De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

VOL-VCA - versie 4.4 Veiligheid voor Operationeel Leidinggevenden

Verwante presentaties


Presentatie over: "VOL-VCA - versie 4.4 Veiligheid voor Operationeel Leidinggevenden"— Transcript van de presentatie:

1 VOL-VCA - versie 4.4 Veiligheid voor Operationeel Leidinggevenden
6650_705

2 Telefoon uit a.u.b..

3 Tijdens het examen is het tonen van een geldig legitimatiebewijs verplicht.

4 Inhoudsopgave Inhoud Arbeidsomstandigheden en milieu
VOL-VCA - versie 4.4 Inhoudsopgave Inhoud Arbeidsomstandigheden en milieu Arbo in de praktijk Gevaarlijke stoffen Etikettering en signalering Elektriciteit Brand- en explosiegevaar Werken in besloten ruimten Algemene werkplekeisen Hijs- en hefwerktuigen Werken op hoogte Handgereedschap Gereedschapmachines Persoonlijke beschermingsmiddelen 6650_705

5 Arbeidsomstandigheden en milieu
VOL-VCA - versie 4.4 Arbeidsomstandigheden en milieu Hoofdstuk 1 Arbeidsomstandigheden en milieu 6650_705

6 Arbeidsomstandigheden- en milieuwetgeving
VOL-VCA - versie 4.4 Arbeidsomstandigheden- en milieuwetgeving GRONDBEGINSELEN ARBOWET Zo goed mogelijk: Veiligheid Gezondheid Welzijn Geen nadelige invloed vanuit arbeid, anders: Gevaar bij bron bestrijden Afschermen Persoonlijke beschermingsmiddelen Redelijkerwijs haalbaar: Technisch Organisatorisch Economisch Blz 6 6650_705

7 Arbeidsomstandigheden- en milieuwetgeving
VOL-VCA - versie 4.4 Arbeidsomstandigheden- en milieuwetgeving Arbowet  doelvoorschriften Arbobesluit  toelichting Hulpmiddel bij overheidstoezicht en – handhaving Arbocatalogus  door werkgever en werknemers opgesteld Branche brochure  informatie van Inspectie SZW* voor bedrijven Europese regelgeving is opgenomen in nationale wetgeving * Voorheen Arbeidsinspectie Blz 6+7 6652_705

8 Arbeidsomstandigheden- en milieuwetgeving
ARBEIDSTIJDENWET Regels voor werk en rusttijden. Maximale werktijd per dag en week. Hoeveel uren werken en hoeveel uren rust. Rekening houden met werknemer zijn zorgtaken in gezin. Blz 7

9 Arbeidsomstandigheden en milieu
VOL-VCA - versie 4.4 Arbeidsomstandigheden en milieu BELEID VOEREN IS STRUCTURELE AANPAK Verplicht voor elke onderneming Maatregelen om risico’s te verminderen Beleid realiseren, Plan van Aanpak Ziekteverzuim beleid voeren Verantwoordelijkheden en bevoegdheden vastleggen Beleid toetsen en aanpassen 6650_705

10 Arbeidsomstandigheden en milieu
VOL-VCA - versie 4.4 Arbeidsomstandigheden en milieu PLAN VAN AANPAK Plan voor verbeteren van arbeidsomstandigheden Bevat o.a. plannen over: Maatregelen voor risico-vermindering en ter voorkoming Concrete uitvoering maatregelen: Verantwoordelijkheden, middelen, werkwijze, eindlimiet Wijze van rapportage Betrokkenheid leidinggevenden belangrijk Blz 7+8 6650_705

11 Arbeidsomstandigheden en milieu
VOORLICHTING EN ONDERRICHT Werkgever verplicht te geven Werknemer verplicht te volgen Afgestemd op werknemer Niet alleen schriftelijk Vast en tijdelijk personeel Blz 8

12 Arbeidsomstandigheden en milieu
WERKOVERLEG Samenwerking en overleg in: Ondernemingsraad Afdelingswerkoverleg Drie kenmerken: Vindt regelmatig plaats Is groepsactiviteit Beïnvloeding van “onderaf” (werkvloer) Blz 9

13 Arbeidsomstandigheden en milieu
Toewijzen toezichthoudende taken aan leidinggevenden: Toezicht op eigen personeel Toezicht op personeel van andere leidinggevenden Toezicht op bedrijfsmiddelen Nodig: Geven van bevoegdheden en middelen Schriftelijk toewijzen: Eén leidinggevende Eén zelfde taak Toezicht op welke handelingen Toezicht op welke personen Toezicht op welke middelen en waar Blz 9

14 Arbeidsomstandigheden en milieu
GEVAAR VOOR ANDERE PERSONEN ZO VEEL MOGELIJK VOORKOMEN Werknemers van andere werkgevers Leveranciers goederen Bezoekers, voorbijgangers en omwonenden Onbevoegden, die zich toegang kunnen verschaffen Blz 9

15 Arbeidsomstandigheden en milieu
SAMENWERKENDE WERKGEVERS Meer werkgevers gelijktijdig op dezelfde locatie moeten samenwerken om de Arbowet na te leven Afspraken vooraf vastleggen in Arboprojectplan: Wijze van samenwerken Te treffen voorzieningen Manier van toezicht Risico’s vanuit en naar omgeving en te nemen maatregelen Blz 9

16 Arbeidsomstandigheden en milieu
IN- EN UITLENEN VAN PERSONEEL Afspraken maken: Wie geeft instructies? Wie verzorgt voorlichting en onderricht? Wie verstrekt PBM? Algemeen gesteld: Wie geeft aanwijzingen? Wie houdt toezicht? Wie verstrekt middelen? Deze personen zijn verantwoordelijk voor de naleving van de Arbowet Als leidinggevende vertegenwoordigt u uw werkgever, dus: medeverantwoordelijk Blz 10

17 Arbeidsomstandigheden en milieu
TOEZICHT DOOR INSPECTIE SZW Landelijke werkwijze handhavingsbeleid 1e Fase: Inspectie SZW maakt afspraken om tekortkomingen op te heffen 2e Fase: Afspraak niet nakomen: Officiële waarschuwing 3e Fase: Officiële waarschuwing niet nagekomen: Proces verbaal Blz 12

18 Arbeidsomstandigheden en milieu
TOEZICHT DOOR INSPECTIE SZW Bij ernstige overtredingen (dus bij direct ernstig gevaar voor personen): 1: Vrijwillig stilleggen werk en afspraken maken Opheffen tekortkoming voor beginnen met werk 2: Onwil om afspraken te maken of na te leven Formele stillegging werk en opmaken proces-verbaal Blz 12

19 Arbeidsomstandigheden en milieu
ARBODESKUNDIGE Interne Arbodeskundige Preventiemedewerker Eventueel externe Arbodeskundige voor: RI&E Onderzoeken naar geluidsbelasting, klimaat, fysieke belasting en gevaarlijke stoffen Periodiek gezondheidskundig onderzoek Begeleiding van zieke werknemers Medische keuringen (voor sommige functies verplicht) Blz 14

20 Arbeidsomstandigheden en milieu
CE-KEURMERK CE = Conformité Européene CE = Europese richtlijn voor gebruiks-veiligheid van producten Verplicht voor o.a. arbeidsmiddelen, werkkleding, persoonlijke beschermingsmiddelen etc. Verplicht in alle EU-landen Blz 16

21 Arbeidsomstandigheden en milieu
MILIEUWETGEVING Wet Milieubeheer, doel: bescherming en verbetering van milieu Wet Milieubeheer Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren: Vergunning met voorschriften en Uitvoeringsbesluiten met regels Wet Milieugevaarlijke Stoffen(nu EG-verordening REACH), Doel: mens en milieu te beschermen tegen gevaarlijke stoffen Bevat regels over Meldingsplicht, Werkzaamheden, Etikettering en Verpakking REACH=Registratie Evaluatie Autorisatie Chemische stoffen Blz 16

22 Arbeidsomstandigheden en milieu
WET MILIEUBEHEER Doelen: Bescherming/verbetering van milieu Doelmatige verwijdering van afvalstoffen Dus: Productieprocessen aanpassen Emissies verminderen (LWB) Afval verminderen en scheiden Blz 16

23 Arbeidsomstandigheden en milieu
Risico-inventarisatie en Evaluatie (RI&E) Verplicht voor alle bedrijven met (ingeleend) personeel Inventarisatie van gevaren bij het werk en de kans op negatieve effecten Evaluatie: plan van aanpak gevaren en risico’s voor mensen voorkomen of zo klein mogelijk houden RI&E en plan van aanpak: regelmatig bijstellen Blz 18

24 Hoofdstuk 2 Arbo in de praktijk

25 Arbo in de praktijk Blz 22 BRONNEN VAN RISICO’S Het soort werk
Kennis en ervaring De werkplek zelf Het welzijn De mentaliteit RISICO = KANS x EFFECT Veiligheid = bewust nemen van aanvaardbaar risico Blz 22

26 IJSBERG MET VERHOUDING TUSSEN VERSCHILLENDE SOORTEN ONGEVALLEN
Arbo in de praktijk IJSBERG MET VERHOUDING TUSSEN VERSCHILLENDE SOORTEN ONGEVALLEN 1 30 300 3.000 30.000 ongeval met dodelijke afloop of zeer ernstig letsel ongeval met ernstig letsel met verzuim ongevallen met letsel met verzuim (bijna) ongevallen met gering letsel / EHBO zonder verzuim gevaren als gevolg van onveilige handelingen en/of situaties Blz 25

27 DE OORZAKEN/GEVOLGENREEKS
Arbo in de praktijk DE OORZAKEN/GEVOLGENREEKS Blz 25

28 Arbo in de praktijk Blz 25 / 27 PREVENTIE
VOL-VCA - versie 4.4 Arbo in de praktijk PREVENTIE Ongevallen/incidenten voorkomen door: Voorkomen van onveilige handelingen Voorkomen van onveilige situaties Maatregelen: Bijvoorbeeld taak- of werkomschrijving, toezicht, instructie en voorlichting Blz 25 / 27 6652_705

29 GEVOLGEN ONGEVALSTHEORIEËN VOOR ARBOBELEID
Arbo in de praktijk GEVOLGEN ONGEVALSTHEORIEËN VOOR ARBOBELEID IJsbergtheorie: rol leidinggevende bij voorkomen van: Onveilige handelingen Onveilige situaties Oorzaken/gevolgenreeks: Ongevallen/incidenten hebben verscheidene oorzaken Conclusie: Voer een structureel Arbobeleid Hierin spelen direct leidinggevenden en management een rol Blz 26

30 TAKEN VAN MANAGEMENT BETREFFENDE ARBOBELEID
Arbo in de praktijk TAKEN VAN MANAGEMENT BETREFFENDE ARBOBELEID Structureren van Arbobeleid Delegeren van taken en bevoegdheden (aan leidinggevenden) Taken direct Leidinggevenden Toezicht houden Geven van voorlichting en instructie Systematisch rapporteren van (bijna)ongevallen Doorgeven van gesignaleerde problemen en klachten Blz 28 / 29

31 ONGEVALLENONDERZOEK EN -REGISTRATIE
Arbo in de praktijk ONGEVALLENONDERZOEK EN -REGISTRATIE Doelen ongevallenonderzoek: Welke factoren zijn oorzaak ongeval? Gericht op voorkomen ongevallen Ongevallen melden aan: Opdrachtgever Directe chef Inspectie SZW (ernstige ongevallen) situatie niet wijzigen Blz 30 / 31

32 ASPECTEN ONGEVALLENONDERZOEK
Arbo in de praktijk ASPECTEN ONGEVALLENONDERZOEK Onderzoek ter plekke van ongeval Bewijsmateriaal bewaren Interviewen getuigen/betrokkenen Analyse onderzoeksresultaten Eindrapport (conclusies/aanbevelingen) Blz 31

33 ONGEVALLENREGISTRATIE
Arbo in de praktijk ONGEVALLENREGISTRATIE Belangrijk: Vastleggen gegevens voor beleid Voldoen aan wettelijke eisen Maatregelen om ongevallen te voorkomen Onderscheid ongevallen: Arbeidsongevallen Verkeersongevallen Privé-ongevallen Blz 31

34 Arbo in de praktijk Blz 31 OOK REGISTRATIE VAN: Milieu-incidenten
Schadegevallen Brand/explosies Blz 31

35 Arbo in de praktijk Blz 32 TRA en LMRA
Taak Risico Analyse  RI&E op projectniveau Start werkvoorbereiding Analyse van de gevaren Bij uitvoering van risicovolle taken of bij werken in risicovolle omgeving Veiligheid en de gezondheid van werknemers. Doel: Risico’s te analyseren en te evalueren Afspreken van juiste beheersmaatregelen Blz 32

36 Arbo in de praktijk Blz 32 / 33 WERKWIJZE BIJ TAAK - RISICOANALYSE
WERKOBJECT BEPALEN VAN RISICO ELIMINEREN OF VERVANGEN VAN HOOG RISICO WERKVOORBEREIDING OPSTELLEN TAAK - RISICOANALYSE COMMUNICATIE UITVOERING EVALUATIE Blz 32 / 33

37 TRAJECT RISICOBEHEERSING
Arbo in de praktijk TRAJECT RISICOBEHEERSING Job Opdelen in taakstappen ja Beheerst via procedure? nee laag Risico- bepaling hoog risico’s beheersbaar Opstellen risico-analyse risico’s niet beheersbaar Communicatie van risico’s en beheersmaatregelen Uitvoering Heroverweging Blz 33

38 Arbo in de praktijk Blz 33 TRA en LMRA
Laatste minuut risico analyse (LMRA) Een LMRA of Start Werk Analyse: Uitvoeren voor je echt aan het werk gaat Korte risico controle en “zelf check” Eerst denken dan pas doen Blz 33

39 Arbo in de praktijk Blz 34/ 35 LINE SAFETY MEETING
Doorspreken van risico’s vóór de aanvang van het werk In kick-off meeting: voor gehele werk (risico’s, beheersmaatregelen, interacties) Startwerkmeeting: door leidinggevenden, gericht op komende werkdag Shiftoverdracht: bij ploegendiensten Op de werkplek: bijv. toolboxmeeting Blz 34/ 35

40 SCHEMATISCHE VOORSTELLING VAN DE VIER STRATEGIEËN
Arbo in de praktijk SCHEMATISCHE VOORSTELLING VAN DE VIER STRATEGIEËN beïnvloeding van gedrag 4 strategieën M.b.t. veilig werken: 1. Benadruk succes van veilig gedrag 2. Verminder nadelen van veilig gedrag M.b.t. onveilig werken: 3. Verduidelijk gevolgen van onveilig werken 4. Bemoeilijk mogelijkheden van onveilig werken Blz 36

41 Arbo in de praktijk Blz 38 REGELS EN PROCEDURES
Regel = richtlijn voor gedrag en handeling Procedure = chronologisch stappenplan met acties/ handelingen en beslismomenten Consequent, Veilig en Efficiënt uit te voeren Beschreven in handboeken, beschikbaar voor iedere medewerker Behandeld in voorlichting en Instructieprogramma's Blz 38

42 ALGEMENE VEILIGHEIDSREGELS
Arbo in de praktijk ALGEMENE VEILIGHEIDSREGELS Voor de gehele organisatie: Eigen personeel Derden Betreffende: Aan/afmelden Verkeersregels Melden ongeval, brand enz. Hoe te handelen bij alarm en evacuatie Waar een werkvergunning vereist is Blz 38

43 SPECIFIEKE VEILIGHEIDSREGELS
Arbo in de praktijk SPECIFIEKE VEILIGHEIDSREGELS Voor taken, functies en werkzaamheden met verhoogd risico Betreffende: Gebruik aanvullende persoonlijke beschermingsmiddelen Gebruik bijzonder(e) gereedschap/apparatuur en werktuigen Plaatsen afscherming, markering en gebruik beveiligingen Blz 38

44 DOEL BEDRIJFSHULPVERLENINGSPLAN
Arbo in de praktijk DOEL BEDRIJFSHULPVERLENINGSPLAN Voorbereiden op noodsituaties Incidenten bestrijden Slachtoffers voorkomen en beperken Slachtoffers helpen Werknemers maar ook bezoekers moeten op de hoogte zijn Blz 40

45 INHOUD BEDRIJFSHULPVERLENINGSPLAN
Arbo in de praktijk INHOUD BEDRIJFSHULPVERLENINGSPLAN Maatregelen en voorzieningen om de effecten van een calamiteit te minimaliseren en te bestrijden Op basis van ingeschatte calamiteiten c.q. incidenten Welke soort incidenten: Type Omvang Aanwezige stoffen Scenario Blz 40

46 INHOUD BEDRIJFSHULPVERLENINGSPLAN
Arbo in de praktijk INHOUD BEDRIJFSHULPVERLENINGSPLAN Het bedrijfsnoodplan omvat: Plattegrond; Waarschuwingsmiddelen; Alarm; Oefeningen; Hulpmiddelen; Eerste hulp; Wegnemen oorzaak; Melden; Waarschuwing hulpdiensten. Aan het plan kan ook het aanvalsplan zijn toegevoegd Blz 41

47 BEDRIJFSHULPVERLENINGSORGANISATIE
Arbo in de praktijk BEDRIJFSHULPVERLENINGSORGANISATIE Eisen bedrijfshulpverleningsorganisatie Opbouw Verantwoordelijkheden van iedere functie Totstandkoming/inrichting centra Alle waarschuwings- en alarmeringsprocedures Actuele alarmeringslijsten Alarmerings- en Communicatiesystemen Blz 41

48 Arbo in de praktijk Elke leidinggevende moet op de hoogte zijn van
INVULLING BEDRIJFSHULPVERLENINGSPLAN Voor bedrijfshulpverlening geldt: Moet in ieder organisatie geregeld en gewaarborgd zijn; BHV-ers moeten voldoende opgeleid zijn; Er is een vastgesteld takenpakket. Taken van de BHV-er zijn: Verlenen eerste hulp; Bestrijden beginnende brand; Evacuatie; Communicatie met hulpdiensten; Preventie. Elke leidinggevende moet op de hoogte zijn van de alarmeringsprocedures en zijn/haar taken tijdens een calamiteit Blz 42

49 Arbo in de praktijk Blz 42 FASERING Eerste melding/antwoord
Klassering van incident bekend maken Handelingen/maatregelen: Stoppen met werken, telefoon niet gebruiken Uitschakelen apparatuur Naar verzamelplaats en melden bij coördinator Beëindiging incident en sporen oorzaak incident veilig stellen Blz 42

50 OPLEIDING, OEFENING, HERHALING
Arbo in de praktijk OPLEIDING, OEFENING, HERHALING Nodig voor testen van plan. Om medewerkers en BHV-ers voor te bereiden op incidenten. Oefeningen/herhaling van bedrijfshulpverleningsplan en gemeentelijke rampenbestrijdingsplannen: Apart In combinatie Ten minste eenmaal per jaar een ontruimings-oefening Blz 42

51 BEDRIJFSHULPVERLENING
Arbo in de praktijk BEDRIJFSHULPVERLENING Arbowetverplichting: In elk bedrijf voldoende bedrijfshulpverleners of Bedrijfshulpverlening geregeld hebben met bv. buurbedrijven Mede op basis van RI&E wordt invulling BHV-organisatie bepaald Eisen van deskundigheid BHV-ers Ontruimingsoefening ten minste eenmaal per jaar Blz 42

52 VEILIGHEID DOOR LEIDINGGEVEN
Arbo in de praktijk VEILIGHEID DOOR LEIDINGGEVEN Rol leidinggevenden belangrijk voor de veiligheid Toezichthouders/directe chefs: hebben informatie over medewerkers arbeidsproces arbeidsomstandigheden bepalen hoe werk moet worden uitgevoerd Blz 44

53 VEILIGHEID DOOR LEIDINGGEVEN
Arbo in de praktijk VEILIGHEID DOOR LEIDINGGEVEN Handhaven Middelen, Mogelijkheden en Mentaliteit Leidinggevende heeft voorbeeldfunctie Veiligheid bevorderen door goede motivatie: Beoordeel objectief en geef uw mening aan betreffende persoon Laat iemand in zijn waarde als mens/vakman bij correctie Vertel niet alleen hoe maar ook waarom Blz 44 / 45

54 VEILIGHEIDSOBSERVATIES
Arbo in de praktijk VEILIGHEIDSOBSERVATIES Door leidinggevenden (objectief) Gericht op: onveilige handelingen onveilige situaties Verhogen veiligheidsbewustzijn groep Leidinggevenden komen op werkplek Krijgen inzicht in de werkplek en medewerkers Maak jaarplan observaties Blz 46

55 Arbo in de praktijk VCA** EN VCA* VCA** - Algemene goedkeuring (voor bedrijven met 35 of meer medewerkers en hoofdaannemers) VCA* - Beperkte goedkeuring (voor bedrijven met minder dan 35 werknemers) VCA petrochemie - aanvullende eisen op VCA** (voor bedrijven die risicovolle werkzaamheden in de petrochemische industrie uitvoeren) VCU - goedkeuring voor detachering- en uitzendbureaus VCO - voor opdrachtgevers van VCA-/VCU gecertificeerde bedrijven Blz 48

56 TOOLBOX/LINE SAFETY MEETING
Arbo in de praktijk TOOLBOX/LINE SAFETY MEETING Korte vergadering over veiligheid in informele sfeer Overleg met medewerkers Motiveren van medewerkers Aandachtspunten voor een goede VGM-bijeenkomst: Duidelijke vastgelegde afspraken; Toets of de boodschappen zijn begrepen. Blz 50

57 Hoofdstuk 3 Gevaarlijke stoffen

58 Gevaarlijke stoffen Blz 54 TOXICOLOGIE
Toxicologie = de leer van de inwerking van schadelijke stoffen op levende wezens Toxiciteit = giftigheid (eigenschap van een stof) Giftig voor alle levende organismen Individuele gevoeligheid: van elke soort binnen elke soort Blz 54

59 INWERKING GIFTIGE STOF OP LICHAAM
VOL-VCA - versie 4.4 Gevaarlijke stoffen INWERKING GIFTIGE STOF OP LICHAAM Opname van gevaarlijke stoffen via: Spijsverteringsorganen (mond) Ademhalingsorganen (longen) Huid Blz 54 6652_705

60 OPNAME IN HET LICHAAM VOORKOMEN:
Gevaarlijke stoffen OPNAME IN HET LICHAAM VOORKOMEN: Draag beschermende kleding en schoeisel; Zorg voor goede ventilatie en/of adembescherming; Eet, drink en rook niet op de werkplek; Trek vuile werkkleding uit bij pauzes en einde werkdag; Was altijd eerst je handen en gezicht als je gaat eten, drinken en roken; Verzorg wondjes zoals het hoort. Blz 54

61 Gevaarlijke stoffen en leidinggeven:
De leidinggevende maakt en houdt de medewerker bewust van: de gevaren; belang hygiëne; het voorkomen van risico’s. Maatregelen om risico’s te beperken: aan de bron; technische, collectieve en organisatorische. Blz 55

62 Vergiftiging ACUUT CHRONISCH Gevaarlijke stoffen Blz 56
VOL-VCA - versie 4.4 Gevaarlijke stoffen Vergiftiging ACUUT CHRONISCH Blz 56 6652_705

63 Gevaarlijke stoffen Blz 56 / 57 SYSTEEMWERKING
Stof in bloed heeft effect op bepaalde organen, bijvoorbeeld aantasting door oplosmiddelen Zenuwstelsel Lever/nieren Celverandering Erfelijke eigenschappen (mutageen) Schadelijk voor ongeboren kind (teratogeen) Kankerverwekkend (carcinogeen) Pas op: Van diverse stoffen zijn niet alle eigenschappen bekend Blz 56 / 57

64 Gevaarlijke stoffen Blz 56 / 57 CONTACTWERKING
Werking van stof op huid, ogen, slijmvliezen, neus/keel en luchtwegen Bij een te lange blootstelling of allergisch zijn voor stof Effect: Eczeem Aandoening luchtwegen Blz 56 / 57

65 SPECIFIEK OF ASPECIFIEK EFFECT
Gevaarlijke stoffen SPECIFIEK OF ASPECIFIEK EFFECT Specifieke effecten kunnen worden veroorzaakt door één stof (asbest/kanker) Aspecifieke effecten kunnen worden veroorzaakt door verscheidene stoffen (schoonmaakmiddelen/sufheid) Blz 56 / 57

66 VORMEN WAARIN GEVAARLIJKE STOFFEN VOORKOMEN
Gas Damp Vloeistof Vaste stof Nevel Stof Blz 58

67 Gevaarlijke stoffen Blz 58 EIGENSCHAPPEN Explosief Oxiderend
Zeer licht ontvlambaar, licht ontvlambaar, ontvlambaar (Zeer) giftig. Schadelijk of irriterend Bijtend of corrosief Kankerverwekkend Milieugevaarlijk Sensibiliserend Blz 58

68 Gevaarlijke stoffen Blz 59 SOORTEN STOFFEN (Organische)oplosmiddelen
Cyclische verbindingen Zuren en logen Zware metalen Koolmonoxide Asbest Cement Huishoudmiddelen Blz 59

69 Gevaarlijke stoffen Blz 59 ASBEST
Asbest veroorzaakt ernstige gezondheidsaandoeningen: Asbestose (incubatietijd jaar); Asbestlongkanker; Mesothelioom. Wettelijke bepalingen bij asbest: Inventarisatie van aanwezige asbest verplicht; Het nieuw toepassen en verwerken van asbest is verboden; Asbesthoudend afval scheiden; Aanwezig asbest labelen; Alle werkzaamheden met asbest melden aan de Inspectie SZW. Blz 59

70 PLAATSEN WAAR ASBEST ANGETROFFEN KAN WORDEN
Gevaarlijke stoffen PLAATSEN WAAR ASBEST ANGETROFFEN KAN WORDEN Als warmte-isolatie; In flenzen en afdichtingen; Brandwerende constructies; In fornuizen; Als isolatie in elektrische apparatuur; Brandwerende dekens; Remvoeringen; Riool; Als afdichtingmateriaal; Dak- en wandbeplating; Vloerbedekking. Blz 59

71 WETTELIJKE BEPALINGEN
Gevaarlijke stoffen WETTELIJKE BEPALINGEN Ver- en bewerken asbest verboden Beroepsmatig omgaan asbest alleen: bij slopen/verwijderen onderhoud/reparatie vrijstelling/ontheffing KOMO procescertificaat DTA = deskundig toezichthouder asbestverwijdering Blz 59

72 HOE TE HANDELEN, WANNEER MATERIAAL “ASBESTVERDACHT” IS
Gevaarlijke stoffen HOE TE HANDELEN, WANNEER MATERIAAL “ASBESTVERDACHT” IS Monster LATEN nemen door onafhankelijk laboratorium Werkzaamheden alleen door deskundig bedrijf Deskundig toezichthouder (DTA) KOMO-procescertificaat asbest verwijderen voor aannemers Medewerkers asbestsaneringswerkzaamheden volgens schriftelijk plan opleiden Voor elk werk geldt: Aangemeld bij Inspectie SZW Werkplan aanwezig DTA aanwezig Blz 59

73 Gevaarlijke stoffen Blz 60 HUISHOUDMIDDELEN
Gebruik van gevaarlijke stoffen in het huishouden. Risico’s zijn dezelfde als in het bedrijf. Dus: dezelfde beschermende maatregelen nemen als in het bedrijf! Houdt kinderen uit de buurt. Zorg dat kinderen er niet bij kunnen komen door. Gevaarlijke stoffen achter slot en grendel op te slaan. Brandgevaarlijke stoffen koel opslaan. Blz 60

74 INDUSTRIËLE GASCILINDERS
Gevaarlijke stoffen INDUSTRIËLE GASCILINDERS Kleurcodering op schouder van cilinder. Correct opslaan. Voldoende ventilatie van opslagruimte. Nooit opslaan in of bij kelders, putten en sleuven. Zuurstofflessen gescheiden houden van flessen met brandbare gassen. Aangepaste blusmiddelen. Water als koelmiddel bij opslagruimte. Blz 62

75 PREVENTIEVE MAATREGELEN
Gevaarlijke stoffen PREVENTIEVE MAATREGELEN Controleer opslagvaten en tanks regelmatig op lekkage. Controleer bedrijfsinstallaties zoals leidingen, filters, afsluiters en verdeelstukken op lekkages. Zorg voor voldoende lekbakken. Gelekte producten zo snel mogelijk opruimen. Blz 62 / 63

76 Gevaarlijke stoffen Blz 64 BIOLOGISCHE STOFFEN
Biologische stoffen komen bijvoorbeeld voor in de: Afvalverwerkingindustrie; Gezondheidszorg; Landbouw; Voedingsindustrie; Waterzuiveringsinstallaties. Blz 64

77 Gevaarlijke stoffen Blz 64 / 65 BIOLOGISCHE STOFFEN
Risico’s bij blootstelling: Infecties; Vergiftigingen; Allergie; Schimmels. Wanneer? Bij contact met dieren; Werken in riolen; Werken in vervuilde grond Werken in bepaalde afdelingen van ziekenhuizen en verpleegcentra. Blz 64 / 65

78 PREVENTIEVE MAATREGELEN BIJ BIOLOGISCHE STOFFEN
Gevaarlijke stoffen PREVENTIEVE MAATREGELEN BIJ BIOLOGISCHE STOFFEN Voor het werken met biologische agentia geldt: Zo mogelijke eerst de bronaanpak; Aanvullende regels voor pbm’s; Strenge hygiënische voorschriften; Instructie en onderricht; Controle op en informatie over mogelijke gevolgen; Controle op legionella. Blz 64 / 65

79 PREVENTIEVE MAATREGELEN BIJ BIOLOGISCHE STOFFEN
Gevaarlijke stoffen PREVENTIEVE MAATREGELEN BIJ BIOLOGISCHE STOFFEN Inenten; Blootgestelde werknemers beperken; Duur blootstelling beperken; Beschermende kleding gebruiken; Huidcrème gebruiken; Oogbescherming gebruiken; Na het werk en bij pauze de handen en gezicht wassen. Blz 64 / 65

80 Gevaarlijke stoffen Blz 65
Bijtende stoffen tasten bij contact je huid, ogen, longen en kleding aan. Irriterende stoffen kunnen ontstekingen aan je huid en slijmvliezen veroorzaken. Harsen, kleurmiddelen, sommige verven, metaalbehandelings- middelen kunnen een gevoelige huid veroorzaken en heftige allergische reacties oproepen. Cfk’s en bepaalde pesticiden zijn gevaarlijk voor mens, dier en milieu. Blz 65

81 Deeltjes (gas) per miljoen deeltjes lucht [ppm] of
VOL-VCA - versie 4.4 Gevaarlijke stoffen GRENSWAARDE Wordt uitgedrukt in: Deeltjes (gas) per miljoen deeltjes lucht [ppm] of Milligram stof per kubieke meter [mg/m3] Blz 66 6652_705

82 Gevaarlijke stoffen Blz 66 GRENSWAARDEN
Grenswaarden zijn gezondheidskundige waarden. De grenswaarde geldt voor mensen die: Niet meer dan 8 uur per dag werken; Niet meer dan 40 uur per week werken; Volwassen en gezond zijn; Onder normale omstandigheden werken en geen zwaar werk doen. Blz 66

83 Gevaarlijke stoffen Blz 66 GRENSWAARDEN
VOL-VCA - versie 4.4 Gevaarlijke stoffen GRENSWAARDEN Grenswaarde-TGG (Tijd gewogen gemiddelde) = Maximaal 8 uur per dag of maximaal 40 uur per week Grenswaarde-C (Ceiling) = Plafondwaarde ofwel maximale waarde ongeacht tijdsduur Grenswaarde-H Stoffen gaan gemakkelijk door de huid Blz 66 6652_705

84 Gevaarlijke stoffen Blz 66 RISICO’S
Reukgrens ligt hoger dan de grenswaarde; Sommige gevaarlijke stoffen ruiken aangenaam; Sommige gevaarlijke stoffen schakelen de reukzenuw al bij lage concentraties uit waardoor je denkt dat je veilig bent (H2S); Maskering van gevaarlijke stoffen door andere niet gevaarlijke stoffen; Geur is persoonsafhankelijk. Blootstelling aan gevaarlijke stoffen moet regelmatig gemeten worden. Bij het meten is van belang dat de concentratie wordt vastgesteld. Werkplekvergunningen vereisen meestal een continue meting van de concentratie. Blz 66

85 DE ROL VAN DE LEIDINGGEVENDE
Gevaarlijke stoffen DE ROL VAN DE LEIDINGGEVENDE Bij het werken met gevaarlijke stoffen moet de leidinggevende extra toezicht houden. Hij let daarbij op: Gebruik PBM’s; Orde en netheid; Reinigingen gereedschap en andere middelen; Afvoeren afval. Blz 68

86 MAATREGELEN TEGEN GEVAARLIJKE STOFFEN
Maatregelen aan de bron Ventilatie Scheiden van mens en bron Persoonlijke bescherming Blz 68

87 Gevaarlijke stoffen Blz 70 WERKEN MET STRALING Ioniserende straling:
Genoeg energie om bestraalde materiaal te veranderen Afhankelijk van sterkte, dosis en blootstelling schadelijk voor mens en omgeving Bijvoorbeeld geneeskunde, kerncentrales, meet/detectieapparatuur, aardgaswinning en ertsverwerking Niet-ioniserende straling: Niet van invloed op materiaalstructuur Hoge dosis / langdurige blootstelling wel schadelijk (letsel) Bijvoorbeeld zonlicht, ultraviolet/infrarood straling, laserstralen, radio- of microgolven Blz 70

88 Gevaarlijke stoffen Blz 71
WERKEN MET STRALING Risico van radioactieve straling: “Je hoort, ziet, voelt en ruikt niets” Maatregel nummer 1: Zo ver mogelijk er vandaan (de stralingssterkte neemt af met het kwadraat van de afstand) : afstand 4 x groter stralingsdosis 16 x kleiner Blz 71

89 WERKEN MET STRALING (VERVOLG)
Gevaarlijke stoffen WERKEN MET STRALING (VERVOLG) Veiligheidsmaatregelen bij het werken met straling zijn: Afstand houden; Verpakkingen van de materialen niet beschadigen; Gebied rond de bron afzetten; PBM’s gebruiken; Waarschuwingsborden plaatsen; Permanent meten. Medewerkers zijn verplicht om: De persoonlijke dosis straling te laten meten; Nauwkeurig alle voorschriften te volgen; Een medische keuring te ondergaan. Blz 71

90 WERKEN MET STRALING (VERVOLG)
Gevaarlijke stoffen WERKEN MET STRALING (VERVOLG) De verplicht aanwezige stralingsdeskundige: Houdt toezicht op de stralingsveiligheid en -hygiëne; Controleert medewerkers en materiaal op besmetting; Neemt zo nodig extra maatregelen; Kan werkzaamheden stilleggen. Bij niet-ioniserende straling gelden de volgende veiligheidsmaatregelen: Instructie en informatie op toestellen; Werken volgens de instructies; Niet langer dan toegestaan doorwerken; Houdt afstand. Blz 71

91 ARBEIDSHYGIËNISCH ONDERZOEK
Gevaarlijke stoffen ARBEIDSHYGIËNISCH ONDERZOEK Oriënterend werkplekonderzoek: Is er kans op blootstelling aan een bepaalde stof? Aard van de blootstelling Hoeveel mensen hebben kans op blootstelling? Geeft antwoord op mogelijke risico’s en te nemen maatregelen Monitoring: Metingen en registraties Resultaten vergelijken met: Grenswaarden Eigen bedrijfswaarden Gericht op gezondheidsbeheersing op werkplek Blz 72

92 ARBOWET - GEZONDHEID WERKNEMERS
Gevaarlijke stoffen ARBOWET - GEZONDHEID WERKNEMERS Werkgever moet werknemers in de gelegenheid stellen zich periodiek medisch te laten onderzoeken Periodiek gezondheidskundig onderzoek: Op vrijwillige basis Tijdig schade onderkennen en beperken/wegnemen Soms verplicht (bv bij werken met asbest, straling en bestrijdingsmiddelen, gebruik ademluchtapparatuur). Arbeidsgezondheidsonderzoek voorafgaand aan specifieke werkzaamheden (functiekeuring) verplicht (bv ademluchtapparatuur, werken met onderdruk of overdruk) Blz 72 / 73

93 Etikettering en signalering
Hoofdstuk 4 Etikettering en signalering

94 Etikettering en signalering
SIGNALERING/ETIKETTERING Signalering van gevaar op de werkvloer: Zodanig aanbrengen, dat deze wordt opgemerkt Zodanig vormen, dat de betekenis duidelijk is Zo min mogelijk tekst Etikettering van gevaarlijke stoffen: Grote verscheidenheid stoffen Risico’s inschatten om juiste maatregelen te nemen Blz 76 / 77

95 Etikettering en signalering
ELKE STOF IN EEN CATEGORIE Etiket Goed zichtbaar Gemakkelijk leesbaar In het Nederlands Aanduidingen: Naam stof Gevaarssymbool/symbolen Bijzondere gevaren Veiligheidsaanbevelingen WMS: kleinverpakking Vervoer: vervoerscodering (ADNR) Blz 76 / 77

96 ETIKETTERING VOLGENS HET GHS (GLOBAL HARMONIZED SYSTEM)
explosief milieuschadelijk ((zeer) licht) ontvlambaar nieuw; lange termijn Gezondheidsschadelijk. (kankerverwekkende, mutagene en/of reprotoxische stoffen) oxiderend corrosief nieuw; gassen onder druk (zeer) giftig Schadelijk of irriterend Nieuwe etiketten 2010 ingevoerd en vanaf 2017 verplicht klein chemisch afval ( geen GHS klasse) Blz 77 96

97 Etikettering en signalering
NIEUWE SYMBOLEN VOOR: Carcinogeen (kankerverwekkend) Teratogeen (functiestoornissen ongeboren kind) Mutageen (erfelijke eigenschappen veranderen)

98 Etikettering en signalering
GEVARENDIAMANT (grootverpakkingen) brandgevaar 2 gezondheids- gevaar 1 reactiviteit instabiliteit w bijzondere aanduidingen Blz 79

99 Etikettering en signalering
CHEMIEKAART aceton Blz 80

100 Etikettering en signalering
Verplicht op werkvloer, geregeld in Arbowet/besluiten Vijf groepen: Verbod Gebod Waarschuwing Veiligheidsvoorziening Mededeling Tijdelijke markering: Blz 80 / 81

101 Hoofdstuk 5 Elektriciteit

102 Elektriciteit VEILIGE INSTALLATIE
GEVAREN BIJ GEBRUIK ELEKTRICITEIT Stroomdoorgang door menselijk lichaam Verwonding door vuur Letsel van val ten gevolge van elektriciteit Brand/explosie VEILIGE INSTALLATIE als gevaren er niet zijn of tot een minimum worden beperkt Blz 88

103 VEILIGHEID BIJ ELEKTRICITEIT
VOL-VCA - versie 4.4 Elektriciteit VEILIGHEID BIJ ELEKTRICITEIT Ongevallen Weerstand kleiner : Stroomsterkte groter Stroomsterkte grote : Warmteontwikkeling groter Blz 88 6652_705

104 Stroomdoorgang kan dodelijk zijn!
VOL-VCA - versie 4.4 Elektriciteit Stroomdoorgang kan dodelijk zijn! De grootte en aard van het letsel is afhankelijk van: Weg van stroom door lichaam Aanrakingsoppervlak Stroomsterkte Tijd stroomdoorgang Soort en hoogte spanning Lichamelijke conditie Blz 88 6652_705

105 ~ Elektriciteit Blz 88 STROOMSTERKTE FATAAL Afhankelijk van:
VOL-VCA - versie 4.4 Elektriciteit STROOMSTERKTE FATAAL Afhankelijk van: Huidweerstand; Aanrakingsoppervlak; Standplaats; Soort en hoogte spanning Veilige spanning is tot: Maximaal 120 V Maximaal 50 V ~ Blz 88 6652_705

106 Elektriciteit Blz 88 STROOMSTERKTE 0,2 - 2 mA Licht prikkelend gevoel.
VOL-VCA - versie 4.4 Elektriciteit STROOMSTERKTE 0,2 - 2 mA Licht prikkelend gevoel. 2 mA - 10 mA Sterk wordende pijnlijke spierkramp mA Grensstroomsterkte; onder spanning staande delen kan je niet meer loslaten. >20 mA Ademhaling wordt belemmerd; snelle hulp is nodig om verstikking te voorkomen. 100 mA Hartfibrillatie is dodelijk als niet direct wordt ingegrepen (directe elektrocutie). Blz 88 6652_705

107 GEVAREN DOOR ELEKTRICITEIT
Gevaar van installaties, machines, apparatuur, gereedschap: Niet in orde/verkeerd behandeld Veel ongevallen: Defecte en ondeugdelijke machines/toestellen/leidingen Slechte of ontbrekende aardverbindingen Foutieve aanleg of montage Onwillekeurige aanraking onder spanning staande delen Blz 89

108 Elektriciteit Blz 90 / 91 VEILIGHEIDSMAATREGELEN:
VOL-VCA - versie 4.4 Elektriciteit VEILIGHEIDSMAATREGELEN: Alleen handelingen door deskundigen VOP = voldoende onderricht persoon Gebruik "veilige spanning" (in besloten ruimten); Veiligheidsaarding van uitwendig metalen omhulsel aarding steigers; Aarding van metalen werkplaats- en opslagcontainers; Bij bouwwerken aardlekschakelaar in elektrische voeding (aanspreekstroom 30 mA); Deugdelijke kabels (mechanische bescherming). Blz 90 / 91 6652_705

109 VEILIGHEIDSMAATREGELEN (vervolg):
VOL-VCA - versie 4.4 Elektriciteit VEILIGHEIDSMAATREGELEN (vervolg): Fysieke afscherming; Isolatie; Dubbele isolatie; Aardlekbeveiliging; Lage spanningen; Veiligheidstransformator; Jaarlijkse controle. Dubbel geïsoleerd Blz 90 / 91 6652_705

110 STATISCHE ELEKTRICITEIT
VOL-VCA - versie 4.4 Elektriciteit STATISCHE ELEKTRICITEIT Risico bij: slecht geleidende stoffen geïsoleerde (niet-geaarde) opstelling Oplading door wrijving Vonkoverslag als elektrische lading niet kan weglekken via aardleiding Blz 92 6652_705

111 STATISCHE ELEKTRICITEIT
VOL-VCA - versie 4.4 Elektriciteit STATISCHE ELEKTRICITEIT Preventieve maatregelen zijn: Toevoegen anti-statische dope (ASA); Beperken stroomsnelheid; Goede aarding leidingen, apparatuur, tanks; Valhoogte in opslagvat beperken; Hogedrukspuit aarden; Toepassen inert gas (bijvoorbeeld stikstof); Aansluiten op aardleidingnet; Verhogen luchtvochtigheid bij droge stof. Draag altijd antistatisch schoeisel, kleding Blz 92 6652_705

112 Brand- en explosiegevaar
Hoofdstuk 6 Brand- en explosiegevaar

113 Brand- en explosiegevaar
VOL-VCA - versie 4.4 Brand- en explosiegevaar TYPE BRAND Vaste stof Vloeistof Gas Metaal Blz 96 / 97 6652_705

114 Brand- en explosiegevaar
VOL-VCA - versie 4.4 Brand- en explosiegevaar 5 componenten voor brand Blz 99 6652_705

115 Brand- en explosiegevaar
VOL-VCA - versie 4.4 Brand- en explosiegevaar RISICO’S VAN BRAND Vlampunt; Explosiegrenzen; Zuurstofgehalte; Reactiebevordering; Reactie met water; Zelfontbranding; Brandbevorderende stoffen. Blz 100 / 101 / 102 6652_705

116 Brand- en explosiegevaar
VLAMPUNT Bij vloeistoffen en dampen Temperatuur waarbij de damp (in juiste mengverhouding met omgevingslucht) kan worden ontstoken (met bv. aansteker, lucifer) Blz 100 / 103

117 Brand- en explosiegevaar
EXPLOSIEGRENZEN Bij gas, stof (stofexplosie) Volumepercentage gas of stof dat (in juiste mengverhouding met omgevingslucht) kan exploderen (ontsteking door vlam, vonk) Elk gas heeft eigen explosiegebied Blz 100 / 103

118 Brand- en explosiegevaar
Explosie gevaarlijke omgevingen Gas- en oliewinninginstallaties; Raffinaderijen; Overlaadstations; Opslag brandbare stoffen; Graansilo’s. Blz 100 / 101

119 Brand- en explosiegevaar
Explosie gevaarlijke omgevingen In explosiegevaarlijke omgevingen is het streng verboden om: Zonder toestemming te betreden; Zonder toestemming materialen en middelen mee te nemen die een gevaar kunnen opleveren; Zonder werkvergunning werkzaamheden uit te voeren. Blz 101

120 Brand- en explosiegevaar
BLUSSTOFFEN Blussen door middel van: Natte blusstoffen water, schuim en AFFF Droge blusstoffen zand en bluspoeder Gasvormige blusstoffen kooldioxide (CO2) ook wel koolzuursneeuw Blz 104

121 Brand- en explosiegevaar
VOL-VCA - versie 4.4 Brand- en explosiegevaar BLUSSTOFFEN Water (stoom) - Koelende werking zuurstofverdringing Schuim - Zuurstofafsluiting Zand - Zuurstofafsluiting en koelend Bluspoeder - Negatieve katalyse CO2 - Zuurstofverdringing AFFF - Zuurstofafsluiting Blz 104 6652_705

122 Brand- en explosiegevaar
VOL-VCA - versie 4.4 Brand- en explosiegevaar Wat als……? Zorg voor eigen veiligheid Meld de brand Waarschuw mensen in de omgeving Doe deuren en ramen dicht Breng mensen in veiligheid Onderneem alléén een bluspoging als het veilig kan Blz 108 6652_705

123 Werken in besloten ruimten
Hoofdstuk 7 Werken in besloten ruimten

124 Werken in besloten ruimten
VOL-VCA - versie 4.4 Werken in besloten ruimten BESLOTEN RUIMTEN Eigenschappen: Erg klein; Moeilijk te ventileren; Kleine in- en uitgangen; Slecht verlicht; Voorbeelden: Opslagtanks; Reactieketels; Kelders; Riolen; Liftschachten; Putten/sleuven. Blz 112 6652_705

125 Werken in besloten ruimten
VOL-VCA - versie 4.4 Werken in besloten ruimten RISICO’S BESLOTEN RUIMTEN Brand en explosie Gevaarlijke stoffen Zuurstoftekort Elektrocutie Vallen en struikelen Maatregelen: Voorbereidende werkzaamheden Tijdens het werk Blz 112 / 113 / 114 6652_705

126 Werken in besloten ruimten
VOL-VCA - versie 4.4 Werken in besloten ruimten VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN Organiseren Toezicht en verblijfsduur Regelen veiligheidswacht Metingen verrichten. Zuurstof : % Explosiegevaar : < 10% LEL Giftige stoffen : < grenswaarde Blz 114 6652_705

127 Werken in besloten ruimten
VOL-VCA - versie 4.4 Werken in besloten ruimten MAATREGELEN TIJDENS HET WERK Bereikbaarheid en vluchtmogelijkheid Ventileren Specifieke maatregelen nodig bij: lassen; verven; overige bijzondere werkzaamheden Controle via werkvergunning Blz 114 / 115 6652_705

128 Werken in besloten ruimten
GRAAFWERKZAAMHEDEN Maatregelen vooraf: Melden bij het KLIC Geldige graafvergunning Eventueel opspoorapparatuur gebruiken Begin met: Proefsleuf graven(binnen 1,5 meter van opgegeven locatie) Afwijkingen van leidingen en kabels melden. Graven met machine met een niet-getande graafbak Denk aan opstelling van machines Ook een sleuf kan worden beschouwd als besloten ruimten Houdt rekening met instortingsgevaar! Neem de juiste voorzorgsmaatregelen! Blz 116

129 Werken in besloten ruimten
VOL-VCA - versie 4.4 Werken in besloten ruimten STEEKFLENS Isoleren van leidingen met behulp van een steekflens (zo dicht mogelijk bij de besloten ruimte!) Blz 118 6652_705

130 Werken in besloten ruimten
RISICOBRONNEN EN WERKVERGUNNING Risico’s: Het werk, het gereedschap, het materiaal Processen (inhoud/soort) Beheersen door werken volgens voorwaarden vergunning Wat is de invloed van uw werkzaamheden op uw omgeving Wat is de invloed van uw omgeving op uw werkzaamheden Doel van werkvergunning: goede voorbereiding van risicovol werk Een werkvergunning is een bedrijfsregel, geen wettelijke verplichting Blz 120 / 121

131 Werken in besloten ruimten
AANVRAAG WERKZAAMHEDEN (In te vullen door aanvrager) Locatie / equipment nr.: Afdeling: Omschrijving van het werk: Werkwijze: q monteren/demonteren q hakken/boren q openen installaties q slijpen q betreden besloten ruimte q hogedruk spuiten q branden/gutsen/lassen q gritstralen q röntgen/stralingswerk q graven handmatig/machinaal q hijsen q q instrumentatie/Electrical Toegepaste gereedschappen: Toegepaste voertuigen / equipment: Gepland aantal uitvoerenden : personen Geplande begindatum : Geplande einddatum : Werktijd van tot Bijzondere vergunningen van toepassing: q Hottap q Graafvergunning q Pluglas q

132 Werken in besloten ruimten
MAATREGELEN TE NEMEN DOOR VERSTREKKENDE AFDELING besloten ruimte conditierapport (nr. ) verzamelplaats milieueschermende maatregelen (t.w. ) Speciale operationele aandachtspunten: Mogelijke risico’s: GASMETINGEN (In te vullen door verstrekker/area operator) Welk product bevat of heeft de apparatuur/leiding bevat? Invloed van naburige werkzaamheden: Nodig Gereed q q flenzen labelen q q systeem spoelen q q systeem aftappen q q systeem stomen q q systeem inblokken q q systeem afsteken q q systeem afkoppelen q q systeem drukvrij maken q q systeem productvrij maken q q omgeving controleren op tox. en/of agress. stoffen omgeving controleren op brandbaar materiaal apparatuur elektrisch blokkeren (nr./handtekening ) apparatuur elektrisch vrijschakelen (nr./handtekening ) apparatuur mechanisch blokkeren (hoe? ) Datum Tijd Zuurstof % O2 Explosiviteit % LEL Toxische stoffen ppm Type meting Paraaf continu Nodig meting q q q q q

133 Werken in besloten ruimten
MAATREGELEN TE NEMEN DOOR HOUDER Persoonlijke gasalarmering (t.w. ) gebruik adembescherming filtermasker (type ) verse lucht kap persluchtmasker Extra eisen (in te vullen door verstrekker): (In te vullen door aanvrager) Te nemen voorzorgsmaatregelen: putten goten en/of riolen afdekken binnen 30 meter vonkafscherming plaatsen werkplek afzetten mangatwacht inzetten brandwacht inzetten brandwaterslang gereed met straalpijp aanvullende brandblusmiddelen (t.w. ) werkplek en/of werkstuk nat houden werkplek beveiligen tegen valgevaar (t.w. ) ventilatie Aanvullende persoonlijke beschermingsmiddelen: ruimzicht/zuurbril gelaatscherm valbescherming hand/arm bescherming (t.w. ) beschermende kleding (t.w. ) vluchtmasker binnen handbereik

134 Werken in besloten ruimten
BEKRACHTIGING Het werk kan veilig uitgevoerd worden en beheersmaatregelen zijn doorgesproken met vergunninghouder: Verstrekker Naam: Datum: Handtekening: Akkoord met opgelegde eisen en draagt zorg voor uitvoering volgens de vergunningsvoorwaarden: Houder Naam: Firma: Houder na overdracht Risico Categorie: Risico analyse (nr ) De kolommen “Aanvraag werkzaamheden” en “Maatregelen te nemen door houder” zijn juist ingevuld: Aanvrager Naam: Firma: Telefoon: Datum: Handtekening: Principe toestemming bijzondere werkzaamheden: n.v.t. Operationeel beheerder Naam: Vergunning mede beoordeeld: n.v.t. Mede ondertekenaar Naam: Afdeling: Vergunning is voorbereid: n.v.t. Vergunning voorbereider q Hoog q Laag Verlenging maximaal 1 week geldig Verstrekker Houder Datum Naam Paraaf Naam Paraaf

135 Algemene werkplekeisen
Hoofdstuk 8 Algemene werkplekeisen

136 Algemene werkplekeisen
VOL-VCA - versie 4.4 Algemene werkplekeisen STRUIKELEN, UITGLIJDEN EN VERSTAPPEN Oorzaken: - Niet-egale ondergrond - Gladde ondergrond - Hoogteverschil - Beperking menselijk lichaam Preventie: - Aanpak bij de bron - Scheiden van mens en gevaar - Markeringen - Persoonlijke bescherming/gedrag Blz 124 6652_705

137 Algemene werkplekeisen
GEVAREN BIJ SLOOPWERKZAAMHEDEN Verstappen en struikelen; Uitstekende constructiedelen; Werken op hoogte; Instabiliteit bij sloopfront; Vallend sloopmateriaal; Instorting; Vrijkomen gevaarlijke stoffen; Lawaai. Blz 129

138 Algemene werkplekeisen
VEILIGHEIDSMAATREGELEN BIJ SLOOPWERKZAAMHEDEN Persoonlijke valbeveiliging gebruiken Rekening houden met draagkracht van overblijvende constructie Zonder specifiek plan niet boven of onder elkaar werken Gebruik stortkokers Persoonlijke beschermingsmiddelen; helm, Veiligheidsschoenen, overall, adembescherming, Gehoorbescherming gebruiken Inventariseren concentratie gevaarlijke stoffen (bv. asbestinventarisatie) Blz 129

139 Algemene werkplekeisen
ELEKTRISCH LASSEN Mogelijke gevaren: Elektrocutie; Brand en explosie door hittevorming en wegspringende spetters; Verbranding van de huid door vrijkomende UV-straling; Verbranding van het hoornvlies door vrijkomende UV- straling; Verblinding van de ogen door vrijkomende infrarood straling; Warmtestraling; Vergiftiging door lasrook; Longaandoeningen door inademen van lasrook; Verkeerde werkhouding. Blz 130

140 Algemene werkplekeisen
ELEKTRISCH LASSEN Veiligheidsmaatregelen: Spanningverlagend relais (in besloten ruimten verplicht); Persoonlijke bescherming: Laskap - Lasschort Laskleding - Veiligheidsschoenen Luchtgeventileerde laskap; Lasgordijnen voor bescherming van personen in de omgeving tegen UV en infraroodstraling; Plaatselijke afzuiging van lasrook; Ruimtelijke ventilatie; Blusmiddelen onder handbereik; Werkvergunningensysteem indien vereist. Blz 130

141 Algemene werkplekeisen
AUTOGEEN LASSEN, SNIJDEN EN BRANDEN Gevaren en risico’s: Geraakt worden door spetters gloeiend materiaal; Brand door brandbaar materiaal dat vlam vat; Vlamterugslag; Lekkage van gas en zuurstof; Sommige gassen zoals propaan zijn zwaarder dan lucht en blijft hangen in putten, uitgravingen en kelders. Blz 130

142 Algemene werkplekeisen
AUTOGEEN LASSEN, SNIJDEN EN BRANDEN Veiligheidsmaatregelen: Draag de juiste beschermende kleding; Verwijder eerst de brandbare materialen in je omgeving of dek ze af; Gebruik van vlamdover in de slang tussen acetyleenfles en brander; Terugstroombegrenzers op gas en zuurstofslang van brander; Wees bedacht op lekkage van gas en zuurstof in laaggelegen werkomgeving; Blz 131

143 Algemene werkplekeisen
AUTOGEEN LASSEN, SNIJDEN EN BRANDEN Veiligheidsmaatregelen (vervolg): Slangbreuk beveiliging toepassen; Continue gas meten; Acetyleenfles rechtopstaand gebruiken of minimaal onder een hoek van 30 graden; Plaatselijke afzuiging van lasrook en gassen; Ruimtelijke ventilatie. Blusmiddelen onder handbereik; Werkvergunningensysteem indien vereist. Blz 131

144 Algemene werkplekeisen
WERKEN IN KOU Gevaren: Versnelde afkoeling met gevolg: Bevangen raken door de koude; Bevriezingsverschijnselen; Veel materiaal niet veilig te gebruiken. Maatregelen hiertegen zijn: Warmteondergoed en isolerende kleding dragen; Op beschutte werkplek je werk uitvoeren; Nooit in tocht werken; Geschikt gereedschap gebruiken; Op tijd extra pauzes inlassen; Afwisselen met collega’s. Blz 132

145 Algemene werkplekeisen
WERKEN IN WARMTE Gevaren: Bevangen raken en flauwvallen; Onvoldoende afvoer van lichaamswarmte; Verlies van lichaamsvocht. Maatregelen hiertegen zijn: Voldoende pauzes inlassen; Afwisselen met collega’s; Op tijd voldoende drinken; Ademende werkkleding gebruiken; Hittewerende werkkleding gebruiken. Blz 132

146 Algemene werkplekeisen
WERKEN MET HOGE DRUK Gevaren: Openbarsten van leidingen; Geraakt worden door wegschietende onderdelen; Onbevoegd en onbekwaam werken met hoge druk machine zoals industriële hoge druk reinigers. Maatregelen hiertegen zijn: Voor in gebruik name installaties en machines testen; Afpersen van installaties met vloeistof, meestal water; Testen en afpersen met zo weinig mogelijk personeel en gebied afschermen/afzetten; Veiligheidsinstructies nauwkeurig opvolgen; Alleen hiertoe opgeleid personeel inzetten. Blz 133

147 Algemene werkplekeisen
DEFINITIE ERGONOMIE Ergonomie volgens Arbowet: Vooral gericht op het welzijn van de medewerker Gezondheid van medewerkers beschermen door stellen van ergonomische randvoorwaarden: Machines; Gereedschappen Gebruiksvoorwerpen Werkplek Omgevingsfactoren: Geluid Licht Trillingen Klimaat Blz 134

148 Algemene werkplekeisen
7 FACTOREN, DIE ERGONOMIE WERKPLEK BEPALEN Tillen Zitten en staan Geluid Klimaat Trillingen Verlichting Lichamelijke en mentale belasting Blz 134

149 Algemene werkplekeisen
ARBOWET Arbeidssituatie en taak aanpassen aan de eigenschappen van de werknemers en niet andersom! Blz 134

150 Algemene werkplekeisen
MENS-MACHINESYSTEEM Werkplek is combinatie van twee zaken: Machines, gereedschappen, gebruiksvoorwerpen en werkplekomstandigheden daaromheen: Verlichting Geluid Klimaat Trillingen Mens met zijn: Lichamelijke belasting Inspanning Beweging Werkhouding Geestelijke belasting Blz 134 / 135

151 Algemene werkplekeisen
GELUID Lichamelijke effecten: Verhoogde bloeddruk Gestoorde ademhaling Gestoorde stofwisseling Tragere bloedcirculatie Tragere spijsvertering Hoofdpijn Gespannen spieren Moeheid Nervositeit Verminderde waakzaamheid Blz 134 / 135

152 Algemene werkplekeisen
GELUID (VERVOLG) De grootte van het blijvende gehoorverlies is afhankelijk van: Totale blootstellingstijd Duur van blootstelling Duur van rustperiode tussen blootstelling (beschadiging in het begin omkeerbaar) Sterkte van het lawaai Frequentiespectrum van het lawaai (hoge tonen schadelijker dan lage) Continuïteit van het geluid Blz 134 / 135

153 Algemene werkplekeisen
GELUID (VERVOLG) Optellen van twee geluidsbronnen. Een verdubbeling van de afstand tot de geluidsbron geeft een vermindering van 6 dB(A). Blz 134

154 Algemene werkplekeisen
GELUID (VERVOLG) Maatregelen om geluidhinder te voorkomen in volgorde van prioriteit: Niveau van de geluidsbron verlagen; Geluidsbron afschermen; Geluidtrillingen dempen; Persoonlijke gehoorbescherming. Blz 134

155 Algemene werkplekeisen
GELUID (VERVOLG) De werkgever moet tegen geluid de volgende maatregelen nemen: Vanaf 80 dB(A): Mogelijkheid tot gehooronderzoek; Gehoorbescherming uitreiken. Vanaf 85 dB(A): Beheersplan; Maatregelen; Waarschuwingsborden. Blz 134

156 Algemene werkplekeisen
TRILLINGEN Veroorzaken stotende verplaatsingen van het gehele lichaam of gedeelten daarvan Grootte van verplaatsing bepaalt het gevolg Gevolgen Trillingen Blz 135

157 Algemene werkplekeisen
TRILLINGEN (vervolg) Fysieke trillingen: Hand- en armtrillingen bij gebruik handgereedschap; Lichaamstrillingen door een voertuig, installatie of bewegend vloer. Hz: Algemeen onwel Hz: Hoofdpijn Hz: Buikpijn Blz 135

158 Algemene werkplekeisen
TRILLINGEN (vervolg) Klachten door hand- en armtrillingen: Pijn; Beschadiging bloedvaten en gewrichten; Gevoelloze vingertoppen; “Witte vingers”. Klachten door lichaamstrillingen: Maagklachten; Rugklachten; Vermoeidheid; Hoofdpijn; Spierpijn; Verminderde concentratie; Aandoeningen evenwichtsorgaan Blz 135

159 Algemene werkplekeisen
MAATREGELEN TEGEN BLOOTSTELLING AAN TRILLINGEN Maatregelen tegen trillingen: Aandacht bij aanschaf machines; Aanbrengen van dempers of isolatie; Toepassen alternatieve technieken; Beperken van blootstellingduur . Klimaat op de werkplek wordt bepaald door: Omgevingstemperatuur; Stralingswarmte; Luchtvochtigheid; Hinderlijke luchtbewegingen. Blz 136

160 Algemene werkplekeisen
KLIMAAT Beheersen, zodat we ons behaaglijk voelen en optimale prestaties kunnen leveren Drie factoren bepalen een comfortabel klimaat: Kleding: Isolatie Inspanning: Afvoer warmte Klimaat: Vochtigheid (relatieve luchtvochtigheid 40-60%) Temperatuur Luchtsnelheid (‘s winters < 0,15 m/s en ‘s zomers < 0,25 m/s) Blz 136

161 Algemene werkplekeisen
KLIMAAT (vervolg) Maatregelen om het werkcomfort te verbeteren zijn: Temperatuur behaaglijk en gelijkwaardig en aangepast aan de fysieke inspanning te houden; Geen hinderlijke luchtbeweging; Verstrekken PBM’s; Vochtbalans ruimte op peil houden. Blz 136

162 Algemene werkplekeisen
VERLICHTING Waarnemen kleine details vereist hogere verlichtingssterkte Verlichtingssterkte in lux Lampen gaan minder licht geven Bij vervuiling Bij veroudering Ouderen hebben meer licht nodig dan jongeren Contrast niet te groot (verhouding licht : donker) Blz 136

163 Algemene werkplekeisen
VERLICHTING Bij verlichting op de werkplek rekening houden met: Hoe kleiner de voorwerpen waarmee wordt gewerkt, hoe meer licht; Oudere werknemers hebben meer licht nodig; Contrasten mogen niet te groot zijn; Weerspiegeling moet voorkomen worden; Nieuwe lampen geven meer licht; Lichtsterkte moet voldoen aan de wetgeving. Blz 136

164 Algemene werkplekeisen
INSPANNING Fysiek en/of geestelijk Rustperiode nodig Herstel spieren/bloedsomloop Statische belasting Voortdurend aanspannen van de spieren belemmert doorbloeding blessures, letsel Dynamische overbelasting Spieren regelmatig spannen/ontspannen vraagt energie Algemene lichamelijke vermoeidheid Mentale overbelasting Geestelijke spanning Werkdruk en persoonlijke capaciteit Blz 137

165 Algemene werkplekeisen
INSPANNING Risicovolle werkomstandigheden die lichamelijk klachten veroorzaken zijn: Te lange duur van de inspanning; Langdurig zitten of staan; Verkeerde houding; Blootstelling aan trillingen; Terugkerende handelingen; Bovenmatige inspanning. Statische belasting veroorzaakt: Verminderde doorbloeding; Spierpijn of kramp; Chronische vermoeidheid. Blz 137

166 Algemene werkplekeisen
INSPANNING Dynamische belasting is minder slecht dan statische belasting, maar kan toch de volgende gevolgen hebben: Vermoeidheid; Spierpijn; Letsel. Mentale belasting wordt veroorzaakt door: Werkdruk; Taak versus capaciteiten; Relatie met collega’s; Hiërarchische relatie; Fysische arbeidsomstandigheden; Werk(on)zekerheid; Infrastructuur en uitrusting. Blz 137

167 Algemene werkplekeisen
TILLEN Belastende factor in veel beroepen Minste belasting: Rug recht Massa boven rug In praktijk: Tillen last vóór lichaam Belastbaarheid spier/skeletsysteem individueel verschillend: Leeftijd Geslacht Lichaamsbouw Getraindheid: Bewustwording belastingen Tilinstructie Blz 137

168 Algemene werkplekeisen
TILINSTRUCTIE Plan maken Benen in spreid- stand, voeten 45 graden naar buiten Knieën buigen, rug recht houden Vanuit staande positie beginnen met lopen

169 Algemene werkplekeisen
MAATREGELEN TER BEPERKING VAN TILBELASTING Mechanisering/hulpmiddelen Verminder gewicht Organisatie werk Meer mensen Niet zittend tillen Beperk tilhoogte Beperk verplaatsingsafstand Blz 137

170 Algemene werkplekeisen
ZITTEN Langdurig zitten is belastend Statische belasting van bekken, wervelkolom, schouder, gordel Afwisseling voorkomt klachten Lopen/staan/zitten/verschillende zithoudingen Optimale zithouding: Goede ondersteuning benen Goede stand rug Ontlasting schouders Mogelijkheid kiezen andere houdingen Blz 137

171 Algemene werkplekeisen
STAAN Alleen, indien: Onvoldoende beenruimte om te zitten Vaak reiken (hoog, laag, ver) Gescheiden werkplekken (vaak heen en weer lopen) Neerwaartse krachten (verpakkingswerkzaamheden) Gebruik: Stasteun: Vangt 60% lichaamsgewicht op Ontlast benen/voeten Blz 137

172 Hijs- en hefwerktuigen
Hoofdstuk 9 Hijs- en hefwerktuigen

173 Hijs- en hefwerktuigen
VOL-VCA - versie 4.4 Hijs- en hefwerktuigen HIJSEN Manueel; Hulpmiddelen (takels e.d.); Mobiele hulpmiddelen (steekwagen, vorkheftruck); Hijskranen. Voorbeelden: Mobiele kraan; Portaalkraan; Auto laadkraan; Bouwkraan. Blz 140 6652_705

174 Hijs- en hefwerktuigen
REGELS VOOR HIJSWERKTUIGEN Kraanboek aanwezig; Hijstabellen en hijsgrafieken aanwezig; Keuringscertificaten aanwezig. Blz 140

175 Hijs- en hefwerktuigen
VOL-VCA - versie 4.4 Hijs- en hefwerktuigen VEREISTEN VOOR BEDIENERS VAN HIJSWERKTUIGEN: Deskundigheidsbewijs STVT (verplicht voor torenkranen, mobiele kranen en heistellingen) Registratieboekje(ervaring en geneeskundige verklaring) Blz 140 6652_705

176 Hijs- en hefwerktuigen
VOL-VCA - versie 4.4 Hijs- en hefwerktuigen RISICO’S BIJ HIJSWERKTUIGEN Personen binnen draaibereik; afstempelen; Zware lasten; Windkracht; (Naderend) onweer. Blz 140 / 141 6652_705

177 Hijs- en hefwerktuigen
VOL-VCA - versie 4.4 Hijs- en hefwerktuigen HIJSGEREEDSCHAP Kettingwerk Staalkabels Touw Stroppen, lengen En hijsbanden Haken en ogen Takels Let op: maximale werklast hoeken van lengen mogelijke slijtage Blz 142 t/m 149 6652_705

178 Hijs- en hefwerktuigen
TAKELS Risico’s: Mechanische breuk van takel of van bevestigingspunt; Overbelasting. Niet doen: Overbelasten; Vastmaken aan bordessen, railing en leidingwerk; Op de punt belasten; Niet zijdelings belasten. Wel doen: Regelmatig controleren, zeker voor elk gebruik; Defecten direct melden. Blz 150

179 Hijs- en hefwerktuigen
VORKHEFTRUCKS Wettelijke verplichtingen; Voorzieningen; Veilig gebruik; Markering en keuring. Blz 152

180 Hijs- en hefwerktuigen
VORKHEFTRUCKS Verboden Meerijden tenzij er een 2e zitplaats is; Personen te heffen tenzij speciale voorziening aanwezig is; Hijsen tenzij juiste aanpassing aanwezig is; Het contragewicht te verzwaren; Te roken bij elektro-heftrucks. Verplicht De chauffeur moet goed zicht hebben; Gebruik van de veiligheidsgordel. Blz 152 / 153

181 Hijs- en hefwerktuigen
PALLETWAGEN Altijd op een vlakke ondergrond gebruiken; Denk aan obstakels; Zorg voor voldoende transportruimte. Blz 153

182 Hoofdstuk 10 Werken op hoogte

183 Werken op hoogte WERKEN OP HOOGTE 2,5 m Meer dan 2,5 m valgevaar Blz 156

184 SCHUINE EN PLATTE DAKEN, GATEN IN VLOEREN EN WANDEN
Werken op hoogte SCHUINE EN PLATTE DAKEN, GATEN IN VLOEREN EN WANDEN Risico op vallen Gebruik loopplanken (hellend dak) Gebruik individueel veiligheidsharnas Gebruik dakrandbeveiliging of vangnet (plat dak) Dek gaten af met stevig materiaal Breng markering aan op gevaarlijke plaatsen Blz 156

185 Werken op hoogte Blz 158 LADDERS: Enkele ladder; Opsteekladders;
Schuifladders; Reformladders. Gebruiksregels voor ladders: In goede staat houden; Niet verven; Niet zelf repareren; Zorgvuldig en goed opstellen; Op de juiste wijze gebruiken. Blz 158

186 Werken op hoogte Blz 160 STEIGERS Er geldt:
Streng verboden zelf te (ver)bouwen aan steiger; Geen materiaal achterlaten; Houdt de vloer stroef; Gebruik geen los klimmateriaal op de steiger. Let op de maximale belasting Gebruik stortkokers voor afvoer materiaal Gebruik de bouwlift veilig (personenlift of goederenlift) Blz 160

187 Werken op hoogte Blz 160 STEIGERS Er gelden regels voor:
Kantplanken en leuningen Inspectiewerk Werkzaamheden Hulpsteigers Liften Takels Steigerkaart geeft veiligheidstatus aan. Geen steigerkaart of gebreken? Steiger niet betreden! Blz 160

188 Werken op hoogte Blz 162 ROLSTEIGERS Risico = verplaatsbaarheid
Aandachtspunten bij het werken met rolsteigers: Blokkeren wielen Van binnenuit beklimmen Denk aan gereedschap (kan vallen) Sta niet op de schoren Houd de steiger schoon Niet verplaatsen als er iemand op staat Verrijden op vlakke ondergrond door 2 personen Gebruik de persoonlijke beschermingsmiddelen Blz 162

189 Werken op hoogte Blz 164 HANGSTEIGERS Voorbeelden: Hangbrug;
Eenmanswerkbrug. Aandachtspunten bij het werken met hangsteigers zijn: Vanaf windkracht 7 Bft niet mee werken; Let op bedieningsorganen; Bij storing niet verder werken maar (laten) repareren; Nooit gebruiksklaar achterlaten; Hulpmiddelen gebruiken voor communicatie,vanaf 25 m verplicht (en als normale communicatie niet mogelijk is) Blz 164

190 Risico voor beknelling (schaararm) en omvallen
Werken op hoogte HOOGWERKERS Typen: - vast opgesteld - mobiel Risico voor beknelling (schaararm) en omvallen Vanaf windkracht 7 Bft, niet mee werken Daarom: - Getraind/opgeleid personeel - Signalering maximum werklast - Specifieke gebruiksregels Blz 166

191 Werken op hoogte Blz 168 WERKBAKKEN
Alleen gebruiken als het echt niet anders kan; Windkracht vanaf 7 Bft verboden; De kraanmachinist en persoon in de werkbak moeten elkaar zien en verstaan; Iedere persoon in de werkbak draagt een individueel veiligheidsharnas (vast aan de werkbak); In- of uitstappen alleen toegestaan als werkbak op stevige ondergrond staat Blz 168

192 Hoofdstuk 11 Handgereedschap

193 EENVOUDIG HANDGEREEDSCHAP
Risico door: Slecht onderhoud; Slecht gebruik. Blz 172 / 173

194 HANDGEREEDSCHAP MET ELEKTRISCHE AANDRIJVING
Veilige spanning: 50 V ~ (wisselspanning) 120 V = (gelijkspanning) Risico door: Elektrocutie Verbranding (vonken) dubbel geïsoleerd Blz 174

195 Handgereedschap Blz 175 NIETMACHINE Aandachtspunten bij gebruik
Gebruik met maximale werkdruk; Geleider leeg bij plaatsen lader; Nagels/nieten aangepast aan apparaat. Mogelijke risico’s: Wegschieten van de nagel; Terugslaan van de nagel; Doorboren van het werkstuk. Blz 175

196 Handgereedschap Blz 175 HANDCIRKELZAAG
Aandachtspunten bij het gebruik: Beschermkap moet snijdend deel van de zaag volledig afschermen (vast aan het frame en scharnierend deel aan geleider); Automatische beschermkap over snijdend deel van de zaag; Spouwmes aangepast aan diameter en dikte van de zaag. Blz 175

197 Handgereedschap Blz 175 KETTINGZAAG Aandachtspunten bij het gebruik:
Bedieners minimaal 18 jaar oud; Opleiding met toets gehad hebben; Voorgeschreven PBM gebruiken; Stilstand ketting bij stationair toerental; Kettingrem binnen 0,15 sec werken; CE markering. Blz 175

198 HANDGEREEDSCHAP MET PNEUMATISCHE AANDRIJVING
Risico door: Trillen Geluid Dodemansknop en gehoorbescherming verplicht. Blz 176

199 HANDGEREEDSCHAP MET HYDRAULISCHE AANDRIJVING
Risico door: Oliedruk Bevestigingen Dodemansknop en onderhoud verplicht. Blz 176

200 Handgereedschap Risico door: Doorslijpschijven Afbraamschijven Blz 178
HANDSLIJPMACHINES Risico door: Rondvliegende delen; Aanraken slijpschijf; Uit elkaar springen van schijf; Brand door vonken; Geluid; Verkeerd gebruik. Doorslijpschijven Afbraamschijven Blz 178

201 Gereedschapsmachines
Hoofdstuk 12 Gereedschapsmachines

202 Gereedschapsmachines
GEREEDSCHAPMACHINES Voorbeelden zijn: Vast opgestelde boormachines Let op: 'happen' in werkstuk Vast opgestelde slijpmachines Let op: uit elkaar vliegen slijpsteen Cirkelzagen Let op: snijgevaar Blz 182

203 Gereedschapsmachines
CIRKELZAGEN Universele cirkelzaagmachine; Bouwcirkelzaag machine (met noodstop en als extra eis nulspanningschakelaar); Voor machines met meerdere bedieningsplaatsen gelden aanvullende eisen. Blz 186

204 Persoonlijke beschermingsmiddelen
Hoofdstuk 13 Persoonlijke beschermingsmiddelen

205 Persoonlijke beschermingsmiddelen
ALGEMEEN Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen alléén als het echt niet anders kan. Persoonlijke beschermingsmiddelen beschermen tegen: De gevolgen van onveiligheid Ze voorkomen erger letsel Blz 190

206 Persoonlijke beschermingsmiddelen
ALGEMEEN De fabrikant: zorg voor PBM’s Sterk Betrouwbaar Getest CE-markering De gebruiker: Beheert ze, Controleert ze, Zorgt voor veilige opslag Goed gebruik. Blz 190

207 Persoonlijke beschermingsmiddelen
ALGEMEEN Drie belangrijke wettelijke eisen ten aanzien van persoonlijke beschermingsmiddelen: Doeltreffende bescherming Ergonomisch verantwoord Goede gebruiksaanwijzing in het Nederlands Blz 190

208 Persoonlijke beschermingsmiddelen
ADEMBESCHERMING Zuurstofconcentratie < 19% Bijzondere stof Overschrijding grenswaarde Omgevingslucht filteren Afhankelijke adembescherming, bijvoorbeeld een filterbusmasker. Onafhankelijke adembescherming, bijvoorbeeld persluchtapparatuur verseluchtkap LET OP GEBRUIKSREGELS Blz 192

209 Persoonlijke beschermingsmiddelen
INDELING NAAR STOF- EN STOFFILTERKLASSE Stof- klasse 2a 2b 2c Omschrijving Inert zwevend stof met een grens- waarde van 10 mg/m3 behalve asbest Schadelijke stof met een grens- waarde van 0,1 tot 10 mg/m3 behalve asbest Giftige stof met een grenswaarde van < 0,1 mg/m3, waaronder asbest, carcinogene stoffen, sporen, virussen, bacteriën, proteolytische enzymen en bij besluit aangewezen stoffen Filter P-1 P-2 P-3 Maximale concentratie 5x grenswaarde Snuitje: 10x grenswaarde Halfmasker: 12 x grenswaarde Volgelaatsmasker: 16 X grenswaarde Alleen samen met vol- gelaatsmasker inzetten: 200x grenswaarde Blz 192

210 Persoonlijke beschermingsmiddelen
INDELING GASFILTERTYPEN Type Kleur Beschermt tegen: A Bruin organische dampen en oplosmiddelen B Grijs zure gassen, zoals Cl2, H2S en HCN. E Geel zwaveldioxide K Groen ammoniak Speciale filters CO Zwart koolstofmonoxide Hg Rood kwik(damp) NO Blauw nitreuze dampen Re Oranje reactorfilter, radioactief jodium Blz 192 / 193

211 Persoonlijke beschermingsmiddelen
GEHOORBESCHERMING Boven 80 dB(A) aanbevolen watjes pluggen oordoppen otoplastieken gehoorkappen Wettelijk Boven 85 dB(A) verplicht! Blz 196

212 Persoonlijke beschermingsmiddelen
SOORTEN LICHAAMSBESCHERMING: Hoofdbescherming; Bescherming voor handen en armen; Bescherming voor voeten; Bescherming voor het lichaam. Blz 198

213 Persoonlijke beschermingsmiddelen
OOGBESCHERMING Normale veiligheidsbril; Ruimzichtbril; Gelaatsscherm; Lasbrillen en laskappen. Blz 200

214 Persoonlijke beschermingsmiddelen
VOL-VCA - versie 4.4 Persoonlijke beschermingsmiddelen VALBEVEILIGING Gebruik altijd een individueel veiligheidsharnas (na valbelasting vernietigen); Eventueel met remchute of nonchute en vallijn (na valbelasting controle). Blz 202 6652_705

215 EXAMEN Voor het examen geldt: Lees vragen goed door.
Kies het meest juiste antwoord. Controleer of je alle vragen goed hebt beantwoord. 70 vragen waarvan er 21 fout mogen zijn. 105 minuten de tijd. Geen telefoon, smartphone, tablet o.i.d. meenemen in de examenruimte


Download ppt "VOL-VCA - versie 4.4 Veiligheid voor Operationeel Leidinggevenden"

Verwante presentaties


Ads door Google