Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdAugusta Meyer Laatst gewijzigd meer dan 9 jaar geleden
1
De reis van Gilgamesj Over dood en eschatologische verbeelding
2
COLLEGE 1
3
Eschatologische verbeelding
Eschatos = ‘het laatste’ of ‘het einde’ Eschatologisch = betrekking hebbend op het einde der dingen (collectief) of op dat wat er plaatsvindt na onze dood (individueel)
4
SUMER en AKKAD
5
Veroveringen van Sargon I (± 2300 v. Chr.)
6
ACHT THEORIEËN OVER MYTHEN
1. naturalistische theorie 2. aetiologische theorie 3. functionalistische theorie (A) 4. functionalistische theorie (B) 5. ritualistische theorie 6. (diepte)psychologische theorie 7. structuralistische theorie 8. ideologische theorie 9.’postmoderne’ theorie
7
Sumerische KOSMOGONIE
An (hemel) ↕ = Enlil (luchtgod) Ki (aarde) ↑ Nammu (Namma) / Hur-sag-an-ki (oeroceaan)
8
Sumerische kosmogonie
Enlil ↕ = Nannar (maangod) Ninlil
9
Sumerische kosmogonie
Nannar ↕ = Utu (zonnegod) Ningal (maangodin)
10
ENKI
11
ENUMA ELISJ Apsu ↕ = Lahmu Tiamat ↕ = Ansjar Lahamu ↕ = Anu Kisjar ↓
Ea(Enki) (schepper v/d mens) ↨ = Marduk Damkina
12
STRIJD TUSSEN TIAMAT EN MARDUK
13
Metafysica van de kosmogonie
eenheid → dualiteit → periodieke vereniging → pluraliteit Concreet: vormloze chaos (Nammu, Tiamat, tohu bowu ♀) → scheiding hemel en aarde → goden, planten, dieren, mensen
14
Egyptische kosmogonie
+ Heliopolis + Hermopolis + Memphis + Thebe
15
Heliopolis Atum-Ra (zonnegod) = Sju (luchtgod) ↕ ↑ Tefnut
(godin v/h vocht) = Nut (hemelgodin) Nun (oerwater) ↕ Geb (god v/d aarde)
16
ATUM-RA
17
Schepping oerheuvel of ei → Atum (zonnegod)
Hermopolis Thoth (Hermes) schept de 8 oergoden: Nu - Nannet Heh - Haunet Kek - Kauket Amon – Amanet Schepping oerheuvel of ei → Atum (zonnegod)
18
THOTH
19
Memphis +Ptah schept door middel van het woord en zijn gedachten
+Deze kosmogonie is abstract en filosofisch
20
PTAH
21
Thebe +Amon-Ra wordt geboren uit een oerei en zet de oermaterie in beweging. +Uit deze oermaterie ontstaan de 9 goden uit de Heliopolitaanse theogonie
22
AMON-RA
23
STELLING De oergodin wordt verdrongen omdat de man zijn aandeel in de voortplanting ontdekt.
24
Dit wordt weerspiegeld in de kosmogonie waar Bijv:
Een god de rol van de oergodin overneemt (bijv.de oer-oceaan Nun) Het zelfscheppend vermogen wordt verlegd naar het eerste godenpaar (An-Ki, Atum-Ra, Amon-Ra) De goden scheppend werk verrichten door masturbatie (Atum-Ra), het woord (Ptah) of het offeren van hun lichaam
25
MANNELIJKE PARTHENOGENESE IN ANDERE MYTHOLOGIEËN
Noorse mythologie (Edda): uit Ymir ontstaan hemel en aarde Taoisme: uit Pan Gui ontstaan alle dingen Hesiodus: uit Chaos ontstaan hemel en aarde Apollodorus: Uranus schept de hele kosmos
26
COLLEGE 2
27
Inanna daalt af naar de onderwereld
(Dumuzi in de onderwereld) Kur-ni-gia = land waaruit niemand terugkeert
28
INANNA
29
INANNA
30
SUMERISCHE ONDERWERELD
Schimmig oord waar de geesten (gidim) doelloos rondlopen. Bestaat uit 7 sferen van elkaar gescheiden door poorten. Ethisch neutraal
31
EGYPTISCH HIERNAMAALS
3 scenario’s: Doden gaan naar de circumpolaire sterren Doden worden een met Osirus Doden worden een met Ra (deze visie krijgt later de overhand)
32
OSIRUS
33
KENMERK V/D EGYPTISCHE ESCHATOLOGIE
Dynamisch: doden worden opgenomen in een cyclus/cycli: + astraal, + vegetatief, + solair.
34
RA op zijn zonneschip
35
REFLECTIES over DE DOOD
De dood en onsterfelijkheid / zingeving (Gilgamesj, Eliade) De dood als ongeluk (jagers culturen) De dood en het kwaad (Canetti) Getemde en ongetemde dood (Ariès) De dood en de taal (Lacan) Oer-ervaring van de dood
36
m. Dumas, waiting for meaning
37
College 3
39
Conclusie Het paleolithicum en de 2de fase van het neolithicum vertonen veel overeenkomsten De opvatting van Ariès dat vanaf de dageraad der mensheid tot de late middeleeuwen de dood ‘getemd’ zou zijn is onjuist. De dood is alleen ‘getemd’ geweest tijdens de 1ste fase van het neolithicum
40
Oog-idolen
41
Twee vormen van oer-angst
+Agorische angst: angst voor de grote leegte of het niets +Claustrofobische angst: angst voor het teveel zonder innerlijke samenhang of betekenis
42
Agorische angst (G. De chirico, Het raadsel van de tijd)
43
Bezwering van de oer-angst door naamgeving
numen → nomen → nomenclature ↓ theo-/mythologie
44
Stelling 1 Opvattingen over dood en hiernamaals hebben te maken met antropologische en theologische ideeën, als antwoord op de oer-angst maar ook met visies op: (1) voortplanting, seksualiteit (2) de verhouding der seksen
45
Stelling 2 Hierbij spelen een allesbepalende rol:
¤ De verwondering over de vrouwelijke auto-creativiteit waarbij dus het aandeel van de man in de voortplanting nog niet werd onderkend (paleolithicum) ¤ De ontdekking van het mannelijke aandeel in de voortplanting (vanaf het neolithicum)
46
Vruchtbaarheids beeldjes (v.a. 30 000 v. Chr)
47
Vruchtbaarheids beeldjes
48
Vruchtbaarheids beeldjes
49
Vruchtbaarheids beeldjes
50
Anton heyboer
51
Steeds groter Mannelijk aandeel voortplanting/ kosmogonie
Stervende en herrijzende goden (Dumuzi, Tammuz, Telipinu, Attis, Adonis, Dionysus) Heilig huwelijk (hieros gamos) Mannelijke goden zetten de kosmogonie in werking, alleen of met de hulp van een passieve godin
52
Van SCHEPPINGSwellust naar esthetica en erotisering
53
Gevolgen voor de man Onderlinge strijd en rivaliteit om de gunsten van de vrouw Wederrechtelijke toeëigening van de vrouwelijke autocreativiteit (verkrachting) Ressentiment Bezorgdheid om eigen viriliteit
54
RESSENTIMENT Ressentiment is een reactieve neiging: een emotioneel antwoord op iets dat zich heeft afgespeeld over een langere tijd. De ressentiment-persoon zoekt de oorzaak van zijn onmacht niet in zichzelf maar wijst een schuldige buiten zichzelf aan. Dit uit zich in afgunst en wraakgevoelens
55
Dumuzi/tammuz
56
Mythische boom
57
baal
58
College 4
59
Twee soorten seksualiteit
paleoseksualiteit: seksualiteit die gebaseerd is op de erkenning van de auto-creativiteit of parthenogenese van de vrouw. neoseksualiteit: seksualiteit die gebaseerd is op de erkenning van het mannelijk aandeel in de voortplanting.
60
Gevolgen v/d neoseksuele revolutie
+Ressentiment +Ambivalentie (tussen dominantie en afhankelijkheid) +Dialectiek van leven en dood wordt dichotomie +Nieuwe eschatologische opvattingen (onderwereld-eschatologie) +De (onder)aarde wordt gediskwalificeerd
61
Oplossing ambivalentie bij de man: de vrouw wordt getransformeerd tot:
moeder/heilige: dit is de aseksuele transformatie van de verering voor de eeuwige vruchtbaarheid van moeder aarde hoer: de seksuele transformatie van moeder aarde. In beide gevallen wordt de seksualiteit gedomesticeerd door de man. In het eerste geval door regulatie binnen het gezin. In het tweede geval door de vrouw te marginaliseren en buiten gezin en gemeenschap te plaatsen. Zo wordt voortbrenging gekoppeld aan de man en de seksualiteit onschadelijk gemaakt.
62
Genealogie van de verkrachting
63
Attis/zeus/apollo/ osiris
64
Omgekeerde boom(arbor inversa)
65
Twee theogonieën Uranus X Gaea Alalu[1] ↓ ↓ 6 zonen + 6 dochters Anu
↓ ↓ 6 zonen + 6 dochters Anu Cronus X Rhea Kumarbi ↓ ↓ Zeus Tesjub [1] Theogonie volgens de Hurritische en Hittitische mythologie. De Hurrieten en Hittieten waren aan elkaar verwante volkeren die leefden in Noord-Iran, Syrië en boven-Mesopotamië (2000 v. Chr).
66
Wat opvalt: Er is een voortdurende onderlinge strijd en rivaliteit tussen de goden (zie eerder) De seksuele wreedheid van een mannelijke god (Uranus) tegenover zijn echtgenote Overwonnen goden worden verbannen naar een verschrikkelijke onderwereld Er is sprake van ontmanning (Cronus) en/of parthenogenetische voortbrenging door een mannelijke god (Kumarbi).
67
verklaring: De houding van de man tegenover zijn net verworven aandeel in de voortplanting is nog ambivalent want hij wordt heen en weer geslingerd tussen onzekerheid en megalomanie. Want: +Aan de ene kant wil hij de plaats van oergodin innemen door imitatie van haar veronderstelde autocreativiteit ( zwangerschap van Kumarbi, Cronus die zijn kinderen weer in zich terugneemt). +Aan de andere kant wordt de locus van de oergodin, de onderwereld, afgeschilderd als een onheilsplek waar de overwonnen goden worden verbannen.
68
‘DOEL’ van de theogonie:
+Imitatie van de oergodin overwinnen en de mannelijke goden een eigen plaats/functie verschaffen in de hemelse wereld. (Vandaar dat de Olympische god Zeus en Tesjub de uiteindelijke hemelse overwinnaars zijn) +Acceptatie van het vrouwelijk aandeel in de voortplanting door regulering en onderwerping zodat de eigenwaarde/suprematie van de goden niet wordt ondermijnd
69
zelfbewustzijn Met zelfbewustzijn bedoelen we dat alle
ervaringen (waarnemingen, herinneringen, gedrag) verbonden kunnen worden met en betrekking hebben op een autonoom, onvervreemdbaar en aan zichzelf gelijk blijvend subject/ ik of zelf Dit zelf wordt beschouwd als de auteur/ voltrekker van al onze ervaringen(ik neem waar, ik herinner mij, ik pak een pen).
70
Twee vormen van zelfbewustzijn
Impliciet/ niet-thetisch bewustzijn Expliciet/ thetisch bewustzijn
71
Vier bewustzijns theorieën
Sartre 1: zelfbewustzijn komt voort uit het impliciete zelfbewustzijn Sartre 2: zelfbewustzijn onstaat door de ‘blik van de ander’ Lacan: zelfbewustzijn ontstaat in de imaginaire en symbolische orde Havelock/Ong: zelfbewustzijn ontstaat door het schrift
72
Verschillen oraliteit en schrift
Oraliteit Schrift -poëtisch/associatief analytisch/conceptueel -discontinu continu conservatief /repetitief -lineair
73
Gevolgen voor de eschatologische verbeelding
verinnerlijking van de religiositeit aan de ethische neutraliteit van de onderwereld komt langzaam een einde als zelfbewust subject kan de mens nu verantwoordelijk gesteld worden voor zijn daden
74
College 5
75
Gilgamesj sja naqba imuru = hij die alles gezien heeft
76
Gilgamesj epos Stellingen: Gilgamesj is de eerste mythologische held en filosoof die lijdt onder de dood/ onderwereld-eschatologie en het eeuwige leven/ bovenwereld-eschatologie zoekt. De bewustwording van een tekort en de spanning tussen verlangen naar oneindige vervulling en menselijke eindigheid vormt het thema van het Gilgamesj-epos.
77
humbaba
78
Gigamesj en enkidu verslaan humbaba
79
Gilgamesj en enkidu verslaan de hemelstier
80
Symboliek v/d strijd met humbaba
Humbaba en het cederwoud staan voor de onderwereld-eschatologie (verg. de zeven kurassen) die eerst bestreden moet worden om plaats te maken voor een bovenwereld-eschatologie.
81
Na de dood van enkidu wordt gilgamesj een
musjten balati = zoeker naar de goddelijke onsterfelijkheid Gilgamesj ontwikkelt grote weerzin tegen: +de onderwereld-eschatologie +een ‘onsterfelijkheid’ in de vorm van roem (vooral in de strijd)→ vergelijk de Homerische helden
82
De naam gilga-mesj Gilga = oude man Mes = jongeling
83
Interpretaties V/H epos
+ Dit verhaal is een Bildungsmythe over het opgroeien v/d mens en daar hoort de acceptatie van zijn sterfelijkheid bij (Vanstipthout). + Dit verhaal vormt een breuk met het mythisch universum. Het is de weerslag van het ongeloofwaardig worden van de onderwereld-eschatologie (Rizzuto). Dit blijkt uit: de opstandigheid van Gilgamesj/ Enkidu tegen de goden de angst/woede van Gilgamesj t.a.v. de dood Gilgamesj’ verlangen naar een eeuwige jeugd/onsterfelijkheid het feit dat Gilgamesj beschreven wordt als een mens van vlees en bloed; hij is geen mythologisch archetype/sjabloon
84
College 6
85
Differentiëring van de onderwereld
Hades onderverdeeld in: ∂ Elyzeese velden ∂ Tartarus
86
hades
87
Eeuwigheid wordt zinnelijk verbeeld
Voorstelling van Elysium: ☼ Lieflijk, ongerept, eeuwig groen, er heerst een mild klimaat. ☼ Volgens Pindarus schijnt de zon er ook ‘s nachts.
88
Mysterie godsdiensten
Godsdiensten die alleen voor ingewijden toegankelijk waren en waarbij een stervende en herrijzende god werd vereerd, bijv.: + mysteriën van Dionysus + mysteriën van Eleusis
89
Mysterie en dialectiek
De mythe van een stervende god ging dienen als voertuig voor een geloof in de onsterfelijkheid van de mens (in eerste instantie alleen van de ingewijden). De ingewijden moesten zich vereenzelvigen met de stervende en herrijzende god (= stervende/herrijzende natuur). Op deze manier kon hij deelachtig worden aan de eeuwige dialectiek van leven en dood.
90
dionysus
91
Dionysus is een Ambivalente god want:
hij is aardegebonden(=chtonisch) (vruchtbaarheid, vegetatie, roes enz.) hij is de mythische belichaming van het persoonlijke/individuele heil (in de Dionysische mysteriegodsdienst)
92
Dionysus verpersoonlijkt:
Een chtonische of aardse vorm van transcendentie [Hij integreert het bovennatuurlijke in de natuur (J. P. Vernant)]
93
Siva
94
Siva-kali
95
Trimurti (Brahmâ,Siva,Vishnu)
96
Overeenkomsten Siva en dionysus
Vernietigende/scheppende goden Chtonische vorm van transcendentie Ithifallische goden Ontdekken mannelijk aandeel in de voortplanting Seksueel ambivalent
97
Twee vormen van extase Transcendente extase (=astrale transcendentie)
Immanente extase (=chtonische transcendentie)
98
Intra-uterien verlangen
99
antropodicee Twee manieren om de goede maar lijdende mens of de slechte mens die alle geluk aan zijn zijde heeft te rechtvaardigen: + collectief + individueel
100
College 7
101
Twee soorten eschatologische verworteling:
hemels aards
102
orpheus Oiagros X Kalliope ↓ Orpheus
103
orpheus
104
Orheus en eurydice
105
Zagreus → verslonden door Titanen
Zagreus en dionysus Zeus X Persephone ↓ Zagreus → verslonden door Titanen Zagreus’ hart + Semele Dionysus
106
Symbolische duiding de mens bestaat uit twee elementen die elkaar uitsluiten: + sterfelijk lichaam (as v/d Titanen) + onsterfelijke ziel (hart van Zagreus). Opdracht: we zouden allemaal herboren moeten worden als Dionysus
107
Orphische theo-kosmogonie
Phanes ↓ Nacht Gaia X Uranus Titanen Machtsoverdracht: Phanes→Nacht→Uranus(Titanomachie)→Zeus
108
phanes
109
Twee eschatolgische scenario’s
+ een scenario dat nog sterk chtonisch gekleurd is (verwant met wat Dionysus voorstond) + een scenario waarbij de doden kunnen ontsnappen aan de cyclus van leven en dood.
110
Wederdood en wedergeboorte
Stelling: deze gedachte is niets anders dan een rationele herformulering van het intuïtieve idee van de dialectiek van leven en dood. De reïncarnatie-gedachte is daarmee een logische tussenfase in de ontwikkeling van onderwereld- naar bovenwereld-eschatologie.
111
Eleusische mysteriën
112
Kenmerken V/D mysteriën
initiatie geheimhouding preoccupatie met het menselijk lot na dit leven
113
Twee soorten mysteriën
de grote mysteriën: verering van Demeter en Persephone als koningin van de onderwereld (gevierd in Athene). de kleine mysteriën: viering van de terugkeer van Kore (gevierd in Eleusis).
114
Drie graden van inwijding
in de kleine mysteriën in de telete van de grote mysteriën. in de epopteia van de grote mysteriën.
115
Telete wordt onderverdeeld in:
dromena (zaken die uitgebeeld worden)→ mythe van Kore/Hades/Demeter legomena (zaken die gezegd worden)→ idem deiknymena (zaken die getoond worden)→ heilige objecten i.v.m. Demeter/landbouw
116
epopteia Hoogtepunt van de mysteriën was de epopteia. (hiervan weten we echter niets) Maar: + Het is mogelijk dat hier het mysterie van de dood en wederopstanding van de natuur/ Kore/ Persephone werd herdacht. + Dit mysterie werd verbonden met de hoop op een persoonlijke onsterfelijkheid.
117
College 8 + 9
118
Plato ( )
119
ALLEGORIE V/D GROT
120
ideeënleer
121
Hellenisme ( ) De mens: van zoon politikon (gemeenschapswezen) naar zoon kiononikon (wereldburger/individu) Gevolg: onzekerheid, vervreemding
122
Hellenistische eschatologie
+ voornamelijk horizontaal/aards gericht (geen ars moriendi maar ars vivendi) + maar ook: radicalisering verticale eschatologie (gnosis, neoplatonisme)
123
Hellenistische (‘horizontale’) filosofieën
Epicurisme Cynisme Stoïcisme Scepticisme
124
Gnostische radicaal dualistische kosmos
Onbekende God (pleroma) Archonten/eonen ↓ Kosmos
125
Gnostische radicaal dualistische antropologie
Mens bestaat uit: +materiële psyche +goddelijk pneuma
126
Gespiegelde eschatologieën:
Bovenwereld-eschatologie onbekende god (‘naaktheid’) ↑ (‘ontkleding’) kosmos ↓ (ontkleding) onderwereld (naaktheid) Onderwereld-eschatologie
127
stelling Kenmerken die de onderwereld mythologie aan de vrouw/aarde toeschreef (heiligheid, scheppende activiteit, onkenbaarheid en zelfgenoegzaamheid) zijn precies de eigenschappen die de gnosis aan de onbekende god en het neoplatonisme aan het Ene toeschrijven.
128
Plotinus ( )
129
emanatie Het Ene ↓ Nous (ideeënwereld) Psyche(wereldziel) Materie
130
Gnosticisme en nihilisme
Het nihilisme is de logische voltooiing van het gnosticisme.
131
College 10
132
SURROGAAT-TRANSCENDENTIES
Consumptie Kinetische obsessie
133
Non-lieux of niet plaatsen (Augé)
134
Postmoderne religiositeit
eclecticisme (religie als bricolage), individualisering van het religieus gevoel. (hier lijkt het postmodernisme sterk op het hellenisme) gebrek aan originaliteit en specificiteit. transcendentie immanent geïnterpreteerd (hyperimmanentie (Sloterdijk))
135
Drie vormen van immanentie
Transcendentie wordt ontkend, gewantrouwd of men staat er onverschillig tegenover Transcendentie laat ‘sporen’ achter zonder zichzelf ooit te tonen (Derrida) Transcendentie en immanentie vormen geen tegenstelling meer (zen-boeddhisme)
136
Bergen en rivieren
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.