De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Het christendom is de grootste godsdienst, maar is op zijn retour.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Het christendom is de grootste godsdienst, maar is op zijn retour."— Transcript van de presentatie:

1 Het christendom is de grootste godsdienst, maar is op zijn retour.
Het liberale, vrijzinnige christendom dat in de 20e eeuw in westerse landen snel groeide, wordt daar ingehaald door evangelisch, charismatisch christendom. Ook het orthodoxe christendom doet het tegenwoordig weer goed. Maar hoe zag het christendom er in zijn begindagen uit? Door vondsten als de Dode-Zeerollen en de Nag-Hammadigeschriften is over die vraag de laatste jaren meer bekend geworden. Het christendom blijkt geworteld te zijn in veel oudere tradities. We zullen deze tradities gaan bekijken en zien hoe zij leidden tot wat nu traditioneel christendom is. Begrip van haar wortels kan de waardering voor het christendom alleen maar doen toenemen. Jos van den Enden, NPB Brielle, 14 december 2008

2 Inleiding Deel 1 - Het verhaal gaat... Deel 2 - Voorlopers van het christendom. Koffie Deel 3 - Het ontstaan van het christendom. Conclusies - Discussie

3 Inleiding Toon Hermans zingt over de Man van de Nieuwe Tijd.

4 Het vroege christendom beloofde een nieuwe tijd in te luiden.
Het was: - Sociaal (verzorging van ‘weduwen en wezen’, vrijheid voor slaven) - Politiek aantrekkelijk (belofte van vrede, rechtvaardige koning, nl. Jezus) - Esoterisch (belofte van (zelf)kennis - sprak de hogere klasse aan) - Aantrekkelijk qua leerstellingen (‘eeuwig leven’ voor goedwillenden) Maar... al snel greep de bovenlaag de macht en onstond er een onderdrukkende, hiërarchische structuur.

5 Het christendom is nog steeds de religie met de meeste aanhangers.
Onze cultuur is gegrondvest op het christendom. Toch is het christendom op zijn retour. Voor veel mensen hebben christelijke dogma’s afgedaan. Charismatisch christendom is in opkomst Orthodox christendom doet het ook goed We leven nu 2000 jaar later en blikken terug.

6 Maar pas op! Ik ga u dingen vertellen die niet algemeen geaccepteerd zijn, maar waarvan ik denk dat zij dat over een tijd wel zijn. Zie “Christ myth theory” in de Engelstalige Wikipedia.

7 Deel 1 - Het verhaal gaat... Het verhaal zoals we dat kennen. - Jezus wordt geboren aan het begin van onze jaartelling. - Op ca. 30 jarige leeftijd begint hij zijn prediking. - Als hij ca. 33 jaar is wordt hij gedood, maar staat na 3 dagen op. - Binnen 7 weken vindt zijn hemelvaart plaats. - Zijn leerlingen blijven achter in afwachting van zijn wederkomst. - Petrus verspreidt zijn leer onder joden, Paulus onder heidenen. - Al snel ontstaan verschillende versies van Jezus’ (unieke) leer.

8 Deze hele voorstelling van zaken berust op fictie.
Jezus heeft, zoals hij in de evangeliën wordt neergezet, nooit bestaan. Hij stichtte ook niet het christendom. Schweitzer maakte als eerste duidelijk dat de vier evangeliën ons niet het historisch materiaal kunnen leveren voor iets dat ook maar lijkt op een Jezus-biografie in moderne zin. - Ton Crijnen in Trouw

9 Een ieder creëerde (en creëert) zijn eigen ‘Jezus’.

10 Welke Jezus beantwoordt aan uw beeld?
Deze? Of deze? Of deze? Of deze? Of deze? Of deze? Of deze? Deze laatste is een recontructie van een schedel uit Jezus’s tijd en woonplaats.

11 Hoe het is vastgelegd in de Bijbel.
- Mattheüs - Marcus - Lucas - Johannes - Optreden van Jezus - Handelingen - Optreden van discipelen en apostelen - Div. brieven - Verhandelingen over de leer - Openbaring - Verhandeling over de eindtijd

12 De werkelijkheid is heel anders (jaartallen bij benadering).
- Div. brieven - Verhandelingen over de leer - Marcus - Optreden van Jezus - Lucas - Optreden van Jezus - Mattheüs - Optreden van Jezus - Handelingen - Optreden van discipelen en apostelen - Div. brieven - Verhandelingen over de leer - Johannes - Optreden van Jezus - Openbaring - Verhandeling over de eindtijd

13 ‘Echte’ brieven van Paulus zijn de alleroudste:
1 Thessalonicenzen (50) Galaten (53-55) 1 en 2 Korinthiërs (55-56) Romeinen (56) Filippenzen (?) De evangeliën werden veel later geschreven: Marcus (70-80) Lucas (70-100) Mattheüs (70-100) Johannes ( )

14 ‘Onechte’ brieven van Paulus met jaartal:
Kolossenzen (ca. 80) Hebreeën (ca. 85) 2 Thessalonicenzen (ca. 95) 1 en 2 Timotheüs (ca. 100) Titus (ca. 100) Efeziërs (?) Filemon (?) ongeveer tegelijk met de evangeliën.

15 Misverstanden. - De evangeliën zijn geschiedkundige verslagen. - Jezus is een aanwijsbare historische figuur. - De christelijke leer is uniek en kent geen precedent. - De oospronkelijke leer was zuiver; pas later traden varianten op.

16 Maar het grootste misverstand is dat:
- de mensen die over Jezus schreven, hem hebben gekend. Jezus, als hij al geleefd heeft, leefde generaties eerder. Dit vereist een omslag in het denken: De apostelen hadden ‘openbaringen’ over Jezus en zagen hem als een mystiek figuur; pas later werden de verhalen over hem gevormd. De volgorde van de bijbelboeken van het Nieuwe Testament zet ons op het verkeerde been.

17 Toen Paulus zijn eerste brieven schreef in de jaren 50 had hij visioenen gehad waarin hij de hemelse Jezus klaar zag staan om de wereld te oordelen. “Wanneer het signaal gegeven wordt, de aartsengel zijn stem verheft en de bazuin van God weerklinkt, zal de Heer zelf uit de hemel neerdalen. Dan zullen eerst de doden die Christus toebehoren opstaan.” Tess. 4:16; alleroudste brief, ca. 50 n. Chr.

18 Toen Paulus zijn eerste brieven schreef in de jaren 50 had hij visioenen gehad waarin hij de hemelse Jezus klaar zag staan om de wereld te oordelen. De ‘wederkomst’ van Jezus (parousia) is in de allereerste plaats een aanwezigheid, een (geest)verschijning.

19 Paulus, had zijn leer ‘uit openbaring’, niet ‘van mensen’.
“Maar toen God besloot ... zijn Zoon in mij te openbaren, opdat ik hem aan de heidenen zou verkondigen, heb ik geen mens om raad gevraagd en ben ook niet naar Jeruzalem gegaan, naar hen die eerder apostel waren dan ik. Ik ben onmiddellijk naar Arabia gegaan en ben van daar weer teruggekeerd naar Damascus. Pas drie jaar later ging ik naar Jeruzalem om Kefas [Petrus?] te ontmoeten, en bij hem bleef ik twee weken.” Gal. 1:15 -18; ca. 54 n. Chr.

20 Paulus ontving zijn initiatie in “Arabia”, waarschijnlijk aan de voet van de Mozesberg (Sinaï) of in Alexandrië. Eugen Drewerman verstigde de aandacht op de invloed van het Oude Egypte op het christendom. Eugen Drewermann, *1940, Duits theoloog en psychotherapeut “… um den entscheidenden Inhalt des christlichen Bekenntnisses zu verstehen, muß man nach Ägypten gehen.“

21 Paulus heeft het over “apostelen”.
Apostel betekent zendeling. Discipel betekent leerling. Een discipel heeft zijn leraar in het algemeen gekend; voor een apostel hoeft dat niet het geval te zijn. Zelfs Petrus noemt zich niet discipel, maar apostel. Uit zijn brieven blijkt helemaal niet dat hij Jezus heeft gekend. (Ook niet waar hij zich getuige van Christus’ kruisiging noemt. Sommige vertalingen geven ‘ooggetuige’, maar dit is fout. Correct is zoals in ‘getuige van Jehovah’. )

22 Uit Paulus’ woorden blijkt dat de andere apostelen, net als hijzelf, Jezus ‘uit openbaring’ kenden.
“Het belangrijkste dat ik u heb doorgegeven, heb ik op mijn beurt ook weer ontvangen: dat Christus voor onze zonden is gestorven, zoals in de Schriften staat, dat hij is begraven en op de derde dag is opgewekt, zoals in de Schriften staat, en dat hij is verschenen aan Kefas en vervolgens aan de twaalf leerlingen. Daarna is hij verschenen aan meer dan vijfhonderd broeders en zusters tegelijk, van wie er enkelen gestorven zijn, maar de meesten nu nog leven. Vervolgens is hij aan Jakobus verschenen en daarna aan alle apostelen. Pas op het laatst is hij ook aan mij verschenen, aan het misbaksel dat ik was.” - Nieuwe Bijbelvertaling 1 Kor. 15:3-8

23 Paulus schrijft niet: vraag het maar aan Petrus of Jakobus, die volgens de evangeliën Jezus gekend zouden hebben. Nee, hij verwijst naar ‘de Schriften’, waarmee hij de Hebreeuwse geschriften (het Oude Testament) bedoelt. (De evangeliën - Mattheüs, Marcus, enz. - bestonden nog niet.) Petrus en Jakobus hebben, evenals Paulus, Jezus niet gekend. Als Jezus al geleefd had, was dat het voorbije verleden.

24 Ook de joden in Berea vertrouwden op hun oude geschriften:
“Ze waren een en al bereidheid de boodschap te aanvaarden en bestudeerden dagelijks de Schrift om te zien of het waar was wat Paulus zei.” Hand. 17:11 “De Schrift” is het Oude Testament in het bijzonder “de profeten”. Als het daarin voorzegd was, was het voor deze mensen waar. Zij hadden geen behoefte aan historische bronnen, maar vertrouwden op profetische uitspraken, op voorspellingen.

25 Maar hoe zit het dan met de twaalf discipelen (leerlingen)?
“en dat hij is verschenen aan Kefas en vervolgens aan de twaalf leerlingen.” - Nieuwe Bijbelvertaling “en dat hij verschenen is aan Kefas en daarna aan de twaalf apostelen.” - Goed Nieuwsbijbel “en dat Hij is van Céfas gezien, daarna van de twaalven.” - Statenvertaling In het Grieks staat er “de twaalf”. Hiermee kan een raad van ouderlingen bedoeld zijn. De Statenvertaling is het meest correct. “De twaalf” komt ook voor in de Dode-Zeerollen (250 v n. Chr.).

26 De ‘ouden’, zoals Pythagoras, ontdekten dat als een bol omringd wordt door andere even grote bollen, zodat alle bollen elkaar raken, de bol in het midden precies door 12 andere kan worden omsloten. Het beeld van de godmens met zijn 12 leerlingen bevat dit soort esoterisch inzicht inzake geometrie.

27 Dit is niet Jezus, maar Plato, omringd door 12 (naakte) leerlingen.
Jean Delville Belgische Theosofische Vereniging

28 Zowel Paulus als Clemes (ca. 50 n. Chr
Zowel Paulus als Clemes (ca. 50 n.Chr.) plaatsen Jezus in een opmerkelijk oud-testamentisch kader. Die [de Joden] hebben de Heer Jezus en de profeten gedood en ons tot het uiterste vervolgd. - Paulus Van Jakob zijn al de priesters en levieten die dienst doen voor het altaar van God; van hem is de Heer Jezus naar het vlees; van hem zijn koningen en heersers en regeerders uit het geslacht Juda; Zij allen werden daarom verheerlijk en verhoogd, niet door henzelf of hun eigen werken... , maar door zijn wil. - Clemens

29 Hoe moeten we de evangeliën dan zien?
- Als historische fictie om het opkomend christendom een historische basis te geven. Alvar Ellegard; Jezus, 100 jaar voor Christus - Stichtend religieus (ethiek) - Allegorisch (archetypisch)

30 Conclusie 1e deel Het christendom is heel anders begonnen dan in de evangeliën wordt gesuggereerd. Jezus is mogelijk een leraar die veel eerder leefde dan aangenomen werd. De apostelen kregen visioenen dat deze leraar in de hemel klaarstond om in te grijpen in het wereldgebeuren. In het deel 3 zullen we dit verder toelichten, maar eerst gaan we laten zien dat het christendom is voortgekomen uit andere godsdiensten. (Overlap van godsdiensten heet syncretisme.)

31 Een voorbeeld van syncretisme is de Fenix, de vuurvogel.
Als intermezzo luisteren we naar een fragment uit Stravinsky’s Vuurvogel-ballet. (De vuurvogel verbrandt zichzelf en uit de as herrijst een nieuwe vogel. Spreekwoord: uit de as herrezen.)

32 De vuurvogel vindt men in bijna alle culturen.
Egyptisch Christelijk Hindustaans

33 De vuurvogel is het symbool van vruchtbaarheid.
Bij ons is de ooievaar hiervan de echo.

34 Deel 2 - Voorlopers van het christendom (syncretisme).
Drewermann wees al op Egypte. We treffen daar de god Osiris aan die veel overeenkomsten vertoont met Jezus Christus. Osiris was reeds in het Egypte van 2500 v. Chr. een belangrijke god, die trekken van vele goden in zich verenigde. Hier zien we hem met dorsvlegel en herdersstaf.

35 Echo’s hiervan horen we in:
“Hij houdt de wan in zijn hand om de dorsvloer te reinigen, het graan zal hij bijeenbrengen in zijn schuur en het kaf in onblusbaar vuur verbranden.” - Luk. 3:17 “Ik ben de goede herder. Ik ken mijn schapen en mijn schapen kennen mij.” - Joh. 10:14

36 Het woord Adonai (Heer) komt van Aton.
Ander syncretisme : Het woord Adonai (Heer) komt van Aton. Aton is de oudst-bekende uiting van monotheïsme onder koning Achnaton. Aton, abstract uitgebeeld als zon met stralen, eindigend in handen met ankh’s. ca v.Chr. “Amen” komt van de Oud-egyptische godheid Amon.

37 “Allerhoogste” van de 3 stadia van de zon.
Chepri - ochtendzon In onze kerken echoot dit nog na: Aton - middagzon “De HEERE doet zijn aangezicht over u lichten” Atoem - avondzon Aton was de “Allerhoogste”

38 E.A. Wallis Budge, jarenlang conservator in The British Museum, schrijft: “Toch geloofden de Egypenaren in één God - almachtig, eeuwig en onzichtbaar - die hemel en aarde schiep.” De verschillende goden waren verschillende uitingen (neters) van de éne God.

39 Het Egyptische ankh symboliseert leven (vooral goddelijk en eeuwig).
Het beeldt de geslachtsdaad uit. vagina penis

40 Het behoeft geen verbazing dat geslachtsdelen symbool stonden in religie.
Naast de moedergodin was de penis (fallus) symbool van vruchtbaarheid. Penis-amuletten Fallische goden Fallische grafstenen Megaliet

41 Daarom hoeft het geen verbazing te wekken dat in heel oude afbeeldingen van het ankh, de voorloper van het christelijke kruis, de penis te herkennen is. De ‘dwarsbalk’ is hier een bundel graan (vruchtbaarheid).

42 Voor de christenen die de zg
Voor de christenen die de zg. Nag-Hammadigeschriften gebruikten (waarover later meer), had het ankh zoveel waarde dat zij het in een van de omslagen graveerden (evangelie van Thomas).

43 Het is overgenomen door chistenen in de vorm van het rechte kruis, maar wel heel laat, nl. in de vijfde eeuw. Een eeuw later met het lichaam van Jezus er aan.

44 In de begindagen van het christendom hanteerde men de symbolen ichthus (vis), later chi-ro.
Chi-ro lijkt op het ankh, maar bestaat uit de twee Griekse letters CH en R (CHristus Rex of CHRistus; ca. 350). De vijf letters I-CH-TH-U-S zijn een afkorting van de Griekse woorden voor Jezus Christus God Zoon Redder.

45 Onthoud deze les: Het kruis is niet het symbool van de dood, maar van het léven! Deze ‘Osiris’ leeft: hij klampt zich er aan vast. Voor de Egyptenaren...

46 Onthoud deze les: Het kruis is niet het symbool van de dood, maar van het léven! Hier ontvangt Nefertari leven van Isis (ingeblazen in neus net als Adam). Voor de Egyptenaren...

47 Onthoud deze les: Het kruis is niet het symbool van de dood, maar van het léven! Deze kruisen symboliseren dat de doden die eronder begraven liggen, leven. Voor de Egyptenaren... Voor de Kelten...

48 Onthoud deze les: Het kruis is niet het symbool van de dood, maar van het léven! Voor hun nabestaanden léven onze doden. Voor de Egyptenaren... Voor de Kelten... Voor onze doden…

49 Onthoud deze les: Het kruis is niet het symbool van de dood, maar van het léven! Voor de Egyptenaren... Voor de Kelten... Voor onze doden… Kruisverenigingen zetten zich in voor het leven van mensen. Voor de kruisvereniging…

50 Onthoud deze les: Het kruis is niet het symbool van de dood, maar van het léven! Voor de Egyptenaren... Voor de Kelten... Voor onze doden… Van het (medische) levenswiel. Voor de kruisvereniging…

51 “Je kruis opnemen” moet je dus niet begrijpen als:
- Je lot ondergaan, inclusief lijden en sterven. Maar: - Het (eeuwige) leven omarmen.

52 Andere overeenkomsten (syncretisme).
Isis en haar kind Horus Maria en Jezus

53 Andere overeenkomsten (syncretisme).
Egyptisch offer van brood en wijn Het sacrament van Jezus

54 Het verhaal van Osiris Seth, broer van Osiris, was jaloers op zijn broer. Hij maakte een kist en vroeg Osiris er voor de grap er in te kruipen. Seth sloot toen de kist en gooide die in de Nijl. Isis, vrouw en zus van Osiris, vond de kist. Seth werd woedend, hakte het dode lichaam van Osiris in stukken en verspreidde deze over de uithoeken van Egypte. Isis trok jarenlang rond op zoek naar de resten van haar echtgenoot. Na lang zoeken vond ze alle delen terug en mummificeerde ze tot één geheel.

55 ‘Opstanding’ van Osiris
Osiris stond niet lichamelijk op, maar geestelijk. Als zodanig was hij de god van het dodenrijk en van vruchtbaarheid (denk aan stervend zaad dat nieuwe planten voortbrengt).

56 ‘Opstanding’ van Osiris
Er bestonden, naast Osiris, vele andere stervende en herrijzende goden, zoals Adonis, Tammuz, Zalmoxis, Phoenix, Baldr, Odin, Dionysos/Bacchus, Mythras, en vele anderen. Adonis Tammuz Dionysos/Bacchus

57 De mysteriën van Dionysos/Bacchus
De rituelen rond Dionysos - verketterd vanwege ‘drinkgelagen’; christenen werden trouwens verketterd omdat zij kanibalen zouden zijn - lijkt in heel veel opzichten op die rond Jezus. Hier zien we Dionysos met visnet, herdersstaf, wijnranken en graan.

58 De mysteriën van Dionysos/Bacchus
Hier zien we Dionysos opgehangen aan een boom en zien we vrouwen bezig met… brood en wijn.

59 De mysteriën van Dionysos/Bacchus
Hier zien we hetzelfde tafereel en heeft de boom waaraan Dionysos hangt de vorm van een kruis.

60 De mysteriën van Dionysos/Bacchus
Dit is de geboorte van Dionysos. De oude man links verwijst naar het uiteindelijke lot van Dionysos - de dood aan het kruis.

61 Wat symboliseert sterven en herrijzen, zoals bv. van Christus?
Waarom is het een mythologisch gegeven dat in alle culturen opduikt? (De koning stierf, ging te rade bij de goden, en keerde dan met verhoogde authoriteit terug.) - Het is het zaad (bv. graan) dat sterft en nieuwe planten geeft. - In het algemeen het zich vernieuwende leven (seizoenen, geboorte). - Het is verzoening (spreekwoord: zand erover!) - Het is het doorbreken van de spiraal van (eer)wraak. - Het is het achter je laten van wat er gebeurd is.

62 Laten we nader ingaan op: Achter je laten van wat er gebeurd is.
Er is een diepgeworteld gevoel dat alle gedachten en gebeurtenissen ergens opgeslagen worden (Pim van Lommel!). Waar worden ze opgeslagen? In ‘God’ is de idee. Maar ‘God’ is eeuwig en kan niet sterven. De ‘Zoon van God’ kan dat wel, is de gedachte, en met zijn sterven wordt de geschiedenis, en daarmee alles wat fout gegaan is, opgelost.

63 Conclusie 2e deel - Het christendom is gebaseerd op religieuze concepten uit Egypte en de hellenistische wereld. - De mythe van een stervende en herrijzende god is universeel en heeft te maken met vruchtbaarheid en verzoening. In het 3de deel zullen we zien hoe het christendom ontstond.

64 Dit is een fragment uit de geloofsbelijdenis: het Credo.
We sluiten deel 2 af met een fragment uit de Mis in b-klein van Johann Seb. Bach. Crucifixus etiam pro nobis sub Pontio Pilato, passus et sepultus est, Dit is een fragment uit de geloofsbelijdenis: het Credo.

65 Het plaatsen van de dood van Jezus in de geschiedenis ‘onder Pontius Pilatus’ is een geloofskwestie.

66 Deel 3 - Het ontstaan van het christendom.
Bij de bespreking hiervan gaan we uit van een aantal uitgangspunten, waarvoor we later argumenten zullen aandragen. - Er bestond al een vorm van christendom rond het begin van onze jaartelling. - Dat Jezus geleefd zou hebben tussen ca. 0 en 33 is een latere aanname die niet op feiten berust. - Jezus, gekruisigd onder Pontius Pilatus (praefectus van Judea tussen ), is een ‘geloofsartikel’, bedoeld om het opkomende christendom een historische basis te geven.

67 Wie waren die bijna-christenen rondom het begin van de jaartelling?
De Essenen De Therapeuten De gnostici

68 Essenen Bekend van de Dode-Zeerollen. Gelokaliseerd in Palestina. Kenmerken: - mystiek, - eschatologisch (eindtijd-verwachting), - messianistisch, - ascetisch.

69 De geschiedschrijver Flavius Josephus (37 - ca. 100 n. Chr.)...
beschrijft de sekte, die hij noemt Essaeërs. Deze naam kan afgeleid zijn van de Arabische naam voor Jezus, nl. Essa. Als dat waar is, betekent de naam Essaeër ‘volgeling van Essa’. Maar mogelijk komt het van Assayya, dat ‘genezer’ betekent.

70 Josephus: “[De Essenen hebben een] vast geloof dat, … hun zielen onsterfelijk zijn en voor altijd voortleven; … als zij [de zielen] van de ketenen van het lichaam zijn bevrijd… zullen ze zich verheugen en opstijgen naar de hemelse wereld.” uit zijn boek de Joodse Oorlog,

71 In de Dode-Zeerollen lezen we dat de Essenen zichzelf ‘de heiligen’ noemen, en dat zij wachtten op de terugkeer van hun ‘leraar der gerechtigheid’, die vermoord werd door een goddeloze priester. Ook Paulus noemt zijn gemeentes ‘de heiligen’. Jezus past in het profiel van de ‘leraar der gerechtigheid’.

72 Therapeuten De Therapeuten behoorden tot een sekte die gelocaliseerd was in Alexandrië. Zij hadden veel overeenkomsten met de Essenen, in termen van mystisch en ascetisch, maar werden niet gezien als joden. Zij sloten in tegenstelling tot de Essenen geen vrouwen uit, hoewel sommigen celibatair leefden. Ze leefden in gemeenschappelijk bezit, en hielden rituele maaltijden.

73 Ook de eerste christenen leefden in gemeenschap van goederen, hielden ‘liefde-maaltijden’ en vielen op door de zorg voor elkaar. Eusebius (ca n. Chr.) zegt dat de gebruiken bij de Therapeuten met de christelijke gebruiken overeenstemmen.

74 Gnostici Een groep van zowel joden als niet-joden die in het hele Romeinse rijk te vinden was. Gnostici geloofden in hogere, intuïtieve kennis en zelf-kennis. Kenmerken: - Geen scheiding tussen geestelijken en leken. - Mannen en vrouwen gelijk. - Verlossing een persoonlijke ervaring.

75 Van de gnostici is in 1945 een hele reeks geschriften gevonden bij Nag Hammadi in Egypte.
Deze boeken hebben een duidelijk christelijke inslag, maar een heel andere dan de christelijke bijbelboeken. Het meest bekende is het Thomas-evangelie een verzameling van uitspraken van Jezus.

76 Voorbeeld van een ‘logion’ uit het Evangelie van Thomas.
Jezus zei: Het koninkrijk komt niet door het te verwachten. Je kunt niet zeggen: ‘Het is hier’, of ‘Het is daar’. Nee, het koninkrijk is uitgespreid over de aarde maar de mensen zien het niet.

77 Voor de datering vinden we steun bij het volgende.
Jezus sprak: "Ik zal u geven wat geen oog gezien heeft, geen oor gehoord, en geen hand aangeraakt, en wat bij geen mens in de geest is opgekomen." Thomas

78 Voor de datering vinden we steun bij het volgende.
Jezus sprak: "Ik zal u geven wat geen oog gezien heeft, geen oor gehoord, en geen hand aangeraakt, en wat bij geen mens in de geest is opgekomen." Paulus Maar het is zoals geschreven staat: ‘Wat het oog niet heeft gezien en het oor niet heeft gehoord, wat in geen mensenhart is opgekomen, dat heeft God bestemd voor wie hem liefheeft.’ 1 Kor. 2:9 (55 n. Chr.) Zoals geschreven staat klinkt bijna oud-testamentisch...

79 Paulus’ reizen Toen Paulus zijn zendingsreizen ondernam in de Romeins-Hellenistische wereld van ca. 50 n. Chr., bestonden daar overal reeds christengemeenten. Het is onmogelijk dat hij binnen 20 jaar deze gemeenten zelf zou hebben opgericht. Deze gemeenten beleden Jezus al als hun leraar - een Jezus die eerder leefde dan n. Chr. Het nieuwe dat Paulus bracht was dat Jezus nu in de hemel klaar stond om letterlijk terug te keren, hoewel dit ook allegorisch opgevat kan worden.

80 Paulus’ reizen Paulus in Athene - Rafaël “Maar toen God besloot ... zijn Zoon in mij te openbaren, opdat ik hem aan de heidenen zou verkondigen, heb ik geen mens om raad gevraagd en ben ook niet naar Jeruzalem gegaan, naar hen die eerder apostel waren dan ik. Ik ben onmiddellijk naar Arabia gegaan en ben van daar weer teruggekeerd naar Damascus. Pas drie jaar later ging ik naar Jeruzalem om Kefas te ontmoeten, en bij hem bleef ik twee weken.” Gal. 1: (ca. 54 n. Chr.)

81 Paulus’ reizen Reis 1-3 tussen 40 en 60; Reis 4 (naar Rome) tussen 60 en 65.

82 Paulus’ reizen Hoe de gemeente in Rome is ontstaan is niet bekend. In de analen van Tacitus lezen we dat al in het jaar 19 n. Chr. vierduizend joden die een “bijgeloof” aanhingen, uit Rome werden verbannen, samen met aanhangers van de cultus van Serapis.

83 De cultus van Serapis, ontstaan in Egypte, had daarbuiten enorme aanhang.
De omvangrijke bibliotheek van het Serapeum werd in 391 n. Chr. door ‘de kerk’ verwoest.

84 Serapis was Osiris belíchaamd - anders dan alleen zijn ka (geest).
Kop van Serapis n. Chr. - Archeologisch Museum van Thessaloniki De Serapis-cultus was een syncretisme tussen Osiris en de stiergod Apis. Serapis was Osiris belíchaamd - anders dan alleen zijn ka (geest). De cultus van Serapis (en Isis) was op zijn hoogtepunt in het Rome van de 1e eeuw.

85 Serapis was Osiris belíchaamd - anders dan alleen zijn ka (geest).
Serapis in het Vaticaanmuseum met korenmaat De Serapis-cultus was een syncretisme tussen Osiris en de stiergod Apis. Serapis was Osiris belíchaamd - anders dan alleen zijn ka (geest). De cultus van Serapis (en Isis) was op zijn hoogtepunt in het Rome van de 1e eeuw. Hier zien wij hem met een vruchtbaarheidssymbool, de korenmaat.

86 Serapis Hadrianus ( ): “Ik heb in Egypte ... slechts een lichtzinnig volk gevonden, dat met alle winden meewaait. Zij die Serapis aanbidden zijn in feite christenen, en zij die zich bisschop noemen aanbidden eigenlijk Serapis.” Augustinus ( ): “Want de zaak zelf die thans de christelijke godsdienst heet, bestond reeds bij de heidenen en is er sinds het begin van het menselijke geslacht altijd geweest, totdat Christus zelf in het vlees kwam. Toen begon men de ware godsdienst, die reeds bestond, met de naam ‘christelijk’ te duiden.”

87 Het ‘christendom’ in de eerste 50 jaar van de eerste eeuw was zeer veelkleurig - eigenlijk bestond het nog niet onder die naam. Van Paulus weten we dat zij zich ‘de heiligen’ noemden. Van origine was ‘christen’ een scheldnaam. Pas vanaf de 2de eeuw werd een theologisch systeem ontwikkeld onder de ‘kerkvaders’ Ignatius (ca ), Polycarpus (ca ), Justus de Martelaar (ca ), Irenaeus (ca ), Tertullianus (ca ), Clemens van Alexandrië (ca ) en Origenes (ca ). Hierbij trad een enorme versmalling en daardoor verarming op in de leer.

88 Ignatius (ca. 50-120) stond in tussen de brieven van Paulus en het ontstaan van de evangeliën.
Hij heeft het nooit over discipelen (leerlingen), maar over apostelen (zendelingen). Hij ontwikkelt een heel eigen verhaal-traditie over Jezus, verhalen die later in de evangeliën zijn opgenomen.

89 Ignatius verzette zich tegen het docetisme, daarmee pleitend voor een lichamelijke Jezus.
Doceticme is de gedachte dat Jezus een geest was. Een gedachte die leefde bij de gnostici. Zij wilden wel aannemen dat het er op leek (doceo = lijken) dat Jezus fysiek stierf, maar dat de geest die Jezus Christus in feite was, daarvan gevrijwaard bleef.

90 De gnostici maakten een ontwikkeling door, los van het orthodoxe christendom, waarvan we de kerkvaders hebben genoemd. Belangrijke namen van hún leiders zijn: Valentinus (ca ), Marcion (ca ) en Mani (ca ). De oudst-bekende gnosticus was echter Simon de Tovenaar, of Simon Magus, een tijdgenoot van Johannes de Doper en genoemd in het bijbelboek Handelingen.

91 Uiteindelijk overleefde het orthodoxe christendom en werd gnosticisme uitgeroeid als ‘ketterij’.
Hier zien we de dood van Simon Magus, waarbij hij door duivels wordt meegevoerd, zoals uitgebeeld op een gravure uit de Middeleeuwen.

92 Met keizer Constantijn de Grote (ca
Met keizer Constantijn de Grote (ca ) werd het christendom erkend. Constantijn riep in 325 het concili van Nicea bijeen waarin werd besloten dat Jezus zowel mens als God was. Hier kwam de geloofsbelijdenis tot stand die in essentie nu nog wordt gebruikt. Het jaar 325 wordt beschouwd als het einde van de vroeg-christelijke periode.

93 Conclusie 3e deel - Het christendom is ontstaan uit groepen zoals de Essenen en Therapeuten en stromingen zoals het gnosticisme. - Het is een misvatting dat een Jezus die leefde van ca n. Chr., aan de basis stond van het christendom. - De ontwikkeling van orthodox christendom betekende een enorme versmalling, en daardoor verarming, van de leer.

94 Bij een volgende keer wil ik graag ingaan op de inhoud van de leer van de gnostici, omdat die nog steeds kan aansluiten met het moderne denken over religie.

95 Discussie - Begrip van haar wortels kan de waardering voor het christendom alleen maar doen toenemen. - De oude godsdiensten waren gebaseerd op respect voor de natuur. Naarmate het christendom meer geformaliseerd werd, verdween dit. - Het is beter Jezus als geest, dan als mens te zien. Of, in moderne bewoordingen: hem te zien als het goede in de mens en de wereld - symbool van de goede, scheppende krachten.


Download ppt "Het christendom is de grootste godsdienst, maar is op zijn retour."

Verwante presentaties


Ads door Google