De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

12. Stromend water lijkt hetzelfde, maar is dat nooit

Verwante presentaties


Presentatie over: "12. Stromend water lijkt hetzelfde, maar is dat nooit"— Transcript van de presentatie:

0 Inleiding Sociologie Deel 3
Over socialisatie en sociale verandering, macht en mobiliteit, organisaties en sociale klassen

1 12. Stromend water lijkt hetzelfde, maar is dat nooit
Over sociale verandering en modernisering

2 Beoogde leercompetenties
Het sociologische concept “verandering” met eigen woorden kunnen omschrijven Stabiliserende en dynamische sociale krachten binnen een samenleving kunnen onderscheiden Dichotome en meervoudige schema’s van verandering kunnen omschrijven Het concept ‘modernisering’ kunnen omschrijven Een inzicht kunnen geven in de diverse variabelen die tot een modernisering van Europa hebben geleid (Parsons). De diverse dimensies van verandering als concept kunnen toelichten en illustreren

3 Samenlevingen veranderen en blijven tegelijk eender
Vooral na 1945 werden veranderingen in de samenleving zichtbaar. Kleinschalige, gesloten dorpsgemeenschappen met de traditionele geslotenheid Een wereld waarin alles open ligt De moderne Westerse maatschappij, vandaag globalisering

4

5 12.1 De samenleving: stabiliteit én verandering
De spanning tussen Stabiliteitsperspectief Veranderingsperspectief manifesteert zich in de sociologiemodellen Een spanning tussen Statica en dynamica Structuur en proces Verandering binnen of van de structuur

6 Stabiliteitsperspectief
Stelling Er is een aanwezigheid in de samenleving van relatief constante patronen. Daarbinnen spelen zich allerlei processen af: Vernietigen die patronen niet, maar houden ze in stand. Continuïteit en stabiliteit De functies van de onderdelen van een systeem Socialisatie in bestaande waarden en normen Gemeenschappelijke interpretatie (‘conscience collective’, zie H1.5.1 ) Collectieve rituelen Sociale controle

7 Veranderingsperspectief
Stelling Aandacht voor tegenstellingen en conflicten. Latente conflicten die op een bepaald ogenblik manifest kunnen worden. Bijvoorbeeld Bewustwording van sociale ongelijkheid Erosie van een morele consensus Nieuwe ideologische kaders Sociale verandering kan variëren van … Betekenisvolle overgang van de ene naar de andere vorm van sociaal handelen en van de daarbij horende cultuurpatronen de omgang tussen ouders en kinderen, de geboortecijfers of de haardracht Tot de overgang van de hele samenleving van de ene vorm naar de andere Van een agrarische naar een industriële samenleving Van een communistische maatschappij naar een vrijemarkteconomie met politieke democratie

8 Fasering van de geschiedenis: Het vuur
De ‘twee revoluties’ - “The great Transformation” (Polanyi) of meer ‘revoluties’? Fasering van de geschiedenis: Het vuur ca. 1,5 miljoen jaar geleden) Agrarisering “neolithische revolutie” jaar geleden begonnen Industriële revolutie 2de helft 18de eeuw Samenvallend met politieke omwentelingen (vb. Franse revolutie) Informatie-, netwerkmaatschappij en globalisering

9 Landbouw-maatschappij Industriële maatschappij Economie
Clanmaatschappij Landbouw-maatschappij Industriële maatschappij Economie Overleving Begin geldeconoom Handel zeldzame (specerijen, stoffen …) en primaire goederen Kapitalisme Handel allerlei goederen Recht Gewoonterecht Charterrecht Strafrecht Burgerlijk recht Grondwet Wereldbeeld en kennisoverdracht Animistisch Magisch Mythisch mondelinge traditie Filosofisch / godsdienstig Mondelinge en schriftelijke traditie Wetenschappelijk Multimediaal Wetenschap

10 Landbouw-maatschappij Industriële maatschappij Politiek Autoriteit
Clanmaatschappij Landbouw-maatschappij Industriële maatschappij Politiek Stam Landbouwstaat Democratie Autoriteit Charisma Traditie Rationeel-legaal Gezag Leeftijd Afstamming Regels en procedures Techniek Aanpassing aan de natuur Domesticatie van de natuur Beheersing natuur (en milieuvraagstuk) Wonen Nomadisch Sedentair Dorp en stad Megalopolis

11 12.2 Denken in dichotomieën Comte, Durkheim, Marx, Weber
Sociologie Ontstond op het breukvlak van twee samenlevingstypen Van het vrij stabiele Ancien Régime naar de wat nerveuzere moderne klassenmaatschappij Die onzekerheid was de zorg voor de klassieke sociologen Wat gebeurt er, hoe dit verklaren? Vraagstuk klassiekers!

12 Auguste Comte ( ) Karl Marx (1818–1883) Emile Durkheim ( ) Ferdinand Tönnies ( )

13 Vraagstuk klassiekers
Comte Deterministisch driefasenmodel Theologische, metafysische en positivistische fase (H2.4.3) Marx De ontwikkeling van de productiewijzen in een dialectisch model Primitief communisme, feodaliteit, kapitalisme en communisme (H3.5.2) Durkheim (H1.5) Contrast binnen het maatschappelijke leven van traditionele rurale gemeenschappen met dat van de industriële urbane maatschappij Van ‘solidarité mécanique’ naar de moderne ‘solidarité organique’. Tönnies ( ) (H1) Van ‘Gemeinschaft’ naar ‘Gesellschaft’

14 Dichotomie Tönnies (1855-1936)
‘Gemeinschaft’ ‘Gesellschaft’ Persoonlijk (private scène) Affectief Gehele betrokkenheid Kleinschalig Zakelijk (publieke scène) Affectief neutraal Segmentele betrokkenheid Grootschalig Dorp (ruraal) Ambacht (kleinschalig) Vereniging (associatie) Stad (urbanisering) Fabriek (grootschalig) Organisatie (bureaucratie)

15 Vraagstelling Focus Hun aandacht ging vooral naar de invloed van de economische ontwikkelingen op de positie en rol van gezin en gemeenschap In de rurale samenleving vormden deze bronnen van identiteit en steun Wat overblijft in een urbane context met een individualistische en onpersoonlijke levenswijze zijn afbrokkelende instituties. Tot op vandaag zien wij sporen van deze overgang, ook in de sociologische conceptuele raamwerken

16 Later weinig belangstelling voor verandering, behalve … (1)
Horkheimer & Adorno Later weinig belangstelling voor verandering, behalve … (1) Frankfurter School Verandering leidt niet tot vooruitgangsoptimisme Verschil klassiekers Stelling Toenemende rationele beheersing waardoor de mens tot een schakel in een gespecialiseerd systeem wordt herleid Door de vooruitgang in de beheersingsmogelijkheden wordt dat systeem enkel onderdrukkender. Kansen op emancipatie zijn erg gering Neomarxistische auteurs Blijven geloven dat de geschiedenis “vooruitgang” is en ons zo steeds dichter brengt bij “het rijk van de vrijheid”. Het is dan ook vooral bij die stroming dat men een grote belangstelling aantreft voor sociale verandering.

17 Meer over de Frankfurter School?
Theodor Adorno Max Horkheimer Jürgen Habermas

18 Later weinig belangstelling voor verandering, behalve … (2)
(° 1944) Later weinig belangstelling voor verandering, behalve … (2) Ulrich Beck (drie stadia) De prémoderniteit De eenvoudige moderniteit en/of industriële samenleving De “reflexieve moderniteit” De ‘risicomaatschappij’ Mensen laten zich niet langer leiden door het moderniseringsproces, maar worden ze zich bewust van de negatieve gevolgen Ze denken na over hoe ze het moderniseringsproces in andere, betere banen kunnen leiden. Reflexief in zijn dubbele implicatie dus Nadenken En omkeren Afkeer voor de modieuze term ‘postmoderne’ samenleving

19 Ulrich Beck http://www.youtube.com/watch?v=T41HFRAqQB4

20 Een belangrijke vraag is:
Wat zijn die (f)actoren die stabiliteit en/of verandering in het sociale spel vormgeven? Wij onderscheiden endogene en exogene (f)actoren.

21 12.3 Denken in meervoud Economische (vandaag globalisering)
Veranderingsprocessen zijn resultante van een toevallig samenspel van allerlei variabelen zoals: Economische (vandaag globalisering) Politieke (dominantie sommige staten, grotere entiteiten …) Culturele

22 12.4 Endogene en exogene factoren
Ruime waaier culturele, economische en natuurlijke factoren die sturend kunnen zijn De kiemen voor veranderingen kunnen In de bestudeerde samenleving zélf aanwezig zijn ‘Endogeen’ Van buitenaf op die samenleving inwerken ‘Exogeen’

23 12.4.1 Endogene factoren Uitvindingen en ontdekkingen
Socialisatie (meestal niet perfect) Afwijkende gedragingen en opvattingen krijgen zo enige ruimte Kunnen een voorbeeld vormen voor de andere leden van de samenleving Veralgemeend en zelfs geïnstitutionaliseerd Spanningen tussen heersende waarden en de feitelijke situatie Het uiteengroeien van productieverhoudingen en productiekrachten (Marx)

24 12.4.2 Exogene factoren “Vreemd” aan de samenleving
Natuurlijke factoren ‘Natuurlijke’ kan ook de mens zijn (milieu bv.) Sociaal-fysische factoren Demografie Sociaal-culturele factoren Cultuuroverdracht (McDonaldisation) Kolonisaties, economisch imperialisme … Massamedia (tv-programma’s of internet)

25 12.5 Niveaus van sociale verandering (1)
De hele samenleving of enkel bepaalde onderdelen Geaggregeerde of collectieve gedragingen Sociale verandering: wijzigingen in posities, netwerken en groepen, en in de verhoudingen daartussen Culturele verandering: wijzigingen in waarden, normen, rollen, instituties of kennis. Veranderingen kunnen zeer ‘plots’ optreden of ‘geleidelijk’

26 12.5 Niveaus van sociale verandering (2)
Micro Relaties tussen mensen (microniveau) Meso Groepen of sociale categorieën Macro Maatschappelijke instituties Cultuurpatronen (macroniveau)

27 William (Fielding) Ogburn (1886-1959)
‘Cultural lag’ (1922) William (Fielding) Ogburn ( ) In een complexe en dynamische samenleving komt het vaak voor Dat wetenschappelijke en/of technologische mogelijkheden (structureel) aanwezig zijn (fast-changing technology) Zonder dat de samenleving een aangepast regulerend referentiekader heeft ontwikkeld (slower-paced sociocultural traits) Een cultureel kompas ontbreekt of: delays in adjustment to invention = Tempoverschillen in de ontwikkeling van verschillende sectoren van het maatschappelijke leven

28 Basisbegrippen Modernisering Moderniteit
Een samenhangend geheel van veranderingsprocessen die hebben geleid tot de opkomst van de moderne samenleving. Moderniteit De principes die ten grondslag liggen aan het ‘moderne’ denken over de samenleving, zoals: De maakbaarheid van de samenleving Het streven naar rationele ordening van de samenleving Het vertrouwen op wetenschap en techniek

29 12.6 Modernisering = Complex geheel van onderling verweven structurele, culturele, psychische en fysische factoren Feodale, agrarische, gesloten samenlevingen Kapitalistische, industriële en open maatschappij Groei van industriële complexen (massale productie) Toenemende urbanisatie Terreinverlies van religie en magie Voortschrijdende rationalisering van denken en handelen Groeiende democratisering Afnemende sociale verschillen Toenemende individualisering

30 Modernisering in Parsons’ schema Conceptueel kader
Structuur Cultuur Moderne maatschappij (moderniteit) Feodale maatschappij Modernisering Persoon Natuur

31 Aanzetten naar de transformatie (1)
Van kleinschalig naar … Economische schaalvergroting Verstedelijking (urbanisering) Kapitalisme Ontstaan nationale staten (Stedelijke) burgerij als 'klasse' Structuur Cultuur Persoon Natuur Feodale maatschappij Moderne maatschappij (moderniteit) Modernisering

32 Aanzetten naar de transformatie (2)
Renaissance, Verlichting, Reformatie Economische schaalvergroting Wetenschap en ontdekkingen ‘Mens’ centraal Rationaliteit ‘Innerweltliche Askese’ Secularisatie, vooruitgang ‘Ontmythologisering’ Structuur Cultuur Persoon Natuur Feodale maatschappij Moderne maatschappij (moderniteit) Modernisering

33 Aanzetten naar de transformatie (3)
Structuur Cultuur Persoon Natuur Feodale maatschappij Moderne maatschappij (moderniteit) Modernisering Nieuwe 'denken‘ Nieuwe omgangsvormen ‘Onttovering’ wereldbeeld (‘Entzauberung’) Proces waarbij het vroegere gesloten wereldbeeld geleidelijk aan openbreekt en de traditionele, meestal religieuze verklaringen plaats moeten maken voor praktische, empirische kennis omtrent de omringende samenleving.

34 Aanzetten naar de transformatie (4)
Structuur Cultuur Persoon Natuur Feodale maatschappij Moderne maatschappij (moderniteit) Modernisering Van afhankelijkheid natuur naar … Menselijke ‘greep’ op de natuur Domesticatie vuur Landbouw en veeteelt Levenloze energie Lichamelijke conditie mens (ziekten)

35 Moderniseringsprocessen Conceptueel kader sociologische begrippen
Structurele differentiatie Rationalisering Structuur Cultuur Feodale maatschappij Moderne maatschappij (moderniteit) Modernisering Persoon Natuur Individualisering Domesticatie

36 Moderniseringsprocessen Conceptueel kader en paradoxen
Schaalverkleining versus schaalvergroting Pluralisering versus generalisering Structurele differentiatie Rationalisering Structuur Cultuur Feodale maatschappij Moderne maatschappij (moderniteit) Modernisering Persoon Natuur Individualisering Domesticatie Deconditionering versus conditionering Vrijheid versus onmacht

37 12.7 Structurele differentiatie
Splitsing van een oorspronkelijk homogeen geheel in delen met een eigen karakter. Allerlei activiteiten en functies die voorheen door éénzelfde maatschappelijke instantie werden uitgeoefend, verzelfstandigen zich tot eigen instituties. Subsystemen met een eigen cultuur en netwerk (posities) Sfeer Productie en distributie Bindende regelgeving Administratieve bestuur Recht Godsdienst Gezin Gezondheidszorg Onderwijs

38 Structurele differentiatie
Moderne maatschappij als gigantische en complexe machine, waarvan de diverse onderdelen op de een of andere manier met elkaar verbonden zijn: functioneel voor de stabiliteit, continuïteit en balans binnen de samenleving. Hoe die verschillende onderdelen van een samenleving in elkaar grijpen tot één geheel, is een vraag die sociale wetenschappers nog lang zal bezig houden. Sociologische vraag: hoe kunnen voldoende maatschappelijke integratie en solidariteit behouden?

39 12.7.1 Enkele differentiatieprocessen
Van gasthuis naar ziekenhuis Van familie naar gezin

40 Paradox Wijst op een tegenstrijdigheid, die bij nader toezien enkel schijn blijkt te zijn.

41 12.7.2 De paradox van structurele differentiatie: schaalverkleining en schaalvergroting
Het uiteenvallen van bestaande maatschappelijke eenheden in afzonderlijke delen, die elk een aparte functie en identiteit krijgen (Van België naar Vlaanderen als bestuur) Schaalvergroting De creatie van grotere gehelen (Globalisering) Sociologische vraag: hoe komen mensen tot een antwoord op de belangrijke vraag naar de legitimiteit?

42 Op verschillende en onderling met elkaar samenhangende niveaus
12.8 Rationalisering Berekenbaar Beredeneerbaar Weloverwogen Voorspelbaar Beheersbaar Op verschillende en onderling met elkaar samenhangende niveaus De wereldbeschouwing Het collectieve handelen Het individuele handelen De werkelijkheid Geordend Gesystematiseerd

43 12.8.1 Voorbeelden van rationalisering
Ziekte / gezondheid Arbeid Taylor en Ford Taylor Ford

44 12.8.2 De paradox van rationalisering: pluralisering en generalisering
Rechtstreeks uitvloeisel differentiatie Relatief zelfstandige eenheden leggen zich niet alleen toe op het realiseren van eigen doelstellingen, maar ontlenen ook hun legitimiteit aan specifieke waarden en normen Generalisering Menselijke ‘greep’ op de natuur Culturele stelsels los van oorspronkelijke fundament en vermengden zich (tijdens modernisering) Gegeneraliseerde culturele stelsels grotere overkoepelende kracht Ten koste zeggingskracht waarden / normen Maakt elke moderne samenleving ‘multicultureel’

45 12.9 Individualisering Individualisering
Tanende impact van voorheen sterke instituties zoals Kerk Burgerlijk huwelijk Traditionele sekserollen Detraditionalisering Relativering traditionele normen en waarden Niet langer geregeld door collectief gedragen opvattingen Individualisering Een lossere band tussen het individuele ‘ik’ en het collectieve ‘wij’ Overtuiging De wereld biedt vele mogelijkheden Men kan/moet kiezen hoe wij “onszelf” sturen (Geëmancipeerde wezens)

46 12.9.1 Voorbeelden van individualisering
Gezinsmodel erodeert sinds de jaren zestig Versnelling echtscheidingstempo Aanhoudende vruchtbaarheidsdaling vanaf 1964 Toename van ongehuwd samenwonen Creëren van alternatieven zoals lat-relaties Spectaculaire daling van de wekelijkse mispraktijk in Vlaanderen (zie 6.8.1)

47 12.9.2 De paradox van individualisering
Groter vrijheidsgevoelen Sociale leefregels minder regulerend Verzwakken sociale controle Zelfontplooiing, bevrijding en emancipatie Meer keuzes mogelijk Gevoelen van onmacht Illusie te ‘kunnen’ kiezen Gevangen in netwerk anonieme relaties Conformeren, maar ontkenning dat de moderne cultuur daartoe dwingt Gevoel van vrijheid, vooral voor hen die hun sociale relaties zodanig hebben ingericht dat ze van niets of niemand afhankelijk zijn

48 12.10 Domesticering van de natuur
De geschiedenis van de mens = een aanhoudend pogen om zich te onttrekken aan de beperkingen van De natuurlijke omgeving (met de ecologische gevolgen) Het eigen lichaam (ziekten, veroudering …) Domesticering De mate waarin de mens zich effectief ‘bevrijdt’ van biologische en natuurlijke beperkingen. Hoe? Technologie (vandaag ICT) en wetenschap. Een voortdurend streven naar Beheersing van de natuur (dijken Nederland …) Sociale invulling van de natuur (menselijk lichaam …)

49 Trend Het gevolg van deze trend is dat we de natuurlijke omgeving hebben verruild voor een door “onszelf” gecreëerde omgeving. We werden minder afhankelijk van natuurlijke wisselvalligheden (overstromingen …) Onze levensverwachting is spectaculair gestegen, lichaamsbouw en lengte zijn ingrijpend veranderd. We trachten via joggen, fitness, overlevingstochten, alpinisme en deltavliegen onze grenzen te verleggen en ons lichaam te “modelleren” naar de maatschappelijke verwachtingen.

50 Domesticering natuur Onze ecologische omgeving en ons lichaam
Afstanden, voeding … Natuurlijke wisselvalligheden Orkanen, overstromingen … Levensverwachting Ziekte Pest, cholera … kanker, AIDS Beheersing door mens van natuur en lichaam Wetenschap en technologie Vliegtuig, ICT, gentechnologie … Grenzen verleggen Joggen, fitness, alpinisme … Ons lichaam ‘modelleren’ naar de maatschappelijke verwachtingen Beautyfarms, plastische chirurgie Sociale invulling Menselijke geschiedenis Zoeken naar bevrijding van onze biologische en natuurlijke beperkingen.

51 12.10.1 Voorbeelden van domesticering
Zoogdieren en planten worden voor menselijke consumptie gekweekt Natuurkrachten zijn meer voorspelbaar en meer beheersbaar (?) Trein, auto, vliegtuig, tv, internet en het ‘mobieltje’ Maar milieuvraagstukken

52 CLIMATE CHANGE Arctic sea ice collapse due to anthropogenic climate change: Source: National Snow and Ice Data Center, University of Colorado, USA

53 12.10.2 De paradox van domesticering
De toenemende beheersing van de biologische en geografische omgeving gaat gepaard met nieuwe afhankelijkheden. Deconditionering Toenemende onafhankelijkheid natuurcondities Voorbeeld: ‘hightech’-geneeskunde slaagt erin om de levensduur van mensen te verlengen door tijdig in te grijpen of een ziekteproces te stabiliseren. Conditionering Mensen afhankelijker van de door hen gecreëerde technische infrastructuur en van de sociale en psychische condities Voorbeeld: Chronische ziekten domineren vandaag de pathologie. Dit type ziekten zal de mensen volledig afhankelijk maken van: artsen, medicatie, technologie en … van verzorging. De sociologische vraag is het vinden van een nieuw evenwicht tussen ‘mens’ en ‘natuur’

54 Abraham de Swaan (° 1942) Een actuele kijk, de Swaan (socioloog) kijkt terug op de laatste 40 jaar, wat leert hij bij? (F) mms://video.ua.ac.be/Henderickx_Erik/swaan.wmv Duur: 11:47

55 Samenvattend Sociale veranderingen zijn essentieel aan samenlevingsverbanden Waren er vroeger conceptueel wordt dichotomieën (klassieke sociologen), dan is vandaag meervoudige benadering relevanter. Het voorbeeld van een meervoudig leerstuk is: de modernisering Geheel processen in sociologische termen als: structurele differentiatie, rationalisering, individualisering en domesticatie. Concrete sociale vraagstukken én paradoxale ontwikkelingen Centrale sociologische vraagstukken: solidariteit, legitimiteit, integratie, evenwicht tussen mens en natuur Paradoxen: Schaalverkleining versus schaalvergroting Pluralisering versus generalisering Vrijheid versus machteloosheid Conditionering versus deconditionering


Download ppt "12. Stromend water lijkt hetzelfde, maar is dat nooit"

Verwante presentaties


Ads door Google