De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Verlaten Openen Accepteren Naderen Aanraden Zich herinneren Gaan liggen/ gaan slapen Dankbaar zijn Sparen Bereiken Verblijven Huren/verhuren Houden van.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Verlaten Openen Accepteren Naderen Aanraden Zich herinneren Gaan liggen/ gaan slapen Dankbaar zijn Sparen Bereiken Verblijven Huren/verhuren Houden van."— Transcript van de presentatie:

1 Verlaten Openen Accepteren Naderen Aanraden Zich herinneren Gaan liggen/ gaan slapen Dankbaar zijn Sparen Bereiken Verblijven Huren/verhuren Houden van (liefhebben) Lopen Leren Slagen voor school Regelen/ repareren Toenemen helpen Abandonar Abrir Aceptar Acercarse Aconsejar Recordar/ acordarse (ue) Acostarse (ue) Agradecer Ahorrar Alcanzar Ajolarse/ quedarse Alquilar Amar/ querer Andar Aprender Aprobar (ue) Arreglar Aumentar ayudar

2 Dansen Dalen/ uitstappen/ downloaden Zich baden Drinken Kussen Zoeken Vallen Zwijgen Wisselen/ veranderen Wandelen/ lopen Cancellen Zingen Trouwen Straffen Vieren Avond eten Kletsen Chatten Koken (eten bereiden) pakken Bailar Bajar Bañarse Beber Besar Buscar Caer(se) Callar(se) Cambiar Caminar Cancelar Cantar Casarse Castigar Celebrar Cenar Charlar Chatear Cocinar Coger

3 Verzamelen Hangen Bestrijden Eten Vergelijken Concurreren Zich gedragen Kopen Begrijpen Controleren Communiceren Veroordelen Rijden Bevriezen Kennen Veroveren Bereiken/ voor elkaar krijgen Bestaan uit… Besmetten Antwoorden controleren Coleccionar Colgar Combatir Comer Comparar Competir Comportarse Comprar Comprender/ entender Controlar Comunicar Condenar Conducir Congelar Conocer Conquistar Conseguir Consistir en/ de… Contagiar Contestar controlar

4 Worden/ veranderen naar/ in Meewerken Corrigeren Rennen Kosten Groeien Geloven Bekritiseren Verzorgen Genezen Schaden Geven Besluiten Laten Spellen Laten zien/ tonen Afhankelijk zijn van Verdwijnen wensen Ontwikkelen uitrusten Convertirse en Cooperar Corregir Correr Costar Crecer Creer Criticar Cuidar de Currar Dañar Dar Decidir Dejar Deltrear Demostrar Depender de Desaparecer Desear Desarrollar descansar

5 Beschrijven Ontdekken Afscheid nemen/ ontslagen worden Waker worden Vernietigen/ vernielen Tekenen Verontschuldigen Discussiëren/ ruzie maken Ontwerpen Verminderen Zich vermaken Verdelen Pijn doen Slapen Drugs nemen Zich douchen Twijfelen Gooien/ werpen Kiezen Dronken worden emigreren Describir Descubrir Despedir Despertarse Destruir Dibujar Disculpar Discutir Diseñar Disminuir Divertirse Dividir Doler Dormir Drogarse Ducharse Dudar Echar Eligir Emborracharse Emigrar

6 Verliefd worden Vinden Ontmoeten Boos worden Ziek worden Bedriegen Dik worden Tonen/ laten zien/ iemand iets leren Begrijpen Naar binnen gaan Trainen Versturen Zich vergissen Scannen Ontsnappen Schrijven Luisteren Wachten/ hopen Zich bevinden Zitten Kapot gaan Enamorarse Encontrar Encontrarse con Enfadarse Enfermar Engañar Engordar Enseñar Entender Entrar en Entrenar Enviar Equivocarse Escanear Escapar Escribir Escuchar Esperar Estar Estar sentado Estropearse

7 Zich examineren Eisen Bestaan Uitleggen Ontploffen Exporteren Feliciteren Ondertekenen Mislukken Roken Functioneren Winnen/ verdienen Draaien Regeren Schreeuwen Bewaren Bevallen aan/ leuk vinden Spreken Doen/ maken Nodig zijn Vluchten Zich (iets) voorstellen Examinarse Exigir Existir Explicar Explotar Exportar Felicitar Firmar Fracasar Fumar Funcionar Ganar Girar Gobernar Gritar Guardar Gustar Hablar Hacer Hace falta Huir imaginar

8 Imiteren Importeren/ belangrijk zijn Printen Industrialiseren Invloed hebben/ beïnvloeden Informeren Beledigen Proberen Overstromen Binnenvallen Uitvinden/ bedenken Onderzoeken Uitnodigen Gaan Weggaan Spelen Oordelen Zich wassen Lezen Legaliseren Opstaan bevrijden Imitar Importar Imprimir Industrializar Influir Informar Insultar Intentar Inundar Invadir Inventar Investigar Invitar Ir Irse Jugar Juzgar Lavarse Leer Legalizar Levantarse liberar

9 Versieren/ flirten Schoonmaken Roepen/ opbellen/ noemen Heten Aankomen Brengen/ dragen Huilen Regenen Strijden Sturen Weggaan Doden Zich inschrijven Meten Verbeteren Bedelen Liegen Stoppen in/ steken in Kijken Sterven Bewegen verhuizen Ligar Limpiar Llamar Llamarse Llegar Llevar Llorar Llover Luchar Mandar Marcharse Matar Matricularse Medir Mejorar Mendigar Mentir Meter Mirar Morir Mover mudarse

10 Geboren worden Surfen (internet)/ varen Onderhandelen Sneeuwen Gehoorzamen Verplichten Bezetten Haten Aanbieden Horen Ruiken Vergeten Van mening zijn Opruimen/ bevelen Organiseren Betalen Stoppen Lijken Deelnemen Gebeuren/ doorbrengen Vragen/ bestellen/ verzoeken slaan Nacer Navegar Negociar Nevar Obedecer Obligar Ocupar Odiar Ofrecer Oír Oler Olvidar Opinar Ordenar Organizar Pagar Parar Parecer Participar Pasar Pedir pegar

11 Ruzie maken/ vechten Denken Verliezen/ missen Verdwalen Vergeven Toestaan Vervolgen Vissen Plannen Kunnen/mogen Zetten/ leggen Aantrekken Uitoefenen Liever hebben Vragen Zich zorgen maken Produceren Verbieden Beloven Uitspreken Beschermen protesteren Pelearse Pensar Perder Perderse Perdonar Permitir Perseguir Pescar Planear Poder Poner Ponerse Practicar Preferir Praguntar Preocuparse Producir Prohobir Prometer Pronunciar Proteger protestar

12 Afspreken Blijven Klagen Zich branden Willen/ houden van Wegnemen/ weghalen Uittrekken Reageren Realiseren/ uitvoeren Ontvangen Erkennen/ herkennen Bereizen/ reizen door Betreffen/ refereren aan… Hervormen Schenken/ cadeau doen Terugkeren Heersen Lachen Ontspannen Herhalen Stelen breken Quedar Quedarse Quejarse Quemarse Querer Quitar Quitarse Reaccionar Realizar Recibir Reconocer Recorrer Referirse a Reformar Regalar Regresar Reinar Reír Relajarse Repetir Robar romper

13 Weten Eruit halen/ eruit trekken Weggaan/ uitgaan/ vertrekken Springen Groeten Redden Bloeden Doorgaan + gerundio Gaan zitten Voelen/ spijten Zich voelen Zijn Komen uit/ zijn van Betekenen Overleven Solliciteren Dromen Verdragen Verbazen Omhoog gaan/ instappen Lijden Zakken (voor examen) Saber Sacar Salir Saltar Saludar Salvar Sangrar Seguir Sentarse Sentir Sentirse Ser Ser de significar Sobrevivir Solicitar Soñar Soportar Sorprender Subir Sufrir suspender

14 Vrezen Hebben/ bezitten Zin hebben in Moeten Aanraken Nemen Martelen Werken Vertalen Kalmeren Transporteren Behandelen Gebruiken Waard zijn/ kosten Verkopen Komen zien Reizen Verkrachten Bezoeken Leven/ wonen Vliegen Terugkeren Temer Tener Tener ganas de Tener que Tocar Tomar Torturar Trabajar Traducir Tranquilizar transportar Tratar Usar/ utilizar Valer Vender Venir ver Viajar Violar Visitar Vivir Volar Volver


Download ppt "Verlaten Openen Accepteren Naderen Aanraden Zich herinneren Gaan liggen/ gaan slapen Dankbaar zijn Sparen Bereiken Verblijven Huren/verhuren Houden van."

Verwante presentaties


Ads door Google