De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Wat maakt een analfabeet een succesvolle taalleerder?

Verwante presentaties


Presentatie over: "Wat maakt een analfabeet een succesvolle taalleerder?"— Transcript van de presentatie:

1 Wat maakt een analfabeet een succesvolle taalleerder?
Ineke van de Craats en Jeanne Kurvers Radboud Universiteit Nijmegen & Universiteit Tilburg

2 Moeizaam proces Waarom gaat T2 leren vaak zo moeizaam bij analfabete volwassenen?

3 Hoe leer je een nieuwe taal?
Lesboeken, gesprekken in de klas Bandrecorder, cassettebanden, cd’s, dvd’s Talenpracticum, computer Woordenlijsten, woordenboek Buitenschoolse opdrachten

4 Schrift biedt ondersteuning
bij het onthouden van woorden, uitdrukkingen, zinnen. bij het opzoeken van betekenis (woordenboek), structuur en regels (grammatica). bij het oefenen: consolideren en controleren van geleerde kennis.

5 Schrift biedt ondersteuning
Schrift maakt veel meer taalinput mogelijk dan met alleen luisteren. Schrift maakt een nauwkeuriger analyse en opslag van een woord mogelijk. Schrift is een goede opstap om tot automatiseren van kennis te komen.

6 Wat eerst ? Een nieuwe taal leren zonder schrift
lijkt weinig efficiënt. Dus: eerst het schrift leren?

7 Taal leren zonder schrift
Veel mensen leerden en leren nog steeds een taal zonder tussenkomst van het schrift. In de middeleeuwen en daarvoor. In grote gebieden van Afrika en Zuid-Amerika.

8 Maar … met het schrift Laagopgeleide volwassenen hebben relatief weinig succes met NT2 leren. maar 40% haalt A2 (Inburgering 2005) 80% van NT2-leerders is laagopgeleid - A2 halen: erg moeilijk, B1 halen: nog moeilijker, Staatsexamen: komt dat voor? Analfabeten die A2 halen op alle niveaus van taalvaardigheid is zeer uitzonderlijk.

9 Waarom lukt het niet beter?
Doen wij iets fout? Leerde men vroeger (mondeling) de nieuwe taal wel op een hoog niveau? Is onze methodiek/didactiek fout? Onderwijzen wij niet teveel zoals we zelf leerden? Zijn de ‘teacher’s beliefs’ van onszelf mee ingebakken?

10 Teacher’s beliefs De docent: weet hoe zijn eigen taal in elkaar zit.
heeft op school metalinguïstisch leren denken en praten. heeft meer dan één taal geleerd. had ondersteuning in eigen taal. denkt dat onderdompelen goed is voor zijn leerling ……… maar een volwassene is geen taallerend kind meer. (T2 aanbod buiten de les is niet gestructureerd)

11 Analfabete NT2-leerder
Geen school gehad: Geen kennis van wat oefeningen zijn, wat instructie inhoudt. Geen metalinguïstisch bewustzijn. Geen kennis van taal en schrift. Geen kennis van wat een woord is, of het te schrijven is, wat de onderdelen van een woord zijn.

12 Wat is er aan te doen? Benaderen vanuit de langzame of stagnerende leerder Benaderen vanuit de succesvolle leerder

13 Wat maakt een analfabete leerder succesvol?
Is het een goed werkgeheugen? Of ook iets anders? Taalcontact Motivatie Verblijfsduur Leeftijd Ondersteuning thuis

14 Werkgeheugen Werkgeheugen speelt een belangrijke rol bij het leren van nieuwe woorden. Tijdelijke opslagplaats voor visuele en auditieve input. Werkgeheugen heeft een beperkte ruimte. Opslag van auditieve input belangrijk voor leerders die zwakke of geen lezers zijn.

15 Fonologisch geheugen is de opslagplaats van auditieve informatie (hulpsysteem van het werkgeheugen). Daarin wordt een fonologische representatie opgebouwd die van belang is voor: het leren van nieuwe woorden in T1 (Gathercole & Baddeley 1989; Baddeley 2003), het leren van nieuwe woorden in T2 (Service 1992; Miyake & Friedman 1998), verwerking van zinnen (Daneman & Carpenter 1980) schriftverwerving (Bradley & Bryant; 1999 Goswami 2000).

16 Fonologisch geheugen Bestaat uit: een opslagcomponent
repeteermechanisme. - geheugensporen die niet binnen 2 sec geactiveerd worden, verdwijnen. individuele variatie in hoeveel elementen in het opslagsysteem vastgehouden kunnen worden: 5 plus of min 2.

17 Meten van werkgeheugencapaciteit
Twee manieren: Testen fonologisch korte-termijn geheugen (PSM) met cijfer reeksen (digit span), woordreeksen en nonsens-woordenreeksen. Lees- of luisterspan tests (RSM) meet tegelijk de opslag- en verwerkingscapaciteit.

18 NRT: Nonsens-woorden Repetitie Taak
NRT correleert met de woordenschatscore van 4-jarigen en met de groei in woordenschat tussen 4 en 5 jaar (Gathercole & Baddeley 1989) NRT van Engelse nonsenswoorden voorspelde de resultaten voor het leren van Engels door Finse kinderen (Service 1992) En volwassenen?

19 Nonsens-woorden Onderzoek van Petersson, Reis et al. (2000) bij laagopgeleide lezers en niet-lezers in Portugal. Lezers en niet-lezers even goed bij echte woorden herhalen (woordspan). Analfabeten veel slechter bij nonsens-woorden. Bij analfabeten worden andere hersengebieden geactiveerd bij het herhalen van nonsens-woorden.

20 Proefpersonen Volwassen ANT2-leerders
die niet konden lezen en schrijven toen ze in Nederland kwamen in geen enkele taal. en die A2 of A1 gehaald hebben. A2: 9 A1: 11 A0: 37 Leeftijd: jaar Kinderen (NT2) van groep 1-7: 116

21 Taken Cijferreeks: (digit span: WISC-R, voortwaarts)
Nonsens-woorden repetitie taak (Gerrits) - foneemscore (hoeveel fonemen goed) - span score (hoeveel woorden) Woordenschat taak (TAK) Woordenleestaak (fluency taak DMT)

22 Correlaties De twee geheugentaken correleerden significant met elkaar.
De twee NRT spanmaten correleerden nog hoger bij volwassenen dan bij de kinderen.

23 Groepscores WM en Woordenschat
Scores voor kinderen en volwassenen Groep N Gemideld SD t Cijfer span Kinderen Volwassen 116 58 4,29 3,66 1,5 1,3 2.71** NRT foneemscore 57 85,07 83,35 13,1 9,4 0.88 NRT span 11,90 10,95 5,0 4.8 1.18 Woorden- schat 2394,11 3552,28 1149,27 6.83** Some research refers to the fact that working memory deterioriates slightly when people become older (with different outcomes). According to Zimmerman & Woo-Sam (1973) the digit span score of the Wais (Wechsler adult Intelligence Scale) shows gradually lower scores after the age of 35. On average, the children can repeat between 4 and 5 digits, adults between 3 and 4 digits. All working memory scores are higher for the children than for the adults, but only significant for the digit span scores, but not for the two nrt-scores. (Probably because children are daily working with the Dutch digits, illiterate adults not). The vocabulary size of the children (mean age 7.6) is significantly higher than the size of the adults in the sample.

24 WM – omvang woordenschat
Pearson (2-tailed) correlaties voor woordenschat (kinderen en volwassenen) N Kinderen Volwassenen cijfer span 116 .570** 57 .085 NRT foneem score .349** .041 NRT span score .363** .195 As for the children, all working memory correlations with vocabulary are significant, again digit span offering the highest correlation. We do not know why. For the adults no significant correlations at all. ** = significant p< . 01

25 Groepscores WM (volwassenen)
Taak Niveau N Gemid. SD cijferspanne Alfa niveau A Alfa niveau B Alfa niveau C/ A1 Niveau A2 25 13 11 9 3.36 3.23 4.27 4.33 1.11 1.30 1.79 1.22 NRT Foneem score 79.25 83.76 86.03 90.91 1.85 2.97 2.03 1.88 NRT span score 8.24 10.67 13.09 16.22 .760 1.01 1.49 1.21 Het verschil tussen de vier niveaugroepen is significant (F=2.21, p=0.03) Alle geheugenmaten stijgen met het niveau van geletterdheid, wat opmerkelijk is en waarover gediscussieerd moet worden. De cursisten binnen een groep hebben een alfa-niveau gemeen maar verschillen verder veel. De gemiddelde leeftijd van de groepen verschilt bijvoorbeeld van 43 in niveau A, 35, 36, and 32). Verschil tussen de 4 niveaugroepen is significant (F=2.21, p<.03)

26 Matchen van paren Leerders uit de laagste groep (alfa A en B) werden gematcht met leerders uit de hoogste groep (C/A1 en A2) op basis van de kenmerken: Aantal maanden les, Leeftijd Verblijfsduur in Nederland Kinderen Moedertaal overeenkomst

27 Er konden 12 paren worden gevormd

28 Groepscores (achtergrond, woordenschat en lezen)
Scores voor gematchte paren groep N Gemid. sd T Maande NT2 Laag Hoog 12 3.08 3.25 1.16 1,05 -.367 Leeftijd 36.08 33.75 12.05 10.57 .505 Woordenschat 30.58 47.33 14.69 16.47 -2.628** Lezen 17.80 32.92 12.09 12.48 -2.86** 12 gematchte paren verschillen significant op woordenschatomvang en technisch lezen en niet op aantal maanden les en leeftijd.

29 Group scores (gematchte paren N=12 voor elke groep)
Gemidd. SD T D Cijferspan Laag Hoog 4,08 4,67 1,17 1,72 -.97 0.40 Foneem score 86,06 89,53 3,94 6,74 -1.54 0.63 NRT span 11,00 14,83 5,0 5.49 -2.06* 0.73 Woordenschat DMT leestaak NT2-niveau 30.58 47.33 17.80 32.92 1.50 3.42 14.69 16.48 12.09 12.49 .52 -2.63* -2.89** -9.05** 1.07 1.23 D= Cohen’s D, a measure for effect size has been computed 0.40 (digit span) =medium effect size, all other effect sizes are large * = p < .05 ** = p < .01

30 Werkgeheugen en woordenschat
Pearson (2-zijdig) correlaties voor woordenschat (gematchte paren) N Omvang woordenschat Cijferspanne 24 -.097 NRT foneemscore - .073 NRT spanscore .155 Geen correlatie tussen geheugentaken en woordenschat

31 Werkgeheugen en woordleestaak
Pearson (2-zijdig) correlatie voor woordleestaak (gematchte paren) N Woordleestaak Cijferspanne 22 .115 NRT foneemscore .427* NRT spanscore .478* A correlation at .05 level was found between the two NRTmeasures (phoneme score and the span score) and the results on the reading task. * = p < .05

32 Achtergrondvariabelen
Pearson (2-zijdige) correlaties voor 3 achtergrond variabelen (gematchte paren) Woordenschat Lezen Leestijd in maanden .436* .150 Leeftijd .070 -.295 Verblijfsduur .268 -.069 A correlation at .05 level was only found between months of L2 lessons and vocabulary size, but not for reading skills. The other backgrounds variables. Vocabulary here is the score on the test, not the estimated size * = p < .05

33 Conclusies De gematchte groepen A/B en C/A2 verschillen significant op : - NRT spanscore, - grootte woordenschat, - technisch lezen (woorden), - NT2 niveau (uitgangspunt). Geen significante verschillen op - cijferspanne en foneemscore. Correlaties tussen: - foneemscore en lezen (p <.05) - nonsens-woordenspan en lezen (p <.05) - duur NT2-lessen en woordenschat (p <.05)

34 Discussie De richting van het oorzakelijk verband is niet duidelijk:
Wat eerst: de grotere woordenspan vóór het leren lezen of is de grotere woordspan een gevolg van het leren lezen?

35 De 3 beste leerders Geordend naar grootte woordenschat Code cursist Woorden-schatscore Lees score Cijfer span NRTfoneem score NRT NT2 niveau #59 77 43 5 95 21 A2 #56 71 40 4 89 16 #60 68 32 2 8 A1 Geordend naar lees score The third one (#60) has very low scores on the WM test, but know that she is Vietnamese and 60 year old. The phonological part of the language learning task is extremely hard for her; and her 60 years may explain her low score on the digit span test. Highest score for digit span is: 8 #51 55 53 7 94 19 A2 #53 49 47 4 89 16 #55 35 46 3 95

36 Wie zijn het? Men zou verwachten dat de beste leerders: jong zijn,
veel taalcontact hebben, gemotiveerd zijn, steun van thuis hebben, intensieve cursussen volgen, in gunstige omstandigheden leven (SES) maar ……

37 Wie zijn het? No. 1: beste score voor woordenschat
Marokkaans – 44 jaar – vrouw – verblijf: 20 jaar – 5e jaar NT2 –gescheiden; kinderen - spreekt Nederlands thuis – veel NT2 contact – geen steun – hoge motivatie – SES ongunstig. No. 2 Afghanistan – 29 jaar – vrouw – verblijf: 8 jaar – 4e jaar NT2 - Afgh. partner – minder T2 contact –ondersteuning thuis– SES gunstig No.3 Vietnamese – 60jaar –vrouw – verblijf 23 jaar – 1 jaar NT2 –Nederl. partner – spreekt Nederl. thuis – SES gunstig.

38 Wie zijn het? No. 1: beste score voor lezen
Somali – 23 jaar – vrouw – verblijf: 5 jaar –3 jaar NT2 – Somali partner – veel T2 contact – zeer gemotieveerd – veel steun – SES gunstig No. 2 Morokkaans – 28 jaar – vrouw – verblijf: 8 jaar – 4 jaar NT2 – gescheiden, kinderen – Nederlands thuis met kinderen – veel T2 contact – zeer gemotiveerd – geen steun – SES ongunstig No.3 Afghanistan – 28 jaar – man – verblijf: 6 jaar – 2 jaar NT2 – geen partner – geen Nederlands thuis – veel T2 contact – erg gemotiveerd – geen steun – SES erg gunstig

39 Wat schijnt te tellen? Leeftijd? Niet overtuigend
Verblijfsduur? Niet overtuigend Taalcontact? Ja, maar ook bewijs tegen Jaren NT2-les? Ja, maar …

40 Conclusies De best resultaten voor lezen worden gevonden bij leerders tussen jaar oud. De drie beste lezers hadden niet een opvallend grote woordenschat. Leerders met de grootste woordenschat verschilden veel sterker in leeftijd. De leerders met de laagste scores zijn meestal oudere leerders. De best leerders hadden hogere NRT scores.

41 van de universiteit van Tilburg en van Nijmegen
Met dank aan Eefje Cadee Noortje Grijsbach Jeske Paalvast Noortje Schilders van de universiteit van Tilburg en van Nijmegen die de toetsen afnamen en hun masterscriptie over dit ondeewerp geschreven hebben.


Download ppt "Wat maakt een analfabeet een succesvolle taalleerder?"

Verwante presentaties


Ads door Google