Zingen Vers 1 De Koning zond zijn knechten

Presentatie over: "Zingen Vers 1 De Koning zond zijn knechten"— Transcript van de presentatie:

1 Zingen Vers 1 De Koning zond zijn knechten
Gezang 42 Vers 1 De Koning zond zijn knechten naar goeden en naar slechten: Kom naar de bruiloftszaal; wees welkom allemaal, de tafel staat gereed. Hier is je bruiloftskleed.

2 Zingen Refrein Velen zijn geroepen Weinigen verstaan
Gezang 42 Refrein Velen zijn geroepen Weinigen verstaan Dat je op de bruiloft komt Met een feestkleed aan.

3 Zingen Vers 2 Het kleed van alle dagen dat kun je daar niet dragen.
Gezang 42 Vers 2 Het kleed van alle dagen dat kun je daar niet dragen. Toch ging een gast brutaal Zo naar de bruiloftszaal: de kleren die hij droeg - die vond hij goed genoeg.

4 Zingen Refrein Velen zijn geroepen Weinigen verstaan
Gezang 42 Refrein Velen zijn geroepen Weinigen verstaan Dat je op de bruiloft komt Met een feestkleed aan.

5 Zingen Vers 3 De Koning zei: Hoe kun je hier komen in die plunje!
Gezang 42 Vers 3 De Koning zei: Hoe kun je hier komen in die plunje! Jouw blijdschap is niet echt; je bent hier onoprecht. Kom knechten, grijp hem aan en breng hem hier vandaan.

6 Zingen Refrein Velen zijn geroepen Weinigen verstaan
Gezang 42 Refrein Velen zijn geroepen Weinigen verstaan Dat je op de bruiloft komt Met een feestkleed aan.

7 Zingen Vers 4 Nu God ons wil ontvangen. Zien wij in groot verlangen,
Gezang 42 Vers 4 Nu God ons wil ontvangen. Zien wij in groot verlangen, als uitverkoren bruid, naar onze Bruigom uit. Met ons blijdschap komen wij in onze feestkledij.

8 Zingen Refrein Velen zijn geroepen Weinigen verstaan
Gezang 42 Refrein Velen zijn geroepen Weinigen verstaan Dat je op de bruiloft komt Met een feestkleed aan.

9 Picto’s die gebruikt kunnen worden.