De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Informatietechnologie en organisatie

Verwante presentaties


Presentatie over: "Informatietechnologie en organisatie"— Transcript van de presentatie:

1 Informatietechnologie en organisatie
organisatiemodellen, veranderingsstrategieen en de gevolgen voor vaardigheden en voor de kwalitatieve structuur van de arbeidsmarkt

2 Literatuur: Boonstra & Jongeneelen: Vernieuwing van technologie en organisatie Van den Besselaar Technologie en veranderende kwalificatievereisten

3 Thema’s: Organisaties in een veranderende omgeving ICT en efficiëntie
netwerkeconomie, globalisering, liberalisering, privatisering nieuwe consumptiepatronen: turbulente markten, segmentatie, kwaliteitseisen ICT en efficiëntie Produktiviteitsparadox Radicale organisatieaanpassingen Gevolgen: kwaliteit v/d arbeid, vaardigheden

4 Industrieel versus informationeel
Taylorisme en fordisme de problemen oplossingen herontwerp strategieën 1. Business Proces Redesign; 2. Lean production; 3. Socio-technisch herontwerp

5 Taylorisme / fordisme Problemen Massaproduktie en massaconsumptie
Scheiding van planning en uitvoering Arbeidsverdeling Problemen te weinig flexibiliteit (bureaucratie!) te weinig produktdifferentiatie (flexibele autom.) van massaproduktie naar mass-customization te langzame produktvernieuwing te weinig kwaliteit

6 Organisaties in de Informatiesamenleving
de virtuele organisatie uitbesteden van deel van activiteiten netwerk organisatie

7 kwalitatieve structuur van de werkgelegenheid
Wat zijn de veranderingen in de kwalitatieve structuur van de werkgelegenheid? In welke mate worden deze veranderingen veroorzaakt door technologische ontwikkelingen? Welke andere factoren spelen nog meer een rol (als condities; als oorzaken)? Implicaties voor de toekomst van de arbeid.

8 De kwalitatieve structuur van de werkgelegenheid:
werkgelegenheid naar beroepsgroepen beroep als kenmerk personen beroep als kenmerk feitelijk werk functies en functieniveaus

9 Issues theoretisch methodisch wat is een functie?
wat is relevant voor het functieniveau? methodisch Hoe te meten? Zijn er data? Multi level

10 Dimensies van van functies 1
Arbeidsinhoud breedte en complexiteit van de taken, leermogelijkheden Arbeidsomstandigheden veiligheid, gezondheid, mate van werkdruk, sociaal contact

11 Dimensies van functies 2
Arbeidsvoorwaarden loon, arbeidstijden, arbeidszekerheid, loopbaanperspectieven, secundaire arbeidsvoorwaarden Arbeidsverhoudingen, de mate van autonomie medezeggenschap over beloningen werktijdenregelingen; medezeggenschap over ondernemingsbeleid vormen van onderhandelen regelingen over vakbondsparticipatie

12 Functieniveau: Vereiste vaardigheden & autonomie
Operationaliseren in termen van aantal jaar formele opleiding on the job-leertijd, belang van ervaring mate van autonomie in de uitoefening van taken

13 Functieniveau en kwaliteit van de arbeid
Kwaliteit van de arbeid is breder, en heeft een waarderingsaspect Functieniveau heeft wel gevolgen voor de andere dimensies (bv. voor loopbaan, arbeidszekerheid, loon)

14 Problemen met de definitie van 'functieniveau’
Multidimensionaliteit Objectief versus subjectief Ideologische lading onzichtbare (tacit) kwalificaties

15 Multidimensionaliteit:
breedte diepte complexiteit zelfstandig oordeel hoe ‘op tellen’? schaalconstructie

16 Functieniveau: kenmerk van functie, of van functiebezetter?
Human capital theorie

17 Ideologische lading in bepaling van benodigde vaardigheden of van autonomie machinegerelateerde functies versus andere functies de kinderverzorgster versus de parkeerplaatsbeheerder vaardigheden/ervaring als toegangsregulering: gilden; notariaat

18 tacit skills alle vaardigheden zijn complex
historische dimensie van vaardigheden geschoolder worden van de bevolking

19 Operationaliseren en meten meten van complexiteit, breedte, autonomie
additieve schaal: leertijd als goede operationalisatie? type opleiding als operationalisatie? beschikbaarheid van statistieken beroepenclassificaties worden laat of niet aangepast beroepen zijn verticaal en horizontaal heterogeen

20 operationaliseren en meten 2
case-studies criteria voor niveau vergelijkingen methodologische problemen: multi level probleem micro zie je de link preciezer, maar is veralgemenisering onmogelijk macro zie je de resulterende trends, maar de achterliggende oorzaken zijn verder weg

21 Degradatie, regradatie, polarisatie
Individuele functies degradatie, regradatie, verval, creatie van functies Functiestructuur van bedrijf degradatie, regradatie, polarisatie van functiestructuur Kwalitatieve structuur van de werkgelegenheid degradatie, regradatie, polarisatie van werkgelegenheidsstructuur Tegenstrijdige tendensen op de verschillende niveaus!!

22 Rol technologie bij veranderingen van de kwaliteit van de arbeid:
produktinnovatie -> marktveranderingen -> veranderingen in de sectorstructuur -> veranderingen in de beroepsstructuur procesinnovatie -> andere vereiste vaardigheden (oude taken verdwijnen, nieuwe ontstaan) ICT leidt tot globalisering (concurrentie op een turbulente wereldmarkt) tot nieuwe produktieconcepten (BPR, lean produktie, virtual organization), en leidt tot de informatiesamenleving.

23 Technologische ontwikkelingen en procesinnovatie
mechanisering van de transformatie mechanisering van de verplaatsing mechanisering van de besturing/controle als dimensies en als historische ontwikkeling mechanisering als een driedimensionale ruimte

24 Mechanisering en taakontwerp
Mate waarin de drie dimensies zijn gemechaniseerd specificeert welke taken overblijven, die vervolgens op verschillende manieren tot nieuwe functies kunnen worden samengevoegd. Dit levert verschillende analytisch te onderscheiden produktieconcepten op.

25 De drie meest besproken produktieconcepten zijn:
Taylorisme / Fordisme Neo Fordisme (Lean production; BPR) Post Fordisme (Humanisering) Welke dynamiek ligt nu onder de mechanisering en de diffusie van de verschillende produktieconcepten? keuzevrijheid? (humanisering kan!) of noodzaak? (humanisering moet!).

26 Keuzevrijheid Strategieën, keuzen, meerdimensionaal optimaliseren (De Sitter) Technologisch determinisme wordt verfoeid. Maar, wetenschap = vragen naar de determinerende aard van factoren. Verschil tussen de ontwikkelingslogische mogelijkheden en de bepaalde historisch aan te treffen ontwikkelingsdynamiek.

27 Technologie determineert
fasen in economische ontwikkeling (Clark, Fourastie, Bell) fasen in de technologie = fasen in de ontwikkeling van produktieprocessen en vereiste vaardigheden (Touraine)

28 Omgeving determineert:
markt -> technologie -> vereiste vaardigheden seriegrootte bepaalt optimale produktietechniek (Woodward) mate van turbulentie van markt (Kern&Schumann; Poire&Sable) cultuur bepaalt produktieorganisatie & techniek & KvdA (Gallie) Maatschappelijke orde determineert kapitalisme Management wil controle ->arbeidsverdeling en technologie (Braverman)

29 Segmentering van de arbeidsmarkt
twee typen arbeidsmarkten

30 Onderzoeksresultaten
Individuele functies vergelijken van individuele functiebeschrijvingen bv. in functieklassificatiesystemen (Huijgen; Cappelli). Oude case-studies laten vaker degradatie zien, recente vaker regradatie studies op individueel niveau zeggen echter weinig over trends, vanwege het 'compositie’-effect

31 Functiestructuur van bedrijven
meestal geen effect (Batenburg) indien wel: vaker regradatie (recente periode) maar hoe zit het crisis-effect hierin (disproportioneel verval van lagere functies)? sterkste samenhang: tussen gebruiksduur van innovatie en degradatie.

32 Werkgelegenheidsstructuur
Nederland (Huijgen) geaggregeerd: regradatie; gedesaggregeerd: degradatie voor blauwe boorden; degradatie en dan regradatie voor witte boorden Dit lijkt veranderingen op bedrijfsniveau te representeren USA: (E.O. Wright) zelfde resultaten

33 Werk en opleiding Vraag naar arbeid Aanbod van arbeid Discrepanties:
veranderingen in opleidingsniveau versus functieniveau veranderingen

34 Lange termijn: golven in kwalita-tieve structuur werkgelegenheid?
crisis = transitiefase: netto regradatie veel verval (met name aan onderkant en bij vroeggeautomatiseerde functies), enige creatie (vooral aan bovenkant) in het algemeen regradatie van functies (turbulente markten; commerciële functies) bloeifase/rijpheidsfase: netto degradatie verval ook aan de bovenkant; degradatie van hogere functies, vanwege verder ontwikkelde technologie en leerprocessen.


Download ppt "Informatietechnologie en organisatie"

Verwante presentaties


Ads door Google