de reikwijdte van de IORP-richtlijn worden begrepen. Daarom heeft Nederland besloten om zijn eigen grensoverschrijdende pensioendienstverleners te introduceren naast de pensioenvehikels die reeds grensoverschrijdend diensten kunnen verlenen vanuit België, Luxemburg en Ierland. Indien het streven is om alle Europese werkgevers en werknemers te laten profiteren van deze dynamiek in pensioenuitvoering en we constateren dat veel (arbeidsgerelateerde) pensioenregelingen en hun uitvoerders buiten de reikwijdte van de IORP-richtlijn blijven (en tevens niet onder de regelgeving voor pensioenverzekeraars worden begrepen), dan doet Nederland uitdrukkelijk de suggestie om te bezien welke mogelijkheden er zijn om de reikwijdte van de IORP-richtlijn te verbreden.

9 2. Herziening IORP-richtlijn
Overeenkomsten Solvency II en FTK (in beweging) Structuur van het toezicht (3 pijlers) Marktwaardering Risicogeoriënteerd Primaire focus op nominale zekerheid Algemeen Solvency II is het nieuwe solvabiliteitskader voor verzekeraars (per ). Het meet de waarschijnlijkheid waarmee verzekeraars in staat zijn hun verplichtingen waar te maken. De Europese Commissie zegt dat het de bedoeling is om voor pensioenfondsen een sui generis risicogeoriënteerd solvabiliteitsregime voor pensioenfondsen te ontwerpen dat rekening houdt met de diversiteit aan pensioenregelingen. Waar elementen uit Solvency II nuttig zijn, zullen ze worden gebruikt. Waar deze niet nuttig blijken, zullen ze niet worden gebruikt. De Europese Commissie verwelkomt constructieve ideeën. Het is nu aan alle stakeholders in Nederland om de handschoen op te pakken en de Nederlandse kennis, kunde en oplossingen tijdig aan te reiken aan de Europese Commissie. Structuur is herkenbaar , marktwerking, risico-oriëntatie en nominale focus Denken langs te lijnen van een 3-pijler systeem is prima en komt overeen met de structuur van het Financieel Toetsingskader voor pensioenfondsen (FTK). (1e pijler) kwantitatieve verplichtingen, marktwaardering activa en passiva, MCR, SCR, interventieladder toezichthouder. (2e pijler) inrichting en aansturing van risicomanagement en governance, jaarlijkse ORSA (Own Risk & Solvency Assessment), evt. eisen toezichthouder capital add-on (3e pijler) ‘discipline’ door transparantie richting toezichthouder en richting belanghebbenden (‘de markt’) FTK in beweging 1e pijler: Dit deel van het FTK is relatief (in vergelijking tot 2e en 3e pijler) sterk ontwikkeld, dus zal het meest snel botsen met Solvency II-oplossingen. Het pensioenvermogen in NL is relatief groot (+130% BNP), dus elke mutatie kan forse consequenties hebben voor de financiering van pensioenen. 2e pijler: Evaluatie FTK door MinSZW en DNB heeft vooral geleid tot voorstellen voor het verder ontwikkelen van de 2e pijler in het FTK. De lessen waren: Spanning tussen nominale en reële doelstelling Disbalans tussen risico’s en (veronderstelde) rendementen Volatiliteit van dekkingsgraad en daaraan verbonden beleidsmaatregelen Zekerheidsmaatstaf van 97,% wordt niet waargemaakt Geopperde oplossingsrichtingen (zie brief MinSZW april 2010) zijn o.m. herijken van de gebruikelijke risicoaannames (risico’s opnieuw te kalibreren) rekening te houden met ‘nieuwe’ risico’s (bijv. risico’s verbonden aan actief beheer) werken met ‘slecht weer’-scenario’s een intern risicomodel voor (fonds)specifieke risico’s. Ervaringen met risicobeheer in de praktijk tijdens de financiële crisis hebben geleid tot een herijking van wetgeving en toezicht op de governance van pensioenfondsen en risicomanagement/beleggingsbeleid (Cie Frijns, toezichthouders, pensioenfederatie). 3e pijler: Focus in denken FTK was tot op heden DB-regelingen en pensioenfondsbesturen die de risico’s voor pensioendeelnemers en pensioengerechtigden evenwichtig voor hen afwegen. De Nederlandse pensioenregelingen zijn echter in beweging. Een mogelijke verschuiving van risico’s van werkgevers naar werknemers en gepensioneerden heeft consequenties voor de afwegingen die kunnen worden gemaakt in het pensioenfondsbestuur en dus ook het karakter van toezicht. Van een focus op het waarmaken van beloofde nominale zekerheid (solvabiliteit) naar een focus op het (duurzaam) in overeenstemming zijn van financiering en beleggingen-/risicobeleid met de gecommuniceerde ambitie (consistentie en transparantie). De Europese Commissie heeft specifieke aandacht gevraagd voor inrichting van het toezicht op DC-regelingen (vooral in 2e en 3e pijler). Kan interessant zijn voor Nederland, hoewel Europese Commissie tot op heden louter op transparantie en een standardised information sheet (vergelijkbaar met FB en UPO) lijkt in te zetten.

10 2. Herziening IORP-richtlijn
Mogelijke verschillen Solvency II en FTK Flexibiliteit in balans tussen ambitie en zekerheid (risicobereidheid) Ruimte voor beleid gericht op risicodeling tussen generaties Ruimte voor beleid gericht op koopkracht Ruimte voor beleid gericht op verstandig omgaan met volatiliteit Balans tussen ambitie en zekerheid Werkgevers en werknemers kiezen zelf hoe zij pensioenrisico’s verdelen over alle betrokkenen (werkgevers en werknemers, waaronder ook voormalige en toekomstige werknemers) en vinden op die manier een voor hen geschikte balans tussen zekerheid en ambitie. Het afgesproken risicodeling-mechanisme bepaalt het karakter van de pensioenregeling. De overheid (Europees of nationaal) zou de inhoud van deze overeenkomsten niet moeten willen beïnvloeden door uniforme solvabiliteitsverplichtingen te ontwerpen voor pensioenregelingen die fundamenteel van karakter verschillen. De enorme diversiteit aan pensioenregelingen en risicodeling-mechanismen kan niet worden gevat in twee archetypen, namelijk de “DB-garantie” enerzijds en de “DC-rekening” anderzijds en pensioenen kunnen daarom ook niet simpel worden vergeleken met ‘verzekeringen’ of ‘beleggingsfondsen’. De meeste Nederlandse pensioenregelingen zijn hybride van karakter (en niet slechts een combinatie van de twee archetypen). Hoe leggen we dat uit in Brussel? Hoe passen Nederlandse risicodeling-mechanismen in de waardering van componenten van eigen vermogen (EV) volgens Solvency II? Kerncriterium is de aanwezigheid van beschikbaar kapitaal oor het opvangen van verliezen Buffers (zullen opnieuw moeten worden gekalibreerd vanwege andere risicoweging + introductie nieuwe risico’s (bijv. default herverzekeraar en operationeel risico) Premie-instrument moet worden gewaardeerd (let o.m. op definitie van pensioenregelingen en welke premies daaronder worden begrepen!) Conditionele indexatie zal worden geïntegreerd in het solvabiliteitstoezicht (nog onbestemde (winst)reserves?) Afstempelen als zekerheidsmechanisme? Of logische consequentie van onzekere risicovolle pensioenen? Zekerheidsmaatstaf van 97,5 % houdbaar? Teken van ontbreken van zekerheid in NL of karakteristiek intergenerationele risicodeling? Risicodeling tussen generaties / unieke lange termijn focus In een vergrijzende samenleving zijn risicovrije pensioen voor werkgevers en werknemers een illusie (ook in de 1e pijler). Pensioenregelingen hebben – vooral wanneer zij zijn ondergebracht bij pensioenfondsen – een unieke lange termijn focus. Pensioenfondsen voeren pensioenregelingen uit die intergenerationele risicodeling mogelijk maken (zelfs met generaties die nog geboren moeten worden en nog moeten toetreden tot de arbeidsmarkt). Nieuwe solvabiliteiteisen zullen hier rekening mee moeten kunnen houden (bijvoorbeeld in de hersteltermijnen). Realiseren koopkracht De ambitie van pensioenregelingen is het realiseren van koopkracht voor werknemers als ze met pensioen gaan. Eisen die louter focussen op zekerheid van nominale pensioenbedragen zouden deze reële doelstelling kunnen schaden. Reële doelstellingen kunnen alleen worden gefinancierd door bijpassende (risicovolle) beleggingen, dus een wettelijk solvabiliteitskader zal ruimte moeten laten voor het gebruik van een geschikte asset mix. Verstandig omgaan met volatiliteit Marktwaardering is een goede indicator voor de financiële soliditeit van een pensioenfonds, maar leidt onherroepelijk tot discussies over hoe moet worden omgegaan met volatiliteit in de dekkingsgraad (vooral tegen de achtergrond van een unieke lange termijn focus van pensioenfondsen). Het onderwerp hoe om te gaan met volatiliteit zal aan bod komen zowel in discussies over de waardering van activa en verplichtingen, het bepalen van de hoogte van de buffers als welke beleidsmatige consequenties moeten worden verbonden aan een bepaalde (ontwikkeling van) de dekkingsgraad (hersteltermijnen).

11 3. Conclusies Uitdagingen
Actief en tijdig bijdragen aan het Europese debat Solvency II kent herkenbare elementen en kwetsbare elementen Wees kritisch, maar ook realistisch en constructief Uitleg nodig in begrijpelijke termen Wat maakt - vanuit het perspectief van risicogeoriënteerd toezicht gericht op adequate en “zekere” pensioenen - pensioenregelingen die worden uitgevoerd door pensioenfondsen anders dan verzekerde pensioenregelingen? Welke gevolgen moet dit hebben voor het toezichtkader?

12 Hartelijk dank voor uw aandacht!


Download ppt "Vereniging van Pensioenjuristen - 7 juni 2011"

Verwante presentaties


Ads door Google