Hitler aan de macht Paragraaf 2.

Presentatie over: "Hitler aan de macht Paragraaf 2."— Transcript van de presentatie:

1 Hitler aan de macht Paragraaf 2

2 Hitler aan de macht Duitsland wordt een totalitaire staat:
Het volk wordt gecontroleerd. Kritiek hebben was verboden. Joseph Goebbels: minister van propaganda. Via film, tv, radio en krant: nazi ideeën verspreiden. Tegenstanders werden naar strafkampen gestuurd.

3 De Duitsers controleerde:
Jeugd moest lid worden van jeugd nazi-organisaties. Hitlerjugend en Bund Deutscher Mädel. Scholen moesten goed over nazi’s lesgeven

4

5 Meer controle: Kunstenaars mochten alleen werken als ze lid waren van de Rijkscultuurkamer. Kunst moest namelijk in dienst staan van de nazi’s. Onderwerpen moest over nazi-leven gaan, of gezin, natuur. Alle andere kunst werd verboden/verbrand.

6 Goede kunst

7 Slechte kunst:

8 Verdere controle Vakbonden werden verboden.
Daarvoor kwam: Deutsche Arbeitsfront. Was nadelig voor arbeiders. Hard werken aan overheidsprojecten:

9 Adolf Hitler voerde veel verbeteringen uit in duitsland.
Hij liet autowegen aanleggen en fabrieken bouwen Elke duitser moest volgens hem een auto rijden kunnen en aan de hele wereld laten zien dat zij een beter volk waren.

10 Rassenleer: Er is altijd Jodenhaat (antisemitisme) geweest. Ze kregen altijd en overal in Europa de schuld van. Vanaf 1933: boekverbrandingen van joodse boeken. Dat was het begin van haat tegen joden. Rassenleer: er zijn hoge en lage rassen. Arische ras stond bovenaan, onderaan stonden joden, gehandicapten, zigeuners, homosexuelen.

11 . 1935: Neurenberger-wetten
Huwelijken tussen joden en burgers van Duits bloed werden verboden. Joden mochten geen Duitsers in dienst hebben. Een wet bepaalde dat koppels die wilden trouwen een medisch onderzoek moesten ondergaan om te zien of ze genetisch geschikte kinderen konden voortbrengen. Joden vielen voortaan buiten de grondwet.

12 1938 Kristallnacht Joodse mensen werden aangevallen en vermoord.
Synagogen vernield en in brand gestoken. Reden: een joodse jongen had in Parijs een Duitse medewerker van de ambassade vermoord.

13

14

15

16

17

18

19

20 Vanaf toen:

21 Op weg naar oorlog: Hitler wilde snel oorlog:
1933 aan de macht: gelijk een leger, dienstplicht, oorlogsindustrie en snelwegen. Werkeloosheid was opgelost en Duitsland werd weer een sterk land. Maar Hitler had een plan: alle Duitssprekende mensen in 1 land samen!

22 1 groot rijk: 1936: Rijnland wordt weer ingenomen door Duitsland ( =grens met Frankrijk) 1938: Oostenrijk wordt bij Duitsland gevoegd: Anschluss. Engeland en Frankrijk waren natuurlijk boos, maar konden niets doen. Ze hadden geen leger om Hitler tegen te houden. En ze wilden geen nieuwe oorlog.

23 1938 Hitler wil een stuk van Tsjechoslowakije. :Sudetenland.
Eng en Fr gaan met Tsjechoslowakije praten. = Conferentie van München. Aanwezig: leiders van Duitsland, Engeland, Frankrijk en Italië. Stalin was niet uitgenodigd. Hij voelde zich buiten- gesloten.

24 Uitslag: Niemand wil oorlog, dus Hitler mocht Sudetenland hebben. (maar neemt uiteindelijk geheel Tsjechië)

25 1939 Hitler valt Polen binnen op 1 sept.
Dit gaat Engeland en Frankrijk te ver. Ze verklaren Hitler de oorlog.

26 einde