De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Marijke De Lange Stafmedewerker gemeentepersoneel

Verwante presentaties


Presentatie over: "Marijke De Lange Stafmedewerker gemeentepersoneel"— Transcript van de presentatie:

1 Marijke De Lange Stafmedewerker gemeentepersoneel
Ontwikkelingen en uitdagingen voor het pensioenstelsel lokale besturen Antwerpen, 11 maart 2009 Marijke De Lange Stafmedewerker gemeentepersoneel

2 Evolutie pensioenlast ambtenaren lokale sector
Bij ongewijzigd beleid, bedragen aan 100 % Jaar Actieve ambt. Loonmassa Pensioenen Pensioenlast Verdeling 2004 85.545 41,69 % 2025 74,11 % 2050 82,22 % Bron: Exsyspen 2007

3 Ongewijzigd beleid Geen wijzigingen pensioenwetgeving en rechtspositieregelingen (april 2007) Constante tewerkstelling (jaar 2003, behalve ziekenhuizen) Vergelijkbare verhouding statutairen/contractanten Onveranderlijke lonen (zonder indexhypothese, noch loonstijgingen) Dezelfde pensioenen (zonder perequatie) Geen overdrachten tussen diverse pensioenstelsels Identieke werknemersbijdrage 7,5 % op loon Mortaliteit op basis van projectie NIS en Planbureau

4 VIJF PENSIOENSTELSELS
POOL 1 Het gemeenschappelijk pensioenstelsel van de plaatselijke besturen POOL 2 Het stelsel van de nieuw bij de Rijksdienst (RSZPPO) aangeslotenen POOL 3 Het stelsel van de bij een voorzorgs- instelling aangesloten besturen POOL 4 Het stelsel van de besturen met eigen pensioenkas POOL 5 Geïntegreerde politie (sedert 2002)

5 Omslagkas Binnenlandse Zaken werd in 1987 overgeheveld naar de RSZPPO
POOL 1 - Het gemeenschappelijk pensioenstelsel van de plaatselijke besturen Omslagkas Binnenlandse Zaken werd in 1987 overgeheveld naar de RSZPPO = Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en Plaatselijke Overheden (paritair beheerd door werkgevers/vakbonden) Toetredingsregel: RSZPPO neemt pensioenlast over van ambtenaren benoemd vanaf datum van aansluiting

6 POOL 1 Over wie gaat het? (31.12.2007)
vastbenoemden 1.207 werkgevers Gemiddeld: 172 werknemers/bestuur - waarvan 42 vastbenoemden (24,42 %) - waarvan 67 contractanten (38,95 %) - waarvan 63 gesco’s (36,63 %) Dwz verhouding ¼ vastbenoemden tov ¾ contractanten

7 POOL 1 Bijna alle kleine en middelgrote gemeenten en OCMW’s
Onder andere volgende gemeenten Brugge Leuven Mechelen Roeselare Dendermonde Kortrijk Sint-Niklaas

8 POOL 1 Aandeel werkgevers Aandeel vastbenoemden
* België: op of 87,89 % * Vlaanderen: 639 op 720 of 88,75 % * Wallonië: 555 op 592 of 93,75 % * Brussel-Hoofdstad: 13 op 59 of 22,03 % Aandeel vastbenoemden * Koppen: op of 45,52 % * VTE: op of 43,90 %

9 POOL 1 Evolutie sedert 1997: - 9.000 vastbenoemden
* Hoofdzakelijk ingevolge politiehervorming (overheveling naar pool 5) * Netto: quasi constante tewerkstelling van aantal vastbenoemden

10 POOL 1 EVOLUTIE BIJDRAGEVOET PENSIOENEN 1987- NU 19,4 % en 1989 20 %
,5 % 25,25 % ,5 % 1995 en ,5 % ,5 % Percentages inclusief 7,5 % “werknemers”bijdrage

11 POOL 1 Stijging bijdragevoet afgeremd door Pensioenreserves
Reservefonds kinderbijslag Ristorno’s politie Zonder deze tussenkomsten: bijdragevoet 36,56 % (2007)!

12 Overzicht pensioenreserves (1)
Reserve pool 1: opgebouwd met overschot opbrengst pensioenbijdrage: 700 miljoen euro (2009) Ristorno’s pool 5 (politie): opgebouwd met overschot opbrengst pensioenbijdrage 154 miljoen euro (2009), 122 miljoen euro (2010), 89 miljoen euro (2011), 54 miljoen euro (2012), 19 miljoen euro (2013), niets (2014) Gaan naar de 4 overige pools voor financiering politiepersoneel gepensioneerd vóór 2001, in verhouding tot loonmassa

13 Overzicht pensioenreserves (2)
Reservefonds kinderbijslag: overschotten + intresten gecumuleerd over de voorbije jaren ongeveer 313 miljoen euro stijgt met gemiddeld 17,6 miljoen euro/jaar (pool 1) en 3,3 miljoen euro per jaar (pool 2) Voor besturen pool 1, 2 en 3 (niet pool 4) Egalisatiefonds: opbrengst 13,07 % op vakantiegeld 318 miljoen euro gebruikt voor deficit pool 2 (2008) nog 170 miljoen over (2009) stijgt met 40 à 50 miljoen euro/jaar Om bijdrage% pool 1 en 2 op elkaar af te stemmen => Reserves als instrumenten van beheer

14 Toekomstige evolutie pensioenlast pool 1 (basisscenario)
Jaar Actieve ambt. Loonmassa Pensioenen Pensioenlast Verdeling 2004 48.519 32.807 36,16 % 2025 45.997 59.607 69,38 % 2050 72.130 82,70 % Bron: Exsyspen 2007

15 Ingevoerd door de wet van 6 augustus 1983
POOL 2 - Het stelsel van de nieuw bij de Rijksdienst (RSZPPO) aangeslotenen Ingevoerd door de wet van 6 augustus 1983 Betere aansluitingsvoorwaarden dan voorheen: pensioenlast van ambtenaar gepensioneerd vanaf datum van aansluiting + GEDEELTE van bestaande pensioenlast ten belope van bedrag van effectief betaalde pensioenbijdrage in jaar van aansluiting Vanaf 2003: ten belope van bedrag theoretisch verschuldigde pensioenbijdrage in jaar aansluiting (nu: 42 %) Te beginnen met de jongste pensioenen!

16 POOL 2 Over wie gaat het? (31.12.2007)
vastbenoemden 37 werkgevers (48 in januari 2009) Gemiddeld: werknemers/bestuur - waarvan 704 vastbenoemden (43,95 %) - waarvan 767 contractanten (47,88 %) - waarvan 131 gesco’s (8,18 %) Dwz verhouding 44 % vastbenoemden tov 56 % contractanten

17 POOL 2 1997 Brussel + ziekenhuizen IRIS 1998 Gemeente Verviers 1999 Ziekenhuis Verviers La Tourelle 2000 Ziekenhuis Jan Palfijn Gent en Universitair Ziekenhuis Brugman 2001 Ziekenhuizen IRIS Zuid 2003 Gemeente, OCMW, Ziekenhuis Luik en Gemeente, OCMW Oostende

18 POOL 2 2005 Gemeente, OCMW Gent en Gemeente, OCMW, Havenbedrijf Antwerpen en Gemeente, OCMW Turnhout 2006 IMOG en Gemeente, OCMW Tienen 2007 Provincie Luik en Gemeente Jette 2008 Provincie Antwerpen en Ziekenhuis Oost-Limburg AV

19 POOL 2 2009 Gemeente, OCMW Seraing
Gemeente, OCMW, ziekenhuis Charleroi OCMW Jette Vesalius Ziekenhuis Tongeren Virga Jesse Ziekenhuis Hasselt Algemeen Stedelijk Ziekenhuis Aalst + Nog enkele aanvragen lopende

20 POOL 2 Aandeel werkgevers (31.12.2007):
* België: 37 op of 2,70 % * Vlaanderen: 16 op 720 of 2,22 % * Wallonië: 12 op 592 of 2,03 % * Brussel-Hoofdstad: 9 op 59 of 15,25 % Aandeel vastbenoemden: * Koppen: op of 23,53 % * VTE: op of 23,72 %

21 POOL 2 Evolutie sedert 1997: + 20.000 vastbenoemden
* Nieuwe aansluitingen * Gevolgen politiehervorming (in feite zijn er nog veel meer vastbenoemden bijgekomen)

22 EVOLUTIE BIJDRAGEVOETEN 1994 - NU
POOL 2 EVOLUTIE BIJDRAGEVOETEN NU : 28,5 % : 27,5 % 2005: ,5 % 2006: ,5 % : 34,5 % Percentages inclusief 7,5 % “werknemers”bijdrage

23 POOL 2 Stijging bijdragevoet gemilderd door:
Reservefonds kinderbijslag Ristorno’s politie Zonder deze maatregelen: bijdragevoet 45,30 % (2007)! Deficit voorbije jaren (318 miljoen euro tot 2007) opgevangen door: Egalisatiefonds (gespijsd door 13,07 % op het dubbel vakantiegeld van het personeel lokale besturen) dat ongeveer 500 miljoen euro bevatte (stijgt elk jaar met 40 à 50 miljoen euro)

24 Toekomstige evolutie pensioenlast pool 2 (basisscenario)
Jaar Actieve ambt. Loonmassa Pensioenen Pensioenlast Verdeling 2004 26.765 17.450 38,12 % 2025 20.501 34.461 94,34 % 2050 20.334 33.072 84,50 % Bron: Exsyspen 2007

25 POOL 2 Ernstige financieringsproblematiek Deficit in Pool 2 tot 2007 = 318 miljoen euro Geregulariseerd via Egalisatiefonds (daalt tot ± 170 miljoen euro) Dit is slechts enkele jaren vol te houden (tot uitputting Egalisatiefonds) Sanering nodig mbt pensioenen ziekenhuis- en rusthuissector

26 Genieten ook van het Reservefonds Kinderbijslag
POOL 3 - Het stelsel van de bij een voorzorgsinstelling aangesloten besturen Genieten ook van het Reservefonds Kinderbijslag

27 POOL 3 Over wie gaat het? (31.12.2007) 29.164 vastbenoemden
Werkgevers (januari 2009) Limburgse pensioenkas (15 gemeenten/OCMW’s) inclusief Genk Hasselt Aalst (gemeente/OCMW), Ronse (gemeente/OCMW), Lier, Namen 6 provinciebesturen 12 Brusselse gemeenten

28 POOL 4 - Het stelsel van de besturen met een eigen pensioenkas
Genieten NIET van het Reservefonds Kinderbijslag

29 Pool 4 Over wie gaat het? (31.12.2007) Wie? (januari 2009)
5.000 vastbenoemden 22 werkgevers Wie? (januari 2009) In Vlaanderen: alleen provincie Oost-Vlaanderen en enkele provinciale ontwikkelingsmaatschappijen Ukkel (gemeente/OCMW) Sint-Joost-ten-Node (gemeente/OCMW) OCMW Herstal OCMW Namur

30 POOL 3 & 4 Aandeel werkgevers (31.12.2007):
* België: 127 op of 9,26 % * Vlaanderen: 65 op 720 of 9,03 % * Wallonië: 25 op 592 of 4,22 % * Brussel-Hoofdstad: 37 op 59 of 62,71 % Aandeel vastbenoemden: * Koppen: op of 30,95 % * VTE: op of 32,38 %

31 POOL 3 & 4 Zeer grote verschillen in situaties
Steden met zeer ernstige financieringsproblemen b.v. Charleroi; de meeste Brusselse gemeenten (tendens naar pool 2) Besturen met een relatief gezonde financiering b.v. Namen; Aalst; Hasselt; Limburgse gemeenten; provinciebesturen

32 Toekomstige evolutie pensioenlast pool 3 & 4 (basisscenario)
Jaar Actieve ambt. Loonmassa Pensioenen Pensioenlast Verdeling 2004 39.798 35.288 50,24 % 2025 35.486 48.751 69,45 % 2050 35.479 54.555 80,45 % Bron: Exsyspen 2007

33 POOL 5 - Geïntegreerde politie (sinds 2002)
Lokale en federale politie : 27,5 % Ristorno’s naar andere stelsels

34 Aantal werkgevers per gewest en per pensioenstelsel (2008)
Spreiding over de pools Aantal werkgevers per gewest en per pensioenstelsel (2008) Pensioenstelsel Brussels Hoofdstedelijk Gewest Vlaams Waals TOTAAL Gemeenschappelijk stelsel 13 642 557 1.212 Nieuwe aangeslotenen 10 18 12 40 Voorzorgsinstelling 28 56 19 103 Eigen pensioenfonds 9 7 6 22 Pensioenstelsel politie 118 72 196 Geen vastbenoemden 75 70 152 73 916 736 1.725

35 Spreiding over de pools
Procentuele verhouding van het aantal vastbenoemden over de pools (2008) Marktaandeel van de diverse pools…

36 Evolutie pensioenlast ambtenaren lokale sector
Bij ongewijzigd beleid Jaar Actieve ambt. Loonmassa Pensioenen Pensioenlast Verdeling 2004 85.545 41,69 % 2025 74,11 % 2050 82,22 % Bron: Exsyspen 2007

37 Evolutie bijdragepercentages
Bij ongewijzigd beleid Jaar Pool 1 Pool 2 Pool 3 Pool 4 Globaal 2004 36,2 % 38,1 % 46,6 % 22,3 % 41,7 % 2025 69,4 % 93,3 % 80,2 % 51,1 % 74,1 % 2050 82,7 % 84,5 % 82,8 % 77,4 % 82,2 % Bron: Exsyspen 2007

38 Oorzaken financieringsproblemen
Uitgaven stijgen: meer gepensioneerden die bovendien langer leven Kosten verdeeld onder besturen pool 1 en 2 op basis van loonmassa statutaire personeelsleden (repartitiestelsel) Inkomsten stijgen niet mee: Gelijk gebleven aantal statutaire personeelsleden (aandeel statutairen in totaal personeelsbestand daalt) Gevolgen fusies gemeenten zinderen nog altijd na Politiehervorming niet neutraal voor pensioenfinanciering Specifieke problematiek fusies zieken- en rusthuizen Vaste benoeming contractanten latere leeftijd ! Grote verschillen van bestuur tot bestuur! Complicatie: regionalisering rechtspositieregeling

39 Voorstellen van oplossingen
Inkomsten verhogen en/of uitgaven afremmen Reserves inzetten

40 VVSG-standpunt Mix aan maatregelen Financiering ambtenarenpensioenen
Specifieke problematiek Pool 2 Laag werknemerspensioen Basisidee: iedereen moet steentje bijdragen Werkgevers: hogere bijdragen Centrale overheden : ziekenhuissector Personeelsleden: minder snelle stijging pensioen

41 I. Financiering ambtenarenpensioen
Aansluiting bij RSZPPO veralgemenen via stimulansen en onderhandelingen (omslagstelsel) Reserves inzetten voor veralgemeende aansluiting? Paradoxale positie enkele Brusselse gemeenten Samensmelting pool 1 en 2 op langere termijn Bijdragevoet verhogen Bijv. +1 % per jaar voor periode Mechanismen om bijdragevoet te milderen, (blijven) inzetten voor pool 1 en 2: reservefonds kinderbijslag, ristorno’s politie, egalisatiefonds

42 3. Praktijken die financiering op extreme wijze aantasten, aanpakken
Bijv. afgewentelde pensioenlast na fusies besturen, of systematisch niet meer vast benoemen extra RSZPPO-factuur obv billijke verdeelsleutel (!opletten voor nieuwe perversiteiten) Geen boeteheffing, wel responsabilisering 4. Ziekenhuissector uit pool 1 en 2 halen en apart financieren (met steun centrale overheid) Door fusies ziekenhuizen wordt pensioenlast afgewenteld op lokale besturen terwijl geen bijdragen meer geïnd kunnen worden (geen statutairen meer in dienst)

43 Ziekenhuissector pool 2
Bron: J. Gysen en R. Janvier, 2009

44 Ziekenhuissector pool 2
Bron: J. Gysen en R. Janvier, 2009

45 5. Wijziging pensioenberekening: mildering van de stijging van de pensioenen
Enkele resultaten Exsyspenstudie Volgens Exsyspenstudie zou de niet-perequatie een besparing opleveren van gemiddeld 11 % op de werkgeversbijdrage Verhoging wettelijke pensioenleeftijd met 2 jaar (tot 67) Schrappen contractuele jaren voor berekening ambtenarenpensioen

46 Simulatie: verhoging van de pensioenleeftijd met 2 jaar
Vanaf 2010 Jaar Actieven Loonmassa Pensioenen Pensioenlast Verdeling 2004 85.545 41,69 % 2025 71,50 % 2050 78,30 % Het besluit is dat een verhoging van de pensioenleeftijd met twee jaar vanaf 2010 – over de hele lijn genomen – een relatief kleine besparing oplevert: de pensioenbijdragepercentages zouden ongeveer (gemiddeld) 2,5 % tot 4 % minder snel stijgen. Deze resultaten vindt men terug in elk van de vier pensioenregimes. (bron: Ria Janvier & Jan Gysen, Betaalbaarheid van de (lokale) ambtenarenpensioenen, Politeia, 2009) Bron: VVSG-berekeningen op basis van Exsyspenstudie

47 Evolutie pensioenlast ambtenaren lokale sector
Bij ongewijzigd beleid Jaar Actieve ambt. Loonmassa Pensioenen Pensioenlast Verdeling 2004 85.545 41,69 % 2025 74,11 % 2050 82,22 % Bron: Exsyspen 2007

48 Simulatie: schrappen contractuele jaren bij pensioenberekening
Vanaf 2010 Jaar Actieven Loonmassa Pensioenen Pensioenlast Verdeling 2004 85.545 41,69 % 2025 68,17 % 2050 65,37 % In deze hypothese vinden we uiteraard dezelfde gegevens terug als in het basis­scenario wat het aantal actieve ambtenaren betreft. Voor de pensioenuitgaven resulteert dit scenario in een gevoelige daling van de pensioenuitgaven met 8 % in 2025 en meer dan 20 % in Dit heeft een daling van het noodzakelijke bijdragepercentage als gevolg, met respectievelijk (afgerond) 6 % en 17 %. We mogen hieruit concluderen dat het niet meer in aanmerking nemen van de tijdelijke (contractuele) diensten vóór de vaste benoeming, onmiskenbaar een effect heeft op het toe te passen repartitiepercentage, en dit vooral op langere termijn. (bron: Ria Janvier & Jan Gysen, Betaalbaarheid van de (lokale) ambtenarenpensioenen, Politeia, 2009) Bron: VVSG-berekeningen op basis van Exsyspenstudie

49 Exsyspenstudie VARIANTEN OP HET BASISSCENARIO Nuancering inkomsten
Toevoeging correctiefactoren boni en ristorno’s, opbouw lokaal zilverfonds Geen invloed op aantal pensioenen, wel op pensioenlast Aanpassing pensioenwetgeving pensioenleeftijd, vermindering refertewedde met 10%, contractuele jaren Wijziging in tewerkstellings- en benoemingspolitiek Verderzetten dalende trend statutaire aanstellingen Ombuigen vastgestelde dalende tendens naar vaste benoemingen

50 Evolutie verhouding statutairen/contractanten
Lokale besturen (België) Jaar Vastbenoemden Contractanten 1995 50,48 % 49,52 % 1998 47,59 % 52,41 % 2001 44,45 % 55,55 % 2004 43,61 % 56,39 % 2007 41,46 % 58,54 %

51 Voortzetten dalende trend vaste benoeming
Jaar Actieven Loonmassa Pensioenen Pensioenlast Verdeling 2004 85.545 41,69 % 2025 63.093 113,28 % 2050 21.105 248,00 % De evolutie van het aantal gepensioneerden volgt op enige afstand de trend van het aantal actieve vastbenoemden: we merken een stijging tot in 2027, gevolgd door een daling tot in 2050. De conclusie spreekt voor zich: de constante vermindering van de statutaire personeelsleden volgens hetzelfde tempo als in de tijdspanne van 1995 tot 2004 leidt tot een exorbitante stijging van de bijdragepercentages voor het pensioensysteem. Deze evolutie is het sterkst aanwezig in het gemeenschappelijk pensioenstelsel van de lokale overheden, waar het percentage oploopt tot bijna 400 % in 2050. Uiteraard zijn we ons ervan bewust dat het een groot verschil uitmaakt of men de zaken bekijkt vanuit een absoluut, dan wel een relatief perspectief. (bron: Ria Janvier & Jan Gysen, Betaalbaarheid van de (lokale) ambtenarenpensioenen, Politeia, 2009)

52 Ombuiging dalende trend van vaste benoeming
Jaar Actieven Loonmassa Pensioenen Pensioenlast Verdeling 2004 85.545 41,69 % 2025 50,86 % 2050 56,14 % Ook hier volgt het aantal gepensioneerden de tendens van het aantal actieve vastbenoemden. Dit vertaalt zich als pensioenen in 2004 en in Merk wel op dat deze toename op het vlak van het aantal rust- en overlevingspensioenen veel sterker is – namelijk maal 2,8 – dan de evolutie van het aantal actieve vastbenoemden die ‘slechts’ verdubbelen. De slotsom is dat een inversie van het fenomeen – dus een herneming van de vaste benoemingen volgens dezelfde evolutie – een betekenisvol verschil laat zien met de pensioenbijdragepercentages van het basisscenario. Deze optie remt de stijging van de percentages veel meer af dan bijvoorbeeld het verhogen van de pensioenleeftijd met twee jaar. Die evolutie is vrijwel identiek in de onderscheiden lokale pensioenregimes. (bron: Ria Janvier & Jan Gysen, Betaalbaarheid van de (lokale) ambtenarenpensioenen, Politeia, 2009)

53 Iedereen statutair? Keuze voor contractant niet louter op financiële kosten-batenanalyse gestoeld maar ook op grotere nood flexibiliteit Enkele feiten In pool 2 (besturen met grootste aandeel statutairen in personeelsbestand) zijn problemen het grootst! Gesco’s Tweede pensioenpijler verhoogt kostprijs contractant => zal corrigerend werken Eenvormige rechtspositieregeling nodig!

54 II. Laag werknemerspensioen
Gemengd pensioen voor gemengde loopbaan: Ambtenarenpensioen voor statutaire jaren Werknemerspensioen + 2de pensioenpijler voor contractuele jaren (afspraak Comité A) Tweede pensioenpijler, te financieren met 2 % op loonmassa contractanten, daarna geleidelijk optrekken Eventuele eenmalige transacties (bijv. uitstap Publigas uit Distrigas?) Deel opbrengst vakantiegeldbijdrage? Lange(re) termijn: uniforme rechtspositie Aandelen zijn wel zeer ongelijk verspreid over de besturen. 54

55 Ambtenarenpensioen vs werknemerspensioen
BIJDRAGEN Werkgeversbijdrage Vastbenoemden: 20 % (pool 1) of 27,5 % (pool 2) Contractanten & op proef benoemden: 8,86 % (met uitzondering van gesco’s) Werknemersbijdrage Vastbenoemden: 7,5 % op strikte loon Contractanten & op proef benoemden: 7,5 % op loon

56 Ambtenarenpensioen vs werknemerspensioen
BEHEER EN UITBETALING Ambtenarenpensioenen in pool 1 & 2 solidair beheerd in schoot RSZPPO, Pensioendienst Overheidssector (PDOS) betaalt uit in pool 3 en 4 niet-gesolidariseerd: voorzorgsinstelling of bestuur zelf staat in voor beheer en uitbetaling Werknemerspensioen = onderdeel algemene sociale zekerheid (RSZ Globaal Beheer); Rijksdienst voor Pensioenen berekent en betaalt pensioen

57 Ambtenarenpensioen vs werknemerspensioen
BEREKENINGSBASIS EN PLAFONNERING Ambtenarenpensioen: op basis van de gemiddelde wedde van de laatste vijf dienstjaren, zonder begrenzing Wel relatief plafond: maximum 3/4de van de wedde Absoluut plafond: 5.805,26 euro/maand (oktober 2008) Werknemerspensioen: op grond van gemiddelde van een – jaar na jaar – begrensd loon, zoals verdiend over de volledige loopbaan Plus limitering obv principe‘eenheid van loopbaan’

58 Ambtenarenpensioen vs werknemerspensioen
FORMULE Ambtenarenpensioen = Gemiddelde wedde laatste 5 jaar x aantal loopbaanjaren (+ dipl.bonificaties) 60 Werknemerspensioen alleenstaande = Gemiddelde en geplafonneerde loon* x aantal loopbaanjaren x 60 % Werknemerspensioen (gehuwd met partner zonder inkomen) = Gemiddelde en geplafonneerde loon* x aantal loopbaanjaren x 75 % (* verdiend over hele loopbaan)

59 Ambtenarenpensioen vs werknemerspensioen
GEWAARBORGDE MINIMA (okt. 2008) Ambtenarenpensioen 1.428,32 euro/maand (gehuwde) 1.142,66 euro/maand (alleenstande) + evt. forfait zware handicap: 150,47 euro/maand Werknemerspensioen (volledige loopbaan) 1.219,12 euro/maand (gezin) 975,60 euro/maand (alleenstaande)

60 Ambtenarenpensioen vs werknemerspensioen
AUTOMATISCHE PEREQUATIE ambtenarenpensioen: Pensioen gewezen ambtenaar wordt geherwaardeerd met zelfde verhogingspercentage als wedde actieve personeelsleden om de 2 jaar, obv gemiddelde verhoging maximumwedden betrokken onderhandelingssector WELVAARTAANPASSING werknemerspensioen: Bescheiden herwaardering, met als doel oudste pensioenen zeer beperkt te koppelen aan evolutie algemeen welzijn

61 Ambtenarenpensioen vs werknemerspensioen
INDIRECTE VERSCHILLEN – b.v. deeltijdse prestaties Ambtenaren gewoonlijk aangeworven in voltijds arbeidsregime Brede waaier aan verlofmogelijkheden Zodra afwezigheid als dienstactiviteit wordt beschouwd, telt ze mee voor pensioen Onbezoldigde dienstactiviteit nooit meer dan voor 1/5 volledige loopbaan in rekening gebracht Werknemers vaker van meet af aan in deeltijds arbeidsregime

62 Ambtenarenpensioen vs werknemerspensioen
EINDRESULTAAT Verschil van meer dan 700 euro bruto/maand Vervangingsratio Ambtenarenpensioen = 66 % van voormalig arbeidsinkomen Werknemerspensioen = 46 % van voormalig arbeidsinkomen Uiteraard afhankelijk van individuele loopbaan

63 Tewerkstelling lokale sector
Aantal contractanten (+ op proef benoemden): 58,54 % in 2007 (tegenover 49,52 % in 1993) Gemeenten: 62,61 % OCMW’s: 75,19 % Intercommunales: 56,57 % Provincies: 41,05 % Politiezones: 5,58 % Vlaanderen: 44 % vastbenoemden; Wallonië 36 % en Brussel: 43 %

64 Tewerkstelling lokale sector
Type werkgever Aantal Ambtenaren Contractanten Gesubsidieerde contractuelen TOTAAL Gemeente 646 51.454 51.276 38.361 OCMW 669 31.231 63.691 16.174 Provincie 23 10.775 7.519 670 18.964 Politiezone 196 30.798 1.605 364 32.767 Andere 191 15.533 23.728 2.962 42.223 1.725 58.531 Situatie 30 juni 2008

65 Bronnen Exsyspenstudie (expertensysteem pensioenen) 2007
Documentatie RSZPPO , onder meer activiteitenverslag 2007 J. GYSEN en R. JANVIER, Betaalbaarheid van de (lokale) ambtenarenpensioenen. Geen kant uit of welke kant op?, Politeia, 2009. VVSG-documentatie


Download ppt "Marijke De Lange Stafmedewerker gemeentepersoneel"

Verwante presentaties


Ads door Google