De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Zwaard of beker? Johannes 18:11

Verwante presentaties


Presentatie over: "Zwaard of beker? Johannes 18:11"— Transcript van de presentatie:

1 Zwaard of beker? Johannes 18:11
Ik heb ze alletwee maar even meegenomen: het zwaard en de beker. Zo’n zwaard, dat is echt iets voor ons, om daarmee om ons heen te slaan. Jongens van vier of van tien vinden het stoer om op elkaar in te hakken. Meisjes niet zo, en als je ouder wordt gaat het zwaardvechten er vaak wel af. Maar ergens blijft het heel erg in ons zitten: in actie komen, van je af slaan als er gevaar dreigt. Zelf iets willen doen. Zouden wij er ook zo bijgestaan hebben als Petrus in het verhaal? Een ogenblik verlamd, als zo’n troep soldaten op je af komt om Jezus gevangen te nemen. En dan, in een impuls, trek je je zwaard en je raakt de eerste de beste die bij je in de buurt staat. Ergens heeft het iets lachwekkends: met je wapen in de aanslag voor Jezus opkomen, en het enige wat je raakt is een oor. Pijnlijk natuurlijk voor die Malchus. Maar als verdediging van Jezus stelt het niets voor. Je slaat nog geen deuk in een pakje boter, zeggen wij wel eens. Moeten wij met ons zwaard voor Jezus in de bres springen? Moeten wij God verdedigen in een cultuur die religie gevaarlijk vindt? Moeten wij een stoere theorie om de bijbel heenbouwen om te bewijzen dat die echt waar is? Bij Petrus zie je hoe graag we op onze eigen manier God een handje willen helpen. Maar voor je ’t weet loop je Jezus voor de voeten, met al je goede bedoelingen. [KLIK] Wat opvalt in dit eerste stuk van Johannes 18 is hoe zenuwachtig iedereen is. Judas de verrader komt er met een heel cohort soldaten – misschien wel 600 man – aan om één persoon te arresteren. Ze lopen met zoeklichten door de donkere tuin. Als ze bij Jezus komen staat Judas er maar een beetje verloren bij. De soldaten die eerst met bravoure de arrestant opeisen, vallen van schrik op de grond als Hij zegt: “Ik ben het!” Jezus’ leerlingen weten niet wat ze moeten, ze houden zich gedeisd op de achtergrond, behalve die ene Petrus die het niet kan laten om er tussen te springen. Wat een verwarring, wat een onrust. Alleen Jezus weet precies wat Hem te doen staat (vers 4). Hij is Heer en meester in deze nacht. Hij is Heer en meester in het evangelie dat we vandaag horen. Doe dus je zwaard maar weg, en kijk naar de beker die Jezus in handen heeft.

2 Bittere beker Worsteling op de achtergrond: “Zou ik deze beker niet drinken?” Beker vol met Gods toorn bv. Jesaja 51 Niet meer voor Israël: Jezus moet de beker drinken Vasthouden aan de wil van de Vader “Zou ik de beker die de Vader mij gegeven heeft niet drinken?” Als Jezus dat zo zegt, dan is het een echte vraag. Het is wel een vraag die Jezus zelf al achter zich heeft. “Zou ik deze beker niet drinken?” – voor Hem staat het antwoord vast. Dit is wat Hem de komende uren te doen staat: slok voor slok die bittere beker leegdrinken, tot op de bodem. De andere evangelisten vertellen hoe Jezus ermee geworsteld heeft. Intens heeft Hij gebeden, tot drie keer toe gevraagd: “Vader, als het uw wil is, laat deze beker aan mij voorbijgaan”. Johannes laat die worsteling op de achtergrond. Maar door die worsteling komt Jezus hiermee naar voren: “Zou ik deze beker niet drinken?” Soms moeten kinderen een drankje drinken dat ze vies vinden. Een jaar of 50, 60 geleden kreeg je elke avond een lepel levertraan, en dat was vreselijk, als ik de verhalen mag geloven. De vitaminedruppeltjes van vandaag zijn een stuk makkelijker. Maar soms heb je echt zo’n vies drankje. Even doorzetten, dan krijg je daarna een snoepje. De beker die Jezus te drinken krijgt, is nog wel wat erger dan levertraan. Ik moet eerder denken aan een bekend verhaal van zo’n 500 jaar eerder dan Jezus. De Griekse filosoof Socrates werd beschuldigd van verraad aan zijn stad Athene. Als doodstraf moest hij een beker met gif leegdrinken. Een beker waar je aan dood gaat. Dat is de beker voor Jezus ook: een beker waaraan Hij zal sterven. [KLIK] Omdat die beker helemaal vol zit met de toorn, de woede van God. Wij hebben daar zostraks over gezongen uit Psalm 75. En bij de profeten van het Oude Testament komt dit beeld ook een paar keer voor. Bijvoorbeeld in Jesaja 51:17: Word wakker, word wakker, Jeruzalem, sta op! De HEER heeft je laten drinken uit de beker van zijn toorn; je hebt uit die kelk gedronken, de beker die je zo heeft bedwelmd tot de bodem leeggedronken. Dan gaat het over alle ongeluk en alle onheil die Israël over zich heen gekregen heeft. Dat is de straf die ze verdiend hebben door zich telkens van God af te keren. Ook bij de profeten Jeremia en Ezechiel gaat het over de beker die God te drinken geeft, en dan is het niet alleen de beker met straf voor Israel, maar dan krijgen ook andere volken ermee te maken. Maar in de tekst uit Jesaja 51 zit ook een heel bijzondere omkering. Want een paar verzen verder gaat het zo (vers 22): Dit zegt je God, de HEER, de God die het opneemt voor zijn volk: Ik neem de bedwelmende beker uit je hand, de kelk, de beker van mijn toorn, je hoeft er niet meer uit te drinken. Ik denk dat daar het geheim van Jezus achter zit. Dat God eerst het volk Israel straft met die bittere, giftige beker, en dat Hij daarna het weer voor zijn volk opneemt, dat komt doordat Hij die dodelijke beker uit onze handen neemt en die geeft in de handen van Jezus. Jezus houdt de lijn van zijn leven vast: altijd is Hij er op uit om de wil van de Vader te doen. Maar wat zal dat nu moeilijk zijn, nu de Vader deze beker in zijn handen heeft gestopt. Een Vader die wil dat zijn eigen Zoon sterft – kun je je dat voorstellen? En dat die Zoon dat vrijwillig op zich neemt – kun je je dat voorstellen? Bij ons als mensen komt diezelfde afweer op als bij Petrus: dit kan toch niet! Zo kan het met Jezus niet aflopen. Maar Jezus schuift onze bezwaren opzij, en verklaart uit volle overtuiging: deze beker wil ik drinken. De beker vol met zonde en vloek, vol met toorn en oordeel, vol met lijden en dood. Ook al ga ik er aan kapot, ik zal deze beker leegdrinken tot de laatste druppel. * Hoe staan wij erbij? We willen zo graag iets doen. Maar bij dit lijden van Christus staan we met lege handen. We zetten een stapje achteruit. We kunnen alleen maar kijken naar wat Hij doet, luisteren naar wat Hij zegt.

3 Onze beker Stapje terug
Markus 10:38 “Kunnen jullie de beker drinken die ik moet drinken of de doop ondergaan die ik moet ondergaan?” Beker vol met onze zonde, onze slechtheid Je gaat er aan dood => Jezus neemt dat over Leeg tot de laatste druppel Deze beker in de handen van Jezus, die kunnen wij niet drinken. Eén van de dagen vlak voordat Jezus gearresteerd werd, kwam dat naar voren in een gesprek dat Jezus met zijn leerlingen had. Toen ging het ook over de beker die Hij moest gaan drinken. Markus 10 vertelt erover. Twee van de belangrijkste leerlingen, Johannes en Jakobus, komen bij Jezus om te vertellen dat ze graag naast Hem willen zitten als Hij in glorie zal regeren. Maar dan reageert Jezus zo: Jullie weten niet wat je vraagt. Kunnen jullie de beker drinken die ik moet drinken of de doop ondergaan die ik moet ondergaan? Als je met Jezus mee wilt in zijn glorie, dan zul je eerst met Hem meemoeten in zijn lijden. Maar die beker is zo giftig, het lijden is zo zwaar, dit is de weg die Jezus alleen moet gaan. Wij kunnen er niet in mee, wij kunnen alleen maar zien hoe Hij zijn weg gaat. En toch staan wij er niet zomaar bij. Deze beker die Jezus gaat leegdrinken, is eigenlijk onze beker. Gevuld met Gods toorn over alle slechte dingen die wij gedaan hebben. Je kunt dus ook zeggen: die beker zit tot de rand toe vol met onze zonde, onze slechtheid, onze schuld, en alles wat daaraan vastzit. Het is de beker die wij niet leeg krijgen. Gods toorn, het eeuwige oordeel dat wij verdienen, dat kunnen wij niet tot de laatste druppel drinken zodat het op is en klaar. [KLIK] Wij kunnen er wel aan kapot gaan, want dat is de dood waarmee God gedreigd heeft al bij de eerste mensen Adam en Eva. Als je van die boom eet, als je God ongehoorzaam bent, dan zul je zeker sterven. Daar komen wij niet meer onderuit, als mensen die vanzelf meegaan in die zonde waar het mee begonnen is. En wij komen er ook niet doorheen. We kunnen er wel aan kapot gaan, maar dan wordt het ook niet meer heel. Maar nu Jezus die beker van ons overneemt, nu wordt het anders. Hij stopt er niet zijn eigen slechtheid bij in, door Hem wordt de beker niet nog meer overvol, maar Jezus gaat deze giftige beker helemaal leegdrinken. Hij gaat er aan kapot, maar dat is geen noodlot, dat is waar Hij zelf voor kiest. Zo mogen we erbij staan, met ons geloof. En dat is dan een enorme klus, er bij staan en verder niets. Veel moeilijker is dit dan maar wat met je zwaard in het wilde weg om je heen slaan. Stilstaan bij Jezus. We staan er vol schaamte en verdriet: het is om mij, om mijn eindeloze schuld dat Jezus deze beker van het lijden te drinken krijgt. Het is om mij weer bij de Vader te brengen dat Hij uit de hand van de Vader die bittere beker aanneemt. En tegelijk staan we vol verwondering, met een hart dat trilt van dankbaarheid: Heer Jezus, dat u dit voor mij overhebt, dat u zoveel van mij houdt. En we staan er vol hoop. Met lege handen, want we kunnen zelf niets bijdragen. Maar als Jezus die beker neemt met onze vloek en onze dood erin, en Hij gaat eraan kapot, dan mogen we hoop hebben dat het hier niet bij blijft. Als de beker leeg is, dan gaat er wat gebeuren. * De beker van Jezus wordt een wisselbeker. Dat moet ik even uitleggen. Als je met je team een toernooi hebt gewonnen, met handbal of voetbal ofzo, dan krijg je een beker. Niet om uit te drinken, maar voor de sier.

4 Wisselbeker Voor Jezus: bittere beker van de dood Voor ons: heerlijke beker van het leven Avondmaal: “Deze beker is het nieuwe verbond dat door mijn bloed gesloten wordt” Beker van bevrijding Beker van dank Beker van overgave Soms mag je die beker houden, dan zet je hem trots in de kast. Maar bij sommige kampioenschappen heb je een wisselbeker: de ene keer wint het ene team, en die mogen dan de beker een poosje houden, maar volgend jaar gaat de beker naar het andere team dat dan heeft gewonnen. Een wisselbeker. Een beetje anders gaat dat ook zo bij het verhaal over Jezus. Daar is het de drinkbeker die wisselt. Jezus krijgt van zijn Vader een beker in handen, vol met straf en oordeel en dood, en Hij moet die helemaal leegdrinken. [KLIK] Maar eigenlijk is het onze beker. Die beker wisselt van Jezus naar ons. En dan gaat het omgekeerd: als Jezus de beker van ons helemaal heeft leeggedronken, dan geeft Hij ons een nieuwe beker te drinken. Vlak voordat Jezus ging sterven, heeft Hij die beker laten rondgaan: “Deze beker, die voor jullie wordt uitgegoten, is het nieuwe verbond dat door mijn bloed gesloten wordt.” Dat is de beker die wij volgende week mogen drinken als wij Avondmaal vieren. Het is een wisselbeker: tegelijk de beker van de dood die Jezus moest ondergaan, én de beker van het leven die Hij aan ons uitdeelt. In deze lijdenstijd, de weken vóór Pasen, staan we daar extra bij stil. En laten we het dan ook dicht bij elkaar houden als we volgende week de beker aan de tafel van Christus laten rondgaan. Voor ons is het de beker van de bevrijding, maar het is tegelijk de beker van Jezus die zich gevangen liet nemen. Voor ons is het de beker vol wijn, de beker van vreugde over onze verlossing. Maar tegelijk is het de beker van het bloed dat Jezus voor ons liet stromen, de beker van zijn leven dat Hij voor ons weggaf in de dood. Als je zo de beker mag drinken, dan is het niet meer de bittere beker van onze giftige slechtheid, ook niet meer de beker van het terechte en dodelijke oordeel van God. Het is de beker om bij te danken. En tegelijk is het niet een beker om dan maar weer vlotjes door te geven, een wisselbeker waar je verder niets mee doet. Dit is een beker om altijd in je hart bij je te houden. Om er steeds weer een slokje van te drinken, met je gedachten en met je geloof. Het is de beker van de overgave: van Jezus die zichzelf overgaf voor jou, helemaal tot de laatste druppel. En zo mag het ook de beker worden van onze overgave aan Hem: tot de laatste druppel willen wij het leven dat wij van Hem krijgen, weer aan Hem toewijden. De wil van de Vader leren doen zoals Jezus helemaal, tot het laatste slokje, de wil van de Vader heeft gedaan.


Download ppt "Zwaard of beker? Johannes 18:11"

Verwante presentaties


Ads door Google