Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
Grammar Chapter 1-G3 Vragen
2
Vragen met To Be Je maakt een vraag met to be (am, are is, was, were) door deze vormen vooraan in de zin te zetten. You are a football fan – Are you a football fan? They were lonely – Were they lonely? She is a carpenter – Is she a carpenter?
3
Vragen met have (got), can, could, will, would, must
De bovenstaande woorden komen uit het rijtje van de hulpwerkwoorden. De volledige rij van de hulpww moet je uit je hoofd weten. Het zijn: Can/could Will/would Shall/should May, must, might To be (am, are, is, was, were) To do (do, does, did) To have (have, has, had) Need (=nodig hebben), ought to (=zou moeten), dare (durven)
4
Vragen zonder hulpwerkwoord
Als er geen hulpww in de zin staat, kun je niet zomaar het ww uit de zin vooraan zetten. Bijv ‘He swims every day’ – Swims he every day? Dit is fout!! Hoe moet je nu te werk gaan? Je onderstreept het eerste ww dat je tegenkomt (=swims) Je vraagt: is dit een hulpww? (zie rijtje hulpww!) Conclusie: swim is geen hulpww, dus die kun je niet zomaar vooraan zetten. Wat nu? Je gebruikt het hulpww ‘to do’ (do, does = ott en did = ovt). Welke vorm je kiest van ‘to do’ hangt dus af van de tijd en van het onderwerp (meestal perso(o)n(en).
5
Vragen zonder hulpwerkwoord
Dus: ‘swims’ is de ott, dus kun je kiezen uit do of does. Het onderwerp is he, dus moet ik hier does gebruiken. Does zet je vooraan in de zin, en je haalt de ‘s’ bij swims, weg. (does heeft een ‘s’, dus die heb je bij het andere ww niet meer nodig!) De vraag is dus: Does he swim every day? Pas je dit schema toe op de volgende zinnen, krijg je het volgende: Missionaries help people – Do missionaries help people? A teacher teaches children – Does a teacher teach children? Pupils study a lot – Do pupils study a lot? A pregnant woman carries a baby – Does a pregnant woman carry a baby?
6
Vragen zonder hulpwerkwoord
Nog even het schema op een rij: Onderstreep het eerste ww dat je tegen komt. Is dat een hulpww? Zo ja, zet dat hulpww vooraan in de zin en een vraagteken aan het eind. Zo nee, bepaal je de tijd waarin het hulpww staat (het herkennen van wwtijden is dus heel belangrijk!) Is het ott, en het onderwerp geen he, she of it, dan zet je do vooraan in de zin. Is het ott, en het onderwerp is he, she of it, zet je does vooraan in de zin en haal je de ‘s’ of ‘es’ of ‘ies’ (wordt weer een ‘y’!) weg.
7
Vragen zonder hulpwerkwoord
Nu nog even een vraag maken in de ovt! Het schema ziet er dan als volgt uit: Onderstreep het eerste ww dat je tegenkomt. Is dit geen hulpww dan zet je did (=ovt van ‘to do’) vooraan in de zin. Het onderstreepte ww staat dan nog in de ovt, maar moet teruggeplaatst worden in de ott! Did staat al in de verleden tijd, dus het andere ww moet terug naar de tegenwoordige tijd. Dus: My parents understood me – Did my parents understand me? The clock struck twelve – Did the clock strike twelve? My friends needed me – Did my friends need me? Let wel: bij he, she, it, komt nu geen ‘s’ meer!!!
8
Opdrachten Zoek in een Engelse tekst drie zinnen in de ott met telkens een ander onderwerp in de zin. Onderstreep/markeer deze zinnen. Maak deze zinnen vragend volgens het schema dat je hebt gelezen. Schrijf dit schema helemaal uit zoals in een van de vorige dia’s is gedaan. Zoek in een Engelse tekst ook drie zinnen in de ovt met telkens een ander onderwerp in de zin. Maak ook deze zinnen vragend met behulp van het schema. Ook nu het schema helemaal uitschrijven. Bewaar de Engelse tekst(en) met markeringen en je uitgeschreven schema’s in je portfolio. Maak opdracht G3 op blz 23 van je WB.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.