De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Voorbereiding post 4 Van ven en veen Groep 3-4.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Voorbereiding post 4 Van ven en veen Groep 3-4."— Transcript van de presentatie:

1 Voorbereiding post 4 Van ven en veen Groep 3-4

2 Welkom bij IVN Valkenswaard-Waalre
Dit is de Powerpointserie als voorbereiding op post 4: Van ven en veen voor groep 3 en 4. Inhoud: Algemeen Verhaal Spel Werkvel Opruimen

3 Algemeen Bij de post is een tafel nodig om het spel aan te spelen.
Laat de kinderen zitten tijdens het vertellen over het bord. Dan is het makkelijker om rust te houden. 3

4 In het werkboek dat op de post ligt vindt u achter het tabblad ‘Groep 3-4’ op papier alle informatie over deze post. Neem voor het verhaal niet meer dan 10 minuten en de rest van de tijd voor het spel. Het werkblad kan op school worden gemaakt, dit hoeft niet op de post.

5 Verhaal Op de post willen we de kinderen de volgende dingen duidelijk maken: In en om het ven leven veel verschillende dieren. Kikkers en salamanders ontwikkelen zich in het water. Als volwassen dieren kunnen ze zowel in het water als op het land leven. De libel is een insect. De larven van libellen leven in het water. We bekijken hoe de libel zich ontwikkelt. 5

6 Dieren in en om het ven In het eigen gebouw van IVN Valkenswaard-Waalre hoort bij deze post een kijkhoek waarin allerlei dieren te zien zijn die in en om het ven leven. Deze hoek wordt niet mee uitgeleend. Wél worden de nagemaakte alpenwatersalamander en paren- de heikikkers uitgeleend. Hieromheen kunt u eventueel een eigen landschapje bouwen. Bijvoorbeeld met: kokmeeuw, hommel, libel, spinnencocon, vervelde huid van een libel. Laat de kinderen zelf ontdekken wat er in het landschap allemaal voor dieren te zien zijn. 6

7 Bord ‘Dieren in en om het ven’
Met groep 3-4 behandelen we alleen dit bord. De nadruk ligt op de ontwikkeling van de kikker, de salamander en de libel. Op de volgende bladzijden vindt u de teksten en plaatjes die bij deze drie dieren horen. Begin met de kikker en laat de kinderen om de beurt vertellen hoe de kikker zich ontwikkelt van ei tot kikker. Daarna vertelt u over de salamander en ten slotte over de libel.

8 Van ei tot kikker In een ven kun je soms kikkerdril vinden. Elk zwart puntje (een eitje) zit in een glibberig bolletje. Het klompje kikkerdril drijft. Na twee weken komen de eitjes uit. Het jonge kikkervisje ademt met kieuwen. De kikkervisjes eten algen. Als het kikkervisje vier tot zes weken oud is, krijgt het achterpoten. 1 2 3 4 5 6 8

9 Na de achterpoten krijgt het kikkervisje voorpoten
Na de achterpoten krijgt het kikkervisje voorpoten. Het krijgt longen en moet voortaan boven water adem halen. Nu is het kikkervisje bijna kikker. Het heeft nog wel een staart die bij het zwemmen helpt. Het kikkertje eet insecten. Als het kikkertje ouder wordt, verdwijnt langzaam zijn staart. De jonge kikker kan net zo goed op het land als in het water leven. Het duurt een paar jaar voordat de kikker volwassen is. Het mannetje gaat op zoek naar een vrouwtje. Het vrouwtje legt eitjes die door het mannetje worden bevrucht. 1 2 3 4 5 6 9

10 Heikikker Boven het verhaal ‘Van ei tot kikker’ is de heikikker afgebeeld. U kunt het volgende over deze kikker vertellen: De heikikker heeft een bruine kleur en leeft in het voorjaar in het water. In de zomer is hij meer op het land te vinden. ’s Winters houdt de heikikker een winterslaap. De kikker is een amfibie net als de salamander. De mannetjes van de heikikker krijgen in de paartijd een blauwe kleur. Na een paar dagen verdwijnt de blauwe kleur weer. Na de kikker vertelt u over de salamander. 10

11 Van ei tot salamander De eitjes van de salamander worden door het vrouwtje op de bladeren van waterplanten afgezet. De salamander vouwt het blad om het ei heen zodat het ei niet opvalt.    Na een paar weken kruipen de salamanderlarven uit het ei. Zij eten watervlooien en insectenlarven. De larve heeft een soort veertjes aan zijn kop. Het zijn kieuwen. Daarmee ademt hij. Eerst krijgt de salamander voorpoten. Snel na de voorpoten krijgt de larve ook achterpoten. Nadat de salamander longen heeft gekregen in plaats van kieuwen, gaat hij het water verlaten. Hij kan nu op het land en in het water leven.   Het duurt ongeveer drie jaar voordat een salamander volwassen is. Als de salamanders volwassen zijn, zoeken ze in het voorjaar een partner om te paren. Na het paren legt het vrouwtje eitjes. 11

12 Alpenwatersalamander
Boven het verhaal ‘Van ei tot salamander is de alpenwater- salamander afgebeeld. De alpenwatersalamander is een amfibie. Hij kan op het land en in het water leven. Als jong dier leeft hij in het water. In het voorjaar leven de volwassen salamanders in het water; de rest van het jaar komen ze ook op het land. In het water ademt de salamander via zijn huid, op het land met zijn longen. In de winter houden salamanders een winterslaap. Na de salamander vertelt u over de libel. Alpenwatersalamanderlarve (nog in het ei) 12

13 Van ei tot libel Eitjes van libellen worden in het water afgezet.Uit de eitjes komen de libellenlarven die een paar jaar in het water leven. De larven eten alles wat ze te pakken kunnen krijgen: waterpissebedden, kikkervisjes, wormen en andere larven. De libellenlarve heeft een vangmasker: een soort uitklapbare grijparm aan de onderkant van de kop. Daarmee vangt hij razendsnel prooidiertjes. De larven moeten regelmatig vervellen om te kunnen groeien.   De volgroeide libellenlarve klimt via een plantenstengel uit het water. De larve houdt zich stevig vast en vervelt voor de laatste keer. De huid van de larve barst open en heel langzaam komt de volwassen libel eruit.   De libel strekt zich uit en de huid wordt harder. Nu is de libel klaar om te gaan vliegen. Het lege huidje blijft achter. Libellen eten insecten. Na een paar weken gaan de libellen paren. Daarna legt het vrouwtje eitjes. 13

14 Zwarte heidelibel Een libel leeft maar kort, over het algemeen een paar weken. Daarentegen leeft de larve 1 tot 3 jaar in het water. Bij de post ligt een doosje met de huid van een libellenlarve en een doosje met een libel. Verder staat er op het bord nog een korte tekst over de zwarte heidelibel. U kunt deze tekst voorlezen. Opvallend is de zwarte kleur van de oudere mannetjes. huid van een libellenlarve libel 14

15 Nog meer dieren in en om het ven
Bovenaan op het bord staan nog foto’s en korte teksten over een viertal andere dieren: de kokmeeuw, de tijgerspin, de levendbarende hagedis en de gladde slang. U kunt de teksten voorlezen die op het bord staan of de leerlingen zelf over deze dieren laten vertellen. Bij de tijgerspin hoort ook nog een doosje met een cocon van deze spin.

16 Spel groep 3-4: Rondje ven
U heeft het volgende materiaal nodig voor het spel: Spelbord Doosje met blauwe deksel Spelregels in het werkboek

17 In het doosje vindt u de volgende dingen:
9 pionnen 1 dobbelsteen blauwe fiches

18 Het spel is een soort ganzenbord.
De kinderen kiezen een pion: een salamander , een kikker of een libel. Belangrijk: De lichtblauwe kikker en de blauwe salamander mogen niet gekozen worden. Deze pionnen zijn later in het spel nodig. libel salamander kikker

19 Het spel begint bij de wegwijzer (schoentje met nummer 1).  
Laat alle kinderen van tevoren gooien met de blauwe dobbelsteen. Wie het hoogste heeft gegooid mag beginnen en gooit nog eens met de dobbelsteen. Loop op de voetstapjes het aantal ogen van een worp vooruit. Daarna is het volgende kind aan de beurt. Elke diersoort heeft zijn eigen opdrachten in dit spel. Komt een kind op een geel schoentje, kijk dan in het werkboek wat er per diersoort staat te gebeuren. Op de volgende bladzijde staat als voorbeeld de tekst uit het boek die bij het gele schoentje met nummer 8 hoort. Het kind dat het eerste op of voorbij schoentje 25 komt heeft gewonnen!

20 Bij schoentje 8 hoort de volgende tekst uit het werkboek:
Alle dieren hebben flink honger gekregen. Ze zijn al zo lang onderweg. Waar zouden ze trek in hebben? Kijk in het doosje dat bij het spel hoort. Daar zitten fiches in met een insect erop. Laat de kinderen zelf hun voedsel uitzoeken. U kunt ze een beetje helpen. De kikker lust wel een lekker mugje, een vette vlieg of een dikker kever. De libel zou graag een lekkere vette vlieg eten of een mugje. De salamander heeft zin in een dikke kever. De kinderen mogen een fiche uitkiezen met het desbetreffende dier erop. mug vlieg kever

21 Bij schoentje 12 worden de dieren verliefd
Bij schoentje 12 worden de dieren verliefd. Het kind met een kikker of salamander mag de pion inruilen voor een blauwe kikker of salamander. Als een tweede kikker of salamander verliefd wordt, dan geeft het eerste kind zijn blauwe pion weer terug en pakt de oorspronkelijke pion terug. De libel verandert niet van kleur tijdens de paartijd. Daarom hoeft deze pion niet geruild te worden. Het kind dat als eerste op of voorbij schoentje 25 komt, heeft gewonnen. Als er nog tijd is, ga door met het spel totdat iedereen bij 25 aangekomen is. Leg daarna de pionnen, de dobbelsteen en de fiches terug in de doos voor het volgende groepje.

22 Werkvel groep 3-4 Het werkvel voor groep 3-4 ziet u hier rechts. De leerlingen nummeren eerst de plaatjes per dier (kikker, salamander en libel). Daarna tekenen ze een blauw rondje om de stadia die in het water leven en een groen rondje om de stadia die op het land leven. Stadia die zowel op het land als in het water leven, krijgen een groen en een blauw rondje. Wilt u het werkvel bij het IVN maken, dan zijn er kleurpotloden op de post. De oplossing van het werkvel zit in het werkboek.

23 Opruimen Na de laatste groep spel opruimen en tafel/stoelen rechtzetten. De materialen gaan door veel handen. We nemen aan dat iedereen hiermee voorzichtig is, maar toch kan er iets kapot gaan of kwijt raken. Meld dit s.v.p. meteen bij degene die vanuit het IVN de ochtend/middag begeleidt, of bij de leerkracht. Bedankt voor uw medewerking en veel succes en plezier met het bezoek aan Kom kijken op de hei.


Download ppt "Voorbereiding post 4 Van ven en veen Groep 3-4."

Verwante presentaties


Ads door Google