De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Hfdst 7: Kiessystemen - Verkiezingen zijn een essentieel onderdeel van een representatieve democratie (zie hfdst pol. part. en boek p 141-143) Kiessystemen.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Hfdst 7: Kiessystemen - Verkiezingen zijn een essentieel onderdeel van een representatieve democratie (zie hfdst pol. part. en boek p 141-143) Kiessystemen."— Transcript van de presentatie:

1 Hfdst 7: Kiessystemen - Verkiezingen zijn een essentieel onderdeel van een representatieve democratie (zie hfdst pol. part. en boek p ) Kiessystemen bepalen hoe de vertegenwoordigende vergadering (parlement, gemeenteraad) wordt samengesteld op basis van de stemmen van de kiezers; of hoe een president wordt aangeduid op basis van de stemmen van de kiezer (o.a.: hoe wordt er gestemd? ; wie wordt er gekozen? En, hoe worden de zetels verdeeld?) Kiessystemen bepalen mede hoe het politieke debat wordt gevoerd, hoe campagne wordt gevoerd en hoe er bestuurd kan worden (= kiessysteem als onafhankelijke variabele = explanans)

2 Selectie van de kandidaten
‘primaries’ versus selectie door partij (hiërachie versus militanten, tussenvorm: partij beslist na raadpleging militanten) Selectie kandidaten is personeelsbeleid partijen Selectieproces is conservatief: eerder verkozenen maken meer kans (quota-wetten)

3 Verschillende kiessystemen
Meerderheidssystemen Proportionele (of evenredige) systemen Gemengde systemen

4 Meerderheidssystemen
- Oudste kiessysteem, en dat met relatieve meerderheid, het éénvoudigste - Doel om tot een duidelijke meerderheid te komen om te regeren Onderscheid tussen Uninominaal systeem 1 ronde – Uninominaal 2 ronden Plurinominaal systeem 1 ronde – Plurinominaal 2 ronden (1 ronde: relatieve meerderheid volstaat: 2 ronden: absolute meerderheid is vereist)

5 Uninominaal meerderheidssysteem met één kiesronde
Andere benaming: uninominaal meerderheidssysteem met relatieve meerderheid (first past the post) Meest éénvoudige kiessysteem, niet in véél landen toegepast maar wel in enkele grote: GB, USA (voor kamer en senaat), Canada, India, … Uninominaal systeem: elke zetel wordt afzonderlijk toegewezen : één verkozene per kiesdistrict Een kiesronde: De kiezer stemt maar één maal Belangrijkse logica: eerste zijn, niet hoeveel stemmen je haalt is belangrijk, maar winnen

6 Resultaat verkiezingen in kieskring Glasgow-Zuid

7 Resultaat verkiezing in kieskring Edinburgh-zuid

8 Belangrijk gevolg: disproportionaliteit
Disproportionaliteit tussen het % van de stemmen en het % van de zetels (oververtegenwoordiging van zetels tov het aantal stemmen voor de eerste partij) Onder-vertegenwoordiging in zetels t.o.v. het aantal stemmen van de tweede partij en de volgende partijen

9 Resultaat parlementsverkiezingen GB 2005

10 Resultaat parlementsverkiezingen GB in 2001
 2001 Voix % en voix Sièges % en sièges Conservative Party 8 370 025 31,71 166 25,22 Labour Party 10 737 967 40,69 412 62,61 Liberal Democrats 4 819 239 18,26 52 7,90 Scottish National Party 458 041 1,74 5 0,76 Green Party 166 477 0,63 Plaid Cymru 195 892 0,74 4 0,61 North Irish Parties 758 152 2,87 18 2,76 Autres 496 184 1,88 1 0,15

11 Resultaat parlementsverkiezingen 2010 (3 grote partijen)
% VOTES % SEATS CONSERVATIVES 36,1 47,1 LABOUR 29 39,7 LIB DEM 23 8,8

12 Canadese verkiezingen 14 oktober 2008

13 Het belang van de geografische concentratie
Voor de twee eerste partijen is een homogene verdeling van hun resultaten belangrijker dan op bepaalde plaatsen héél sterk te zijn en op andere zwak Als er sterke geografische verschillen zijn in de verkiezingsuitslagen, kan het voorkomen dat een partij een meerderheid van stemmen haalt en géén meerderheid in zetels Voor derde partijen is het beter om in enkele kieskringen héél sterk te staan en zo daar een zetel te behalen Dit kiessysteem leidt tot een twee-partijen systeem (neiging tot nuttige stem) Wordt gebruikt voor verkiezing van parlementen; ook rechters en sheriffs in VSA; soms ook presidentsverkiezingen (1 kieskring): Ierland

14 Plurinominaal meerderheidssysteem met één kiesronde: winner takes it all
Andere benaming: plurinominaal meerderheidssysteem met relatieve meerderheid Meerdere zetels te verdelen per kieskring, diegene die een relatieve meerderheid heeft haalt alle zetels De kiezer stemt maar één maal • In dit kiessysteem is de disproportionaliteit tussen het percentage stemmen en het percentage zetels van de winnaar nog groter Het vb bij uitstek: de presidentsverkiezingen in de VSA (indirecte stemming: kiezers kiezen president niet rechtsreeks, maar electoral college of grand electors) -elke staat beschikt over een bepaald aantal ‘grand electors’ die een presidentskandidaat ondersteunen, varieert i.f.v. demografische sterkte

15 - De logica: winnen in elke staat om de grote kiezers te verdienen, relatieve meerderheid volstaat
- Belang van geografische verdeling van de stemmen : zoveel mogelijk grote staten winnen

16 1984 1996 2004 Alabama 9 Alaska 3 Arizona 7 8 10 Arkansas 6 Californie 47 54 55 Caroline du Nord 13 14 15 Caroline du Sud Colorado Connecticut Dakota du Nord Dakota du Sud Delaware Columbia Floride 21 25 27 Géorgie 12 Hawaii 4 Idaho Illinois 24 22 Indiana 11

17 Iowa 8 7 Kansas 6 Kentucky 9 Louisiane 10 Maine 4 Maryland Massachusetts 13 12 Michigan 20 18 17 Minnesota Mississippi Missouri 11 Montana 3 Nebraska 5 Nevada New Hampshire New Jersey 16 15 Nouveau Mexique New York 36 33 31 Ohio 23 21 Oklahoma

18 Oregon 7 Pennsylvanie 25 23 21 Rhode Island 4 Tennessee 11 Texas 29 32 34 Utah 5 Vermont 3 Virginie 12 13 Washington 10 Virginie occidentale 6 Wisconsin Wyoming États-Unis 538

19 Gevolg: disproportionaliteit tussen aantal stemmen en aantal zetels voor winnaar
Clinton-Dole 1996 Bill Clinton behaalde 70, 48% van de kiesmannen met 49,2 % van de stemmen Bob Dole behaalde 26, 5 % van de kiesmannen met 40 % van de stemmen Ross Perot (onafhankelijke) 0 % van kiesmannen met 8, 8% van de stemmen Reagan-Mondale 1984 Ronald Reagan behaalde 97,5% van de kiesmannen met 58,8 % van de stemmen Walter Mondale behaalde 2,5 % van de kiesmannen met 40 % van de stemmen Verschil in stemmen was 18 %, verschil in kiesmannen 95%

20 -hoe meer afstand tussen de kandidaten, hoe groter de disproportionaliteit tussen % stemmen en % kiesmannen voor de winnaar -ook hier is diegene die het meest aantal stemmen haalt (popular vote) niet noodzakelijk deze die het meest aantal kiesmannen behaalt (electoral vote) en dus de verkiezingen wint; vb bij uitstek: presidentsverkiezingen 2000 Bush-Gore -

21 Swing states: twijfelachtige staten die zowel door de democratische kandidaat als door de republikeinse kandidaat kunnen gewonnen worden (versus safe states) Derde kandidaat kan zo goed als niet verkozen worden : vb: Ross Perot , 1992 (Bush senior versus Clinton) : 19 % van stemmen maar geen enkele staat; maar kan wel verkiezingsuitslag beïnvloeden (2000: Ralph Nader, groene kandidaat haalde 2,7 % van de stemmen, heel nipt verschil tussen Bush en Gore, wat als hij er niet was geweest, zou Gore het gehaald hebben?)

22 Overwining van Obama in de Swing States

23 Resultaten van de presidentsverkiezingen in de VSA van 4 november 2008

24

25 Uninominaal meerderheidssysteem met twee kiesronden
Andere benaming: uninominaal meerderheidssysteem met absolute meerderheid Eén verkozene per kiesdistrict, absolute meerderheid is nodig in eerste ronde, als niet behaald (ballotage), 2e ronde, géén absolute meerderheid meer vereist Vb bij uitstek: Franse parlementsverkiezingen/presidentsverkiezingen Logica : eerste zijn in de tweede ronde : hier is het percentage relatief

26 Wie mag deelnemen aan de tweede ronde: regels verschillen per land: in Frankrijk , zij die min. 12,5 van de stemmen van de ingeschreven kiezers haalt Belang van afspraken in de 2e ronde Dit systeem wordt ook gebruikt voor de Franse (en andere) presidentsverkiezingen

27 1995 2007 Eerste ronde Tweede Ronde Tweede Ronde Jospin Chirac Balladur Le Pen Hue Laguiller Anderen 23,3% 20,8 % 18,6% 15 % 8,6% 5,3% 8,4% 47,4% 52,6% Sarkozy Royal Bayrou Besancenot 31,2% 25,9% 10,4% 4,1% 8,8% 53,1 46,9

28 2002 Eerste ronde Tweede Ronde Chirac Le Pen Jospin Bayrou Laguiller Chevènem. Mamère Besancenot 19,9 16,9 16,2 6,8 5,7 5, 5,2 4,2 82,2 17,8

29 Dynamiek van het meerderheidssysteem met 2 kiesronden
Disproportionaliteit tussen het aantal zetels en het aantal stemmen (sterke vermenigvuldiging voor eerste kandidaat) Belang van akkoorden: moeilijkheden voor partijen die niet in staat zijn of niet wensen allianties aan te gaan Neiging tot bi-polarisatie: onstaan van 2 grote blokken

30 Nationale verkiezingen Frankrijk 2007

31  2002 Stemmen % stemmen Zetels % zetels UMP 33,3 357 61,87 PS 24,11 140 24,26 FN 11,34 UDF 4,86 29 5,03 PCF 4,82 21 3,64 Les verts 4,51 3 0,52 Divers droite 921973 3,65 10 1,73 CPNT 422448 1,67 PRG 388891 1,54 7 1,21 LCR 320467 1,27 LO 301984 1,2 Pôle républicain 299897 1,19 Autres écologistes 295899 1,17 MNR 276376 1,09 Divers gauche 275553 6 1,04 MPF 202831 0,8 Divers 194946 0,77 1 0,17 DL 104767 0,41 RPF 94222 0,37 2 0,35 Extrême gauche 81558 0,32 Régionalistes 66240 0,26 Extrême droite 59549 0,24

32  1993 Stemmen Percentage stemmen Zetels Percentage zetels RPR 5 032 496 19,83 242 41,94 UDF 4 731 013 18,64 207 35,87 PS 4 415 495 17,39 53 9,18 MRG + majorité présidentielle 459 483 1,81 14 2,42 FN 3 152 543 12,42 Verts 1 022 196 4,02 GE 917 228 3,61 pcf 2 331 399 24 4,15 Divers droite 1 118 032 4,4 35 6,06 Extrême gauche 432 282 1,66 Divers 1 633 347 7,04 2 0,34

33 Gevolgen van het meerderheidssysteem
Amplificatie van de zetels tov het aantal stemmen voor de eerste partij (kandidaat) Vaak onder-vertegenwoordiging in zetels voor de tweede partij Zeer slechte vertegenwoordiging van derde partijen (behalve partijen die lokaal sterk zijn sterk) Belang van de geografische spreiding van de resultaten 2-partijen of 2-blokken dynamiek Belang van allianties in meerderheidssysteem met 2 kiesronden

34 Toegekende voordelen Duidelijke meerderheid om te regeren
Men stemt voor zijn vertegenwoordiger en regering Verkozenen hebben nauwe band met (kleine) kiesomschrijving

35 Toegekende nadelen « Onrechtvaardig » wat betreft vertegenwoordiging
Rem op nieuwe ideeën en nieuwe partijen Door hun nauw contact met de kiezers verliezen verkozenen vaak hun algemene rol (eerder verdediger van belangen van de regio) De regering beschikt vaak maar over een minderheid van de stemmen (niet van de zetels) Rem op de vertegenwoording van minderheden

36 Proportionele of evenredige kiessystemen
- Proportionaliteit tussen % stemmen voor een partij en % zetels (partij- proportionaliteit) Het is niet de bedoeling een duidelijke winnaar aan te duiden (zoals bij het meerderheidssysteem) maar om de zetels op evenredige wijze te verdelen naar rato van het aantal stemmen Bedoeling is dat het parlement een ‘foto’ is van de van de opinie(s) van de bevolking Om zetels te verdelen over deelnemende partijen: 2 groepen rekenmethoden: quota en delerreeksen Vb: België sinds 1899, daarna in vele andere Europese landen

37 Resultaat van de Belgische federale verkiezingen van 10 juni 2007

38 Een lijsstem Zo goed als elke lijst krijgt een deel van de zetels, belang van de grootte, ook al ben je niet eerst. Stem die je uitbrengt is een lijststem, je stemt niet voor één kandidaat die je partij vertegenwoordigt maar voor een lijst van kandidaten

39 Zetelverdeling Verschillende rekenmethoden 2 types: -QUOTA
-DELERREEKSEN

40 QUOTA methode Een quotum is een aantal stemmen dat een partij moet halen om een zetel te halen Hare quotum (simple quotum): Q: S /Z (S= aantal geldige stemmen; Z= totaal aantal zetels) - eens quotum berekend: aantal stemmen per lijst/quotum = zetels per lijst Hagenbach-Bischoff quotum : Q = S/Z + 1 Imperiali quotum : Q = S/Z + 2 Droop quotum: Q = (S/(Z + 1)) + 1

41 De tweede devolutie Hoe verdelen we de overschot (som van alle cijfers na het decimaalteken eens de quota berekend zijn): 2 methoden: Partij met de grootste rest (bevoordeelt de kleine partijen) Partij met het grootste gemiddelde (bevoordeelt de grote partijen)

42 Vb: Hare quotum en partij met de grootste rest
4 partijen et 10 zetels Partij A heeft 91 000 stemmen behaald Partij B heeft 54 000 stemmen behaald Partij C heeft stemmen behaald Partij D heeft 25 000 stemmen behaald Q = 202 000/10 namelijk 20 200

43 Zetelverdeling A = 91 000/20 200 = 4,5 (4 = 80 800 stemmen). Rest : 91 000 – 80 800 = 10 200 stemmen. B = 54 000/20 200 = 2,6 (2 = 40 400 stemmen). Rest: 54 000 – 40 400 = 13 600 stemmen. C = 32 000/20 200 = 1,5 (1 = 20 200 stemmen). Rest: 32 000 – 20 200 = 11 800 stemmen. D = 25 000/20 200 = 1,2 (1 = 20 200 stemmen). Rest: 25 000 – 20 200 = 4 800 stemmen.

44 A : (4) 10 200 stemmen. => 4 (40%) B : (2) 13 600 stemmen (1e). => 3 (30%) C : (1) 11 800 stemmen (2e). => 2 (20%) D : (1) 4 800 stemmen. => 1 (10%)

45 Hare quotum en grootste gemidelde
Berekening quotient: /10= 20200 Partij A: /20.200= 4,5= 4 zetels Partij B: /20.200= 2,6= 2 zetels Partij C: /20.200= 1,5= 1 zetel Partij D: /20.200= 1,2= 1 zetel = 8 zetels verdeeld, nog 2 te verdelen

46 Verdeling restzetels volgens grootste gemiddelde
Eén voor één worden de restzetels toegevoegd aan elke lijst, bovenop de al toegekende zetel Toekenning van de 9e zetel: S/Z+1 Lijst A = 91 000/4+1 = 18 200 Lijst B = 54 000/2+1 = 18 000 Lijst C = 32 000/1+1 = 16 000 Lijst D = 25 000/1+1 = 12 500

47 Toewijzing van de 10 de zetel S/Z+1
Lijst A = 91 000/5+1 = 15 166 Lijst B = 54 000/2+1 = 18 000 Lijst C = 32 000/1+1 = 16 000 Lijst D = 25 000/1+1 = 12 500

48 Lijst A : 5 zetels  50% v.d. zetels
Uiteindelijke zetelverdeling volgens Hare quotum en grootste gemiddelde : Lijst A : 5 zetels  50% v.d. zetels Lijst B : 3 zetels  30% v.d. zetels Lijst C : 1 zetel  10% v.d. zetels Lijst D : 1 zetel  10% v.d. zetels Grootste gemiddelde regel: voordeliger voor grote partijen Hoe kleiner de kieskringen, hoe voordeliger voor grote partijen

49 De delerreeks methode (méthode par diviseur)
Behaalde stemmen verdelen door …. D'Hondt : 1, 2, 3, n Sainte-Lägue : 1, 3, 5, 7, n Imperiali : 2, 3, 4, 5, 6, n

50 Systeem D’Hondt 56000 33000 26000 15000 1 (1) 56000 (2) 33000 (4) 26000 (7) 15000 2 (3) 28000 (6) 16500 13000 7500 3 (5) 18667 11000 8667 5000 4 (8) 14000 8250 6500 3750 5 11200 6600 5200 3000 6 9333 5500 4333 2500 7 8000 4714 3714 2143 8 7000 4125 3250 1875

51 Deler Saint-Lägue 56000 33000 26000 15000 1 (1) 56000 (2) 33000
56000 33000 26000 15000 1 (1) 56000 (2) 33000 (3) 26000 (5) 15000 3 (4) 18667 (7) 11000 (8) 8667 5000 5 (6)11200 6600 5200 3000 7 8000 4714 3714 2143 9 6222 3667 2889 1667 11 5091 2364 1364 13 4308 2538 2000 1154 15 3733 2200 1733 1000

52 Deler Imperiali 56000 33000 26000 15000 2 (1) 28000 (3) 16500 (5) 13000 7500 3 (2) 18666 (7) 11000 8666 5000 4 (4) 14000 8250 6500 3750 5 (6) 11200 6600 5200 3000 6 (8) 9333 5500 4333 2500 7 8000 4714 3714 2142,9 8 7000 4125 3250 1875 9 6222 3666 2888 1666

53 Kiesdrempel Maatregel die ingrijpt in de proportionele vertegenwoordiging ; doel: versplintering partijsysteem tegengaan Vb: België 5% per provincie sinds 2003 (Groen! 2003), Turkije landelijke drempel van 10 %, Oostenrijk 4%

54 Welke kandidaten zijn verkozen?
Eenvoudig in meerderheidssysteem: winner takes it all Complexer in evenredig systeem: Gesloten lijst Open lijst Gemengd systeem - Wat als kandidaat onstlag neemt of overlijdt?

55 Gevolgen van het evenredig systeem
Betere proportionele vertegenwoordiging, des te meer naargelang de kiesomschrijving groter is (Nederland, 1 kieskring) Meerpartijensysteem Meestal coalitieregeringen

56 Toegekende voordelen Rechtvaardiger dan meerderheidssysteem. Geeft meer nuances en conflicten in de publieke opinie weer. Laat toe dat nieuwe ideeën vertegenwoordigd worden in het Parlement. Verkozenen zijn niet de enige vertegenwoordiger van hun regio en hebben zo meer aandacht voor het algemeen belang. De regering vertegenwoordigt meestal een meerderheid aan stemmen (bij meerderheidssysteem vaak enkel meerderheid aan zetels)

57 Toegekende nadelen De kiezer weet niet voor welke regering hij stemt
Risico van versplintering van het partijlandschap Band met de kiezers zou minder sterk zijn

58 Gemengde kiessystemen
Kiessystemen zijn niet neutraal. Ze hebben duidelijke gevolgen. Kiessystemen hervormen is dan vaak ook een heuse politieke strijd. Sommige proberen aan de voor- en of nadelen van het ene of andere systeem tegemoet te komen door een gemengd systeem in te stellen. Voorbeelden: Duitsland (boek p 161) en Italie (1993: 2 stemmen: 1/4 van de zetels wordt toegewezen volgens het evenredigheidssysteem, en de rest via het meerderheidsysteem; 2005: 1 stem; 340 van 630 zetels gaan naar 1e partij) Frankrijk: lokale en regionale verkiezingen (1e lijst helft -1e lijst ¼ van de zetels + deelname aan proportionele verdeling rest) .

59 Methodes om stemgedrag te begrijpen
Electorale geografie en electorale sociologie Electorale geografie: - In relatie brengen van verkiezingsresultaten met socio-economische en demografische kenmerken per regio - voorloper: André Siegfried « Table Politique de la France de l’Ouest » 1913!

60 Electorale sociologie
De stemming is geheim, stemmotivaties analyseren via surveyonderzoek (enquêtes via vragenlijst) en/of interviews bij een representatieve steekproef uit het kiezercorps) Ook pre-electorale enquêtes Belang van de kwaliteit van de vragenlijst Voldoende ruime en representatieve steekproef Voorzichtigheid bij het interpreteren van de resultaten

61 Theoretische benaderingen ter verklaring van stemgedrag
1. sociaal determinisme (zware variablen/politiek-sociologische benadering) Columbia model (Lazarsfeld, Berelson & Gaudet - People’s Choice, 1944) (socio-economisch statuut, opleiding, woonplaats, geloofsovertuiging, geslacht, leeftijd, vorige stem, familiale socialisatie) 2. verklaringen die uitgaan van attitudes / issue voting Nie, Verba & Petrocik - The Changing American Voter, 1979)

62 3. rational-choice benaderingen
Rationele keuze: de metafoor van de markt : Downs – An Economic Theory of Democracy, 1957) (politieke markt en politiek aanbod) -factoren die stemgedrag bepalen op lange termijn: lidmaatschappen, waarden: verklaren waarom kiezers meestal op bepaalde partijen stemmen -factoren die stemgedrag bepalen op korte termijn: kandidaten, campagne, aanwezigheid op televisie, internationale of nationale gebeurtenissen 4.

63 Gerrymandering: aanpassen van grenzen van kiesdistricten om strategische redenen

64 Gerrymandering

65 Gerrymandering


Download ppt "Hfdst 7: Kiessystemen - Verkiezingen zijn een essentieel onderdeel van een representatieve democratie (zie hfdst pol. part. en boek p 141-143) Kiessystemen."

Verwante presentaties


Ads door Google