Er was een man die vier zonen had

Presentatie over: "Er was een man die vier zonen had"— Transcript van de presentatie:

1 Er was een man die vier zonen had
Er was een man die vier zonen had. Hij wilde zijn zonen leren om niet te snel een oordeel te vellen. Dus zond hij hen allen om de beurt op reis, om een perenboom te bekijken die op grote afstand stond.

2 De eerste zoon ging in de winter,
de tweede in de lente, de derde in de zomer, en de jongste zoon in de herfst.

3 Toen ze allemaal gegaan en teruggekomen waren, riep hij hen bij elkaar om te beschrijven wat ze gezien hadden.

4 De eerste zoon zei dat de boom lelijk en krom was.
De tweede zoon zei dat hij bedekt was met groene knoppen, vol belofte.

5 met bloesem, die zo heerlijk rook en er zo prachtig uitzag.
De derde zoon was het daar niet mee eens. Hij zei dat de boom beladen was met bloesem, die zo heerlijk rook en er zo prachtig uitzag. Hij had nog nooit zoiets moois gezien. De jongste zoon was het oneens met hen allen. Hij zei dat de boom helemaal bedekt was met vrucht, vol leven en vervulling.

6 Toen legde de vader uit dat al zijn zonen
gedeeltelijk gelijk hadden, omdat ze allemaal alleen maar één seizoen in het leven van de boom gezien hadden.

7 die uit dat leven voortkomen pas op het eind ingeschat kunnen worden,
Hij vertelde hun dat je een boom, of een mens, niet alleen maar vanuit één seizoen mocht beoordelen, en dat de essentie van wie ze zijn, en de vreugde en liefde die uit dat leven voortkomen pas op het eind ingeschat kunnen worden, als alle seizoenen voorbij zijn.

8 Als je het opgeeft wanneer het winter is,
zal je de belofte van je lente mislopen, de pracht van je zomer en de vervulling van je herfst.

9 Laat niet toe dat de pijn van één seizoen de vreugde van de rest teniet doet. Beoordeel het leven niet vanuit van één moeilijk seizoen.

10 Blijf volharden in de moeilijke perioden.
Vroeg of laat breken er betere tijden aan.

11 Leef simpel. Heb van harte lief. Spreek leven.
Laat de rest over aan God.

12 Geluk houdt je liefdevol. Beproevingen houden je sterk.

13 Verdriet houdt je menselijk.

14 Falen houdt je nederig.

15 Succes doet je glunderen.

16 Maar alleen God houdt je gaande. Heb geloof en vertrouwen in Hem!.

17 “Wij weten nu, dat God alle dingen doet medewerken ten goede voor hen, die God liefhebben, die volgens zijn voornemen geroepenen zijn.” (Rom. 8:28) Gods zegen!

18 ook in de winter van je leven
En vreugde voor jou ook in de winter van je leven