De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De Tartarus Afvaart van Aeneas. 535Hac vice sermonum roseis Aurora quadrigis iam medium aetherio cursu traiecerat axem; In deze afwisseling van gesprekken.

Verwante presentaties


Presentatie over: "De Tartarus Afvaart van Aeneas. 535Hac vice sermonum roseis Aurora quadrigis iam medium aetherio cursu traiecerat axem; In deze afwisseling van gesprekken."— Transcript van de presentatie:

1 De Tartarus Afvaart van Aeneas

2 535Hac vice sermonum roseis Aurora quadrigis iam medium aetherio cursu traiecerat axem; In deze afwisseling van gesprekken had Aurora met haar rozerode vierspan al het midden van de hemel op haar hemelse koers gepasseerd; 535 Aurora - Godin van Dageraad. Rijdt net als Helios met een vierspan door hemel. Hier kennelijk ook synoniem voor de dag: (536) medium … axem – de dag is al half voorbij. Deze manier om het tijdstip van de dag te beschrijven is kenmerkend voor het epos. 534 traiecerat – pqpf; benadrukt de snelheid: het wordt heel snel dag.

3 537et fors omne datum traherent per talia tempus, sed comes admonuit breviterque affata Sibylla est: en misschien zouden ze de hele tijd die hen was gegeven met dergelijke dingen (woorden) doorbrengen, maar de metgezellin spoorde hem aan en kort heeft de Sibylle gesproken: 537 traherent – nl. Aeneas en de gestorven Trojaanse helden, waaronder Deiphobus. Irrealis: ze hebben niet heel veel tijd. Aeneas moet voor het einde van de dag weer terug zijn (zie r. 539) omne – onz. van omnis; congr met tempus; datum – idem 538 comes – wie wordt bedoeld? de Sibylle

4 539‘Nox ruit, Aenea; nos flendo ducimus horas. Hic locus est, partes ubi se via findit in ambas: ‘De nacht valt, Aenaeas; wij rekken door te wenen de uren. Dit is de plek, waar de weg zich splitst in twee richtingen. 539 nox ruit – beetje overdreven; het was pas halverwege de dag flendo – welke vorm? gerundium; abl 540 partes.. ambas – hyperbaton

5 541dextera quae Ditis magni sub moenia tendit, Hac iter Elysium nobis; at laeva malorum 543exercet poenas et ad impia Tartara mittit.’ De rechter (weg), die tot onder de muren (het paleis) van de grote Dis gaat, hierlangs is de weg naar het Elysium voor ons; maar de linker voert de straffen van de misdadigers uit en leidt naar de goddeloze Tartarus. 541 dextera – vul aan: via moenia – metonymia  pars pro toto (muren ipv stad) 542 Elysium – acc. van richting laeva (via) – links in oudheid=ongunstig malorum – gesubst. bnw. (slechten  misdadigers) 542-3 laeva.. exercet poenas – personificatie; alsof de weg de straf uitvoert. Maar de mensen die op deze weg lopen, zijn op weg naar hun straf. 543 impia – de plaats krijgt de eigenschap van degenen die er komen wonen (metafoor)

6 544Deiphobus contra: ‘Ne saevi, magna sacerdos; discedam, explebo numerum reddarque tenebris. Deiphobus (zei) daarop: ‘Wees niet boos, grote priesteres; ik zal (laat ik) weggaan, ik zal (laat ik) het aantal volmaken en ik zal terugkeren tot de duisternis. 545 numerum – nl. van de schimmen in de onderwereld discedam, raddar: indic fut of coni praes (adhortativus)

7 546I decus, i, nostrum; melioribus utere fatis.’ Tantum effatus, et in verbo vestigia torsit. Ga, trots van ons, ga; gebruik (heb) een beter lot.’ Slechts [dit] sprak hij, en tijdens z’n woorden draaide hij zich om. 546 i (2x) – imper van ire decus – metonymia - abstractum pro concreto: trots ipv de persoon waarop men trots is (Aeneas). decus.. nostrum - hyperbaton utere – imper van deponens uti melioribus fatis – nl. een beter lot dan dat van Deïphobus zelf of van Troje 547 effatus – ppp van effari; vul aan: est verbo – collectief enkelvoud

8 548Respicit Aeneas subito et sub rupe sinistra moenia lata videt triplici circumdata muro, Om kijkt Aeneas plotseling en onderaan de rots links ziet hij een enorm bouwwerk, omgeven met een drievoudige muur. 548 respicit, videt – verklaar de tijd praes historicum

9 550quae rapidus flammis ambit torrentibus amnis, Tartareus Phlegethon, torquetque sonantia saxa. (een gebouw) dat een snelle stroom met gloeiende vlammen omringt, de Tartarische Phlegeton, en dat weerklinkende rotsen voort.olt. 550 quae – onz mv, acc (lijd vw bij ambit); betr vnw; verwijst terug naar moenia amb-it – van amb-ire 551 Tartareus – possessief adiectivum ipv genitivus

10 552Porta adversa ingens solidoque adamante columnae, vis ut nulla virum, non ipsi exscindere bello 554caelicolae valeant; Een enorme poort [is] ertegenover en zuilen van hard staal, zodat geen enkel geweld van mannen, zelfs niet de hemelingen zelf ze met oorlog kunnen verwoesten; 552 chiasme: Porta adversa ingens  solidoque adamante columnae znwbijv bepbijv bep znw 552 solido adamante – abl. qualitatis (van eigenschap) bij columnae 553-4 climax: virum  ipsi caelicolae

11 stat ferrea turris ad auras, 555Tisiphoneque sedens palla succincta cruenta vestibulum exsomnis servat noctesque diesque. er staat een ijzeren toren tot aan de hemel, Tisiphone, zittend met een bebloede mantel omgeven, bewaakt slapeloos de voorhal dag en nacht. 555 Tisiphone – één van de drie Furiën (lett. Stem vd Wraak) palla succincta cruenta – welke naamvallen? _  _ _  _ v v  _ _ palla succincta cruenta dus: palla cruenta: abl ev V succincta : nom ev V

12 557Hinc exaudiri gemitus et saeva sonare verbera, tum stridor ferri tractaeque catenae. Hiervandaan wordt gejammer gehoord en klinken woeste zweepslagen, dan weer rinkelen van ijzer en voortgetrokken ketenen. 557-8 hinc – nl. vanachter de poort en toren gemitus, verbera etc.– nl. uit de Tartarus

13 Constitit Aeneas strepitumque exterritus hausit. 560‘Quae scelerum facies? O virgo, effare; quibusve urgentur poenis? Quis tantus plangor ad auras?’ Aeneas bleef staan en geschrokken nam hij het lawaai in zich op. ‘Wat [is] de soort van misdaden? O maagd, zeg op; door wat voor straf worden zij bestookt? Wat is dat zo grote weeklagen tot aan de hemel? 560-1 Verschillende retorische vragen; onderstrepen zijn schrik (exterritus); ook anafoor (polyptoton) van (vormen van) quis. 560 effare –imper van effari 561 poenis – Aeneas doelt op de catenae (558)

14 562Tum vates sic orsa loqui: ‘Dux inclute Teucrum, nulli fas casto sceleratum insistere limen; Toen is de zieneres zo begonnen te spreken: ‘Beroemde leider der Trojanen, aan niemand is het geoorloofd als hij rein is de misdadige drempel te betreden. 562 inclute – voc. v. inclutus Teucrum = Teucrorum (gen mv) 563 sceleratum limen – zie 543: metafoor casto sceleratum – opvallend naast elkaar: iuxtapositie

15 sed me cum lucis Hecate praefecit Avernis, 565ipsa deum poenas docuit perque omnia duxit. maar toen Hecate mij aan het hoofd stelde van de Avernische wouden, heeft zij me zelf de straffen van de goden geleerd en me langs alles gevoerd. 564 Hecate – godin van nacht, onderwereld en tovenarij 564 welke tegenstelling maakt ‘sed’? geen rein persoon mag binnen MAAR de Sibylle wel 565 deum = deorum

16 566Cnosius haec Rhadamanthus habet durissima regna castigatque auditque dolos subigitque fateri Rhadamanthus van Knossos heeft dit zeer harde rijk en hij berispt en luistert naar de listen en dwingt om te bekennen, 566 Rhadamathys – één van de 3 rechters in de Onderwereld: Minos, Rhadamanthys en Aiakos. Hij zit kennelijk voor de poort vd Tartarus. 567 Welke stijlfiguur? polysyndeton (3x –que)

17 568quae quis apud superos furto laetatus inani distulit in seram commissa piacula mortem. welke wandaden, [die] in de bovenwereld begaan [zijn], iemand, over z’n ijdele list verheugd, heeft uitgesteld tot een latere dood. 568 quae – congr. met (569) piacula furto inani – ijdele list; ‘ijdel’, omdat de misdaad tijdens het leven vd persoon niet ontdekt werd, maar later wel bestraft in de onderwereld; dus hij komt er uiteindelijk niet mee weg, wordt toch bestraft, nl (569) in seram mortem:

18 570Continuo sontes ultrix accincta flagello Tisiphone quatit insultans, torvosque sinistra 572intentans angues vocat agmina saeva sororum. Onmiddellijk slaat Tisiphone de schuldigen als wreekster, omgord met een zweep, terwijl ze op hen springt, en met haar linkerhand dreigende slangen uitstrekkend roept ze haar wrede groep van zusters. 570 continuo – nl. meteen na het oordeel van Rhadamanthys dat iemand de Tartarus in moet. 572 agmina.. sororem – nl de andere Furiën

19 573Tum demum horrisono stridentes cardine sacrae panduntur portae. Cernis custodia qualis 575vestibulo sedeat, facies quae limina servet? Dan pas worden, knarsend met vreselijk klinkende deurpen,/scharnier de heilige poorten geopend. Zie je de bewaking, wat voor er een in de voorhal zit, welke gestalte de drempels bewaakt? 574 cernis : de ‘jij’ is Aeneas. Hij kan niet de Tartarus in, maar kan nu even door de deur kijken. custodia – nl. Tisiphone 575 sedest, servet – coni praes van sedere, servare (afh. vraag) 575-6.. servet? Quinquaginta..: adversatief asyndeton - geen voegwoord, maar er is een tegenstelling. Welke? Tussen wat Aeneas kan zien (tot deze regel) en wat hij niet kan zien (maar de Sibylle wel ooit heeft gezien, dus kan vertellen)

20 576Quinquaginta atris immanis hiatibus Hydra saevior intus habet sedem. Met haar 50 donkere muilen nog grimmiger heeft een enorme Hydra daarbinnen haar plek. -

21 Tum Tartarus ipse 578bis patet in praeceps tantum tenditque sub umbras quantus ad aetherium caeli suspectus Olympum. Dan staat de Tartarus zelf tweemaal zover in de diepte open en strekt zich tot diep in de schaduwen uit als de afstand bij het omhoogzien naar de hemel, naar de hemelse Olympus. 579 caeli – gen. obiectivus bij suspectus 577-9 Wat wordt hier gezegd over de Tartarus? Dat hij zo groot is als de afstand van de aarde tot de (top van de) Olympus (heel groot dus)

22 580Hic genus antiquum Terrae, Titania pubes, fulmine deiecti fundo volvuntur in imo. Hier rolt het oude geslacht van Terra, het volk der Titanen, door de bliksem neergeslagen helemaal op de bodem. 580 Hic – nl. in de Tartarus Terra = Gaia (oergodin); in het begin van de schepping ontstonden uit haar de eerste (monster)wezens: Titanen, Cyclopen en Hecatoncheiren (=100-armnigen) 581 fulmine – nl. van Zeus, die de Titanen verbande naar de Tartarus


Download ppt "De Tartarus Afvaart van Aeneas. 535Hac vice sermonum roseis Aurora quadrigis iam medium aetherio cursu traiecerat axem; In deze afwisseling van gesprekken."

Verwante presentaties


Ads door Google