De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Gecombineerde levering voor klantorder vanuit verschillende locaties SAP Best Practices.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Gecombineerde levering voor klantorder vanuit verschillende locaties SAP Best Practices."— Transcript van de presentatie:

1 Gecombineerde levering voor klantorder vanuit verschillende locaties SAP Best Practices

2 ©2012 SAP AG. Alle rechten voorbehouden.2 Doel, Voordelen en Belangrijke Processtappen Doel De component voor de verwerking van gecombineerde leveringen vanuit verschillende locaties is een standaardverkoopproces tussen bedrijf en klant; eerst wordt alleen gecontroleerd of de door klant bestelde artikelen aanwezig zijn in de vestiging, vervolgens vindt er een zoekopdracht plaats naar vrij beschikbare artikelvoorraden in verwante vestigingen. Voordelen Transparante view van openstaande magazijntransporten, transitvoorraad Efficiënte verwerking van interne magazijntransporten Belangrijkste Processtappen Klantorder creëren Bestelaanvraag controleren Magazijntransport-ATB verwerken (met MRP) Afgedrukte klantorder bevestigen Leveringsvoorraad voor bestellingen Goederenafgifte boeken Ontvangst van overgeboekte artikelen Leveringsafhandeling Goederenafgifte boeken Facturatie

3 ©2012 SAP AG. Alle rechten voorbehouden.3 Vereiste SAP Toepassingen  Enhancement package 6 voor SAP ERP 6.0 Gebruikersrollen  Magazijnmedewerker  Verkoopbeheerder  Inkoper  Facturatiebeheerder Vereiste SAP Toepassingen en Gebruikersrollen

4 ©2012 SAP AG. Alle rechten voorbehouden.4 Gedetailleerde procedureomschrijving Magazijntransport met levering Dit proces begint met het maken van een standaard klantorder. Het systeem heeft gecontroleerd of er voldoende artikelen aanwezig zijn in de vereiste opslagplaats voor de levering. Zo niet, dan vindt er een zoekopdracht plaats naar vrij beschikbare artikelvoorraden in aanverwante vestigingen. Een magazijntransport aanvraag wordt toegewezen aan de vestiging met het resterende verkoopvolume. De voorraadbeweging vindt plaats tussen verschillende opslagplaatsen van vestigingen; dienovereenkomstig wordt een magazijntransport bestelling gecreëerd en bij ontvangst van de goederen, wordt dit deel van het resterende verkoopvolume uit de andere vestiging toegevoegd aan de oorspronkelijke klantorder. Nu zijn er voldoende stuks van de artikelen aanwezig om de verkoopafhandeling, in de vorm van levering, picking en facturatie, voort te zetten.

5 ©2012 SAP AG. Alle rechten voorbehouden.5 Procesflowdiagram Gecombineerde levering voor klantorder vanuit verschillende locaties Klant Facturatie-beheerder Inkoper Verkoop- beheerder Magazijntransport- ATB verwerken (met MRP) Klantorder creëren Bestelaanvraag controleren Afgedrukte klantorder bevestigen Leverings- voorraad advies voor bestellingen Goederen- afgifte boeken Magazijn- medewerker Klant bestelt product Goederenafgifte boeken Facturatie Facturatie- document Status van magazijntrans- port controleren Ontvangst van overgeboekte artikelen Leverings- afhandeling

6 ©2012 SAP AG. Alle rechten voorbehouden.6 Legenda SymboolOmschrijvingOpmerkingen over gebruik Bereik: Identificeert een gebruikersrol, zoals Accounts Payable Clerk of Sales Representative. Dit bereik kan ook een organisatorische eenheid of groep identificeren, in plaats van een specifieke rol. De andere procesflowsymbolen in deze tabel horen in deze rijen. U hebt net zoveel rijen als nodig zijn voor alle rollen in het scenario. Rolbereik bevat taken die bij deze rol horen. Externe events: bevat events die het scenario starten of beëindigen, of de volgorde van events in het scenario beïnvloeden. Flowlijn (ononderbroken): lijn geeft de normale volgorde weer van de stappen en de richting van de flow in het scenario. Flowlijn (onderbroken): lijn geeft de flow weer van zelden gebruikte of conditionele taken in een scenario. Lijn kan ook verwijzen naar documenten die bij de procesflow horen. Verbindt twee taken in een scenarioproces of een event buiten de stappen. Bedrijfsactiviteit/event: identificeert een actie die naar binnen of buiten het scenario leidt of een extern proces dat tijdens het scenario plaatsvindt. Komt niet overeen met een taakstap in het document. Eenheidsproces: identificeert een taak die stap voor stap wordt beschreven in het scenario. Komt overeen met een taakstap in het document. Procesreferentie: als het scenario verwijst naar een ander scenario in zijn geheel, vul dan hier het scenarionummer en de scenarionaam in. Komt overeen met een taakstap in het document. Subprocesreferentie: als het scenario verwijst naar een deel van een ander scenario, vul dan hier het nummer, de naam en de stapnummers van dat scenario in. Komt overeen met een taakstap in het document. Procesbeslissing: identificeert een beslissing/vertakkingspunt waarvoor de eindgebruiker een keuze moet maken. Lijnen geven verschillende keuzes weer die afkomstig zijn van verschillende delen van de diamant. Komt normaal niet overeen met een taakstap in het document, maar geeft een keuze weer die na de uitvoering van de stap moet worden gemaakt. SymboolOmschrijvingOpmerkingen over gebruik Naar volgend/van vorig diagram: leidt naar de volgende/vorige pagina van het diagram. Stroomschema wordt vervolgd op de volgende/vorige pagina. Afdruk/document: identificeert een afgedrukt document, rapport of formulier. Komt niet overeen met een taakstap in een document. In plaats daarvan wordt het gebruikt om een document weer te geven dat door een taakstap is gegenereerd. Deze vorm heeft geen uitgaande flowlijnen. Werkelijke financiën: geeft een financieel boekingsdocument weer. Komt niet overeen met een taakstap in een document. In plaats daarvan wordt het gebruikt om een document weer te geven dat door een taakstap is gegenereerd. Deze vorm heeft geen uitgaande flowlijnen. Budgetplanning: geeft een budgetplanningsdocument weer. Komt niet overeen met een taakstap in een document. In plaats daarvan wordt het gebruikt om een document weer te geven dat door een taakstap is gegenereerd. Deze vorm heeft geen uitgaande flowlijnen. Handmatig proces: een taak die handmatig wordt uitgevoerd. Komt normaal gezien niet overeen met een taakstap in een document. Het wordt in plaats daarvan gebruikt om een taak weer te geven die handmatig wordt uitgevoerd, zoals het uitladen van een vrachtwagen in een magazijn, en die de processtroom beïnvloedt. Bestaande versie/gegevens: dit blok geeft gegevens weer die vanuit een extern proces komen. Komt normaal gezien niet overeen met een taakstap in een document. In plaats daarvan geeft deze vorm gegevens weer die afkomstig zijn van externe bron. Deze stap bevat geen inkomende flowlijnen. Systeembeslissing geslaagd/mislukt: dit blok geeft een automatische beslissing van de software weer. Komt normaal gezien niet overeen met een taakstap in het document. In plaats daarvan wordt het gebruikt voor het weergeven van een automatische beslissing die is genomen nadat een stap is uitgevoerd. Extern naar SAP Bedrijfsactivi- teit/event Eenheidspro- ces Procesrefe -rentie Subproces -referentie Proces- beslis- sing Diagramver binding Afdruk/docu- ment Werkelijke financi ë n Budgetplan- ning Handm a-tig proces Bestaande versie/ gegevens Systeem -beslis- sing geslaagd /mislukt

7 ©2012 SAP AG. Alle rechten voorbehouden.7 © 2012 SAP AG. All rights reserved No part of this publication may be reproduced or transmitted in any form or for any purpose without the express permission of SAP AG. The information contained herein may be changed without prior notice. Some software products marketed by SAP AG and its distributors contain proprietary software components of other software vendors. Microsoft, Windows, Excel, Outlook, PowerPoint, Silverlight, and Visual Studio are registered trademarks of Microsoft Corporation. IBM, DB2, DB2 Universal Database, System i, System i5, System p, System p5, System x, System z, System z10, z10, z/VM, z/OS, OS/390, zEnterprise, PowerVM, Power Architecture, Power Systems, POWER7, POWER6+, POWER6, POWER, PowerHA, pureScale, PowerPC, BladeCenter, System Storage, Storwize, XIV, GPFS, HACMP, RETAIN, DB2 Connect, RACF, Redbooks, OS/2, AIX, Intelligent Miner, WebSphere, Tivoli, Informix, and Smarter Planet are trademarks or registered trademarks of IBM Corporation. Linux is the registered trademark of Linus Torvalds in the United States and other countries. Adobe, the Adobe logo, Acrobat, PostScript, and Reader are trademarks or registered trademarks of Adobe Systems Incorporated in the United States and other countries. Oracle and Java are registered trademarks of Oracle and its affiliates. UNIX, X/Open, OSF/1, and Motif are registered trademarks of the Open Group. Citrix, ICA, Program Neighborhood, MetaFrame, WinFrame, VideoFrame, and MultiWin are trademarks or registered trademarks of Citrix Systems Inc. HTML, XML, XHTML, and W3C are trademarks or registered trademarks of W3C®, World Wide Web Consortium, Massachusetts Institute of Technology. Apple, App Store, iBooks, iPad, iPhone, iPhoto, iPod, iTunes, Multi-Touch, Objective-C, Retina, Safari, Siri, and Xcode are trademarks or registered trademarks of Apple Inc. IOS is a registered trademark of Cisco Systems Inc. RIM, BlackBerry, BBM, BlackBerry Curve, BlackBerry Bold, BlackBerry Pearl, BlackBerry Torch, BlackBerry Storm, BlackBerry Storm2, BlackBerry PlayBook, and BlackBerry App World are trademarks or registered trademarks of Research in Motion Limited. Google App Engine, Google Apps, Google Checkout, Google Data API, Google Maps, Google Mobile Ads, Google Mobile Updater, Google Mobile, Google Store, Google Sync, Google Updater, Google Voice, Google Mail, Gmail, YouTube, Dalvik and Android are trademarks or registered trademarks of Google Inc. INTERMEC is a registered trademark of Intermec Technologies Corporation. Wi-Fi is a registered trademark of Wi-Fi Alliance. Bluetooth is a registered trademark of Bluetooth SIG Inc. Motorola is a registered trademark of Motorola Trademark Holdings LLC. Computop is a registered trademark of Computop Wirtschaftsinformatik GmbH. SAP, R/3, SAP NetWeaver, Duet, PartnerEdge, ByDesign, SAP BusinessObjects Explorer, StreamWork, SAP HANA, and other SAP products and services mentioned herein as well as their respective logos are trademarks or registered trademarks of SAP AG in Germany and other countries. Business Objects and the Business Objects logo, BusinessObjects, Crystal Reports, Crystal Decisions, Web Intelligence, Xcelsius, and other Business Objects products and services mentioned herein as well as their respective logos are trademarks or registered trademarks of Business Objects Software Ltd. Business Objects is an SAP company. Sybase and Adaptive Server, iAnywhere, Sybase 365, SQL Anywhere, and other Sybase products and services mentioned herein as well as their respective logos are trademarks or registered trademarks of Sybase Inc. Sybase is an SAP company. Crossgate, m@gic EDDY, B2B 360°, and B2B 360° Services are registered trademarks of Crossgate AG in Germany and other countries. Crossgate is an SAP company. All other product and service names mentioned are the trademarks of their respective companies. Data contained in this document serves informational purposes only. National product specifications may vary. The information in this document is proprietary to SAP. No part of this document may be reproduced, copied, or transmitted in any form or for any purpose without the express prior written permission of SAP AG.


Download ppt "Gecombineerde levering voor klantorder vanuit verschillende locaties SAP Best Practices."

Verwante presentaties


Ads door Google