De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Niet-begeleide buitenlandse minderjarigen

Verwante presentaties


Presentatie over: "Niet-begeleide buitenlandse minderjarigen"— Transcript van de presentatie:

1 Niet-begeleide buitenlandse minderjarigen
Ilse Derluyn Vakgroep Orthopedagogiek Universiteit Gent

2 “Elke onderdaan van een staat, die niet behoort tot de E. E. R
“Elke onderdaan van een staat, die niet behoort tot de E.E.R. die de leeftijd van 18 jaar nog niet bereikt heeft en die het Belgisch grondgebied binnenkomt of er verblijft zonder dat de vader, de moeder, de wettelijke voogd of de echtgeno(o)t(e) hem/haar vergezelt”

3 Niet-begeleide buitenlandse minderjarigen
Heterogeniteit NBBM Niet-begeleide buitenlandse minderjarigen Niet-asielaanvragers Asielaanvragers Jongens: 2/3 Meisjes: 1/3 Leeftijd: 70% ado’s Land van herkomst “Doortrekkers” Procedure slacht-offer mensen-handel Uitgeprocedeerd “Straatkinderen” De omschrijving zoals ze hier staat aangegeven is de gehanteerde definitie van een niet-begeleide buitenlandse minderjarigen door de overheidsinstanties in België. Deze definitie heeft uiteraard belangrijke implicaties: wanneer een jongere als niet-begeleide buitenlandse minderjarige wordt aangeduid betekent dit dat hij, omwille van zijn minderjarigheid en het niet-begeleid zijn en vanuit het internationaal kinderrechtenverdrag recht heeft op aangepaste bescherming, opvang, begeleiding en ook verblijfsdocumenten tot hij meerderjarig wordt, tot zijn achttiende verjaardag. Cijfers over de omgang van deze groep zijn weinig voorhanden, maar wellicht gaat het over 1500 à 2000 jongeren op jaarbasis in België. Ondanks het feit dat het hier om een vrij duidelijk omschreven en ook vrij duidelijk af te bakenen groep gaat, is het niettemin een heel heterogene groep. De meerderheid zijn jongens en ze zijn meestal tussen 15 en 18 jaar oud, hoewel er ook veel jongere kinderen in ons land verblijven; de landen van herkomst zijn bijzonder divers. Verder is er het belangrijk onderscheid tussen jongeren die asiel aanvragen en jongeren die geen asiel aanvragen. Dit onderscheid is vooral belangrijk omdat er voor beide groepen een ander opvangsysteem georganiseerd is in België. In ons onderzoek hebben wij beide groepen opgenomen, er werd geen onderscheid gemaakt tussen asielaanvragers en niet-asielaanvragers. Deze laatste groep bestaat bovendien nog uit verschillende deelgroepen, waaronder de jongeren die een procedure lopende hebben als slachtoffer van mensenhandel, jongeren wiens asielaanvraag definitief is aangewezen en jongeren die nooit asiel hebben aangevraagd. Bij deze laatste groep is er in België een vrij specifieke groep jongeren, met name die jongeren die naar Engeland willen migreren en daarvoor België als transitland gebruiken, maar op hun tocht doorheen België opgepakt worden.

4 GELIJK, MAAR O ZO VERSCHILLEND

5

6 EEN MOGELIJKE TYPERING

7 Vluchtelingenkinderen
Ontheemding – ontworteling – verlies Traumatische ervaringen Onzekerheid – toekomstperspectief Acculturatie – integratie Ontwikkelingstaken - identiteitsontwikkeling Gezinsrelaties – parentificatie Vluchteling Kind/adolescent 1. Type 1 – Type 2 trauma 2. Voor – tijdens – na vlucht 3. Gevoelens van: * controleverlies * machteloosheid * ontwrichting: vanzelfsprekende verwachtingen en vooronderstellingen niet meer geldig * geschokt vertrouwen: in zichzelf, andere mensen, zekerheid van het dagelijkse bestaan, besef van de eigen onkwetsbaarheid * onveiligheid Ik wil graag starten met een korte typering van de doelgroep van het onderzoek, niet-begeleide buitenlandse minderjarigen. Deze jongeren kunnen getypeerd worden aan de hand van drie kernwoorden: ze zijn vluchteling, meestal adolescent en niet-begeleid. Als vluchteling hebben ze te maken met essentiële processen van ontheemding en ontworteling en worden ze geconfronteerd met heel veel verlieservaringen. Bovendien werden ze in het land van herkomst of tijdens hun vlucht naar het gastland vaak blootgesteld aan traumatische ervaringen en dienen ze, eens aangekomen in het land van bestemming, een soms moeilijk proces van acculturatie en integratie te doorlopen. Niet-begeleide minderjarigen zijn vaak adolescenten, wat betekent dat ze voor de taak staan om hun identiteit en persoonlijkheid te ontwikkelen en te vormen. Maar dit alles – zowel het ganse migratieproces in zijn diverse facetten, als de adolescentiefase - dienen deze jongeren door te maken zonder de essentiële steun van hun ouders. Hun emotioneel welzijn kan dan ook ernstig bedreigd zijn vanuit deze diverse factoren, wat kan betekenen dat deze jongeren ernstige emotionele en gedragsproblemen kunnen ontwikkelen. Het onderzoek richtte zich dan ook in eerste instantie op het doorgronden van de mogelijke gevolgen van het ‘niet-begeleid zijn’ op het emotioneel welzijn van jongeren. Daartoe hebben we een eerste case studie uitgevoerd bij ex-kindsoldaten in Noord-Oeganda, jongeren die zonder de steun van hun ouders dienen te overleven in extreme omstandigheden.

8 Niet-begeleide minderjarige vluchtelingen
Verlies Trauma Onzekerheid Acculturatie – integratie Ontwikkelingstaken - identiteitsontwikkeling Gezinsrelaties – parentificatie Zonder ondersteuning ouders (On)afhankelijkheid Loyaliteit – geheim Controleverlies Vluchteling Kind/adolescent Niet-begeleid Ik wil graag starten met een korte typering van de doelgroep van het onderzoek, niet-begeleide buitenlandse minderjarigen. Deze jongeren kunnen getypeerd worden aan de hand van drie kernwoorden: ze zijn vluchteling, meestal adolescent en niet-begeleid. Als vluchteling hebben ze te maken met essentiële processen van ontheemding en ontworteling en worden ze geconfronteerd met heel veel verlieservaringen. Bovendien werden ze in het land van herkomst of tijdens hun vlucht naar het gastland vaak blootgesteld aan traumatische ervaringen en dienen ze, eens aangekomen in het land van bestemming, een soms moeilijk proces van acculturatie en integratie te doorlopen. Niet-begeleide minderjarigen zijn vaak adolescenten, wat betekent dat ze voor de taak staan om hun identiteit en persoonlijkheid te ontwikkelen en te vormen. Maar dit alles – zowel het ganse migratieproces in zijn diverse facetten, als de adolescentiefase - dienen deze jongeren door te maken zonder de essentiële steun van hun ouders. Hun emotioneel welzijn kan dan ook ernstig bedreigd zijn vanuit deze diverse factoren, wat kan betekenen dat deze jongeren ernstige emotionele en gedragsproblemen kunnen ontwikkelen. Het onderzoek richtte zich dan ook in eerste instantie op het doorgronden van de mogelijke gevolgen van het ‘niet-begeleid zijn’ op het emotioneel welzijn van jongeren. Daartoe hebben we een eerste case studie uitgevoerd bij ex-kindsoldaten in Noord-Oeganda, jongeren die zonder de steun van hun ouders dienen te overleven in extreme omstandigheden. Emotioneel welzijn

9 Psychosociale processen bij vluchtelingen
Traumaverwerking Rouwverwerking Ontworteling Acculturatie

10 Continuüm van mogelijke reacties
Normale reacties op abnormale situatie Emotionele en gedragsproblemen Psychiatrische problemen Mate van verstoring van het functioneren op diverse levensdomeinen

11 Leeftijdspecifieke reacties
Reacties bij kinderen en jongeren: worden mede bepaald door extra kwetsbaarheid van kinderen en jongeren: In ontwikkeling Afhankelijkheid van sociale omgeving Moeilijker weg naar hulpverlening Vaak onmogelijkheid om zelf situatie / trauma / misbruik te doorbreken

12 Mogelijke leeftijdspecifieke reacties
Traumatisch spel (Angst)dromen Rusteloosheid Concentratieproblemen Slaapproblemen Symptomen van angst Vermijdingsgedrag Zindelijkheidsproblemen Continu aandacht vragen Terugtrekgedrag Verzet, boosheid Hechtingsproblemen Eetstoornissen Gebrek aan impulscontrole Anti-sociaal gedrag

13 Emotionele en gedragsproblemen
Depressie – pathologische rouw Symptomen van posttraumatische stresstoornis (intrusiesymptomen – vermijdingssymptomen – symptomen van hyperalertheid) Angst Isolement Gedragsproblemen Lichamelijke klachten Parentificatie Overbetrokkenheid Normenvervaging Overleversidentiteit Gestoorde hechting Pessimistische toekomstvisie

14 Psychiatrische problemen
Psychotische stoornissen Schizofrenie Middelenmisbruik – verslaving (alcohol, drugs, medicatie, gokken,…) Complex PTSD Depressie Veralgemeende angststoornissen Automutilatie Suïcide Agressie naar anderen toe Persoonlijkheidsstoornissen

15 Diagnostiek? Problematisch of niet?
Invloed van context – sociale / sociaal-economische situatie – kritisch – zelfreflectie! Cross-culturele aspecten Gebruik van vragenlijsten / screeningsinstrumenten / testen / diagnostische interviews / … ( Verschillende contexten mee betrekken (ouders, thuissituatie, asielcentrum, klas, vrienden, vrije tijd,…) ~ Ahmed

16 Kritiek op deze concepten
Westers georiënteerd – cross-culturele validiteit? Normale reacties op abnormale situatie Niet persé negatief, ook protectief (cf. PTSS)

17 GEWONE KINDEREN IN ONGEWONE SITUATIES

18 Emotionele en gedragsproblemen
Zelf-rapportage (HSCL-37A, SDQ-self, SLE en RATS) Prevalentie-onderzoek Minderjarige anderstalige nieuwkomers (n = 1294) Onthaalklassen voor Anderstalige Nieuwkomers Belgische adolescenten (n = 607) Klassen secundair onderwijs Begeleide minderjarige vluchtelingen Niet-begeleide minderjarige vluchtelingen Uitdieping: Onderzoek bij NBBM in opvangcentra, pleeggezinnen en begeleid zelfstandig wonen Deze case study in Zeebrugge brengt ons onmiddellijk bij het grootste deel van het onderzoek, met name het onderzoek naar het voorkomen, de aard en de mogelijke oorzaken van emotionele en gedragsproblemen bij niet-begeleide buitenlandse minderjarigen die in België verblijven. In eerste instantie hebben we hiertoe een prevalentie-onderzoek uitgevoerd om na te gaan welke emotionele en gedragsproblemen voorkomen: hiertoe hebben we minderjarige anderstalige nieuwkomers en Belgische adolescenten gevraagd om vragenlijsten in te vullen over het voorkomen van diverse emotionele en gedragsproblemen en traumatische ervaringen. Dit liet toe om een vergelijking te maken naar het voorkomen van deze problemen tussen vooreerst migranten en Belgische jongeren en in tweede instantie ook tussen begeleide en niet-begeleide minderjarige vluchtelingen. Het onderzoek bij niet-begeleide minderjarigen die in centra wonen, in een pleeggezin of die alleen wonen met zekere ondersteuning heeft daarna toegelaten om het prevalentieonderzoek verder uit te diepen, waarbij we het perspectief van de jongeren konden vergelijken met dat van de begeleider, waarbij we een mogelijke invloed van de aard van de woonplaats van de jongere op zijn emotioneel welzijn konden nagaan en waarbij we door interviews ook een beeld hebben kunnen krijgen van de visie van de jongeren zelf op hun verleden, op hun huidige leefsituatie en op hun toekomst. Zelf-rapportage Rapportage begeleider (CBCL, SDQ-parent) Interviews Perspectief jongere vs perspectief begeleider Invloed aard woonvoorziening Visie jongere op heden, verleden en toekomst

19 Demografische kenmerken
ouders vader moeder alleen andere Huidige woonsituatie familie asielcentrum andere voorziening pleegzorg vriend iemand anders 91.9% 9.4% 0.3% 0.2% 88% 7.2% 1.6% 3.2% 90.5% 6.2% 0.7% 0.4% 2.2% 0.8% 74% 4.1% 14.6% 2.4% 47.5% 21.3% 3.3% 9.8% 4.9% 13.1% Vroegere woonsituatie beide ouders broer/zus ander familielid 87% 0.5% 2.5% 5% 2.8% 67.2% 19.7% 60.3% 4.4% 17.6% 1.8% 0.4 9.9% 5.5% 68.5% 4.8% 12.9% 8.9% 68.3% 8.3% 1.7% 13.3% 6.7%

20 Traumatische ervaringen
ouders vader moeder alleen andere Familiale veranderingen 36% 43% 49% 71% 60% Gescheiden van familie 14% 21% 23% 73% 37% Dood van geliefde 52% 54% 80% Levensbedreigende ziekte 16% 15% 17% 40% 25% Ongeval 18% 19% 30% 13% Ramp 20% 26% 48% Oorlog of gewapende conflict 22% 74% Fysieke mishandeling 27% 68% 38% Zien van fysieke mishandeling 47% 39% Seksueel misbruik 7% 5% 11% 6% Ervaring ‘Ik ben in gevaar’ 72% Ervaring ‘Ander is in gevaar’ Gemiddeld aantal 3,02 3,26 34% 3,55 67% 6,96 46% 4,47

21 Prevalentie emotionele en gedragsproblemen
Als we kijken naar de prevalentie van emotionele en gedragsproblemen bij niet-begeleide buitenlandse minderjarigen in vergelijking met minderjarige vluchtelingen die in Vlaanderen verblijven vergezeld van één of beide ouders of van iemand anders, vallen heel hoge percentages op bij niet-begeleide minderjarigen, voornamelijk in internaliserende problemen: 45% van de NBBM heeft ernstige tot heel ernstige symptomen van angst, wat betreft depressiesymptomen is dit zelfs 46,8% in vergelijking met ongeveer 15% van de begeleide jongeren en 58,1% van de jongeren heeft ernstige tot heel ernstige posttraumatische stresssymptomen. Dezelfde hoge percentages vinden we terug bij de vragenlijsten die door de begeleiders werden ingevuld, maar hier is het erg opvallend dat de begeleiders naast hoge scores op internaliserende problemen, de jongeren ook hoog scoren op externaliserende problemen.

22 Prevalentie emotionele en gedragsproblemen
Als we kijken naar de prevalentie van emotionele en gedragsproblemen bij niet-begeleide buitenlandse minderjarigen in vergelijking met minderjarige vluchtelingen die in Vlaanderen verblijven vergezeld van één of beide ouders of van iemand anders, vallen heel hoge percentages op bij niet-begeleide minderjarigen, voornamelijk in internaliserende problemen: 45% van de NBBM heeft ernstige tot heel ernstige symptomen van angst, wat betreft depressiesymptomen is dit zelfs 46,8% in vergelijking met ongeveer 15% van de begeleide jongeren en 58,1% van de jongeren heeft ernstige tot heel ernstige posttraumatische stresssymptomen. Dezelfde hoge percentages vinden we terug bij de vragenlijsten die door de begeleiders werden ingevuld, maar hier is het erg opvallend dat de begeleiders naast hoge scores op internaliserende problemen, de jongeren ook hoog scoren op externaliserende problemen.

23 Prevalentie emotionele en gedragsproblemen
Als we kijken naar de prevalentie van emotionele en gedragsproblemen bij niet-begeleide buitenlandse minderjarigen in vergelijking met minderjarige vluchtelingen die in Vlaanderen verblijven vergezeld van één of beide ouders of van iemand anders, vallen heel hoge percentages op bij niet-begeleide minderjarigen, voornamelijk in internaliserende problemen: 45% van de NBBM heeft ernstige tot heel ernstige symptomen van angst, wat betreft depressiesymptomen is dit zelfs 46,8% in vergelijking met ongeveer 15% van de begeleide jongeren en 58,1% van de jongeren heeft ernstige tot heel ernstige posttraumatische stresssymptomen. Dezelfde hoge percentages vinden we terug bij de vragenlijsten die door de begeleiders werden ingevuld, maar hier is het erg opvallend dat de begeleiders naast hoge scores op internaliserende problemen, de jongeren ook hoog scoren op externaliserende problemen.

24 Individuele kenmerken
Trauma Traumatische ervaringen Ontworteling Geslacht Individuele kenmerken EMOTIONEEL WELZIJN Relationele kenmerken Sociaal netwerk Familie Context Situatie gastland Situatie land van herkomst In het onderzoek zijn we ook op zoek gegaan naar mogelijke andere factoren die het emotioneel welzijn van niet-begeleide minderjarigen kunnen beïnvloeden. Uit het voorgaande bleek reeds duidelijk dat de afwezigheid van de ouders, en van familie in het algemeen, een heel belangrijke factor is die het emotioneel welzijn van deze jongeren sterk kan bedreigen. Daarnaast is er een aantal individuele karakteristieken van de jongeren, zoals intelligentie en coping vaardigheden die vanuit literatuur aangeduid worden als belangrijke beïnvloedende factoren. Uit ons onderzoek bleek vooral geslacht een belangrijke factor te zijn, waarbij meisjes een extra risicogroep vormen voor het ontwikkelen van internaliserende problemen. Eén van de meest belangrijke beïnvloedende factoren was het aantal traumatische ervaringen die de jongere heeft meegemaakt. Hierbij is het belangrijk om aan te geven dat niet-begeleide minderjarigen bijzonder veel meer traumatische ervaringen hebben meegemaakt in vergelijking met minderjarige vluchtelingen die wel vergezeld zijn door hun ouders. Dit leidt ons tot de hypothese dat de afwezigheid van de ouders niet alleen leidt tot het ontbreken van noodzakelijke steun om moeilijke ervaringen zoals migratie te verwerken, maar ook tot gevolg heeft dat de jongere meer blootgesteld wordt aan traumatische ervaringen, wat op zijn beurt leidt tot een belangrijke druk op zijn emotioneel welzijn. Een laatste heel belangrijke factor is de context. Dit kan hier zowel gaan over de situatie in het gastland, bv. de opvangmodaliteiten voor de jongeren, het racisme waarmee de jongeren geconfronteerd worden, de acculturatie- en integratiemoeilijkheden die ze ondervinden, de onzekerheid in verband met hun toekomst door het ontbreken van definitieve verblijfsdocumenten, enzovoort. Maar ook de situatie in het land van herkomst kan nog steeds een duidelijke invloed uitoefenen op het emotioneel welzijn van deze jongeren. Ik kom hier straks nog verder op terug. Tenslotte dient benadrukt te worden dat er tussen al deze mogelijke beïnvloedende factoren een sterke interrelatie heerst, waarbij alle factoren elkaar kunnen beïnvloeden in positieve of negatieve zin. De contextfactoren die in dit model staan aangegeven kwamen heel sterk naar voor in de interviews die we hebben uitgevoerd.

25 What makes you happy. At school. So, you are glad if you can study
What makes you happy? At school. So, you are glad if you can study? Yes, and if I could see my family once again. Ik wist niet dat het zo moeilijk zou zijn, ik wist dat het een beetje moeilijk zou zijn, maar niet zoals dit. In deze interviews gaven de jongeren verschillende elementen aan die hen helpen om hier verder te kunnen gaan met hun leven. School vormt voor de meeste jongeren een heel belangrijke deel van hun leven en een belangrijke opening naar de toekomst toe. Verder zijn ook sociale relaties heel belangrijk, zowel relaties met begeleiders als relaties met vrienden en in bepaalde gevallen ook met familieleden. Niettemin blijft het voor de meesten geen gemakkelijke opdracht om hier in België te verblijven. To be with people that are there for me, people that I love. To be with people that I understand and that understand me.

26 Yes, I would like to stay here for ever
Yes, I would like to stay here for ever. If I have papers, if I have no papers, I also can stay, but this is very difficult to stay without papers. Eén van de moeilijke elementen voor deze jongeren is de onzekerheid die ze hebben in verband met het toekomst en of het überhaupt wel mogelijk zal zijn om deze toekomst, waar zij zelf heel hoge verwachtingen en dromen rond hadden, in België te realiseren. Deze onzekerheid weegt voor bijna alle jongeren bijzonder zwaar. Ik wil goede papieren hebben. Dat is waarom school zo belangrijk is. Ik moet echt goede papieren hebben. What is your greatest wish? To realize my dreams and to regain my life.

27 Tot, tot een jaar geleden, het was heel mooi, alles was nieuw voor mij, maar na een jaar begon ik mijn familie te missen, daarom haat ik het nu om hier te zijn en vraag ik me af “Waarom ben ik hier?” Ik denk er nog steeds heel veel aan, maar ik probeer het te vergeten, omdat ik me wil concentreren op de toekomst, probeer ik het verleden te vergeten. Daarnaast is het gemis van hun ouders en ook van hun land van herkomst voor veel van deze jongeren bijzonder zwaar om te dragen. Velen zijn één of beide ouders verloren en weinig jongeren hebben terug contact kunnen opnemen met hun ouders. Die afwezigheid, gecombineerd met het verblijf in een totaal vreemd land, maakt het voor de meeste jongeren erg zwaar. But I miss my mama. This is the most important thing. This makes me unhappy. I try to make myself happy through not thinking about my mum.

28 DUS TWEE ZEKERHEDEN WAT IS NODIG HETEROGENITEIT DOELGROEP
GROTE KANS OP PSYCHISCHE PROBLEMEN WAT IS NODIG INDIVIDUELE DIAGNOSTIEK INDIVIDUEEL AANGEPASTE OPVANG & BEGELEIDING

29 INDIVIDUELE DIAGNOSTIEK
METHODES Observatie – systematisch, ‘objectief’, verschillende contexten Gesprekken met jongere Gesprekken met context (voogd, school,…) Vragenlijsten – diagnostisch onderzoek Uitsluiten andere problematiek (fysisch, neurologisch,…) AANDACHTSPUNTEN Tolken Cross-culturele aspect – verschillende perspectieven Toelaten van vermijding? Niet problematiseren?

30 INDIVIDUELE BENADERING
Individuele “oplossingen” Oplossingen zoeken in bestaande / te creëren context – “onmisbaar” maken hulpverleningsnetwerk Oppassen voor generaliseren (cf. nood aan structuur, voorspelbaarheid) Maar: beperktheden – grenzen, onder meer omwille van maatschappelijke en politieke context

31 Maatschappelijke grenzen Maatschappelijke grenzen
Juridisch kader Psychosociale / therapeutische begeleiding Maatschappelijke grenzen Maatschappelijke grenzen Juridisch kader

32 WAT DOET DIT MET DE WAT DOET DIT MET MIJ? WAT DOET DIT MET JOU?
BEGELEIDER – SOCIAAL WERKER – HULPVERLENER – VERPLEEGKUNDIGE – VOOGD – LEERKRACHT – ONTHAALOUDER – THERAPEUT – ASSISTENT – … WAT DOET DIT MET MIJ? WAT DOET DIT MET JOU?

33

34

35 En het emotioneel welzijn van de begeleider?
Onzekerheid Handelingsonzekerheid Secundaire traumatisering Machteloosheid Burn-out ZELFZORG ZELFREFLECTIE AANDACHT INTERVISIE SUPERVISIE VORMING TEAM

36 BETROKKENHEID OP AFSTAND
ZELFZORG OP WEG…

37 Ilse Derluyn Vakgroep Orthopedagogiek Universiteit Gent H. Dunantlaan 2 9000 Gent Tel: 09/ GSM: 0472/


Download ppt "Niet-begeleide buitenlandse minderjarigen"

Verwante presentaties


Ads door Google