De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

oec. sg. Het Baken Park - pg 5/6 f

Verwante presentaties


Presentatie over: "oec. sg. Het Baken Park - pg 5/6 f"— Transcript van de presentatie:

1 oec. sg. Het Baken Park - pg 5/6 f
Profielwerkstuk J. Geerts Natuur & Gezondheid Biologie & Economie oec. sg. Het Baken Park - pg 5/6 f Almere G. van Duin & J. Kock Mei 2001 tot 15 Februari 2002

2 Voeding, Sport & Inkomen

3 Overzicht Inleiding Onderzoeksvraag, deelvragen en hypothesen
Werkwijze Resultaten Conclusie Eigen mening / reflectie Bronnenvermelding Bijlagen (1 tot en met 4)

4 Inleiding De combinatie van de economie en biologie was al vrij snel bedacht. Het onderwerp wat ik uiteindelijk gekozen heb had wat meer tijd nodig. Ik wou graag iets met sport, omdat dit een grote hobby van me is. De relatie sport en voeding vind ik interessant, omdat ze beiden met je gezondheid te maken hebben. Ik sport zelf vrij veel en let ook redelijk op wat ik eet. Ik was benieuwd hoe anderen hiermee omgaan. Juist in een welvarend land als Nederland is voeding vaak een vijand van mensen; te veel, te vet, ongezond. Om het vak economie erin te verwerken, besloot ik om onderzoek te doen in Fitness Club Almere, naar het verband tussen de onderwerpen voeding, sport en inkomen. Hierbij wil ik ook graag enkele personen bedanken: Gee van Duin voor de begeleiding, Fitness Club Almere voor hun medewerking, de geënquêteerden voor het invullen van de enquête, en iedereen die mij op de één of andere manier geholpen en of gesteund heeft. Terug naar overzicht

5 Wat is het verband tussen het inkomen van de sporters van Fitness Club Almere en hun gedrag qua voeding en sport? Deelvragen: Leven de sporters gezond volgens de voedingswijzer? Is het inkomen van invloed op de voeding? Is het inkomen van invloed op de frequentie en trainingstijd van de sport? Hypotheses: De meeste mensen sporten en eten gezond, omdat ze zich fit willen voelen en gezond bezig willen zijn. Er is een kleine groep die “sport om te kunnen eten.” Het inkomen speelt een rol bij de soort voeding die mensen kopen. Mensen met een laag inkomen hebben nou eenmaal minder te besteden. Het inkomen heeft invloed op de frequentie en trainingstijd. Mensen met een lager inkomen kunnen minder besteden aan sport, ze zullen minder trainen, maar wel gebruik maken van elke training. Terug naar overzicht

6 Werkwijze Enquête maken geslacht, leeftijd, beroepsituatie, inkomen (verdeeld per belastingschijf, zie bijlage 1: De enquête of / en bijlage 2: Inkomen), abonnement, trainingstijd, soort lessen, reden sporten, andere sporten, gebruik mineralen- / vitaminepreparaten, soort vitamines / mineralen, voeding op een dag, eetgedrag, opmerkingen Enquêteren Enquêtes lagen bij FCA, ook aanwezig geweest bij FCA om mensen te stimuleren de enquête in te vullen of mensen te helpen om de enquête in te vullen, in totaal 46 reacties gekregen Gegevens verwerken Met behulp van Excel, grafieken invoegen in PowerPoint Presentatie Conclusies trekken Aan de hand van de grafieken Terug naar overzicht

7 Resultaten - Abonnement - Inkomen Abonnement en inkomen
Abonnement en trainingstijd Dagelijkse voeding Eetgedrag en gebruik mineralen- / vitaminepreparaten Inkomen en eetgedrag Abonnement en eetgedrag Opvallendheden Terug naar overzicht

8 Abonnementen Inkomen 24% 1x 2x 3x Onbeperkt 56% 11% 9% 18% 42% 24%
16% 24% 18% 1e Schijf 2e Schijf 3e Schijf 4e Schijf Terug naar resultaten

9 Abonnement en inkomen Inkomen Terug naar resultaten 55 36 9 20 40 75
36 9 20 40 75 25 Abonnement en inkomen 100% 20 90% Inkomen 80% 20 4e Schijf 70% 3e Schijf 60% 2e Schijf Percentage 50% 24 1e Schijf 40% 30% 1e schijf 2e schijf 3e schijf 4e schijf 1x pw: 2x pw: 3x pw: onb: Het inkomen heeft geen duidelijke invloed op de frequentie en trainingstijd van de training Er valt geen duidelijke lijn te ontdekken in de gegevens van de frequentie. Bij het 1x, 3x per week en onbeperkt abonnement heeft het grootste percentage een inkomen uit de 1e schijf. Bij het 2x per week abonnement doet de 4e schijf dit. De trainingstijden liggen bij elkaar, dus daar is geen verschil in aan te wijzen 20% 36 10% 0% 1x 2x 3x Onbeperkt Abonnement Terug naar resultaten

10 Abonnement en trainingstijd
uren Abon. Abon. = Abonnement Onb. = Onbeperkt Terug naar resultaten

11 Mijn oordeel volgens de voedingswijzer
Dagelijkse voeding 10 20 30 40 50 60 70 80 75 25 60 15 5 67 28 Mijn oordeel volgens de voedingswijzer Percentage Slecht (20%) Niet goed, niet slecht (60%) Goed (20%) Je kan zeggen dat de sporters redelijk gezond leven als je hun eetpatroon vergelijkt met die van de voorgeschreven voeding van het “Voorlichtingsbureau voor Voeding” 20% van de geënquêteerden eten goed, 60% niet goed, niet slecht en 20% eet slecht Van de 20% goede eters gebruikt 33,3% altijd vitamine- / mineralenpreparaten en hetzelfde percentage nooit. Door hun goede eetpatroon is dit ook niet nodig! Van de 60% niet goede, niet slechte eters gebruikt 33,3% nooit vitamine- / mineralenpreparaten, terwijl dat in dit geval wel eens nodig zou kunnen zijn, door de niet volledige voeding. Van de 20% slechte eters gebruikt niemand altijd vitamine- / mineralenpreparaten en zelfs 33,3% nooit. Door hun slechte voeding, krijgen ze niet genoeg vitaminen en mineralen binnen en zouden vitamine- / mineralenpreparaten aanbevolen zijn in de meeste gevallen Slecht Niet goed, niet slecht Goed Eigen oordeel van de mensen Terug naar resultaten

12 Gebruik mineralen- / vitamine preparaten
Eetgedrag en gebruik mineralen- / vitaminepreparaten Gebruik mineralen- / vitamine preparaten 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% 33,3 22,2 11,1 Percentage Nooit Soms Regelmatig Altijd Niet Slecht Goed goed Eetgedrag Terug naar resultaten

13 Mijn oordeel volgens de voedingswijzer
Inkomen en eetgedrag Goed Niet goed, niet Slecht Slecht Mijn oordeel volgens de voedingswijzer 31,6 36,8 29 57 14 9 81 87,5 12,5 100% 90% 80% 70% 60% Percentage 50% 40% 30% Als je naar het gemiddelde eetgedrag per schijf kijkt, ligt deze ongeveer op dezelfde hoogte, maar kijk je naar de individuele eetgedragingen, dan kan je wel het een en ander zien. Bij goed en slecht eetgedrag zie je dat hoe hoger het inkomen, des te kleiner het percentage wordt Bij niet goed, niet slecht eetgedrag zie je dat hoe hoger het inkomen, des te groter het percentage wordt Per schijf bekeken zie je dat: de 1e schijf het grootste percentage goede eters heeft, maar tegelijkertijd ook het grootste percentage slechte eters. Aangezien hier de eetstijlen dicht bij elkaar liggen is het moeilijk te zeggen of het wel of niet aan het inkomen ligt. Het kan ook zijn dat de één er beter mee om weet te gaan als de ander er in schijf 2 het grootste percentage niet goed, niet slecht eet en het kleinste percentage eet goed. Mensen in de 2e schijf eten over het algemeen redelijk er in schijf 3 komen er helemaal geen goede eters voor, maar ook een heel klein percentage slechte eters. De meeste mensen hebben dus een redelijke voeding en een paar gaan de slechte kant op en in schijf 4 komen er helemaal geen slechte eters voor en een klein deel goede eters. Net als in schijf 3 hebben de meeste mensen een redelijke voeding, alleen gaan er hier een paar de goede kant op Je zou dan ook kunnen stellen dat het inkomen van invloed is op het eetpatroon, alhoewel dit niet altijd even goed aan te geven is 20% 10% 0% 1e Schijf 2e Schijf 3e Schijf 4e Schijf Inkomen Terug naar resultaten

14 Mijn oordeel volgens de voedingswijzer
Abonnement en eetgedrag Percentage 18 73 9 20 80 25 50 Goed Niet goed, niet slecht Slecht Mijn oordeel volgens de voedingswijzer 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% 20 56 24 Het percentage slechte eters is vrijwel gelijk onder de abonnementen. Bij het 2 keer per week abonnement zien we dat het overige percentage alleen bestaat uit niet goed, niet slechte eters. Bij het 1 keer per week abonnement is er een grote groep niet goed, niet slechte eters en nog een klein percentage gezonde eters Bij het onbeperkt abonnement is er ook een grote groep niet goed, niet slechte eters, alleen is hier ook het percentage sporters die goed eten veel groter dan bij het 1 keer per week abonnement Bij het 3x per week abonnement zien we het tegenovergestelde als bij het onbeperkt abonnement. Er is hier een grote groep goede eters en een redelijke groep welke niet goed, niet slecht eet. Je zou dus kunnen stellen dat mensen met een 3 keer per week abonnement het gezondste eetgedrag vertonen, daarna de sporters met een onbeperkt abonnement, vervolgens het 1 x per week abonnement en tenslotte sporters met een 2x per week abonnement 1x 2x 3x Onbeperkt Abonnement Terug naar resultaten

15 Opvallendheden Veel mensen eten minder dan ze eigenlijk zouden moeten eten Mensen eten vooral te weinig koolhydraatrijke producten (met name brood) De meeste mensen gebruiken ook haast geen halvarine / margarine, waardoor ze de belangrijke vetten niet binnenkrijgen Mensen gebruiken te weinig vocht Het is haast ingeburgerd, tenminste 1 keer per week junk-food te eten Terug naar overzicht

16 Conclusie Je kan zeggen dat de sporters redelijk gezond leven als je hun eetpatroon vergelijkt met die van de voorgeschreven voeding van het “Voorlichtingsbureau voor Voeding” 20% van de geënquêteerden eten goed, 60% niet goed, niet slecht en 20% eet slecht Van de 20% goede eters gebruikt 33,3% altijd vitamine- / mineralenpreparaten en hetzelfde percentage nooit. Door hun goede eetpatroon is dit ook niet nodig! Van de 60% niet goede, niet slechte eters gebruikt 33,3% nooit vitamine- / mineralenpreparaten, terwijl dat in dit geval wel eens nodig zou kunnen zijn, door de niet volledige voeding. Van de 20% slechte eters gebruikt niemand altijd vitamine- / mineralenpreparaten en zelfs 33,3% nooit. Door hun slechte voeding, krijgen ze niet genoeg vitaminen en mineralen binnen en zouden vitamine- / mineralenpreparaten aanbevolen zijn in de meeste gevallen Terug naar overzicht

17 Je zou ook kunnen stellen dat het inkomen van invloed is op het eetpatroon, alhoewel niet altijd even goed is aan te geven hoe Als je naar het gemiddelde eetgedrag per schijf kijkt, ligt deze ongeveer op dezelfde hoogte, maar kijk je naar de individuele eetgedragingen, dan kan je wel het een en ander zien. Bij goed en slecht eetgedrag zie je dat hoe hoger het inkomen, des te kleiner het percentage wordt Bij niet goed, niet slecht eetgedrag zie je dat hoe hoger het inkomen, des te groter het percentage wordt Terug naar conclusie

18 De 1e schijf heeft het grootste percentage goede eters, maar tegelijkertijd ook het grootste percentage slechte eters. De eetstijlen liggen dicht bij elkaar, waardoor je moeilijk kan zeggen of het wel of niet aan het inkomen ligt. Het kan ook zijn dat de één er beter mee om weet te gaan als de ander In schijf 2 kan je in ieder geval stellen dat daar het grootste percentage niet goed, niet slecht eet en het kleinste percentage eet goed. Mensen in de 2e schijf eten over het algemeen redelijk In schijf 3 komen er helemaal geen goede eters voor, maar ook een heel klein percentage slechte eters. De meeste mensen hebben dus een redelijke voeding en een paar gaan de slechte kant op In schijf 4 komen er helemaal geen slechte eters voor en een klein deel goede eters. Net als in schijf 3 hebben de meeste mensen een redelijke voeding, alleen gaan er hier een paar de goede kant op Terug naar conclusie

19 Het inkomen heeft geen duidelijke invloed op de frequentie en trainingstijd van de training
Er valt geen duidelijke lijn te ontdekken in de gegevens van de frequentie. Bij het 1x, 3x per week en onbeperkt abonnement heeft het grootste percentage een inkomen uit de 1e schijf. Bij het 2x per week abonnement doet de 4e schijf dit. De trainingstijden liggen bij elkaar, dus daar is geen verschil in aan te wijzen Terug naar overzicht

20 Eigen Mening / Reflectie
Ik vond het leuk om dit onderzoek te doen, omdat het onderwerp me interesseerde, ik het verwerken van de gegevens leuk vond om te doen, alsof je een puzzel oplost en omdat ook de reacties om me heen positief waren. Ik kon me in het begin niet voorstellen wat 80 uur inhoud, maar tijd gaat snel als je ergens druk mee bent. Ik heb vooral veel geleerd over echte gezonde voeding. De mogelijkheden van PowerPoint waren me in het begin nog niet echt duidelijk, maar ik denk dat ik hierin wel allerlei mogelijkheden heb verwerkt. Het enige wat ik hierop aan te merken heb, is dat het onderzoek vrij klein is om er echte conclusies uit te trekken, vergeleken met de gehele Nederlandse bevolking. Echter zou dit een indicatie kunnen zijn van wat we kunnen verwachten. Jolanda Terug naar overzicht

21 Bronnenvermelding Boeken Enquêtes Foldermateriaal
B1 Pihlajamaa-Glimmerveen, L., Schermer, A. en Straaten-Huygen, van A. Synaps theorieboek 2 Biologie in de samenleving (blz. 105 t/m 113) Spruyt, Van Mantgem & De Does bv Leiden, 2000, 1e druk B2 Vegel G. en Vries, de J. Eet je fit & slank, Alles wat je moet weten om gezond te eten, Trekpleister, ISBN E1 Leden Fitness Club Almere F1 Anoniem, Vitamines en mineralen, Uw Apotheek F2 Anoniem, Spier- en gewrichtspijn, Zorg voor uzelf (10), Uw Apotheek Terug naar overzicht

22 Internetpagina’s I1 (vitaminen) I2a (gezond eten) I2b (gezond eten) I2c (gezond eten) I3a (sport) I3b (sport) I3c (sport en voeding) I4 (gezond eten) I5 (gezond eten) I6a (vitaminen) I6b (vitaminen) I6c (vitaminen) I6d (vitaminen) I6e (mineralen) I6f (mineralen) Terug naar bronnenvermelding

23 I6g. http://oxygen. com/topic/health/diet/vitamins/vitamind. html
I6g (vitaminen) I6h (vitaminen) I6i (mineralen) I6j (mineralen) I6k (mineralen) I6l (mineralen) I6m (mineralen) I6n (mineralen) I7 (inkomen, belasting) I8 (gezondheid) I9 (vitaminen) I10a (vitaminen) I10b (vitaminen) I11 (voeding) Terug naar overzicht

24 Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 De enquête
Achtergrondinformatie De voedingstabel De vitaminen en mineralen Terug naar overzicht

25 Bijlage 1 De enquête Terug naar bijlagen

26 Terug naar bijlage 1

27 Terug naar bijlage 1

28 Terug naar bijlage 1

29 Terug naar bijlagen

30 Achtergrondinformatie
Bijlage 2 Achtergrondinformatie Voeding Sport Inkomen Terug naar bijlagen

31 Voeding 6 voedingsstoffen*: - koolhydraten - vetten - eiwitten - water - mineralen - vitaminen 4 groepen voedingsmiddelen* (zie figuur hiernaast) Hoeveelheid voeding afhankelijk van*: - leeftijd - geestelijke / fysieke inspanning Varieer voeding* Er zijn 6 verschillende voedingsstoffen: koolhydraten, vetten, eiwitten, water, mineralen en vitamines. Koolhydraten en vetten zijn onze belangrijkste energiebronnen, het zijn met name brandstoffen. Eiwitten, water en mineralen zijn onze bouwstoffen, . Vitamines spelen een rol bij vele stofwisselingsprocessen, het zijn hulpstoffen. Alle voedingsstoffen moeten in de juiste hoeveelheid ingenomen worden, daarom heeft het “Voorlichtingsbureau voor Voeding”, de VoVo, de voedingswijzer ontwikkelt. In de voedingswijzer zijn de verschillende soorten voedingsmiddelen in 4 groepen verdeeld. Je hebt niet uit elke groep evenveel nodig en de hoeveelheid is natuurlijk van leeftijd afhankelijk. Ook zware geestelijke en lichamelijke arbeid kunnen de behoefte aan vitaminen vergroten. Je moet proberen om je voeding zoveel mogelijk te variëren. Variatie in voeding is niet alleen lekker, maar ook gezond en nodig om de benodigde voedingsstoffen binnen te krijgen. Zolang je varieert met eten, zal eten ook nooit gaan vervelen. Zie ook bijlage 3 en 4 * B1, B2, F1, I2ac, I3c, I8 Terug naar bijlage 2

32 Bereiken gezonde voeding:
Bereiken gezonde voeding:* - Eet gevarieerd - Wees matig met vet - Eet vrij veel zetmeel en vezels - 3 maaltijden per dag, maximaal 4 tussendoortje - Gebruik niet te veel zout - Drink minstens 1,5 liter vocht, wees matig met alcohol - Houd je gewicht op peil - Goede hygiëne - Let op de aanwezigheid van schadelijke stoffen - Lees de verpakking Voordelen van gezonde voeding:* - Energie en vitaliteit - Een zachte en stralende huid - Stevige botten en soepele spieren - Een beter uithoudingsvermogen - Een sneller herstel na inspanning - Mentaal evenwicht, psychische weerbaarheid Als je gezond wilt eten, moet je op enkele dingen letten: Drink minstens 1,5 liter vocht per dag, maar wees matig met alcohol Eet drie maaltijden per dag en neem niet meer dan vier keer een ‘tussendoortje’ Zorg er ook voor dat je eten gevarieerd is Wees matig met vet en gebruik niet te veel zout Maar eet daarentegen wel behoorlijk veel zetmeel en vezels Houd rekening met de aanwezigheid van schadelijke stoffen, beperk dus nitraatrijke groente, orgaanvlees waarin veel cholesterol zit en mogelijk resten van pesticiden, antibiotica en zware metalen, zoetwatervis waarin kwik kan zitten en dierlijke vetten) Let ook op een goede hygiëne om voedselinfecties en voedselvergiftigingen te voorkomen Lees wat er op de verpakking staat (o.a. over toegevoegde stoffen, verkoop- en uiterste gebruiksdatum) En probeer tenslotte je gewicht op peil te houden Door gezond eten krijg je: - Energie en vitaliteit - Een zachte en stralende huid - Stevige botten en soepele spieren - Een beter uithoudingsvermogen - Een sneller herstel na inspanning - Mentaal evenwicht en psychische weerbaarheid * B1, B2, F1, I2ac, I3c, I8 Terug naar bijlagen

33 Sport Alle beweging is goed, wel goed naar het eigen lichaam luisteren* Alle beweging verbeterd fitheid en gezondheid* “Nederlandse Norm Gezond Bewegen”*: 30 minuten per dag, 5 dagen per week matig intensief bewegen Oude norm*: 3 uur intensief bewegen per week Oude norm verbetert fitheid, nieuwe norm verbetert gezondheid* Alle bewegen is goed: stofzuigen, traplopen, fietsen, fitness, enzovoorts. Alle bewegen draagt bij aan een betere fitheid en gezondheid. Logischerwijs moet er wel goed naar het lichaam geluisterd worden, zodat er minder kans is op blessurevorming. Er moet ook een goede dosering en regelmaat in het bewegen zitten, wil er sprake zijn van een ‘bewezen’ gezondheidseffect. Voor volwassenen is de “Nederlandse Norm Gezond Bewegen” een half uur per dag matig intensief bewegen per dag, vijf dagen per week. Vroeger was de norm 3 uur intensief bewegen (sporten) per week. Dit verbetert voornamelijk de fitheid, maar voor de gezondheid is de nieuwe norm beter. * I3ab Terug naar bijlagen

34 Inkomen Belasting over het inkomen valt in box 1*
Onderscheid belasting van inkomen d.m.v.:* - 4 verschillende schijven; - onderscheid in leeftijd Box   Inkomen uit   Belastingtarief  < 65 jaar > 65 jaar   1   Werk en woning   1e schijf (tot € )   2e schijf (tot € )   3e schijf (tot €    4e schijf (vanaf € )   32,35%   37,60%   42%   52%   14,45%  19,70% 42%   52%  In het nieuwe belastingstelsel, valt de belasting over het inkomen in box 1. Deze box bestaat uit vier schijven en er wordt onderscheid gemaakt tussen mensen ouder of jonger dan 65 jaar. Elke schijf gaat van en tot een bepaald inkomen. Per schijf en per leeftijdsgroep, is er sprake van een ander percentage dat je af moet staan aan de belasting. Als je een inkomen hebt boven € ,- (schijf 1), dan betaal je eerst het belastingtarief uit de onderliggende schijf(en) tot het bedrag waar deze schijf tot gaat, tot je bij je eigen schijf terecht komt.  2   Aanmerkelijk belang*   25%   3   Sparen en beleggen   30% van 4% Per saldo 1,2%  * Van een aanmerkelijk belang is sprake wanneer u, tezamen met uw partner, meer dan 5% van de aandelen van een B.V. of N.V. bezit. * I7 Terug naar bijlagen

35 Bijlage 3 De voedingstabel Terug naar bijlagen

36 Kinderen 4-12 jaar Tieners 12-20 jaar Volwassenen Brood 3-5 sneetjes
Kinderen 4-12 jaar Tieners jaar Volwassenen Brood 3-5 sneetjes 5-8 sneetjes 5-7 sneetjes Aardappelen 1-4 stuks ( gram) 4-6 stuks ( gram) 3-5 stuks ( gram) Groente 2-3 groentelepels ( gram) 3-4 groentelepels ( gram) Fruit 1-2 vruchten 2 vruchten Melk en melkproducten 2-3 glazen ( ml) Kaas 0,5-1 plak (10-20 gram) 1-2 plakken (20-40 gram) Vlees, vis, kip, Tahoe of tempeh gram* (50-75 gram gaar) 100 gram* (75 gram gaar) Vleeswaar 0.5-1 plakje (10-15 gram) 1-2 plakjes (15-30 gram) Halvarine op brood 5 gram per sneetje brood Margarine voor De bereiding 15 gram Vocht 1.5 liter * rauw gewicht bij aankoop *B2, I2c, I5, I11 Terug naar bijlagen

37 De vitaminen en mineralen
Bijlage 4 De vitaminen en mineralen

38 Vitaminen Vitamine A (retinol) Vitamine B1 (thiamine)
Krijg je binnen door het eten van lever, zuivelproducten, margarine, gele en groene groenten (bijvoorbeeld: boerenkool, broccoli, snijbiet, andijvie, spinazie en wortelen) Voorkomt nachtblindheid, belangrijk voor een goede gesteldheid van haar, huid, ogen en gebit Te veel van deze vitamine kan schadelijk zijn Een te veel kan alleen ontstaan door gebruik van (multi)vitaminepreparaten Vitamine B1 (thiamine) Deze vitamine zit vooral in volkorenproducten, noten en bonen Zorgt mede voor de verbranding van koolhydraten en zorgt ervoor dat het hart en het zenuwstelsel goed werkt *B2, F1, I1, I4, I5, I6a Terug naar bijlage 4

39 Vitamine B2 (riboflavine)
Deze vitamine zit onder andere in zuivelproducten, brood en groene groenten Het is goed voor het vrijmaken van energie uit voedingsstoffen en voor de gezondheid van huid en haar Vitamine B3 (nicotinezuur) Het lichaam haalt deze vitamine vooral uit vlees, peulvruchten, noten en volkorenproducten. Zorgt voor ondersteuning van de energievoorziening en het zenuwstelsel. Een te veel van deze vitamine is ongunstig, omdat het de bloedvaten verwijdt en zo het vermogen om vet om te zetten in energie verminderd *B2, F1, I1, I4, I5 Terug naar bijlage 4

40 Vitamine B5 (pantotheenzuur)
Deze vitamine zit vooral in (orgaan)vlees, melk, brood en noten, maar ook in aardappelen, bloemkool, broccoli en bonen Is belangrijk voor de energievoorziening, voor de op- en afbouw van vetten en voor de vorming van enkele hormonen Vitamine B6 (pyridoxine) Komt voor in vlees, bruin / volkoren brood, melkproducten en groente. Er zit ook veel vitamine B6 in banaan Is onmisbaar voor de afweer (immuunsysteem), bloedaanmaak, groei en voor het zenuwstelsel Een langdurig gebruik van een hoge dosis van deze vitamine kan ervoor zorgen dat er problemen optreden aan de zenuwen in de armen en benen *B2, F1, I1, I4, I5, I6b Terug naar bijlage 4

41 Vitamine B11 (foliumzuur)
Vitamine B7 (biotine) Wordt ook wel “vitamine H” genoemd Zit onder andere in paddestoelen, cacao, noten, eigeel, gist, bloemkool, peulvruchten en (orgaan)vlees (vooral lever) Houdt de energiestofwisseling en vorming van vetzuren op gang. Goed voor huid en haar en bij langdurig gebruik van antibiotica Vitamine B11 (foliumzuur) Deze vitamine komt voor in groente, volkorenproducten, noten en (orgaan)vlees Is nodig voor de aanmaak van rode bloedcellen en voor de groei en de instandhouding van het lichaam Vitamine B12 (cyanobalamine) Het lichaam haalt deze vitamine uit dierlijk voedsel (vlees, vis, melk en eieren) en gist Speelt een rol bij de aanmaak van rode bloedcellen en de werking van het zenuwstelsel Terug naar bijlage 4 *B2, F1, I1, I4, I5, I6c

42 Vitamine C (ascorbinezuur)
Zit vrijwel in elke groente en fruit. Echt rijk aan vitamine C zijn: citrusvruchten, aardbeien, bessen, ananas, mango, kiwi, broccoli, paprika en allerlei koolsoorten. Zorgt voor een goede genezing van wonden, een verhoging van de weerstand en voor een betere opname van ijzer uit de voeding Vitamine D (vitamine D3, colecalciferol) Komt voor in vis, eieren, boter, margarine en lever Het lichaam maakt zelf vitamine D onder invloed van zonlicht Is nodig voor opbouw van beenderen en het verbetert de opname van calcium en fosfor uit voedsel Grote hoeveelheden van deze vitamine is schadelijk. Als er sprake is van een grote hoeveelheid, krijgt men last van vermoeidheid, duizeligheid, misselijkheid, diarree, hoofdpijn en kan het ook leiden tot kalkafzetting buiten het bot Terug naar bijlage 4 *B2, F1, I1, I4, I5, I6d, I6g

43 Vitamine E (tocoferol)
Het lichaam haalt deze vitamine uit plantaardige vetten en oliën, volkorenproducten, eieren, boter en (vooral groene) groente Zorgt voor gezonde weefsels en rode bloedcellen en het kan helpen bij vermoeidheid Vitamine K (fytomenadion) Deze vitamine zit veel in groene groenten Het lichaam maakt deze vitamine zelf in de darmen door middel van bacteriën Is belangrijk voor de bloedstolling, goed voor de afweer en bij langdurig gebruik van antibiotica *B2, F1, I1, I4, I5, I6h Terug naar bijlagen

44 Mineralen Natrium Komt in bijna alle voedingsmiddelen voor
Is een bestanddeel van keukenzout Is nodig om het evenwicht in de vochthuishouding van het lichaam te behouden Te veel natrium is ongezond: het is slecht voor de nieren en het vergroot de kans op een hoge bloeddruk Samen met kalium is natrium nodig om de zenuwen en spieren goed te laten functioneren *B2, F1, I1, I4, I5, I6k Terug naar bijlage 4

45 Kalium Zit in groente, fruit, aardappelen, vlees, brood, melk en noten Is belangrijk voor de vochthuishouding en het goed functioneren van de zenuwen Als de nieren niet goed werken, kan er een tekort aan kalium ontstaan in het lichaam Te veel kalium kan leiden tot hartritmestoornissen Calcium Wordt ook wel kalk genoemd Komt vooral voor in melk(producten), maar ook in groente, noten en peulvruchten Is nodig voor opbouw en onderhoud van het skelet en gebit en belangrijk voor de werking van zenuwen en spieren Te veel calcium te gebruiken, zonder medische oorzaak, kan leiden tot nierstenen en verkalking van nieren en bloedvaten *B2, F1, I1, I4, I5, 16e, I6l Terug naar bijlage 4

46 IJzer Fluor (of fluoride)
Komt voor in vlees, volkorenproducten, aardappelen en groente Wordt beter in het lichaam opgenomen uit dierlijke producten als uit plantaardige Is een onderdeel van hemoglobine. Dit is de rode bloedkleurstof die zorgt voor heet zuurstoftransport door het lichaam Fluor (of fluoride) Komt in zeer kleine hoeveelheden voor in bijna alle voedingsmiddelen Is belangrijk voor de stevigheid van de botten en beschermd het gebit tegen tandbederf als fluoride wordt ingebouwd in het tandglazuur Extra fluoride hebben we nodig in de vorm van tandpasta Een te hoog gebruik van fluoride over een lange tijd, geeft bruine vlekken en strepen op tanden en kans op aantasting van de nieren, botten, zenuwen en spieren *B2, F1, I1, I4, I5, I6i Terug naar bijlage 4

47 Jodium Wordt toegevoegd aan vrijwel alle soorten zout
Zit onder andere in brood en zeevis Is bouwsteen van het schildklierhormoon, welke onmisbaar zijn voor de groei, het zenuwstelsel en voor een goede stofwisseling Als men te weinig brood eet, heeft men kans op jodiumtekort. De schildklier gaat dan langzamer werken en zwelt op, wat een struma of krop genoemd wordt. Te veel jodium kan ook schadelijk zijn. De schildklier gaat dan sneller werken, wat kan leiden tot hartritmestoornissen en vermagering. Dit kan voorkomen door het gebruik van een middel met veel jodium, bijvoorbeeld kelptabletten. *B2, F1, I1, I4, I5 Terug naar bijlagen


Download ppt "oec. sg. Het Baken Park - pg 5/6 f"

Verwante presentaties


Ads door Google