De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Gekwetste jongeren: do’s and don’ts Congres Uit De Marge “Jeugdwelzijnswerk uitgedaagd!” Antwerpen, 20 november 2012 Chris Serroyen Studiedienst ACV.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Gekwetste jongeren: do’s and don’ts Congres Uit De Marge “Jeugdwelzijnswerk uitgedaagd!” Antwerpen, 20 november 2012 Chris Serroyen Studiedienst ACV."— Transcript van de presentatie:

1 Gekwetste jongeren: do’s and don’ts Congres Uit De Marge “Jeugdwelzijnswerk uitgedaagd!” Antwerpen, 20 november 2012 Chris Serroyen Studiedienst ACV

2 Outline (Slechts) enkele centrale vaststellingen Vooral: wat te doen?  evenwicht in vraaggericht- en aanbodgericht beleid  evenwicht in rechten en plichten  zeven don’ts  tien do’s

3 Centrale vaststellingen:  relatief hoge jeugdwerkloosheid (structureel)  sterk geconcentreerd bij kortgeschoolden én allochtone jongeren  versterkt door crisis Vooral kortgeschoolde jongeren hebben het moeilijk aansluiting te vinden bij op arbeidsmarkt en door crisis almaar moeilijker Verder versterkt door het beleid van langer werken op een statische arbeidsmarkt !

4 Uitstroom kortgeschoolden (max. 1 ste graad secundair) Aantal schoolverlaters1.62576.603 Aantal inschrijvingen VDAB 1.40264.522 % t.o.v. aantal schoolverlaters 86,3 %84,2 % Aantal nog werkzoekend na 1 jaar 60911.182 % t.o.v. aantal schoolverlaters 37,5 %14,6 % Dynamiek Aantal zonder werkervaring 1612.942 % t.o.v. aantal schoolverlaters 9,9 %3,8 %

5 Uitstroom kortgeschoolden (max. 2 de graad beroeps) Aantal schoolverlaters4.18576.603 Aantal inschrijvingen VDAB 3.89164.522 % t.o.v. aantal schoolverlaters 93,0 %84,2 % Aantal nog werkzoekend na 1 jaar 1.52811.182 % t.o.v. aantal schoolverlaters 36,5 %14,6 % Dynamiek Aantal zonder werkervaring 3852.942 % t.o.v. aantal schoolverlaters 9,2 %3,8 %

6 Onderbelichte categorie: BuSo- schoolverlaters:  38.9% 1 jaar nog op zoek naar eerste job  na alternerende beroepsopleiding (ABO): 30.0%

7 Met andere woorden:  niet enkel remediëren, maar ook voorkomen  niet enkel gericht op vinden van werk, maar ook op werkbehoud  niet enkel gericht op toeleiding, maar ook op opleiding: competentieversterking versus “work first”-benadering

8 En daarbij evenmin in val trappen van aanbodgericht beleid alleen:  meer werkgelegenheid  meer werkgelegenheidskansen voor jongeren, inz. ook allochtone jongeren  werkzekere jobs  competentieversterkende jobs  (opbouw) sociale rechten in precaire jobs

9 Evenwicht tussen vraag- en aanbodgerichtheid vergt ook in balans brengen van rechten en plichten. Is:  verhaal van kansen geven  en vervolgens (in die volgorde) van jongeren verwachten dat ze kansen grijpen  plus het hen mogelijk maken dat ze die kansen grijpen  en dit rekening houdend met hun kwetsuren en hun kwetsbaarheid, hun weerbaarheid en hun veerkracht

10 Wat daarom vooral niet? Zeven don’ts 1.Beleid dat verantwoordelijkheid alleen bij jongere legt, cf.  kwalificatieplicht voor jongeren, maar niet voor onderwijs/samenleving  verarming werkloze jongeren:  verlenging beroepsinschakelingstijd: van 9 naar 12 maand  beperking uitkeringen in duur: max. 3 jaar (behoudens 33% arbeidsongeschikt of MMPP)  de verpaupering van de langdurig werklozen 2.Doorgeschoten “quid pro quo”-beleid (voor wat hoort wat)

11 Remember Prof. Bea Cantillon:  Een welvaartsstaat die te sterk inzet op “investering” en “responsabilisering” en het soort maatregelen dat zij impliceren, dreigt een hardere aanschijn te krijgen, in het bijzonder voor de meest kwetsbaren.  Wil sociaal beleid dat is ingegeven door de sociale investeringsgedachte geen nieuwe vormen van sociale uitsluiting creëren, dan moet de notie van individuele verantwoordelijkheid en het beleid waarvoor het de basis vormt (de sturingsmechanismen inbegrepen), met een voldoende dosis mededogen worden ingevuld.  Levensomstandigheden, sociale achtergrondkenmerken en levensloopgebeurtenissen kunnen het voor een individu in de feiten en de opvattingen immers moeilijk maken om zich “verantwoordelijk” te gedragen en op de gewenste manier met de maatschappelijke kansen die hen worden geboden om te gaan. http://www.centrumvoorsociaalbeleid.be/sites/default/files/D %202012%206104%2003_oktober%202012.pdf

12 3.Beleid dat responsabiliseert, maar tegelijk abdiceert wanneer het aankomt op het creëren van kansen:  werklozenbeleid zonder werkgelegenheidsbeleid  sanering ten koste van arbeidsmarktbeleid  activering van werklozen zonder activering van werkgevers  beleid van langer werken, met jongeren in dode hoek

13 4.Confectiewerk (op het bed van Procrustes) 5.Work first-beleid (eerst een baan, de rest komt spontaan) 6.Geen opsluiting van jongeren in “werken- voor-je-uitkering”-programma’s. 7.Maar evenmin beleid dat “vies” is van die vermaledijde arbeidsmarkt: meest kwetsbare jongeren niet als proeftuin zien voor de eigen utopieën over – naargelang – het onvoorwaardelijke basisinkomen/de bevrijding van de (heteronome) arbeid/de ontketening van het kapitalisme/ontgroeiing

14 Vergelijk: formateursnota stad Antwerpen “Uitkeringsgerechtigden die beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt worden geacht om alle kansen te grijpen die de toegang tot de reguliere arbeidsmarkt kunnen bevorderen”. “Leefloners en art. 60-ers worden door het OCMW steeds actief naar werk geleid. Een leefloon mag geen hangmat zijn, maar wel een tijdelijke opvang voor wie het echt nodig heeft. In ruil voor dat leefloon vragen we aan de ontvangers om inspanningen te leveren om een job te vinden”

15 “Met studenten die genieten van een leefloon worden afspraken gemaakt over het volgen van lessen en te behalen resultaten. Ze worden ook verplicht om een studentenjob aan te nemen tijdens het weekend of in de vakantie” “De stad is vragende partij om langdurig werklozen te kunnen verplichten om hun specifieke kwaliteiten ter beschikking te stellen van de stadsdiensten, de gemeenschap of de sociale economie”

16 Wie de kans krijgt om in sociale tewerkstellings- projecten praktische ervaring op te doen, heeft de plicht om zich hier ten volle voor in te zetten. Wie moedwillig te laat komt, voor problemen zorgt, opdrachten weigert, opleidingen verwaarloost, zal daarvan de gevolgen voelen. Actief opsporen en aanpakken van armoede en sociale ellende is belangrijk. Voorkomen is immers beter dan genezen. Gerichte bezoeken kunnen een middel zijn om fraude en wantoestanden te achterhalen. Deze informatie moet op een wettelijke manier benut kunnen worden in het correct inzetten van middelen en het straffen van fraudeurs”

17 Remember: “Een uitkeringstrekker dreigt anders almaar minder gezien te worden als een slachtoffer of een legitieme gebruiker van sociale zekerheidsgelden, maar eerder als iemand die misbruik maakt van het systeem” (Prof. Bea Cantillon)

18 Wat wel? Tien do’s 1.Strijd tegen jeugdwerkloosheid, in het bijzonder van kortgeschoolden en allochtonen, als eerste prioriteit worden. 2.Geloofwaardig beleid ter bestrijding van ongekwalificeerde uitstroom, in samenwerking met het jeugdwerk, (cf. Time Out-projecten).

19 Wat wel? Tien do’s 3.Geloofwaardig werkgelegenheids- beleid, inz. naar jongeren : naar federale en Vlaamse vertaling van concept van “youth guarantee”, inz. voor NEET- jongeren Eurofound (2012): economische kost NEET- doelgroep (België) : 5.212.677.869 euro = 1.42% BBP (en dit nog los van de maatschappelijke kost) http://www.eurofound.europa.eu/pubdocs/2012/54/en/1 /EF1254EN.pdf

20 Wat wel? Tien do’s 4.Bijsturing uitsluitingsbeleid: a. geen beperking in duur van inschakelingsuitkering (vanaf 2015) zonder werkgarantie b. leefbare minima (cf. budgetstandaarden) c. geen plichten zonder rechten, ook als werkzoekende (uitvoering en verruiming Handvest van de Werkzoekende + aanpassing cao nr. 38)

21 Wat wel? Tien do’s 5.Voor werklozen van diverse origine (allochtonen dus) moeten aantal taboes overboord: a. anoniem solliciteren b. “slimme” quota’s

22 Wat wel? Tien do’s 6.Uitdieping activeringsbeleid:  aangepaste trajecten voor:  geprecariseerde jongeren  arbeidsgehandicapten (inz. BUSO)  personen ver verwijderd van de arbeidsmarkt (W²-trajecten = Werk én Welzijn)  personen in armoede (WAW-model Aalst? = Werk, Armoede én Welzijn)

23 Wat wel? Tien do’s 6.Uitdieping activeringsbeleid:  vervroegde aanpak meest kwetsbaren  uitbouw kwalificerende trajecten (competentiesprong)  sprong voorwaarts voor het alternerend leren: ook voor werkloze jongeren  geïntegreerd beleid naar RVA- werklozen en OCMW-werklozen

24 Wat wel? Tien do’s 7.Rem op precarisering: a. beperking tot specifieke motieven b. beperking extreme flexibiliteit (inz. dagcontracten) c. doorstroom naar vaste contracten: van voorlichting naar voorrang d. doorstroom naar contracten met meer uren en voltijdse contracten e. patronale loonkostsubsidies koppelen aan kwaliteit/precariteit contracten

25 Wat wel? Tien do’s 8.Verbetering rechten precaire werknemers a. meetellen van anciënniteit b. snellere toegang tot werkloosheidsuitkeringen c. waarom niet meer in plaats van minder loon?

26 Wat wel? Tien do’s 9.Opleidingsrechten voor kortgeschoolde werknemers: a. van globale opleidingsverplichtingen naar individuele opleidingsrechten b. BEV bis (meer uren betaald educatief verlof) voor werknemers die voor eerste diploma secundair of hoger onderwijs gaan c. volwaardige studiebeurzen voor volwassenenonderwijs d. erkenning verworven competenties in niet- schoolse trajecten

27 Wat wel? Tien do’s 10. Stop de verkokering:  arbeidsmarktbeleid als homogeen bevoegdheidspakket, maar intern gefragmenteerd?  recht doen én appel doen aan het jeugdwelzijnswerk  inzet Europese middelen (ESF) mede in functie van deze prioriteiten  Vlaams en federaal beleid: van tegenwerking naar samenwerking


Download ppt "Gekwetste jongeren: do’s and don’ts Congres Uit De Marge “Jeugdwelzijnswerk uitgedaagd!” Antwerpen, 20 november 2012 Chris Serroyen Studiedienst ACV."

Verwante presentaties


Ads door Google