De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Thema 6: Regeling Basisstof 1 en 2

Verwante presentaties


Presentatie over: "Thema 6: Regeling Basisstof 1 en 2"— Transcript van de presentatie:

1 Thema 6: Regeling Basisstof 1 en 2

2 Zenuwstelsel vs Hormoonstelsel
Vervoer via zenuwen Werkt snel, maar kortdurig Hormoonstelsel Hormonen via bloed Werkt langzaam, maar langdurig effect

3 Zenuwstelsel Centrale zenuwstelsel (CZ): Grote hersenen
Indeling op basis van ligging: Centrale zenuwstelsel (CZ): Grote hersenen Kleine hersenen Hersenstam Ruggenmerg Perifere zenuwstelsel: Zenuwen (motorische en sensorische)

4 Zenuwen vanuit het ruggenmerg

5 Werking CZ Prikkel Receptor (zintuig) impuls via conductor (zenuw)
ruggemerg / hersenen reactie door effector (spier of klier) Prikkel = invloed uit de omgeving van een organisme Impuls = elektrisch signaal

6 Bouw van een zenuw Axon (Neuriet) = uitloper die impuls van het cellichaam af geleidt Dendriet = uitloper die impuls naar cellichaam toe geleidt

7 3 soorten zenuwcellen Sensorische zenuwcel - Van receptor naar CZ
- 1 lange dendriet / 1 korte axon - Cellichaam ligt vlakbij CZ Motorische zenuwcel - Van CZ naar effector - Meerdere korte dendrieten / 1 lange axon - Cellichamen in CZ Schakelcellen - Geleiden binnen het CZ schakelcel Sensorische zenuwcel Motorische zenuwcel Bron: Biologie voor Jou

8 3 soorten zenuwen Zenuwcellen liggen bij elkaar in zenuwen. Hier omheen ligt bindweefsel 1. Gevoelszenuw: alleen uitlopers van sensorische zenuwcellen 2. Bewegingszenuw: alleen uitlopers van motorische zenuwcellen 3. Gemengde zenuwen: bevat beide

9 MS Multiple sclerose, meestal afgekort tot MS, is een aandoening van het centraal zenuwstelsel, waarbij de myelineschede die om veel zenuwvezels zit op sommige plaatsen volgens een willekeurig aandoend patroon pleksgewijs wordt aangetast door het immuunsysteem, waardoor bij de patiënt o.a. verlammingsverschijnselen kunnen ontstaan

10 Impulsgeleiding Impuls = elektrisch stroompje
ontstaat als prikkel sterk genoeg is – boven de prikkeldrempel impulssterkte is altijd gelijk bij sterkere prikkel worden meer impulsen per tijdeenheid doorgegeven - de impulsfrequentie neemt toe zenuwcel heeft na ieder impuls een korte herstelperiode nodig; kan dan niet geprikkeld worden Impulsfrequentie neemt af als bepaalde prikkel lang aanhoudt (gewenning)

11 Zenuwcel in rust  - lading aan binnenkant celmembraan
Actiefase  binnenkant krijgt gedurende korte tijd + lading Herstelfase  celmembraan kan gedurende korte tijd geen impulsen geleiden Door myelineschede  sprongsgewijze impulsgeleiding

12 Cel van Schwann Depolarisatie Cellichaam Myeline schede Axon Insnoering (van Ranvier)

13 Impulsgeleiding Inzoomen op synapsen Bron: Biologie voor Jou

14 Synaps = contactplaats van zenuwcellen, waar impulsen chemisch worden doorgegeven

15 Impuls komt aan via presynaptische cel
blaasjes met neurotransmitter gaan naar celmembraan neurotransmitter vrij in synapsspleet bij herkenning vindt impulsoverdracht plaats in de postsynaptische cel

16 neurotransmitters Stimulerend en remmend
Drugs en veel pijnstillers werken op dit systeem! Remmend: morfine, alcohol, cannabis Stimulerend: nicotine, cocaine, XTC Leidt soms tot gewenning of verslaving


Download ppt "Thema 6: Regeling Basisstof 1 en 2"

Verwante presentaties


Ads door Google