Voorbereiding post 2 Soort zoekt soort Groep 7-8.

Presentatie over: "Voorbereiding post 2 Soort zoekt soort Groep 7-8."— Transcript van de presentatie:

1 Voorbereiding post 2 Soort zoekt soort Groep 7-8

2 Welkom bij IVN Valkenswaard
Dit is de Powerpointserie als voorbereiding op post 2: Soort zoekt soort, voor groep 7 en 8. Inhoud: Algemeen Verhaal over het infobord Spel Werkvel Opruimen

3 Algemeen Voor post 2 is een tafel nodig met genoeg stoelen voor de kinderen en voor de begeleider. Aan deze tafel wordt het spel gespeeld. Worden er op de post werkvellen gebruikt, zorg dan voor (kleur) potloden.

4 Voorin het werkboek dat op de post ligt vindt u op papier hoe u werkt met het bord.
Achter het tabblad ‘Boven- bouw’ vindt u informatie over het spel en het werkvel. Neem voor het verhaal niet meer dan 10 minuten en de rest van de tijd voor het spel. Het werkblad kan op school worden gemaakt, dit hoeft niet op de post.

5 Verhaal Op de post willen we de kinderen duidelijk maken dat kleur bij de communicatie tussen soortgenoten veel functies heeft: Om soortgenoten te herkennen. Om het territorium te verdedigen. Om een partner te lokken. Als bruiloftskleed. Om jongen te verzorgen.

6 Het pauwenbord De vijf ‘veren’ van de pauw gaan over het gebruik van kleur bij communicatie tussen soortge- noten, iedere veer staat voor een deelonderwerp. In het gouden gedeelte van elke veer zit een schijf die kan draaien. Achter ieder schijfje zit een stekelbaars verborgen. Bij het begin van het verhaal staan alle schijven met de zwarte kant naar beneden. In het werkboek staat het verhaal over het stekelbaarsje. Bij iedere schijf hoort een stuk tekst.

7 In de blauwe buitenste waaier staan voorbeelden van kleurgebruik bij andere dieren dan het stekelbaarsje. Sommige dieren in de blauwe waaier komen terug op het werkvel voor groep 4-8. In deze beschrijving worden ze extra genoemd, dan kunnen ze niet worden vergeten. De kinderen hebben achteraf zo alle informatie gekregen om het werkvel in te vullen. Start van het verhaal Draai de schijf linksonder zodat de zwarte kant naar boven wijst. Er komt een plaatje van een school stekelbaarsjes tevoorschijn.

8 Kleur: om soortgenoten te herkennen Het verhaal van het stekelbaarsje: Stekelbaarsjes (vrouwtjes) zwemmen graag in scholen. Ze hebben een onopvallende kleur. Zo vallen ze minder op. Ga na het voorlezen door naar het stuk van het buitenste waaiervormige bord, dat ook over het herkennen van soortgenoten gaat en bekijk met de kinderen hoe andere dier- soorten elkaar herkennen. Op het werkvel komen voor: - de oogstrepen van sommige vogels - de ‘spiegels’ van herten

9 Draai de tweede schijf. Kleur: om territorium te verdedigen Het stekelbaarsjesverhaal gaat verder: In de lente gaan de mannetjes er alleen op uit. Als de zon het water opwarmt zoekt het mannetje een plaats om een nest te bouwen. Het mannetje verdedigt zijn territorium door zijn rode buik te tonen. In de buitenste waaier staat hoe andere dieren hun territorium verdedigen. Op het werkvel komt voor: - de rode buik waarmee het stekelbaarsje zijn territorium verdedigt

10 Draai de derde schijf. Kleur: om partner te lokken Het stekelbaarsjesverhaal gaat verder: Het mannetje maakt zich zo mooi mogelijk. Hij krijgt een felrode onderkant en een blauwgroene rug. Ook zijn ogen worden helder blauw. Met zo’n mooi pak gaat hij het vrouwtje lokken. In de buitenste waaier staat hoe andere dieren een partner lokken. Op het werkvel komt voor: - de prachtige staart van de pauw

11 Draai de vierde schijf. Kleur: als bruiloftskleed Het stekelbaarsjesverhaal gaat verder: Het mannetje is nu in bruiloftskleed en voert een heel ritueel uit om het vrouwtje in het nest te lokken en eitjes te laten leggen. In de buitenste waaier staat hoe andere dieren eruit zien in hun bruiloftskleed. Op het werkvel komt geen voorbeeld van de bruidsparen voor.

12 Draai de vijfde schijf. Kleur: om jongen te verzorgen Het stekelbaarsjesverhaal gaat verder: Het mannetje bewaakt het nest. Na een paar dagen komen de jongen uit. De jonge visjes zwemmen in een schooltje en vader bewaakt ze. In de buitenste waaier staat hoe andere dieren hun jongen verzorgen. Op het werkvel komen voor: - de felgekleurde bekjes van jonge vogels - de rode plek op de snavel van een meeuw

13 Spel Voor de groepen 7 en 8 wordt het pauwenspel gebruikt.
Materiaal: pauwenbord, doos met 14 halve ronde schijven (gemarkeerd met ‘bovenbouw’ en plaatje van een pauw), houten doos met 14 vraagkaartjes (gemarkeerd met ‘bovenbouw’ en plaatje van een haan aan de buitenkant), draaischijf.

14 Ga samen aan tafel zitten.
Daar kan het spel gespeeld worden. De halve schijven zijn aan één kant gekleurd (één van de 7 kleuren van de regenboog). Ook de kaartjes zijn in de kleuren van de regenboog. De kaartjes met de bovenbouwvragen zijn gemerkt met een blauwe stip. Start Alle materialen klaar zetten. Kaartjes en schijven kunnen in de dozen blijven.

15 Het eerste kind draait met de draaischijf
Het eerste kind draait met de draaischijf. Het krijgt een vraagkaartje van de kleur die gedraaid is. Het kind leest de vraag voor. Er is telkens keuze uit 3 antwoorden. Het kind dat de vraag heeft voorgelezen geeft ook ant- woord. De antwoorden staan in de deksel van de houten doos met de kaartjes en ook in het werkboek. Is het antwoord goed, dan krijgt het kind een halve schijf in de kleur van het vraag- kaartje en mag deze in de pauw leggen. Het kaartje gaat apart. Is het antwoord fout, dan gaat het kaartje terug in de doos.

16 Het is de bedoeling dat de schijven zó in het pauwen- bord worden gelegd dat de staart de volgorde van de kleuren van de regenboog krijgt (rood – oranje – geel – groen – blauw – indigo – violet). De kinderen komen om de beurt aan bod. Draait een kind een kleur waarvan geen kaartje meer in de doos zit, dan mag het nog eens draaien voor een nieuwe kleur. Het spel is uit wanneer alle halve schijven in de pauw zitten.

17 Werkvel groep 7-8 Voor groep 7-8 wordt het werkvel gebruikt dat is gemaakt voor groep 4-8. Op 6 plaatjes geven dieren met kleur een signaal af. Welk? Het invullen kan op school gebeuren. Wilt u het werkvel bij het IVN maken, dan zijn er potloden op de post. De oplossing van het werkvel zit in het werkboek.

18 Opruimen Na de laatste groep het spelmateriaal opruimen.
De stoelen netjes om de tafel zetten. De materialen gaan door veel handen. We nemen aan dat iedereen hiermee voorzichtig is, maar toch kan er iets kapot gaan of kwijt raken. Meld dit s.v.p. meteen bij degene die vanuit het IVN de ochtend/middag begeleidt, of bij de leerkracht. Bedankt voor uw medewerking en veel succes en plezier met het bezoek aan Kleur om te overleven.