De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Inleiding in de Morfologie (in relatie tot de Fonologie)

Verwante presentaties


Presentatie over: "Inleiding in de Morfologie (in relatie tot de Fonologie)"— Transcript van de presentatie:

1 Inleiding in de Morfologie (in relatie tot de Fonologie)
College 9 Morfo(no)logie Inleiding in de Morfologie (in relatie tot de Fonologie)

2 Inleiding Morfologie Eerste uur: inleiding
indeling woorden woordvorming Tweede uur: diminutiefsuffix diminutiefsuffix in het Nederlands affixeigenschappen en het lexicon

3 Definitie Morfologie Subdiscipline van de taalkunde die zich bezig houdt met de structuur van gelede woorden en met regels waardoor woorden gevormd kunnen worden.

4 Definitie Morfeem Morfeem = Kleinste eenheid van een taal met een zelfstandige betekenis en/of grammaticale functie gel. & ongel.

5 Definitie Morfeem Morfeem = Kleinste eenheid van een taal met een zelfstandige betekenis en/of grammaticale functie huis huis#deur huis#deur+tje vroeger: kleinste betekenisdragende eenheid echter: een mooi boek/het mooie boek

6 Morfeem & Allomorf Morfeem = Kleinste eenheid van een taal met een zelfstandige betekenis en/of grammaticale functie Allomorf = één van de klankvormen van een morfeem, variaties van een morfeem met zelfde betekenis/functie (vgl. foneem-allofoon) vb. -tje, -pje, -kje, -je, -etje

7 Indeling woorden Open en gesloten woordsoorten
Gelede en ongelede woorden Gebonden en vrije morfemen

8 Open en gesloten woordsoorten
Open woordsoorten: zelfst. nw./ww./adj./adverb/(interj.) Gesloten woordsoorten: voegw./prep./voornw./lidw./telw.

9 Open en gesloten woordsoorten
Alleen aan de open woordsoorten worden met grote regelmaat nieuwe items toegevoegd: check; save; chip; uitloggen; faxen; onwijs; hip cf. ook Reinsma (1975) Neologismen vet cool stond er nog niet in

10

11 Open en gesloten woordsoorten
Woord van de week (Jack Hoeksema): iPodisering – Sonjabakkeren – Pimpen – Monosyllabicus – Bokitoproof – Hangbejaarden – Hangduiven – Betutteltrut – Pim-moe – Poederbriever Nieuwvormingen zijn alleen mogelijk bij open woordsoorten: zelfst nw.; ww.; adj.; adv.

12 Open en gesloten woordsoorten
Zelfs bewuste pogingen om gesloten woordsoorten uit te breiden mislukken meestal. (vgl. het politiek correcte bez. vnw. zaar) het kind en zaar pop (vgl. mensjaren)

13 Open en gesloten woordsoorten
Niet alleen toevoegingen aan, maar ook verwijderingen uit het lexicon: Sommige neologismen redden het niet: langspeler; naaktflitser; prop; gogo

14 Open en gesloten woordsoorten
Niet alleen toevoegingen aan-, maar ook verwijderingen uit het lexicon: Sommige neologismen redden het niet: langspeler; prop; gogo Sommige woorden verdwijnen kazemat; trimmen (?); wachten (voor)

15 Gelede en ongelede woorden
Definities: Ongelede woorden bestaan uit één morfeem Gelede woorden bestaan uit meerdere morfemen.

16 Gelede en ongelede woorden
Geleedheid is niet altijd even makkelijk vast te stellen: ontdekken is geleed (ont- en dekken leveren beide een relatief duidelijk te omschrijven bijdrage), maar vgl. ontberen, ontfermen, ontwaren. cf. onnozel (met dank aan N.Streekstra voor de strip) def. morfeem

17

18

19 Gelede en ongelede woorden
Geleedheid is niet altijd even makkelijk vast te stellen. blueberry echter: blackberry (kan ook rood of groen zijn) strawberry cranberry (cran betekent niets)

20 Gelede en ongelede woorden
Geleedheid is niet altijd even makkelijk vast te stellen. NRC: [Deze winkel heeft wekelijks aanbiedingen] ‘…omdat het publiek op koopjes is belust.’ (Sassen 1964)

21 Gelede en ongelede woorden
‘…omdat het publiek op koopjes is belust.’ vgl. ‘...omdat hij het bedacht heeft.’ ‘…omdat hij het heeft bedacht.’ belust lijkt geleed; be is prefix?

22 Gelede en ongelede woorden
*‘…omdat het publiek op koopjes is belust’ vgl. ‘...omdat hij het bedacht heeft.’ ‘…omdat hij het heeft bedacht.’ vgl. ‘…omdat hij ziek is.’ * ‘… omdat hij is ziek.’ belust is een adjectief, net als ziek

23 Gelede en ongelede woorden
Omdat de velden blank stonden, heeft de KNVB alle voetbalwedstrijden moeten ...

24 Vrije & gebonden morfemen
Gebonden morfemen kunnen niet los voorkomen. vb: ont- in ontdoen; -heid in schoonheid

25 Vrije & gebonden morfemen
Gebonden morfemen kunnen niet los voorkomen. vb: ont- in ontdoen; -heid in schoonheid Vrije morfemen kunnen los voorkomen. vb: doen in ontdoen; schoon in schoonheid

26 Morfologische regels Twee soorten morfologische regels:
1. Woordvormingsregels die de combinatie van morfemen beschrijven (flexie en woordvorming)

27 Morfologische regels Twee soorten morfologische regels:
1. Woordvormingsregels die de combinatie van morfemen beschrijven (flexie en woordvorming) 2. Regels die de variatie in de klankvorm van morfemen verantwoorden

28 Woordvormingsregels flexie (of inflectie)
De vorm van een woord wordt aangepast aan zijn grammaticale functie in de zin in het geval van bijvoeglijke bepalingen, aan het woord waarbij het hoort.

29 Woordvormingsregels a. flexie 1. vervoeging (conjugatie)
ik loop-hij loopt-wij lopen 2. verbuiging (declinatie) de vader- des vaders; groot-groter bij flexie blijft de woordsoort altijd gelijk

30 Woordvormingsregels a. flexie 1. verbuiging (declinatie)
2. vervoeging (conjugatie) b. woordvorming 1. afleiding (derivatie) groen + ig  groenig 2. samenstelling (compositum) huis # deur  huisdeur 3. samenstellende afleiding drie # wiel + er

31 1. Afleidingen Prefix: ge-; on-; pre-: Infix: ge in het Yurok:
vb. gebod; onwijs; prehistorie Infix: ge in het Yurok: vb. sepolah ‘veld’; segepolah ‘velden’ Suffix: -heid; -schap: vb. blijheid; ouderschap

32 2. Samenstellingen huisdeur; angstschreeuw; herfststorm; herfstsprookje; kraaieëieren (oude spelling) (Battus) Grote combinatorische vrijheid: groentesoep - soepgroente voetbalzaal - zaalvoetbal

33 Battus!

34 High Fidelity (1995) - Nick Hornby
a once-in-a-lifetime-experience (p.58) At the time I thought it was a let’s-be-grown-up-about-life’s-imperfectibility-sort-of-conversation, … (p.100) Nederlands: een je-weet-wel-kater – Mag-ik-u-iets-vragen-meisjes (uit woord vd week)

35 Right Hand Head Rule Normaal: laatste lid van een samenstelling is de kern: huisdeur is een soort deur keuze lidwoord: de voetbalzaal het droombeeld

36 Right Hand Head Rule uitzonderingen (vaak gelexicaliseerd):
vrijuit (bijwoord) flapuit, klaarover (zelfst. nw.) kerkhof, domoor, tijdstip, Bijlmermeer (keuze lidwoord)

37 3. Samenstellende afleiding
Probleem: hoe leid je deze woorden af? drie # wiel + er data: rondborstig; wijdbeens; machthebber; breedgeschouderd; veelwijverij Three Dog Night

38 Verschillende procédés
Flexie en afleiding kunnen ook plaatsvinden d.m.v. ablaut reduplicatie

39 Ablaut Flexie: brek(en) - brak Derivatie: schiet(en) - schot

40 Reduplicatie Quecha: waya ‘slap worden’ wayawaya ‘los hangen’
Bella Coola: s-tn ‘boom’ s-tntn ‘bomen’ Sahaptin: pshwa ‘kei pshwapshwa ‘kiezel’ Karok: páchup ‘kus’ pachúpchup ‘kus veel’

41 Reduplicatie Hawaiiaans: Humuhumunukunukuapua’a ‘trekkervis’

42 Reduplicatie in het Nederlands?
Niet productief1, vaak ontleend tumtum; tamtam; tomtom; klukkluk; blauwblauw; samsam; bushbush; koeskoes; bonbon 1) thuisthuis; beerbeer

43 Diminutiefsuffix in het Nederlands
Morfonologische regel Allomorfen: -je; -tje; -pje; -etje; -kje data: teken; kooi; pal; paal; villa; dag; bom; boom; koning; ring; beloning; kegel; duw; kado; rollade; roker; tor; ton; bezem; pot; sloof; tas; haak; kop; kraam; paling ; woning; oma; koor; heer, etc.

44 Indeling data -je: kopje; potje; haakje; sloofje; tasje; dagje regel

45 Indeling data -tje: villaatje; omaatje; kadootje; rolladetje
kooitje; duwtje; kegeltje; rokertje; tekentje; paaltje; koortje; heertje regel

46 Indeling data -pje: boompje; kraampje; bezempje regel

47 Indeling data -etje: palletje; torretje; bommetje; tonnetje; tongetje
ringetje (niet: paal+etje) (niet: beloning+etje) (niet: bezem+etje) regel

48 Indeling data -kje: koninkje; beloninkje; palinkje; woninkje
(niet: rinkje; tonkje) regel

49 Morfonologische Regel
allomorf -je na obstruent ([-sonorant]) data

50 Morfonologische Regel
allomorf -je na obstruent ([-sonorant]) major classes (vgl. sonoriteitshiërarchie): obstruent son.cons. glijder vocaal p,t,k,f,s,.. m,n,,l,r j,w, i,u,a

51 Morfonologische Regel
allomorf -tje na vocaal; glijder; lange vocaal plus n,l,r schwa plus n,l,r (n,l,r = son.cons.minus m) -tje of -je onderliggende vorm? data

52 Morfonologische Regel
allomorf -pje na lange vocaal plus m schwa plus m data

53 Morfonologische Regel
allomorf -etje na korte voc. plus m,n,,l,r (=sonorante consonant) conditie: korte vocaal is beklemtoond anders ook: koningetje; palingetje, etc. data

54 Morfonologische Regel
allomorf -kje na onbeklemtoonde voc. plus  (=velaire nasaal) conditie: vocaal is onbeklemtoond anders ook: rinkje, tonkje, etc. data

55 Morfonologische Regel
bokje /tj/  [j] / [-sonorant] + ____ /tj/  [pj] / ____ schwa [+tense]? +nas +ant -cor +syl +tense boompje

56 Morfonologische Regel
/tj/  [tj] / ____ /tj/  [kj] / ____ +syl -tense +son +cons bommetje ringetje σs +nas -ant -cor koninkje σw

57 Probleem leerling koning - koninkje paling - palinkje
leerling leerlingetje

58 Probleem leerling koning - koninkje paling - palinkje
leerling - leerlingetje leer+ling geleed, maar beloning ook: be+loon+ing - beloninkje

59 Suffix -ing vs. suffix -ling
toegift Suffix -ing vs. suffix -ling ring ringetje paling palinkje be + loon + ing - beloninkje oor # ring - oorringetje dus: leer + ling gedraagt zich als leer # ling

60 Derivationele affixen
groen + ig groen + achtig verschil ?

61 Derivationele affixen
rood + ig rood + achtig verschil ?

62 Derivationele affixen
vijand + ig vijand + achtig verschil ?

63 Derivationele affixen
vijand + ig vijand + achtig ig nauwer verbonden met het vrije morfeem achtig heeft duidelijkere grens met vrije morfeem (eerder #-grens)

64 +-grens en #-grens eléctric - electrícity próduct - prodúctive
congrátulate - congratulátion klemtoongevoelige suffixen

65 +-grens en #-grens eléctric - electrícity próduct - prodúctive
congrátulate - congratulátion eléctric - eléctrical lónely - lóneliness méaning - méaningless klemtoongevoelige suffixen klemtoonneutrale suffixen

66 +-grens eléctric - electrícity próduct - prodúctive
congrátulate - congratulátion woorden met klemtoongevoelige suffixen gedragen zich alsof ze ongeleed zijn

67 #-grens eléctric - eléctrical lónely - lóneliness
méaning - méaningless woorden met klemtoonneutrale suffixen gedragen zich alsof ze samengesteld zijn

68 +-grens Nederlands Klemtoondragers:
-es; -elarij; -in; -ij; -ier; -ist; -aris; -eer; -aal; -eel; -isme Klemtoonaantrekkers: -(e)lijk; -ig; -zaam; -isch

69 #-grens Nederlands Klemtoonneutraal:
-achtig; -baar; -er; -erig; -aar; -ing; -ling; -schap; -tje; -je; pje; etje; -kje; -heid

70 ‘+’ affixen Eng.: -ity, -eer, -ure, -ic, in-, -er, -(i)ous, -ate, -an, -th, -ion, -ive Nl.:-es, -elarij, -in, -ij, -ier, -ist, -aris, -eer, -aal, -isme, -(e)lijk, -ig, -zaam, -isch vb.: electricity, engineer fundamenteel, boerin, hartstochtelijk, dienstplichtig

71 ‘+’ affixen Eigenschappen van (woorden met) + affixen:
vaak semantisch ondoorzichtig intiemere relatie met stam verandert stam drastisch niet produktief fonologisch onregelmatig

72 ‘#’ affixen Eng.: -ness, -less, -ful, -ly, non-, -dom, -hood
Nl.: -achtig, -baar, -schap, -er, -erig, -aar, -el, -ing, -the, -pje, je, etje, -kje vb.: freedom, sisterhood, kindly Eindhovenaar, roodachtig, arbeider

73 ‘#’ affixen Eigenschappen van (woorden met) # affixen:
Semantisch doorzichtig scherpe grens met stam laat stam intact produktief minder uitzonderingen

74 Affix stacking voorspelling: #-klasse affix wordt altijd buiten +-klasse affix aangehecht: danger + ous # ness niet: *tender # ness + ous active + ity # less; niet: *fear # less + ity vijand + ig # heid; maar niet: *schoon # heid + ig

75 Lexicale Fonologie en Morfologie
Lexicon = (traditioneel gezien) soort appendix bij de grammatica waarin alle morfemen, lexicale items, zich bevinden met hun idiosyncratische eigenschappen

76 Lexicale Fonologie en Morfologie
Lexicon = (binnen de Lexicale Fonologie) centrale component van de grammatica met naast idiosyncratische eigenschappen van (woorden en) morfemen ook woordvormingsregels en fonologische regels op verschillende niveaus

77 LEXICON MORFOLOGIE FONOLOGIE niet-afgeleide lexicale items level 1 morfologie level 1 fonologie level 2 morfologie level 2 fonologie SYNTAXIS post-lexicale fonologie

78 niet-afgeleide lexicale items
LEXICON MORFOLOGIE FONOLOGIE huis deur -tje (#) niet-afgeleide lexicale items huis level 1 morfologie level 1 fonologie MSR: húis deur MSR: déur level 2 morfologie level 2 fonologie húis # déur CSR: húisdeur SYNTAXIS post-lexicale fonologie

79 niet-afgeleide lexicale items
LEXICON MORFOLOGIE FONOLOGIE huis deur -tje (#) niet-afgeleide lexicale items level 1 morfologie level 1 fonologie huis MSR: húis deur MSR: déur level 2 morfologie level 2 fonologie húis # déur CSR: húisdeur eerst samenstelling dan verkleinwoordsvorming húisdeur # tje onderwerp van debat: hoeveel niveaus (levels) zijn er nodig SYNTAXIS * húisjedeur post-lexicale fonologie

80 Lexicale Fonologie en Morfologie
Na elke morfologische operatie wordt de fonologie op hetzelfde niveau in orde gemaakt

81 niet-afgeleide lexicale items
LEXICON zoon schoon vijand -ig (+) -heid (#) MORFOLOGIE FONOLOGIE niet-afgeleide lexicale items vijand + ig MSR: vijándig schoon level 1 morfologie level 1 fonologie MSR: schóon zoon MSR: zóon level 2 morfologie level 2 fonologie CSR: vijándigheid vijándig # heid CSR: schóonheid schóon # heid CSR: schóonzoon schóon # zóon geen output: *schoonheidig SYNTAXIS post-lexicale fonologie

82 niet-afgeleide lexicale items
LEXICON MORFOLOGIE FONOLOGIE danger -ous (+) -ness (#) niet-afgeleide lexicale items level 1 morfologie level 1 fonologie danger + ous MSR: dángerous level 2 morfologie level 2 fonologie dángerous # ness CSR: dángerousness SYNTAXIS post-lexicale fonologie

83 niet-afgeleide lexicale items
LEXICON MORFOLOGIE FONOLOGIE tender -ous (+) -ness (#) niet-afgeleide lexicale items level 1 morfologie level 1 fonologie tender MSR: ténder level 2 morfologie level 2 fonologie CSR: ténderness ténder # ness geen output: *tendernessous SYNTAXIS post-lexicale fonologie

84 Post-lexicale component
De output van het lexicon is input voor de syntaxis De output van de syntaxis ondergaat nog post-lexicale fonologie, vaak optionele processen, zoals assimilatie, die pas kunnen plaatsvinden bij woorden in zinsverband: Jan i[z] dan i[m] Parijs


Download ppt "Inleiding in de Morfologie (in relatie tot de Fonologie)"

Verwante presentaties


Ads door Google