De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Carrousel in A’dam IJburg

Verwante presentaties


Presentatie over: "Carrousel in A’dam IJburg"— Transcript van de presentatie:

1 Carrousel in A’dam IJburg
Talentontwikkeling voor ieder kind!

2 1999: Conceptplan Carrousel 2000: Ondertekening intentieverklaring
IJburg: doelstelling is wijk zonder scheidslijnen. Met weinig m2 maximaal aantal kindplaatsen bso creëren: elke school inpandig 2 bso-stamgroepen, meer mogelijk door overplanning. Plan gericht op ontwikkeling van kinderen, financieel gezond en zonder subsidie. 2000: Ondertekening intentieverklaring Tussen scholen, kinderopvang/welzijnsaanbieder en stadsdeel.

3 Doelstelling/visie Carrousel
“ruimte geven aan de ontwikkeling van talenten, een uitdagende leeromgeving bieden waarin talenten ontwikkeld kunnen worden, een aanbod in de breedte aanbieden en de mogelijkheid speciale talenten te verdiepen”

4 Uitgangspunten Carrousel
Elke school maakt een profielkeuze en implementeert dit profiel in het individuele schoolprogramma. De profielen van de scholen in het Carrouselmodel moeten onderling van elkaar verschillen. Elke definitieve school heeft een inpandige bso die het profiel ondersteunt.

5 Uitgangspunten Carrousel 2
Willibrord: theater, Olympus: sport en spel, Neptunus: natuur en techniek, Zuiderzee: taal en media. In elke school is een extra ruimte met voorzieningen voor het profiel, een profielruimte, gefinancierd vanuit stadsdeel. Kinderen van de ene school kunnen na schooltijd gebruik maken van profielgerelateerde naschoolse activiteiten op één van de andere scholen.

6 Doelgroep Carrousel Alle kinderen van 4-12 jaar uit IJburg die op één van de IJburgse basisscholen zitten. Tot uur onderwijs met daarbinnen profielgerelateerde activiteiten, uitsluitend op eigen school. Na uur bso én Carrouselactiviteiten. De bso is alleen voor de bso-kinderen, maar de profielgerelateerde naschoolse activiteiten zijn zowel voor de bso-kinderen als voor kinderen uit de buurt die niet op de bso zitten toegankelijk.

7 Succescriteria Carrouselmodel
Schoolprogramma en naschools programma ondersteunen elkaar wat aangaand het profiel: doorlopende leerlijn. Schoolprogramma's vullen elkaar onderling aan door middel van de verschillende profielen: wijkgericht aanbod met verspreiding talentgroepen. Inzet mensen en middelen zijn doelmatig en doeltreffend: combinatiefuncties. Toegankelijkheid van aanbod voor alle kinderen 4–12 jaar is gewaarborgd (zowel fysiek als programmatisch).

8 Vertraging in het proces
Welzijnsaanbieder ging failliet. Invoering Wet Kinderopvang in januari 2005. Meer verschillende aanbieders van bso. Vertraging bouw IJburg.

9 Voortgang proces Eind 2004: Oplevering nieuwbouw Willibrordschool en
Partou bso Bries. Profiel: theater Halverwege 2005: Start theateractiviteiten bso Bries/Willibrordschool. Sept 2005: Oplevering Olympusschool en skon bso de blauwe slingeraap. Profiel: sport Eind 2005: Stadsdeel stelt opnieuw intentie overeenkomst vast met schoolbesturen, stadsdeel en kov. Jan 2006: Oplevering Neptunusschool en Partou bso Wervelwind.Profiel: natuur en techniek.

10 Voorjaar 2006 Kennismaking concullega’s Skon en Partou.
Uitwerking Carrouseluitgangspunten tot uitvoerbaar product. Start met een kick-off WK-feest.

11 Schooljaar 2006/2007 start pilot Carrousel
Bso voert de activiteiten uit. Profielactiviteiten op dinsdag en donderdag. 2 leeftijdsgebonden profielactiviteiten per bso. De kinderen hebben de vrije keus: bso, eigen activiteit of bij de buren op visite. Activiteiten in clusters van 8 weken, dus 5 clusters p/j. Groepsleiding en vakkrachten bieden activiteiten aan. Scholen en kinderopvangaanbieders maken gezamenlijk jaarwerkplan. Instellen stuurgroep en werkgroep(en).

12 Evaluatie na 1 schooljaar
Tweederde van de kinderen van IJburg nemen deel aan de Carrousel. Een relatief klein aantal buurtkinderen. Dit komt mede doordat het overgrote deel van de kinderen, woonachtig in IJburg, naar een vorm van opvang gaat.

13 De evaluatie inhoudelijk
De kinderen ervaren de Carrousel over het algemeen als zeer positief. Men neemt deel aan de activiteiten op allerlei verschillende locaties. M.n. jonge kinderen hebben na afloop van een schooldag vol structuur behoefte aan vrij spelen in plaats van geleide activiteiten. De organisatie, zowel inhoudelijk, organisatorisch en financieel ligt met name bij skon en Partou. De scholen zijn nog weinig betrokken bij de organisatie en afstemming van de Carrousel. Dit verschilt sterk per school.

14 De evaluatie inhoudelijk 2
Leid(st)ers ervaren de Carrousel soms werkdruk verhogend, met name op een kleine locatie en bij ziekte/vakantie van leid(st)ers. De leidsters ervaren de Carrousel als een verrijking van hun werk door de combi bso/activiteiten. Het brengen/halen van kinderen naar de verschillende locaties is kwetsbaar. Sommige locaties blijven met te weinig leid(st)ers op teveel kinderen achter. Tevens is het vervoer (lopend) niet goed geregeld, dit neemt te veel tijd in beslag.

15 Hoe verder? Deze punten zijn besproken met de schooldirecteuren en het stadsdeel. Conclusie: 1. Er moet meer draagvlak komen ten behoeve van de Carrousel vanuit het stadsdeel en de scholen. 2. Een jaarwerkplan op elke school/bso is nodig. 3. De toegankelijkheid moet verbeterd worden voor buurtkinderen, m.n. financieel. 4. Aantal scholen neemt toe, dus Carrousel in ‘Mini-Carrousels’ verdelen met hooguit 3 scholen per eiland.

16 Stand van zaken nu De eerste gesprekken om nieuwe Mini-Carrousels op te richten lopen nu meer scholen hun definitieve gebouw hebben. SD heeft actievere regie rol op zich genomen en verbindt project ‘vraaggerichte subsidiëring van nsa’ en Carrousel. Scholen geen actievere participatie. Toetreding nieuwe welzijnaanbieder als Talentmakelaar, penvoerder voor stadspasgelden en extra laagdrempelig aanbod. Voordelen: centrale coördinatie en toename deelname lage ses. Nadelen: oneerlijke concurrentie.

17 Discussie Naschoolse activiteiten moeten pas vanaf ongeveer 7 jaar (groep 3) worden aangeboden. Jonge kinderen hebben namelijk minder behoefte aan geleide activiteiten. Wanneer de animo voor deelname aan een natuur en techniek activiteiten geringer is dan de animo voor sport en spel activiteiten, dan ligt dit niet aan het profiel maar aan de invulling van de activiteit zelf. De nso moet deelname aan naschoolse activiteiten faciliteren door plekken in te kopen, te brengen/halen en/of zelf activiteiten te organiseren. In de bso-leeftijd is uitgebreide overdracht aan ouders minder belangrijk. Naschoolse activiteiten zijn een taak van de nso niet van school. Kinderopvang heeft net als welzijn de maatschappelijke verantwoordelijk om laagdrempelige activiteiten te verzorgen.


Download ppt "Carrousel in A’dam IJburg"

Verwante presentaties


Ads door Google