De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

INFOMOMENT VOLWASSENENONDERWIJS 29 juni 2009

Verwante presentaties


Presentatie over: "INFOMOMENT VOLWASSENENONDERWIJS 29 juni 2009"— Transcript van de presentatie:

1 INFOMOMENT VOLWASSENENONDERWIJS 29 juni 2009

2 Welkom

3 Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs Goed voor de sterken, confronterend voor de zwakken!

4 Overzicht toelichting
Uitgangspunten Krachtlijnen kwaliteitssysteem Scholen ondersteunen Scholen bewaken Organisatie van de inspectie

5 Algemene uitgangspunten (1)
Decreet van 17 juli 1991 wordt vervangen Aanbevelingen van het auditrapport Andersen (2001) Betere afbakening van verantwoordelijkheden (PBD – inspectie – overheid) Duidelijk kader Rol van de scholen

6 Algemene uitgangspunten (2)
Aandacht voor beleidsvoerend vermogen Begeleiding en nascholing gaan hand in hand Controle door de inspectie: Geëxpliciteerd referentiekader Gedifferentieerde doorlichtingen, rekening houdend met de interne kwaliteitszorg binnen de scholen

7 Algemene uitgangspunten (3)
Positionering van inspectie en onderwijsontwikkeling binnen de Vlaamse overheid Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming Herwerking van de rechtspositie van de inspectie

8 Krachtlijnen van het kwaliteitszorgsysteem voor onderwijs
“Goed voor de sterken, Confronterend voor de zwakken!”

9 Kwaliteitsperspectief

10 Kwaliteitsvolle scholen …
bereiken de maatschappelijk vastgelegde onderwijsdoelen ET/OD -> leerplannen; modulaire opbouw; … respecteren de onderwijsregelgeving beschikken over beleidsvoerend vermogen waarborg om de doelen maximaal te kunnen realiseren bewaken de eigen kwaliteit (eigen kwaliteitszorgsysteem) verantwoordelijkheid nemen – verantwoording afleggen

11 Kwaliteitsvolle scholen
hebben recht op middelen voor nascholing worden ondersteund door de pedagogische begeleidingsdiensten worden extern maar gericht op kwaliteit opgevolgd door de overheid Gedifferentieerd toezicht door de inspectie

12 Nascholing en pedagogische begeleiding
Scholen ondersteunen Nascholing en pedagogische begeleiding

13 Onderwijsinstellingen en CLB’s
Ondersteuning van de instellingen: Via de pedagogische begeleidingsdienst Nascholingsmiddelen Nascholingsplan Bedrag per niveau in het decreet en verdeling op basis van organieke ambten Nascholing op initiatief van de Vlaamse Regering Eigen beleidsprioriteiten

14 Werking Ped. Beg.Dienst ! Ook op contractuele basis voor ‘koepelloze’ scholen / ook bij andere PBD voor gesubs. Instellingen Opdrachten Ondersteuning van eigen pedagogisch, … project Bevorderen kwaliteit Begeleiding na doorlichting Onderwijsinnovaties Aanbodgestuurde nascholing (ook directies) Overleg over kwaliteit Driejaarlijks begeleidingsplan en jaarverslag Werkingscode Eigen kwaliteitszorg

15 Organisatie PBD (1) Omkadering PBD
Normaal: 1 halftijdse betrekking per 350 organieke betrekkingen Max. 85% vaste benoeming Verloven wegens bijzondere opdrachten: 150,5 voltijdse betrekkingen

16 Organisatie PBD (2) Samenwerkingsverband
Zesjaarlijkse evaluatie van de werking van de PBD (visitatie)

17 Rol en werking van de onderwijsinspectie
Kwaliteit bewaken Rol en werking van de onderwijsinspectie

18 Kerntaken en bevoegdheden van de inspectie
Impliciete uitgangspunten: Respect voor pedagogische vrijheid Geen onnodige belasting van instellingen Deontologische code Werkingscode Advies bij opname in de erkenning (controle van de erkenningsvoorwaarden ter plaatse) Kernactiviteit: doorlichtingen

19 Gedifferentieerd doorlichten
Doel van doorlichtingen Kwaliteitsonderzoek -> beoordeling Waardering voor sterke scholen, nieuwe uitdagende kans voor zwakke scholen Doorlichtingsteam Inspecteurs Externen mogelijk Context van het kwaliteitsoordeel Naleving onderwijsreglementering Beleidsvoerend vermogen als mogelijke verklaringsgrond voor tekorten

20 Gedifferentieerd doorlichten: methodologische aspecten
Referentiekader (Vlareg) CIPO, componenten onder te verdelen in domeinen, indicatoren en variabelen Aspecten die mee worden opgenomen: GOK-beleid, zorgbeleid, evaluatiebeleid, nascholingsbeleid, … Doorlichtingsinstrumenten op basis van referentiekader Interne doelstelling: maximale gelijkgerichtheid één CIPO, gelijke instrumenten

21 C I P O CONTEXT INPUT PROCES Onderwijs OUTPUT Algemeen Personeel
identificatie inplanting historiek reglementair kader personeelskenmerken leerlingen-/ cursistenkenmerken PROCES Algemeen leiderschap visie besluitvorming kwaliteitszorg Personeel Logistiek personeelsbeheer professionalisering materieel beheer welzijn Onderwijs curriculum begeleiding evaluatie (leer)prestaties schoolloopbaan outcomes tevredenheid OUTPUT

22 Gedifferentieerd doorlichten
Frequentie en intensiteit van de doorlichtingen gebaseerd op: Indicatoren van het referentiekader Vorige doorlichtingsverslagen Minstens om de tien jaar Toezicht op infrastructuur kan afzonderlijk van de doorlichting gebeuren Concrete aanpak in drie fasen: Vooronderzoek Doorlichtingsfase Adviesverstrekking en verslaglegging

23 Kwaliteits- onderzoek Vooronderzoek Doorlichtings- fase Verslag
Bronnen analyseren Onder- zoeken Interpreteren Delibereren Bronnen analyseren Onder- zoeken Interpreteren Delibereren Bronnen analyseren Onder- zoeken Interpreteren Delibereren

24 Vooronderzoek Dag 1 Vorige DL- en OPV-verslag(en)
Bronnen analyseren Onder- zoeken Interpreteren Delibereren Dag 1 Vorige DL- en OPV-verslag(en) Schoolrapport en referentiegroepen (C, I, O) Analyse en synthese Informatiedossier (P) Vragen voor verfijning ter plaatse

25 Vragen voor verfijning ter plaatse
Vooronderzoek Bronnen analyseren Onder- zoeken Interpreteren Delibereren Dag 2 Vragen voor verfijning ter plaatse Gesprekken Observaties Documenten

26 Vooronderzoek Dag 3 Interpreteren
Bronnen analyseren Onder- zoeken Interpreteren Delibereren Dag 3 Interpreteren Integraal beeld van ingeschatte sterktes en zwaktes Delibereren Representatieve selectie van ingeschatte sterktes en zwaktes Doorlichtingsfocus

27 met het oog op verklaring van de outputgegevens
Doorlichtingsfase Bronnen analyseren Onder- zoeken Interpreteren Delibereren Outputgegevens met het oog op beoordeling – advies Procesgegevens met het oog op verklaring van de outputgegevens met het oog op stimulering

28 Doorlichtingsfase in functie van Observaties Gesprekken
Bronnen analyseren Onder- zoeken Interpreteren Delibereren Observaties Gesprekken in functie van de beeldvorming van wat gebeurt waarde en betekenis van andere gegevens zoals documenten

29 Doorlichtingsfase Met volgende basisvragen als leidraad:
Bronnen analyseren Onder- zoeken Interpreteren Delibereren Met volgende basisvragen als leidraad: Welke initiatieven worden ontplooid? Welke effecten wil men met deze initiatieven bereiken? Welke ontwikkelingen zijn aan de gang? Hoe verantwoordt men de gekozen initiatieven, effecten, ontwikkelingen, … ? Hoe evalueert men zelf het bekomen resultaat? Hoe worden (verwante) evaluaties door anderen gebruikt?

30 Doorlichtingsfase In welke mate getuigen de bekomen gegevens van
Bronnen analyseren Onder- zoeken Interpreteren Delibereren In welke mate getuigen de bekomen gegevens van een weloverwogen aanpak in de instelling algemeen verspreide trends samenhang

31 Doorlichtingsfase Rekening houdend met de verzamelde
Bronnen analyseren Onder- zoeken Interpreteren Delibereren Rekening houdend met de verzamelde gegevens, context en input: Realiseert de instelling met haar leerlingen/cursisten in voldoende mate de wettelijk vastgelegde verwachtingen? (beoordeling – advies) Wat is het huidige kwaliteitsniveau van de instelling? (stimulerende situering)

32 Doorlichtingsverslag:
Verslag en advies Bronnen analyseren Onder- zoeken Interpreteren Delibereren Doorlichtingsverslag: Beschrijvend gedeelte Concluderend gedeelte Openbaarheid van bestuur Mogelijke adviezen: Gunstig Beperkt gunstig Ongunstig (in dit geval ook uitspraak over beleidsvoerend vermogen)

33 Verslag: openbaarheid
Bronnen analyseren Onder- zoeken Interpreteren Delibereren Decreet: uitzonderingen! Actieve openbaarheid website schooldoorlichtingen Verantwoordelijkheid instelling verifiëring interne communicatie verslag: Bestuur, personeel, ouders, llng/cursisten eerst geïnformeerd, pas nadien op website!

34 Verslagformat Eén sjabloon voor alle instellingen
Bronnen analyseren Onder- zoeken Interpreteren Delibereren Eén sjabloon voor alle instellingen Structuur van het verslag: Titelblad met identificatiegegevens Inleiding Relevante kenmerken Focus van de doorlichting Kwaliteitsprofiel Resultaten Aspecten van de werking Sterktes en zwaktes Advies Regeling voor het vervolg Bijlagen: verklarende woordenlijst en veelgebruikte afkortingen

35 Gedifferentieerd doorlichten:opvolging
Doorlichtingen Na beperkt gunstig advies: Opvolgingsdoorlichting Opvolgingsverslag: Gunstig advies Ongunstig advies Nieuwe tekortkomingen vastgesteld tijdens opvolgingsdoorlichting: aanvullend doorlichtingsverslag

36 Gedifferentieerd doorlichten:tijdelijke erkenning
Doorlichtingen Na ongunstig advies: Start procedure intrekking erkenning Op vraag: tijdelijke erkenning met verbeteringsplan Nieuwe doorlichting, met paritair college Advies: Gunstig Beperkt gunstig Definitieve intrekking erkenning (hele instelling of structuuronderdeel / beperkingen)

37 Gedifferentieerd doorlichten: zoals voorheen, maar anders
Integraal wordt gedifferentieerd kijken naar wat tijdens het vooronderzoek is opgevallen op neutrale wijze de focus van de doorlichting afbakenen een gericht en diepgaand onderzoek voeren Versterkt vertrouwen in de autonomie van s/c/a delibereren = sterk en zwak ‘wegen’ stimuleren eerder dan sturen signaal bij ernstige structurele tekorten

38 Een sterk toezichtsconcept
Ook voor Leertijd, deeltijdse vorming Concept ook bij toezicht op andere certificeerbare opdrachten Afstemming toezicht – ondersteuning: Permanent overlegorgaan

39 Organisatie van de inspectie

40 Samenstelling van de inspectie
Evenwichtige samenstelling: Pariteit vervangen door waarborgregeling: min. 35% afkomstig uit OGO of GO en min. 35% GVO Pariteit wel behouden bij opvolging ongunstig advies Externe deskundige bij doorlichtingen Onderworpen aan deontologie Enveloppe voor lonen en werking

41 Niveaugebonden waarborgen
relevante beroepservaring 40% gewoon BaO 26% gewoon SO 3% volw. Ond. en BE 2% CLB en coördinatie lln.begeleiding 2% kunstonderwijs of kunstvakken 7% buitengewoon onderwijs

42 De inspectie binnen O & V
Binnen beleidsdomein Onderwijs en Vorming oprichting van een nieuw agentschap Opdrachten: Kwaliteitstoezicht onderwijs (door autonome inspectie), Eindtermen, peilingsproeven, … Kwalificatiestructuur, Examencommissies, … Aansturing via o.a. beheersovereenkomst

43 Statuut inspectie Inspectie: apart statuut met eigen rechtspositie binnen onderwijscontext Advies Raad van State: Inspectie moet apart korps blijven, te onderscheiden van administratie Decreet kwaliteit: Vlaamse Regering stelt inspectie ter beschikking van agentschap Inspectie behoudt onderwijsstatuut

44 Werving inspecteurs Aanwervingsvoorwaarden Selectieprocedure
In eerste instantie: personeelsleden uit onderwijs/basiseducatie Voorwaarde: ten minste 8 jaar dienstanciënniteit Ook externe kandidaten komen in aanmerking Voorwaarde: ten minste 8 jaar relevante ervaring in of met onderwijs aangevuld met ervaring in kwaliteitszorg/evaluatie in educatieve sectoren. Selectieprocedure 2 fasen 1e fase: test van generieke competenties 2e fase: interview (eventueel voorafgegaan door bijkomende testen)

45 Werving inspecteurs (2)
Test van de generieke competenties Jobpunt Vlaanderen Algemene wervingsreserve: zes jaar. (periode van zes jaar wordt zonodig verlengd met de periode van de tijdelijke aanstelling). Interview + eventueel bijkomende testen Oproep gebaseerd op functieprofiel + vermelding van inzetbaarheid Selectiecommissie Specifieke wervingsreserve: vier jaar

46 Ambten bij de inspectie
Vandaag 1 september 2009 Inspecteur Bao Inspecteur SO Inspecteur DKO Inspecteur VO Inspecteur CLB Coördinerend inspecteur Inspecteur-generaal Bao Inspecteur-generaal SO Coördinerend inspecteur-generaal -Inspecteur -Coördinerend inspecteur Inspecteur-generaal

47 Rechtspositie inspectie (1)
Proeftijd in het ambt van inspecteur Duur: 1 jaar Wordt verminderd met duur tijdelijke aanstelling Opleidingsprogramma Evaluatie tijdens de laatste maand van de proeftijd: Vaste benoeming: maximum 85%

48 Rechtspositie inspectie (2)
Ambt van coördinerend inspecteur / IG Mandaat 4 jaar: hernieuwbaar indien positieve evaluatie CI : “interne werving” – IG: intern en extern CI : Indien geen (geschikte) kandidaat bij interne werving dan kunnen ook externen zich kandidaat stellen: Selectieprocedure: 2 fasen Test van generieke competenties algemene wervingsreserve Interview door selectiecommissie Benoeming mogelijk

49 Tenslotte Ook voor inspectie – ped.begeleiding
Functiebeschrijving en evaluatie Inspectie en begeleiding LBV: geen wijzigingen

50 Vragen

51 ONDERWIJSDECREET XIX

52 GECOMBINEERD ONDERWIJS
(Centra voor Basiseducatie & Centra voor Volwassenenonderwijs)

53 GECOMBINEERD ONDERWIJS
Vandaag definitie: omvat ten minste 25% contactonderwijs; aanvraagprocedure met voorlopige goedkeuring; 120% financiering/subsidiëring mits goedkeuring;  ongeacht het aandeel afstandsonderwijs!

54 GECOMBINEERD ONDERWIJS
Vanaf 1 september 2009 (ODXIX) definitie: omvat ten minste een evaluatiemoment in contactonderwijs; melding (zending); aanvraagprocedure voor 120% financiering/subsidiëring mits aandeel afstandsonderwijs minimaal 25% + overgangsmaatregel; aanvullende financiering/subsidiëring (projecten).

55 GECOMBINEERD ONDERWIJS
Melding via elektronische gegevensuitwisseling tussen centrum en overheid (zending Edison); geen papieren dossier; geen voorlopige goedkeuring vereist.

56 GECOMBINEERD ONDERWIJS
Aanvraag 120% financiering/subsidiëring aandeel afstandsonderwijs minimaal 25% aanvraag uitsluitend elektronisch (mail) indienen bij de afdeling Volwassenenonderwijs 2 maanden voor de start van het gecombineerd onderwijs 30 juni voor start op 1 september! ingescande protocol onderhandeling lokaal comité bijgevoegd geen advies inspectie op basis van dossier en dus geen voorlopige goedkeuring voor 1 jaar

57 GECOMBINEERD ONDERWIJS
inspectie verstrekt advies na onderzoek ter plaatse gunstig advies inspectie = 120% financiering/subsidiëring vanaf het schooljaar waarin het gecombineerd onderwijs van start is gegaan en voor vijf opeenvolgende schooljaren ongunstig advies inspectie = 100% financiering/subsidiëring

58 GECOMBINEERD ONDERWIJS
Overgangsmaatregel! Het volume aan lesurencursist gegenereerd in gecombineerd onderwijs waaraan de inspectie voor de schooljaren tot en met een positief advies heeft verleend, wordt tot en met met een factor 1,2 vermenigvuldigd, ongeacht het aandeel afstandsonderwijs.

59 GECOMBINEERD ONDERWIJS
Aanvullende financiering/subsidiëring (projecten) rechtsgrond: ODXIX jaarlijks budget euro ondersteunen en stimuleren van gecombineerd onderwijs aanvullende financiering/subsidiëring in de vorm van een 400 tot 1000 leraarsuren (CVO) of ½ tot 1 VTE (CBE) gedurende één schooljaar.  Aanvraag uitsluitend elektronisch (mail) indienen bij de afdeling Volwassenenonderwijs voor 30 april

60 GECOMBINEERD ONDERWIJS
ontvankelijkheidscriteria: 1 of meer modules van een erkende en gefinancierde/gesubsidieerde opleiding; luik afstandsonderwijs minimaal 50% en minstens 200 lestijden; openleercentrum voorzien; ingescand protocol onderhandelingen lokaal comité bijgevoegd.

61 GECOMBINEERD ONDERWIJS
ontvankelijke aanvragen worden beoordeeld door een selectiecommissie; selectiecommissie draagt aan de Vlaamse Regering de gunstig beoordeelde aanvragen voor en het aantal toe te kennen leraarsuren of VTE per gunstig beoordeelde aanvraag;

62 GECOMBINEERD ONDERWIJS
Vlaamse Regering bepaalt aan welke gunstig beoordeelde aanvragen een aanvullende financiering/subsidiëring wordt toegekend op basis van voorrangscriteria: diplomagerichte opleidingen; onderwijs aan gedetineerden; integrale opleidingen; minimaal 75% afstandsonderwijs; aanvragen gegroeid uit samenwerkingsverbanden.

63 GECOMBINEERD ONDERWIJS
Engagementen van het centrumbestuur het ontwikkelde gecombineerd onderwijs effectief organiseren binnen een termijn van max 2 schooljaren; gedurende de looptijd van het project gegevens verzamelen; onderling samenwerken met centrumbesturen van andere projecten; tevredenheidsmetingen uitvoeren; stuurgroep en consortium volwassenenonderwijs informeren; indienen van een eindrapport.

64 TOELATINGSVOORWAARDEN
(Centra voor Volwassenenonderwijs)

65 TOELATINGSVOORWAARDEN
Toelatingsvoorwaarden hoger beroepsonderwijs Samenwerking onderwijs – defensie Medisch geschiktheidsattest

66 TOELATINGSVOORWAARDEN HBO
Wijzigingen vanaf 1 september 2009 Toegevoegd als toelatingsvoorwaarde: in bezit zijn van certificaat hoger beroepsonderwijs; Gewijzigd: studiegetuigschrift tweede jaar van de derde graad BSO dient drie jaar oud te zijn; Modaliteiten afwijkende toelatingsvoorwaarden (humanitaire, medische, psychische of sociale redenen en toelatingsproef) dienen in centrumreglement opgenomen te worden.

67 SAMENWERKING ONDERWIJS - DEFENSIE
Bilateraal samenwerkingsakkoord tussen Ministerie van Landsverdediging en Ministerie van Onderwijs en Vorming in kader van het gemengde loopbaanconcept militairen. Van toepassing op alle CVO’s aangesloten bij een koepel of CVO’s van het GO! + ondertekenende koepelloze CVO’s

68 SAMENWERKING ONDERWIJS - DEFENSIE
Drie luiken: samenwerking op vlak van organisatie opleidingen terbeschikkingstelling infrastructuur, middelen en leerkrachten/onderrichters voorzien van plaatsen voor militairen in opleidingen CVO’s terbeschikking stellen opleidingsprofielen en leerplannen

69 SAMENWERKING ONDERWIJS - DEFENSIE
Automatische vrijstellingen voor militairen op basis van EVK (vastgelegd in BVR) + engagement op verdere vrijstellingen via EVC Gegarandeerde doorverwijzing van militairen naar CVO’s

70 SAMENWERKING ONDERWIJS - DEFENSIE
Organisatie en coördinatie door Programmatiecomité: Voor defensie leden van algemene directie Voor volwassenenonderwijs 2 vertegenwoordigers van departement onderwijs 2 vertegenwoordigers van decretale stuurgroep 2 vertegenwoordigers van consortia volwassenenonderwijs Besluit Vlaamse Regering met automatische vrijstellingen in de maak

71 MEDISCH GESCHIKTHEIDSATTEST
Situering Europese regelgeving: Verordening (EG) NR. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29/4/2004 inzake levensmiddelenhygiëne; Federale regelgeving op de voedselveiligheid, levensmiddelenhygiëne, gezondheidstoezicht (controleorgaan: Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen); Onderwijsregelgeving (ODXIX): Vlaamse Regering kan in uitvoering van federale, Europese of andere hiërarchisch hogere regelgeving aanvullende toelatingsvoorwaarden bepalen.

72 MEDISCH GESCHIKTHEIDSATTEST
Bijkomende toelatingsvoorwaarde VWO voor opleidingen waarin cursisten rechtstreeks of onrechtstreeks met voedingswaren of –stoffen in aanraking komen en zij die waren of stoffen kunnen verontreinigen of besmetten  medisch attest vereist als toelatingsvoorwaarde lijst opleidingen als bijlage bij omzendbrief (studiegebieden personenzorg en voeding , analogie met SO): zowel modulaire als lineaire opleidingen;

73 MEDISCH GESCHIKTHEIDSATTEST
bijkomende toelatingsvoorwaarde geldt vanaf 1 september 2009 voor cursisten die met een bedoelde opleiding willen starten, maar is niet van toepassing op cursisten die een desbetreffende opleiding al volgden tot het einde van het schooljaar ; een cursist moet vóór 1 oktober van het betrokken schooljaar of onmiddellijk indien de inschrijving op een later tijdstip plaatsvindt, een verklaring van lichamelijke geschiktheid (opgesteld door een arts) voor kunnen leggen;

74 MEDISCH GESCHIKTHEIDSATTEST
medisch geschiktheidsattest is eenmalig en geldt voor de hele duur van het opleidingstraject, ook bij verandering van centrum en/of overschakeling naar een andere verwante opleiding; een herevaluatie van het medisch geschiktheidsattest is wel nodig wanneer er een aanleiding is (bv. ziekte), de cursist het opleidingstraject zelf onderbreekt of de onderbreking in de modulaire organisatie van het opleidingstraject langer dan één jaar bedraagt. kopie medisch geschiktheidsattest in cursistdossier m.o.o. controle door verificatie

75 (Centra voor Volwassenenonderwijs of Centra voor Basiseducatie)
STUDIEBEWIJZEN (Centra voor Volwassenenonderwijs of Centra voor Basiseducatie)

76 STUDIEBEWIJZEN Uitbreiding van de mogelijkheid tot behalen van een diploma secundair onderwijs (CVO) Deelcertificaatsupplement (CBE) Diplomasupplement (CVO)

77 DIPLOMA SO Het decreet VWO bepaalt welke opleidingen of combinaties van opleidingen leiden tot een diploma SO: de opleidingen economie-moderne talen, economie-wiskunde, humane wetenschappen ASO3, moderne talen-wetenschappen, moderne talen – wiskunde en wetenschappen – wiskunde van het studiegebied algemene vorming; de opleiding aanvullende algemene vorming, gecombineerd met een certificaat van een door de Vlaamse Regering bepaalde opleiding van een ander studiegebied in het SVWO; een door de Vlaamse Regering bepaalde opleiding van een ander studiegebied dan algemene vorming in het SVWO, als de cursist bij zijn inschrijving houder is van een diploma van het SO.

78 DIPLOMA SO Onderwijsdecreet XIX voegt een mogelijkheid tot behalen van diploma SO in het volwassenenonderwijs toe: de opleiding aanvullende algemene vorming, gecombineerd met een of meer deelattesten als bewijs van slagen voor het specifiek gedeelte, eigen aan de gekozen onderverdeling, van een examenprogramma tot het behalen van een diploma SO in het TSO of BSO voor de examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap voor het voltijds SO, voor zover de onderverdeling overeenkomt met een diplomagerichte opleiding (artikel 42)

79 DEELCERTIFICAATSUPPLEMENT
CBE’s moeten steeds bij een deelcertificaat van een open module een supplement uitreiken met vermelding van de bereikte basiscompetenties of eindtermen Bedoeling: zorgen voor herkenbaarheid binnen het volwassenenonderwijs aangezien de inhoud van open modules kan verschillen van centrum tot centrum

80 DEELCERTIFICAATSUPPLEMENT
Omwille van herkenbaarheid moet het deelcertificaatsupplement voldoen aan bepaalde modaliteiten Een model zal later ter beschikking zijn in de omzendbrief

81 DIPLOMASUPPLEMENT CVO’s moeten steeds bij het diploma van gegradueerde een supplement uitreiken met een beschrijving van de studie Bedoeling: verhoging van de transparantie en mobiliteit in Europa

82 DIPLOMASUPPLEMENT Omwille van transparantie moet het diplomasupplement voldoen aan bepaalde modaliteiten Op verzoek van cursist ook eenmalig en kosteloos in het Engels Nederlandstalig en Engelstalig model ter beschikking bij omzendbrief

83 (Centra voor Basiseducatie)
OPEN MODULES (Centra voor Basiseducatie)

84 OPEN MODULES Situering Evaluatie eerste fase modularisering BE
Instroom aanbod wiskunde te klein om opleiding comfortabel te organiseren en sterk uiteenlopende individuele leervragen Flexibisering van het aanbod wiskunde: drie nieuwe modulaire opleidingen; zwevende modules; open modules.

85 OPEN MODULES Rechtsgrond: ODXIX
voldoen aan de wettelijke bepalingen van het decreet vwo; aantal lestijden 20 – 40 – 60; ten minste 1 cursist; uitsluitend eindtermen of basiscompetenties uit leergebieden BE; duur open module in verhouding met doelstellingen; wijze van evaluatie duidelijk omschreven.

86 OPEN MODULES Invoering Evaluatie: 2 jaar na inwerkingtreding
Per 1 februari 2010 en uitsluitend voor het leergebied wiskunde Procedure later in omzendbrief Meldingsplicht Document op centrum ter beschikking voor verificatie en inspectie Evaluatie: 2 jaar na inwerkingtreding

87 Vragen

88 Pauze

89 (Centra voor Basiseducatie & Centra voor Volwassenenonderwijs)
VOORDRACHTGEVERS (Centra voor Basiseducatie & Centra voor Volwassenenonderwijs)

90 VOORDRACHTGEVERS Vandaag CBE
CVO: exotische talen richtgraad 1 en richtgraad 2 max. 5% van leraarsuren/VTE akkoord LOC systeem DBSO

91 VOORDRACHTGEVERS Vanaf 1 september 2009 (SenSe&HBO5/ODXIX) CVO en CBE
alle opleidingen max. 5% van leraarsuren / VTE akkoord LOC krediet 19,34 euro per 1/36 VTE basiseducatie 33,77 euro per leraarsuur secundair vwo 41,19 euro per leraarsuur hoger beroepsonderwijs

92 VOORDRACHTGEVERS PROCEDURE
Vóór 1 oktober van het schooljaar het aantal leraarsuren/VTE meedelen aan de afdeling Volwassenenonderwijs OPGELET! Dit aantal kan in de loop van het schooljaar niet meer worden gewijzigd, behoudens vermindering bij overmacht.

93 VOORDRACHTGEVERS Berekening en toekenning
het aantal meegedeelde leraarsuren/VTE x het geïndexeerde krediet = totale krediet voor de aanwerving van voordrachtgevers voorschot van 25% in de loop van de maand november saldo van 75% in de loop van de maand juni

94 OVERHEVELING STRUCTUURONDERDEEL
(Centra voor Volwassenenonderwijs)

95 OVERHEVELING STRUCTUURONDERDEEL
Vandaag rechtsgrond: artikel 65 decreet vwo; definitie structuuronderdeel: module, opleiding of geheel onderwijsaanbod in een vestigingsplaats; eenzelfde regeling voor secundair volwassenenonderwijs en hoger beroepsonderwijs; overheveling structuuronderdeel = automatische uitbreiding onderwijsbevoegdheid ontvangende centrum.

96 OVERHEVELING STRUCTUURONDERDEEL
Vanaf 1 september 2009 rechtsgrond: artikel 65 decreet vwo, gewijzigd door ODXIX en decreet SenSe & HBO5; definitie structuuronderdeel: opleiding of geheel onderwijsaanbod in een vestigingsplaats; regeling voor secundair volwassenenonderwijs en uitzondering voor structuuronderdelen hoger beroepsonderwijs van regiovreemde vestigingsplaatsen;

97 OVERHEVELING STRUCTUURONDERDEEL
overheveling structuuronderdeel = geen automatische uitbreiding onderwijsbevoegdheid ontvangende centrum, positief advies bij consensus van consortium volwassenenonderwijs is vereist. bij een overheveling van een structuuronderdeel naar een centrum dat al onderwijsbevoegdheid heeft voor het desbetreffende structuuronderdeel én die gepaard gaat met een overdracht van leraarsuren, wordt deze overdracht – in het geval het overhevelende centrum het structuuronderdeel blijft aanbieden – begrensd tot 2%.

98 OVERHEVELING STRUCTUURONDERDEEL
Voorbeeld Centrum X heeft onderwijsbevoegdheid voor de opleiding begeleider in de kinderopvang en wil deze onderwijsbevoegdheid overhevelen naar centrum Y, gelegen in het werkingsgebied van hetzelfde consortium volwassenenonderwijs. De algemene vergadering van het consortium volwassenenonderwijs verleent een positief advies bij consensus aan de overdracht. Centrum Y krijgt onderwijsbevoegdheid voor de opleiding begeleider in de kinderopvang. Centrum X behoudt zelf ook de onderwijsbevoegdheid voor de opleiding begeleider in de kinderopvang. Indien de overdracht van de opleiding begeleider in de kinderopvang gepaard gaat met een overdracht van leraarsuren, dan wordt deze overdracht niet begrensd tot 2%. (Een begrenzing tot 2% zou wel van toepassing zijn indien centrum Y de onderwijsbevoegdheid voor de opleiding begeleider in de kinderopvang reeds had vóór de overheveling.)

99 OVERHEVELING STRUCTUURONDERDEEL
De overheveling van een structuuronderdeel hoger beroepsonderwijs is niet meer mogelijk  de programmatieprocedure voorzien in het decreet van 30 april 2009 betreffende het secundair na secundair onderwijs en het hoger beroepsonderwijs moet worden gevolgd; Uitzondering: overheveling van structuuronderdelen hoger beroepsonderwijs van een regiovreemde VP naar een CVO met hoofdvestigingsplaats in hetzelfde werkingsgebied van het consortium volwassenenonderwijs

100 OVERHEVELING STRUCTUURONDERDEEL
Procedure voor 31 mei aan afdeling Volwassenenonderwijs melden met overdracht van leraarsuren = aanpassing historische forfaits van beide centra overdracht gaat in op 1 september

101 ONDERWIJSBEVOEGDHEID REGIOVREEMDE VESTIGINGSPLAATSEN
(Centra voor Volwassenenonderwijs)

102 ONDERWIJSBEVOEGDHEID REGIOVREEMDE VESTIGINGSPLAATS
Vanaf 1 september 2009 rechtsgrond: artikel 70 decreet vwo, §4 ingevoegd door ODXIX; onderwijsbevoegdheid regiovreemde vestigingsplaats = de onderwijsbevoegdheid die tijdens de referteperiode 1 april 2008 tot 31 maart 2009 effectief in deze vestigingsplaats werd uitgeoefend;

103 ONDERWIJSBEVOEGDHEID REGIOVREEMDE VESTIGINGSPLAATS
indien de onderwijsbevoegdheid betrekking heeft op een opleiding van studiegebied talen richtgraad 1 en 2 of het studiegebied talen richtgraad 3 en 4, dan kan het centrumbestuur de onderwijsbevoegdheid voor deze opleiding zowel op niveau richtgraad 1 als niveau richtgraad 2 of zowel op niveau richtgraad 3 als niveau richtgraad 4 uitoefenen; het centrumbestuur kan bij de algemene vergadering van het consortium volwassenenonderwijs waartoe de regiovreemde vestigingsplaats behoort een aanvraag indienen voor bijkomende onderwijsbevoegdheid (bijlage III decreet of ambtshalve concordanties);

104 ONDERWIJSBEVOEGDHEID REGIOVREEMDE VESTIGINGSPLAATS
het centrumbestuur verwerft de onderwijsbevoegdheid voor de regiovreemde vestigingsplaats mits de algemene vergadering van het consortium volwassenenonderwijs er een positief advies bij consensus aan verleent.

105 ONDERWIJSBEVOEGDHEID REGIOVREEMDE VESTIGINGSPLAATS
Voorbeeld 1 Centrumbestuur X heeft onderwijsbevoegdheid voor de opleiding Hotel TSO 3 en heeft deze opleiding ook effectief ingericht in de regiovreemde vestigingsplaats tijdens de referteperiode 1 april 2008 tot 31 maart 2009. De opleiding Hotel TSO 3 werd geconcordeerd naar de nieuwe modulaire opleidingen hotel, hotelbedrijf, hulpkelner, hulpkok, kelner, kok, keukenverantwoordelijke en zaalverantwoordelijke.

106 ONDERWIJSBEVOEGDHEID REGIOVREEMDE VESTIGINGSPLAATS
Centrumbestuur X heeft tijdens de referteperiode 1 april 2008 tot 31 maart 2009 ook de nieuwe modulaire opleidingen hulpkok en kelner effectief georganiseerd in de regiovreemde vestigingsplaats. De onderwijsbevoegdheid in de regiovreemde vestigingsplaats van centrumbestuur X bestaat uit de opleidingen Hotel TSO 3, hulpkok en kelner. Mits positief advies bij consensus van de algemene vergadering van het consortium volwassenenonderwijs waartoe de regiovreemde vestigingsplaats behoort, kan het centrumbestuur ook de opleidingen hotel, hotelbedrijf, hulpkelner, kok, keukenverantwoordelijke en zaalverantwoordelijke in de regiovreemde vestigingsplaats organiseren.

107 ONDERWIJSBEVOEGDHEID REGIOVREEMDE VESTIGINGSPLAATS
Voorbeeld 2 Centrumbestuur Y heeft onderwijsbevoegdheid voor de opleiding Frans richtgraad 1 en heeft deze opleiding ook effectief ingericht in de regiovreemde vestigingsplaats tijdens de referteperiode 1 april 2008 tot 31 maart 2009. De onderwijsbevoegdheid in de regiovreemde vestigingsplaats van centrumbestuur Y bestaat bijgevolg uit de opleiding Frans richtgraad 1 en Frans richtgraad 2.

108 (Centra voor Basiseducatie)
PUNTENENVELOPPE (Centra voor Basiseducatie)

109 PUNTENENVELOPPE Situering Berekening vanaf 1 september 2009
Rechtsgrond: artikel 87 decreet vwo en BVR 12 oktober 2007 CAO I basiseducatie Berekening vanaf 1 september 2009 op basis van het aantal LUC - referteperiode 1 april n-1 tot 31 maart n 1 punt = 341 LUC

110 PUNTENENVELOPPE Overgangsmaatregel (CAO)
CBE Zuid-Oost-Vlaanderen: 120 extra punten CBE Brugge-Oostende-Westhoek: 120 extra punten CBE Limburg Midden-Noord: 240 extra punten Aanstelling personeelsleden die op 31/08/2008 belast waren met coördinatieopdracht en vanaf 1/09/2008 ononderbroken aangesteld zijn in de functie van stafmedewerker 1 punt wordt toegekend conform de schijven LUC die vastgelegd zijn bij BVR van 12 oktober 2007 (beschikbaar als bijlage bij omzendbrief)

111 (Centra voor Volwassenenonderwijs of Centra voor Basiseducatie)
PERSONEEL (Centra voor Volwassenenonderwijs of Centra voor Basiseducatie)

112 OD XIX: PERSONEEL Taalregeling (CVO en CBE) Cumulatieregeling (CVO)
Andere maatregelen (CVO of CBE)

113 TAALREGELING Regelgeving
Artikel 17bis, 17ter, 17quater, 17quinquies, 17sexies en 103novies van DRP Gemeenschapsonderwijs Artikel 19bis, 19ter, 19 quater, 19 quinquies, 19sexies en 84septies decies van DRP Gesubsidieerd onderwijs Artikel 128ter t/m 128sexies Decreet VWO voor CBE Opheffing hoofdstuk IV Taalkennis van het personeel van de Wet 30 juli 1963 houdende taalregeling in het onderwijs

114 TAALREGELING Bewijs kennis van onderwijstaal (Nederlands)
Bekwaamheidsbewijs waarop de aanwerving steunt behaald in het Nederlands NIEUW: Vlaams studiebewijs of gelijkwaardig studiebewijs dat de vereiste taalkennis aantoont: Europees Referentiekader voor Talen Certificaat NT2 behaald in een CVO Getuigschrift van een examencommissie

115 TAALREGELING CVO Vereiste niveaus ERK taalkennis Nederlands CVO
Bestuurs- en onderwijzend personeel: C1 (Effectiveness - RG4) Ondersteunend personeel: B2 (Vantage – Rg3) Uitzonderingen: Leraar levende vreemde talen: B2 (Vantage – RG3) Leraar exotische talen in RG1 en RG2: A2 (Waystage – RG1) Arabisch, Chinees, Grieks, Japans, Pools, Russisch en Turks

116 TAALREGELING CBE Vereiste niveaus ERK taalkennis Nederlands CBE
Functie van directeur, stafmedewerker en leraar: C1 (Effectiveness - RG4) Uitzondering: functie van leraar levende vreemde talen: B2 (Vantage – RG3) Functie van beleidsondersteunend administratief medewerker, uitvoerend administratief medewerker en ervaringsdeskundige in de armoede en sociale uitsluiting: B2 (Vantage – RG3)

117 TAALREGELING Overgangsmaatregel voor personeelsleden die voor 1 september 2009 aan de vroegere taalregeling voldeden Afwijkingen Geen geschikt kandidaat: aanvraag afwijking mogelijk Afwijking geldt voor drie jaar te rekenen vanaf 1° aanstelling vanaf 1 september 2009 Afwijking ook mogelijk voor personeelsleden die in het verleden al drie of bijkomende afwijkingen kregen

118 CUMULATIEREGELING Doelstelling: Tegemoet komen aan een tekort op de arbeidsmarkt Regelgeving: Wijziging van de Wet van 24 december 1976 betreffende de budgettaire voorstellen Artikel 23 en 50 DRP Gemeenschapsonderwijs Artikel 21 en 42 DRP Gesubsidieerd onderwijs

119 CUMULATIEREGELING Cumulatie met activiteiten of inkomsten buiten onderwijs opgeheven. Zuivere zijinstromer = HA in onderwijs Mogelijkheid tot aanstelling gepensioneerde ook ouder dan 65 jaar Cumulatie binnen onderwijs toegelaten tot 140% Geen afwijkingen meer mogelijk

120 CUMULATIEREGELING Andere maatregelen
Betere bezoldiging ALLE bijbetrekkingen voor elke personeelscategorie, ook voor bestuurspersoneel in eigen CVO Opnieuw in actieve dienst treden ook mogelijk in CVO voor personeel met AVP/VVP/TBS58+/Bonus mits toestemming personeelslid Bezoldiging van alle prestaties bij reglementaire vervanging afwezigheid<10 dagen Salaris van herindiensttreder en vervanger korte afwezigheid: als tijdelijke en in hoofdambt zonder invloed op salaris andere lopende opdrachten.

121 ANDERE MAATREGELEN LIO-baan voor CBE-personeel mogelijk
Reïntegratie van arbeidsongeschikt verklaard personeelslid (stappenplan op website: Vacantverklaring betrekking langdurig afwezige directeur (omzendbrief) Toegekende overgangsmaatregelen bekwaamheidsbewijzen en salarisschaal op 1 september 2000 definitief verworven.

122 ADMINISTRATIEVE AFSPRAKEN
(Centra voor Volwassenenonderwijs of Centra voor Basiseducatie)

123 ADMINISTRATIEVE AFSPRAKEN SCHOOLJAAR 09-10 CVO
Controle aanwending puntenenveloppe – doc 3A komt te vervallen – controle zal gebeuren op basis van EPD gegevens Controle leraarsuren – doc 3B wordt vereenvoudigd – nood aan de concordantie tussen vakken en modules om de rechten van het personeel te vrijwaren Doc 2 komt volledig te vervallen

124 ADMINISTRATIEVE AFSPRAKEN SCHOOLJAAR 09-10 CVO
Controle planningsdocumenten bij het doorsturen van zendingen wordt versoepeld Er wordt een CVO 2-5 rapport in Excel formaat ter beschikking gesteld

125 ADMINISTRATIEVE AFSPRAKEN SCHOOLJAAR 09-10 CBE
Gegevens over de referteperiode 0910 overmaken via Edisonzendingen Insturen doc.2 komt te vervallen op voorwaarde dat de acceptatietesten (Edison) goed verlopen Controle aanwending zal blijven gebeuren op basis van 3A en 3B Het doorgeven van de DIMONA aangifte dient vanaf januari 2010 elektronisch te gebeuren – hiervoor moet gekeken worden naar een nieuw pakket of naar een aanpassing van het huidige pakket

126 FINANCIERING: AFTOPPING GROEI
(Centra voor Volwassenenonderwijs en Centra voor Basiseducatie)

127 FINANCIERING: AFTOPPING GROEI
Principe dat de jaarlijkse groei aan leraarsuren en punten (CVO), en VTE, punten en werkingsmiddelen (CBE) beperkt wordt tot een door de Vlaamse Regering vastgelegd percentage. (art. 90 en 107 decreet VWO) Toepassing van die groeibeperking is nu voorzien in een besluit Vlaamse Regering. Wordt voor volgend jaar toegepast voor CBE, nog niet voor CVO.

128 FINANCIERING: AFTOPPING GROEI
Uitgangspunten Aftopping volgens aandeel in de totale groei = sterkste stijgers worden meest afgetopt. Geen verdere aftopping bij de dalers. Zij krijgen hun omkadering volgens de gewone formules. De daling wordt daarbij wel in rekening gebracht. Wat dalers in omkadering verliezen wordt meegeteld voor de groei van de stijgers. (= effectief stijgingspercentage op centrumniveau kan dus hoger liggen dan maximaal stijgingspercentage op sectorniveau)

129 FINANCIERING: AFTOPPING GROEI
Aftopping gebeurt enkel bij stijgers die meer stijgen dan het maximale voorziene percentage. (bv. 2% stijging, alle centra die tussen 0 en 2% in omkadering stijgen krijgen volledige omkadering) Aftopping beperkt tot het maximale voorziene percentage (bv. 2% stijging, centra met meer dan 2% stijging kunnen na aftopping nooit minder dan 2% stijging omkadering hebben)

130 FINANCIERING: AFTOPPING GROEI
Overgangsmaatregelen in financieringssysteem hebben geen invloed op het systeem van aftoppen. Het aftoppen gebeurt na het toepassen van de overgangsmaatregel. Uitzondering: overgang puntenenveloppe CBE. De 480 gekleurde punten voor drie centra worden uit het systeem gehouden. De stijging op deze punten wordt verdeeld over alle centra heen volgens hun aandeel in de stijging.

131 Vragen

132 NIEUW AFSPRAKENKADER NT2
(Centra voor Basiseducatie, Centra voor Volwassenenonderwijs & Consortia Volwassenenonderwijs)

133 NIEUW AFSPRAKENKADER NT2
Situering Tweede Rondetafelconferentie NT  Afsprakenkader NT2 van 18 juli 2003 (gewijzigd op 14 september 2007) Evolutie organisatie aanbod NT2 verplicht karakter NT2-opleidingen huizen van het Nederlands nieuwe structuren voor de aanbodsverstrekkers onderzoeksresultaten en evaluaties nieuwe discussies over het NT2-aanbod

134 NIEUW AFSPRAKENKADER NT2
Derde Rondetafelconferentie NT2 (15 december 2008) 250 experten NT2 6 themawerkgroepen platformtekst met beleidsaanbevelingen en concrete acties een van de beleidsaanbevelingen: nieuw afsprakenkader NT2

135 NIEUW AFSPRAKENKADER NT2
Nieuw afsprakenkader NT2 (15 mei 2009) Tot stand gekomen in overleg met alle betrokken organisaties, kabinetten en administraties Afspraken tussen de beleidsdomeinen Werk, Onderwijs en Vorming, Wonen en Inburgering over: de organisatie en de afstemming van het aanbod NT2; de wederzijdse erkenning van studiebewijzen; de oriëntering, niveaubepaling, en leertrajecten van cursisten; de samenwerking tussen CBE, CVO, UTC, VDAB, Syntra-Vlaanderen, de onthaalbureaus, de Huizen van het Nederlands en de consortia volwassenenonderwijs

136 NIEUW AFSPRAKENKADER NT2
Wijzigingen t.o.v. vorig afsprakenkader onthaalbureaus, VDAB en Huizen van het Nederlands krijgen een regisseursrol communicatie: een regionaal contactpersoon per organisatie benamingen voor verschillende niveaus van het ERK + rangschikking opleidingen volgens ERK

137 NIEUW AFSPRAKENKADER NT2
CBE, CVO en UTC zijn aanbodverstrekkers + strengere criteria voor ‘gekwalificeerde derden’ specifieke taalvaardigheidscursussen VDAB en Syntra in nevenschakeling met beroepsopleiding Huizen van het Nederlands i.s.m. consortia volwassenenonderwijs  afspraken over behoefte en aanbod (zomeraanbod, intensief aanbod, gecombineerd onderwijs, weekendaanbod, enz…)

138 NIEUW AFSPRAKENKADER NT2
sluitende lokale werkafspraken over minimale en maximale groepsgrootte oriëntering cursisten NT2 naar UTC gekoppeld aan strikte voorwaarden doorverwijzing cursist NT2 naar CVO: Huis van het Nederlands bezorgt alle info (garantie vrije keuze) verplicht traject: belang verwachtingen regisseur m.b.t. intensiteit en plaats

139 NIEUW AFSPRAKENKADER NT2
afwijkingsmogelijkheden oriëntering Huis van het Nederlands naar CBE, CVO of UTC delegatiemogelijkheid bevoegdheid verlenen vrijstellingen van onderwijsinstelling naar Huis van het Nederlands overzicht van studiebewijzen en onderlinge overeenstemming (bijlage afsprakenkader)

140 NIEUW AFSPRAKENKADER NT2
afspraken controle regelmatige deelname 2jaarlijkse evaluatie afsprakenkader NT2 + advies VLOR GELDIG VANAF 1 SEPTEMBER 2009

141 NIEUW AFSPRAKENKADER NT2
Tot slot… Afsprakenkader = algemeen kader voor alle betrokken instellingen/organisaties Algemene vergadering van elk Huis van het Nederlands  concrete werkafspraken tussen de verschillende instellingen/organisaties vast in een schriftelijke overeenkomst (ten minste over communicatie)

142 NIEUW AFSPRAKENKADER NT2
Integrale tekst van het nieuwe afsprakenkader NT2 én de platformtekst NT2 op:

143 Vragen

144 TOT ZIENS OP … Infosessies Studiedag 23 oktober
27 augustus voor CVO’s (instellingen en leerlingen) 4 september voor CVO’s (personeel) 10 september voor CBE’s (aanbod, organisatie en personeel) Studiedag 23 oktober VM: geïntegreerde trajecten NM: tweedekansonderwijs/samenwerkingsverbanden CVO’s – CBE’s

145 Sprekers Nicole Speleers, afdelingshoofd Instellingen en Leerlingen Secundair Onderwijs en Volwassenenonderwijs Peter Michielsens, coördinerend inspecteur-generaal Chama Rhellam, adjunct van de directeur afdeling Instellingen en Leerlingen Secundair Onderwijs en Volwassenenonderwijs Patrick Weckesser, adjunct van de directeur afdeling Volwassenenonderwijs Lieve Gyselinck, senior hoofdmedewerker afdeling Volwassenenonderwijs Jeroen Backs, raadgever Kabinet Vlaams minister Frank Vandenbroucke


Download ppt "INFOMOMENT VOLWASSENENONDERWIJS 29 juni 2009"

Verwante presentaties


Ads door Google